Inname van vet en vetzuren - Online-e

advertisement
Infokaart Inname van vet en vetzuren / Voedingsnormen veten en vetzuren
Inname van vet en vetzuren
Uit de voedselconsumptiepeiling (VCP) 2007-2010
van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) blijkt dat het type vet in de Nederlandse voeding
de afgelopen jaren is verbeterd, doordat vooral de
hoeveelheid transvetzuren in voedingsmiddelen is
afgenomen. Slechts acht tot veertien procent van de
bevolking voldoet aan de aanbeveling voor verzadigd vet.
Totaal vet
De totale hoeveelheid vet is verantwoordelijk voor ongeveer
een derde van de energie-inname. Voor vrouwen komt dit neer
op een gemiddelde inname van 75 gram vet (=34 en%) en voor
mannen 93 gram (=33 en%). De adequate inname van vet
­zoals bepaald door de Gezondheidsraad is 20 tot 40 energieprocent (en%). In alle leeftijdsgroepen was de totale vetinname boven de 20 en%. 3 tot 10% van de mannen en 7 tot 10%
van de vrouwen heeft een totaal vet inname boven de 40 en%.
en is ongeveer 14 g / dag bij vrouwen. Meervoudig onverzadigde
vetzuren dragen 6-7% bij aan de totale energie-inname.
Alfa-linoleenzuur en linolzuur
De belangrijkste meervoudig onverzadigde vetzuren in de
voeding zijn de essentiële omega-3 en omega-6 vetzuren,
­alfa-linoleenzuur en linolzuur. De inname van alfa-linoleenzuur varieert van 1,2 tot 2,1 g / dag bij mannen en van 1,2 tot
1,5 g / dag bij vrouwen. De bijdrage van alfa-linoleenzuur aan
de totale energie-inname is 0,5-0,7 % en ligt hiermee op het
aanbevolen niveau van de EFSA van 0,5 en%/dag, maar ligt
lager dan de aanbeveling van de Gezondheidsraad (1 en%/dag)
De linolzuurinname is gemiddeld 5-6 en%, wat neerkomt op
een inname van circa 11 g / dag (vrouwen) en 11-17 g / dag
(mannen). De inname ligt hoger dan de aanbeveling van de
Gezondheidsraad (2 en% ter voorkoming van deficïentie) en
iets boven de door de EFSA aanbevolen inname van linolzuur
van 4 en% .
Transvetzuren
De inname van transvetzuren varieert van 1,1 tot 1,5 g / dag
bij mannen en van 1,2 tot 1,3 g / dag bij vrouwen. Afhankelijk
van de leeftijdsgroep voldoet 95 tot 99% van de Nederlandse
bevolking aan de aanbeveling van maximaal 1 en%.
Verzadigde vetzuren
De inname van verzadigde vetzuren varieert van 27 tot
38 g / dag voor mannen en 27 tot 29 g / dag voor vrouwen.
De gemiddelde inname lag op 12 tot 13 en%. 86 tot 92% van
de bevolking heeft een energie-inname van verzadigde vet­
zuren die hoger is dan de aanbevolen maximum van 10 en%.
Onverzadigde vetzuren
Van het vet dat dagelijks geconsumeerd wordt, is het grootste
gedeelte (cis) onverzadigd vet. De gemiddelde inname ligt op
17-19 en%, wat neerkomt op circa 39 tot 58 g / dag bij mannen
en 37-41 g / dag bij vrouwen. Ongeveer een derde van de onverzadigde vetzuur inname komt uit meervoudig onverzadigde
vetzuren. De inname varieert van 14 tot 20 g / dag bij mannen
Visvetzuren
De inname van visvetzuren (omega-3 vetzuren) in Nederland is
laag. De aanbeveling om twee keer per week vis te eten wordt
door verreweg de meeste Nederlanders niet gehaald. De inname van visvetzuren afkomstig uit zowel voeding als supplementen varieerde van 62 tot 133 mg / dag, waarbij de hoogste
niveaus worden geconsumeerd in de hoogste leeftijdsgroep
(51-69 jaar). Het aandeel afkomstig uit supplementen hierin
is laag. De inname van visvetzuren afkomstig uit de voeding
varieert van 48 tot 110 mg / dag, met een lichte stijging naar
leeftijd. De aanbeveling is 450 mg / dag.
Bronnen:
•Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Wat eet N
­ ederland.
Resultaten van de voedselconsumptiepeiling 1987-1988. Rijswijk: 1988.
•Voedingscentrum. Zo eet Nederland. Resultaten van de voedsel­
consumptiepeiling 1997-1998. Den Haag: 1998.
•Hulshof et al. Resultaten van de Voedselconsumptiepeiling 2003. Bilthoven: 2004.
•Kruizinga et al. Voedselconsumptiepeiling 2003: De inneming van essentiële
vetzuren en vitamines A, D en E bij jongvolwassenen. Zeist. 2007.
•Scientific opinion on principles for deriving and applying Dietary Reference
Values. EFSA Journal 2010; 8 (3):1458.
•Van Rossum et al. Dutch National Food Consumption Survey 2007-2010.
Inname vet en vetzuren in Nederland
VCP 1987 / 1988
VCP 1997 / 1998
VCP 2003
VPC 2007/2010*
Trend
Totaal vet (en%)
Soort vet / vetzuur
38,9
36,3
34,4
34
gunstig
Verzadigde vetzuren (en%)
14,7
14,1
12,9
12-13
gelijk
Transvetzuren (en%)
4,5
1,9
1,1
0,5-0,6
gunstig
6,2
6-7
gelijk
17,8
18,2
17,9
17-19
gelijk
Meervoudig onverzadigde vetzuren (en%)
Enkelvoudig + meervoudig onverzadigde vetzuren (en%)
Linolzuur (en%)
5,7
5-6
gelijk
Alfa-linoleenzuur (ALA) (en%)
0,6
0,5-0,7
gelijk
Visvetzuren (EPA + DHA) (mg/dag)
94
62-133
*Getallen worden weergegeven als marge i.v.m. leeftijdsverschillen in VCP
Voedingsnormen vet en vetzuren
Aanbevelingen Gezondheidsraad en Voedingscentrum
De Gezondheidsraad heeft de Richtlijnen Goede Voeding
opgesteld met daarin ook ­aanbevelingen voor vet en
vetzuren. Deze zijn door het Voedingscentrum vertaald
in de R
­ ichtlijnen Voedselkeuze voor de consument.
De Richtlijnen Goede Voeding dienen als basis voor de
voedingsvoorlichting in Nederland. In de Richtlijnen Goede
Voeding staat omschreven aan welke voedingskundige eisen
een voeding moet voldoen die adequate hoeveelheden
­voedingsstoffen levert en die preventief is voor deficiënties en
voedingsgerelateerde welvaartsziekten. De Gezondheidsraad
adviseert in zijn Richtlijnen dat de vetzuursamenstelling van
de Nederlandse voeding verder moet worden verbeterd. De
nadruk moet hierbij liggen op het vervangen van verzadigd vet
door (meervoudig) onverzadigd vet en het innemen van meer
visvetzuren. Daarmee is gezondheidswinst te behalen.
Gezondheidsraad: Kies voor onverzadigde v
­ etzuren en
visvetzuren
Oliën en vetten passen volgens de Gezondheidsraad uitstekend in een gezond voedingspatroon. De inname van
vet speelt een belangrijke rol in de preventie van coronaire
hartziekten. Er is overtuigend bewijs dat het vervangen van
verzadigd vet door meervoudig onverzadigd vet het risico op
hart- en vaatziekten verlaagt. Het vervangen van verzadigd vet
door enkelvoudig onverzadigd vet is gunstig voor het cholesterolgehalte en mogelijk ook voor het risico op hart- en vaatziekten, maar hiervoor bestaat geen direct bewijs. Het vervangen
van verzadigd vet door koolhydraten lijkt niet gunstig, en is
mede afhankelijk van het type koolhydraat. Door het eten
van voldoende visvetzuren verlaag je het risico op coronaire
hartziekten. De norm voor visvetzuren is 450 mg per dag. Dit
advies komt overeen met een consumptie van twee keer per
week vis, waarvan één keer vette vis. Voor niet-visgebruikers
kan het gebruik van verrijkte producten, als bron voor visolievetzuren, een aanvaardbaar alternatief zijn. Visoliepreparaten
verdienen echter nadrukkelijk niet de voorkeur, aldus de Raad.
Voedingscentrum: Gebruik iedere dag vetten en oliën
De Richtlijnen Voedselkeuze van het Voedingscentrum bevatten de aanbevolen hoeveelheden basisvoedingsmiddelen en
een advies per productgroep op basis van de driedeling ‘bij
voorkeur’, ‘middenweg’ en ‘bij uitzondering’.
Vetten en oliën zijn in de voeding van belang als leverancier
van essentiële vetzuren en de vitamines A, D en E. De aanbe­
INFOKAART 48/2013
veling is 50 gram voor mannen en 45 gram voor vrouwen
per dag. ­Opgesplitst naar de verschillende eetmomenten is
de aanbeveling: 35 (mannen) of 30 (vrouwen) gram voor het
­besmeren van het brood, en 15 gram bereidingsvet, zoals
olie of een vloeibaar bak- en braadproduct. Olie bevat geen
vitamine A en D. Het advies is daarom om bij de bereiding van
de warme maaltijd maximaal twee á drie keer per week olie te
gebruiken. De andere dagen heeft een vloeibare margarine of
een bak- en braadproduct de voorkeur.
De aanbeveling voor de productgroep vetten en oliën op basis
van de driedeling ‘bij voorkeur’, ‘middenweg’ en ‘bij uitzondering’ is als volgt:
•Bij voorkeur: halvarine, vloeibare bak- en braad­producten,
olie, vloeibaar frituurvet.
•Middenweg: zachte margarine.
•Bij uitzondering: roomboter, harde margarine, hard bak- en
braad-, en frituurvet.
Aanbevelingen voor volwassenen en kinderen vanaf 1 jaar
Soort vet / vetzuur
Aanbevelingen Gezondheidsraad
volwassenen en kinderen vanaf 4 jaar
1-3 jaar
Totaal vet (en%)
AI
25-40
AB
Wenselijk gewicht: 20 - 40
Overgewicht: 20 - 35
Wenselijk gewicht: 40
Overgewicht: 30 - 35
40
Verzadigde vetzuren (en%)
AI
AB
Zo laag mogelijk
10
Transvetzuren (en%)
AI
AB
Zo laag mogelijk
1
-
Meervoudig onverzadigde vetzuren
(en%)
AB
12
12
Enkelvoudig + meervoudig onverzadigde vetzuren (en%)
AI
Wenselijk gewicht: 8 - 38
Overgewicht: 8 - 28 / 33
-
Linolzuur (en%)*
AI
2 (ter voorkoming van
deficiëntie)
2
Alfa-linoleenzuur (ALA) (en%)
AI
1
1
450
450
Visolievetzuren (EPA + DHA) (mg/dag) AI
AI:
Adequate Inname
en%: Het percentage van de totale inname aan energie
AB: Aanvaardbare Bovengrens
* Bij zwangerschap en lactatie geldt een adequate inname van 2,5 en%.
Bronnen:
•Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding 2006. Den Haag: 2006.
•Gezondheidsraad. Voedingsnormen: energie, eiwitten, vetten en
verteerbare koolhydraten. Den Haag: 2001.
• Voedingscentrum, Richtlijnen voedselkeuze, maart 2011.
Deze infokaart is een uitgave van het
Voorlichtingsbureau Margarine, Vetten en Oliën
[email protected]
www.voorlichtingmvo.nl
15
Download