economische beleidsvisie 080130

advertisement
ECONOMISCHE BELEIDSVISIE
2008-2015
Ambtelijk opdrachtgever:
Bestuurlijk opdrachtgever:
Projectleider:
Datum:
Vaststelling Raad:
F. Herrman
College van B&W
C. Quik
30 januari 2008
6 maart 2008
Ontstaansgeschiedenis
De kern Oudewater is aan het begin van de 10e eeuw ontstaan op
een zandafzetting in de meanderbocht bij de uitmonding van de
Lange Linschoten in de Hollandsche IJssel. Langs het water zijn
handel en bedrijvigheid tot ontwikkeling gekomen. In het begin van
de 14e eeuw heeft de stad zich ontwikkeld tot een handels- en
scheepvaartcentrum van bescheiden formaat. Vanaf 1826 werd de
stad Oudewater eigenaar van de vestingwerken, onder
voorwaarden dat deze binnen een bepaalde tijd gesloopt zouden
worden. In de 2e helft van de 19e eeuw is men begonnen met het
afbreken van de poorten en wallen en het dempen van grachten.
Op de terreinen van de vroegere vesting zijn vervolgens industrie,
parken, een tweetal begraafplaatsen en woningbouw gerealiseerd.
2
Inhoudsopgave
6
ONTSTAANSGESCHIEDENIS .......................................................................... 2
6.1
6.2
6.3
6.4
INHOUDSOPGAVE ............................................................................................. 3
1
INLEIDING ................................................................................................. 4
ACHTERGROND ........................................................................................ 4
DOEL VAN DE VISIE .................................................................................. 4
PROCES EN AANPAK .................................................................................. 4
LEESWIJZER ............................................................................................. 5
BEGRIPPENLIJST ...................................................................................... 6
7
2
SAMENVATTING ....................................................................................... 8
8
3
UITGANGSPUNTEN................................................................................ 11
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
3.1
3.2
4
5
9
ALGEMEEN ............................................................................................. 18
DE ECONOMIE VAN DE KLEINE KERNEN .................................................... 20
CONCLUSIES .......................................................................................... 21
5.1
5.2
5.3
5.4
INLEIDING ............................................................................................. 43
HUIDIGE SITUATIE ................................................................................. 43
SWOT-ANALYSE .................................................................................... 46
VERBETERPUNTEN VOOR HET LANDELIJKE GEBIED.................................... 47
TOEKOMSTVISIE .................................................................................... 51
9.1
9.2
10
TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN................................................. 22
INLEIDING ............................................................................................. 36
HUIDIGE SITUATIE ................................................................................. 36
SWOT-ANALYSE .................................................................................... 38
VERBETERPUNTEN VOOR TAPPERSHEUL ................................................... 39
LANDELIJK GEBIED OUDEWATER.................................................... 43
8.1
8.2
8.3
8.4
RIJKS- EN PROVINCIAAL BELEID .............................................................. 11
GEMEENTELIJK BELEID ........................................................................... 15
INLEIDING ............................................................................................. 27
HUIDIGE SITUATIE ................................................................................. 27
SWOT-ANALYSE .................................................................................... 30
VERBETERPUNTEN VOOR DE STAD OUDEWATER ....................................... 31
BEDRIJVENTERREIN TAPPERSHEUL............................................... 36
7.1
7.2
7.3
7.4
HUIDIGE SITUATIE ............................................................................... 18
4.1
4.2
4.3
DE STAD OUDEWATER ......................................................................... 27
INLEIDING ............................................................................................. 51
OUDEWATER IN 2015 ............................................................................ 51
UITVOERINGSPROGRAMMA.......................................................... 54
10.1 INLEIDING ............................................................................................. 54
10.2 SPEERPUNTEN ECONOMISCH BELEID ........................................................ 54
10.3 BESCHRIJVING VAN DE ACTIEPUNTEN ...................................................... 54
LITERATUURLIJST ................................................................................................ 61
FIGUREN ............................................................................................................. 62
ECONOMISCHE VERANDERINGEN ............................................................. 22
DEMOGRAFISCHE VERANDERINGEN ......................................................... 23
DE TOEKOMSTIGE BEHOEFTE AAN BEDRIJVEN EN KANTORENTERREINEN .... 25
CONCLUSIES .......................................................................................... 26
3
1
Inleiding
1.1
Achtergrond
Naast deze hoofddoelen zijn nog een aantal subdoelen benoemd:
• Een beperkte groei van de werkgelegenheid in Oudewater
met minimaal het landelijke gemiddelde van 0,4% per jaar
(CPB).
• Het verbeteren van de informatievoorziening en
bereikbaarheid van de gemeente Oudewater voor
ondernemers.
• Het versterken van de detailhandelstructuur en het
toerisme.
In 2005 heeft de gemeente Oudewater, gezamenlijk met de
ondernemersverenigingen, studenten van de universiteit van
Utrecht, LTO en de Kamer van Koophandel, gewerkt aan een Nota
“werken en mobiliteit”. Deze nota werd opgesteld als deeluitwerking
van de structuurvisie 2005. Uiteindelijk is deze nota nooit afgerond
en vastgesteld. Het nu voorliggende stuk, de economische
beleidsvisie 2008-2015, is gebaseerd op de gegevens die in 2005
tot stand gekomen zijn. Deze economische visie gaat echter verder
waar de Nota “werken en mobiliteit” ophielt. Daarnaast zijn een
aantal gegevens verouderd of zijn projecten al uitgevoerd,
waardoor aanpassingen van de stukken uit 2005 noodzakelijk zijn.
Tevens is rekening gehouden met de haalbaarheid van het
uitvoeringsprogramma.
In de samenvatting en het uitvoeringsprogramma wordt antwoord
gegeven hoe deze doelen worden verwezenlijkt. Wanneer naar de
scenario’s uit de stukken van 2005 wordt gekeken, kan de uitkomst
van deze visie het meest vergeleken worden met het scenario 2,
“eigen kwaliteiten ontwikkelen” en scenario 3, “Oudewater in de
lift”. Betrokkenen gaven toen de voorkeur aan scenario 3. In bijlage
2 is een overzicht van de toen opgestelde scenario’s bijgevoegd.
1.3
Het draagvlak bij de ondernemersverenigingen verdient extra
aandacht. In de totstandkoming van deze economische beleidsvisie
is geprobeerd de ondernemers opnieuw te betrekken en tegemoet
te komen, zodat er veel draagvlak ontstaat voor deze nieuwe
economische beleidsvisie.
1.2
Proces en aanpak
Voor de totstandkoming van deze economische beleidsvisie is
gewerkt met een projectplan. In dit projectplan is vooraf aan het
college van burgemeester en wethouders aangegeven op welke
manier het proces is ingericht en voor welke aanpak gekozen is.
Voor het opstellen van deze economische beleidsvisie is een
gemeentelijk projectteam samengesteld:
• Floris Herrman (RO)
• Linda Nieuwenhuizen (Recreatie en Toerisme)
• Christiaan Quik (RO/ EZ)
• Medewerker communicatie
Doel van de visie
In deze visie hebben we een tweetal hoofddoelen:
• Het scheppen van randvoorwaarden zodat de economische
concurrentiepositie van Oudewater versterkt.
• Een aantrekkelijk ondernemersklimaat met een goede
bereikbaarheid en geschikte bedrijfsruimte.
4
Naast het projectteam wordt er gebruik gemaakt van een
zogenaamde klankbordgroep:
• LTO (Land- en Tuinbouworganisatie)
• BVO (Bedrijvenvereniging Oudewater)
• NOVO (Nieuwe Ondernemersvereniging Oudewater)
• KvK Midden-Nederland (Kamer van Koophandel)
• TCPO (Toeristisch cultureel platform Oudewater) en de VVV
Het Groene Hart.
economie in Oudewater beschreven. In het vijfde hoofdstuk is
aandacht voor de te verwachten toekomstige economische
ontwikkelingen.
Hierna is gekozen om de economische beleidsvisie gebiedsgericht
op te zetten. Hier is gekozen voor drie gebieden:
• De stad Oudewater
• Bedrijventerrein Tappersheul
• Landelijk gebied Oudewater
Nadat de huidige situatie beschreven is, brengen we per gebied de
sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen in beeld. De
hoofdstukken sluiten af met een opsomming van verbeterpunten.
In het hoofdstuk 9 zijn vervolgens alle gegevens uit de economische
visie met elkaar verweven; de toekomstvisie. Dit leidt tot een visie
op de gehele gemeente en een visie toegespitst op de gekozen
gebieden.
Aan deze toekomstvisie is een uitvoeringsprogramma gekoppeld.
Hierin is een aantal haalbare actiepunten voorgesteld. Tevens
staan, wanneer bekend, de benodigde budgetten genoemd.
Deze partijen zijn actief betrokken bij de totstandkoming van deze
economische beleidsvisie. Voordat verder invulling is gegeven aan
deze visie heeft de gemeente aan de BVO en NOVO een reactie
gevraagd welke onderwerpen in ieder geval in de economische
beleidsvisie aandacht verdienen. Dit vormde samen met de
gegevens uit 2005 de basis voor een concept economische
beleidsvisie. Deze is vervolgens na toezending besproken met de
ondernemers. Parallel aan deze avond heeft een presentatie
plaatsgevonden in het forum Ruimte. Hierin is aan het forum
gevraagd of zij inhoudelijk nog aanvullingen hebben op opzet van
de visie. Vervolgens zijn de reacties van het forum, de
klankbordgroep en het collegebesluit voor het 1e concept verwerkt
in een definitieve economische beleidsvisie. Deze is op 29 januari
2008 aangeboden aan het college. In de raad van donderdag 6
maart 2008 is deze beleidsvisie vervolgens behandeld.
1.4
Leeswijzer
In het tweede hoofdstuk vindt u eerst een samenvatting van de
gehele visie. Ook is een beknopt overzicht van het voorgestelde
uitvoeringsprogramma in de samenvatting opgenomen.
De hoofdstukken 3 tot en met 5 leggen de basis voor de visie. In
het derde hoofdstuk worden de uitgangspunten voor de visie
benoemd. In het vierde hoofdstuk is de huidige situatie van de
5
1.5
Distributie planologisch onderzoek – Een DPO brengt in beeld
of er voor uitbreiding van de detailhandel in een winkelgebied nog
marktruimte is. Tevens kan worden onderzocht of er sprake is van
marktverzadiging of overbewinkeling in het gebied.
Begrippenlijst
SWOT-analyse – Analyse van strength, weaknesses, oppurtunities
and threats, oftewel sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen.
Forum (fora) - Het forum vervangt de commissievergaderingen.
In een forum spreken raads- en forumleden, collegeleden, burgers
en ambtenaren op voet van gelijkheid met elkaar over de zaken die
op de agenda voor de raad komen. Er worden in het forum geen
besluiten genomen. Het gaat puur om het uitwisselen van
informatie. De enige beslissing die de leden in het forum nemen,
gaat over de behandeling van het onderwerp in de raad. Wordt het
op de raadsagenda een hamerstuk of een bespreekstuk? Of is het
onderwerp door gebrek aan informatie nog niet rijp voor
behandeling in de raad? In dat laatste geval gaat het stuk terug
naar de organisatie.
Bedrijfsverzamelgebouw – Een gebouw waar verschillende
bedrijven met een beperkte oppervlakte gehuisvest worden.
Economische Beleidsvisie - Plan betreffende het te voeren
(toekomstige) beleid van de gemeente Oudewater.
Bestemmingsplan - Gemeentelijk plan met voorschriften,
betreffende de bestemming van een bepaald terrein.
Bestuursprogramma – Programma beschrijft de doelen van het
zittende college van burgemeester en wethouders voor de
bestuursperiode van maximaal 4 jaar.
KvK – Kamer van koophandel, komt op voor de algemene belangen
van ondernemers.
BVO – Bedrijvenvereniging Oudewater, komt op voor de belangen
van de ondernemers in de gemeente Oudewater.
LTO - Organisatie voor collectieve belangenbehartiging, individuele
dienstverlening en groepsgerichte activiteiten voor agrarische
ondernemers.
Detailhandelstructuur – Samenstelling van het aanbod van
detailhandel in een gebied.
NOVO – Nieuwe ondernemersvereniging Oudewater, komt op voor
de belangen van de ondernemers in de gemeente Oudewater,
voornamelijk voor de detaillisten.
Demografisch - statistische beschrijving van sociale en politieke
verschijnselen in of kenmerken van volkeren.
Ondernemersloket
ondernemers.
Deregulering – Het verminderen en vereenvoudigen van het
aantal wetten en regels.
–
Een
fysiek
of
digitaal
loket
voor
Parkmanagement –de structuur waarin de publieke en private
belangen worden samengebracht in een parkmanagement
organisatie.
Detailhandel - Handel die direct aan de consumenten levert.
6
Pendelstromen - Verkeerstromen tussen twee willekeurige
locaties.
Revitaliseren – Het verbeteren van de
bedrijventerreinen door duurzame investeringen.
kwaliteit
van
Structuurvisie – Een visie op de toekomstige ruimtelijke
ontwikkelingen.
Struinen en vorsen – Stichting die zich inzet voor het promoten
van kleinschalige recreatieve activiteiten in het gebied tussen de
Hollandse IJssel, de Oude Rijn, de Lange Lindschoten en de Gouwe.
Het wil hierbij de waardering en bewustwording voor het agrarische
cultuurlandschap vergroten en zo het gebied op een duurzame
manier vermarkten.
Streekplan - integraal plan voor de ontwikkeling van de
gemeenten binnen de provincie.
Winning en Nijverheid – Hieronder vallen de activiteiten de
winning van delfstoffen, industrie, openbare voorzieningsbedrijven
en bouwnijverheid (CBS definitie).
Woonvisie – Een gemeentelijke visie op de
ontwikkelingen op de Oudewaterse woningmarkt.
toekomstige
7
2
•
Samenvatting
In het derde hoofdstuk is uitgebreid stil gestaan bij het bestaande
beleid dat de kaders aangeeft voor deze visie. Provinciaal beleid dat
relevant is; o.a. het streekplan en het ontwerp van de economische
beleidsvisie. Daarnaast is natuurlijk stil gestaan bij gemeentelijk
beleid,
waaronder
het
bestuursprogramma,
een
aantal
bestemmingsplannen, de woonvisie, het kampeerbeleid en het
Marketingplan Lopikerwaard 2006-2010.
•
•
•
In het vierde hoofdstuk is vervolgens de huidige economische
situatie beschreven. Conclusies die uit dit hoofdstuk kunnen worden
getrokken:
• Oudewater heeft vergeleken met de provincie erg veel bedrijven
in de landbouw, de handel- en de bouwsector.
• De laatste jaren heeft de werkgelegenheid geen groei
doorgemaakt.
• Het aantal bedrijfsvestigingen in Oudewater is de laatste jaren
toegenomen tot bijna 800 bedrijven.
• De werkloosheid van Oudewater ligt ruim onder het gemiddelde
in de provincie Utrecht.
• Maar liefst 60% van de 3278 arbeidsplaatsen worden ingevuld
door de inwoners van Oudewater zelf.
• De kleine kernen Snelrewaard, Hekendorp en Papekop hebben
nauwelijks voorzieningen en zijn aangewezen op de grotere
gemeenten in de omgeving.
•
•
Oudewater versterkt zijn aandeel in de sector “winning en
nijverheid”1, terwijl deze sector landelijk gezien geen groei
doormaakt.
Als gevolg van de toenemende verkopen op internet neemt de
concurrentie voor de detailhandel die niet-dagelijkse goederen
verkopen toe.
Door de vergrijzing in Oudewater groeit de zorgsector verder.
Het aandeel jongere huishoudens zal afnemen. Om te kunnen
voldoen aan de lokale vraag naar arbeidskrachten in de
toekomst, is het van belang jongeren te binden aan de stad en
ook opstartmogelijkheden te geven in de vorm van betaalbare
woonruimte.
De economie is in de toekomst kennisintensiever. Door de
internationalisering wordt werk steeds meer verplaatst naar het
buitenland. I.v.m. de kwaliteit van producten d.m.v. nieuwe
productietechnologie komt weer meer productiewerk naar eigen
land.
Op de korte en middellange termijn bestaat een grote
uitbreidingsbehoefte voor kantoor- en bedrijfsruimten.
Intensiever en multifunctioneel ruimtegebruik kunnen dit
probleem maar voor een deel oplossen.
In de hoofdstukken 6, 7 en 8 worden de stad Oudewater,
Tappersheul en het landelijke gebied geanalyseerd door middel van
een SWOT-analyse (Sterktes/ zwaktes, kansen en bedreigingen).
Vervolgens zijn een aantal verbeterpunten benoemd. Voor de stad
Oudewater zijn dit:
• Zorgen voor een aantal nieuwe “trekkers” in de binnenstad.
• Verbeteren van de looproute o.a. door de binnenstad
gedeeltelijk autovrij te maken.
In het vijfde hoofdstuk zijn de toekomstige ontwikkelingen in kaart
gebracht. Conclusies die uit dit hoofdstuk getrokken zijn:
• Door een afname van het aantal agrarische bedrijven en
verbreding van de bedrijfsvoering wordt de diversiteit van
gebruiksfuncties in het landelijke gebied vergroot.
1
CBS definitie, hieronder vallen de activiteiten, de winning van delfstoffen,
industrie, openbare voorzieningsbedrijven en bouwnijverheid.
8
•
•
•
•
•
openbare ruimte is de looproute langs de winkels van hogere
kwaliteit. Door middel van gratis plattegronden en een grote kaart
op de markt is het voor bezoekers makkelijker geworden de winkels
te vinden. Ook is in het centrum van Oudewater het autoverkeer
teruggedrongen en rond de markt is een voetgangerszone
geïntroduceerd. Hiernaast zijn meer fietsenrekken geplaatst, zodat
de klanten makkelijker hun fietsen kunnen stallen.”
Afstemmen van de winkeltijden.
Verbeteren van de marketing van Oudewater.
Meer evenementen organiseren en watertoerisme stimuleren.
Verder uitvoering geven aan het marketingplan Lopikerwaard
2006-2010.
Het water meer bij de stad betrekken.
Voor Tappersheul kwamen de volgende verbeteringspunten naar
voren:
• Meer oppervlakte voor bedrijven.
• Invoeren van parkmanagement.
• Multifunctioneel ruimtegebruik wanneer mogelijk.
• Verbeteren van de beeldkwaliteit.
• Revitaliseren van het bedrijventerrein.
• Ontwikkelen van een snackbar/ lunchroom.
Bij deze visie is tenslotte in hoofdstuk 10 een uitvoeringsprogramma
opgesteld. Voor de uitvoering van de economische beleidsvisie is
gekozen voor een viertal speerpunten:
1
2
3
Tenslotte zijn in hoofdstuk 8 verbeteringspunten voor het landelijke
gebied benoemd:
• Plattelandstoerisme stimuleren.
• Schaalvergroting agrarische bedrijven faciliteren.
• Beperkingen milieuwetgeving verminderen.
• Milieuvriendelijke energieproductie agrariërs.
• Inpassen van de wateropgave.
• Agrarische nevenfuncties faciliteren
4
Verbeteren van de serviceverlening aan ondernemers.
Versterken van de detailhandel en het toerisme in de
Binnenstad.
Verbeteren van de kwaliteit van het bedrijventerrein
Tappersheul.
Zorgen voor voldoende oppervlakte voor de bedrijven van
Oudewater.
Om deze speerpunten te verwezenlijken zijn 19 actiepunten
benoemd:
Algemeen
1. Oprichten van een ondernemersloket.
2. Betrokkenheid van de politiek en gemeente vergroten.
3. Pleiten voor meer oppervlakte voor bedrijven.
4. Faciliteren van een bedrijfsverzamelgebouw.
5. Deregulering voor ondernemers.
6. Voortgangsrapportage economische zaken.
7. Evaluatie van het uitvoeringsprogramma economische
beleidsvisie.
In hoofdstuk 9 wordt dan een kijkje in de toekomst genomen. Dit
hoofdstuk geeft de ambities weer van Oudewater. Het hoofdstuk is
een beschouwing waarin ideeën staan die Oudewater voor een
toekomstige sterke economische ontwikkeling kan gebruiken. Een
passage uit deze visie:
“Oudewater heeft in 2015 een bruisend centrum met voldoende
voorzieningen. Dit komt voornamelijk doordat de binnenstad een
kwalitatieve impuls heeft gehad. Door een andere inrichting van de
9
De stad Oudewater
8. Openingstijden centrum
9. Distributie planologisch onderzoek
10. Opzetten promotieorganisatie Oudewater
11. Looproutes en bereikbaarheid
12. Acquisitie winkels Oudewater
13. Passantenhaven Westerwal
Tappersheul
14. Bestemmingsplan Tappersheul.
15. Parkmanagement bedrijventerrein Tappersheul
16. Revitaliseren/ visie ontwikkelen voor Tappersheul
Landelijk gebied
17. Vrijkomende agrarische bebouwing.
18. Milieuvriendelijke energieproductie stimuleren.
19. Uitvoeren projecten “Struinen en vorsen”.
10
3
Uitgangspunten
3.1
Rijks- en provinciaal beleid
Het behouden en versterken van het samenhangende en
onderscheidende van deze centra.
• Dagelijks koopgedrag (gemakscentra)
Het creëren van een evenwichtig en op de behoefte afgestemd
aanbod.
• Doelgericht koopgedrag (grootschalige detailhandel
concentraties).
Tevens wil de provincie de stedelijke vrijetijdsvoorzieningen liefst in
de stedelijke centra clusteren.
Beleidsnotitie economische agenda2
Het ministerie van economische zaken heeft in navolging op de
Nota Ruimte een economische agenda opgesteld voor Nederland.
De notitie bevat drie hoofddoelen:
• de administratieve lastendruk voor ondernemers verlagen
• zorgen voor een goedwerkende arbeidsmarkt en
• zorgen voor een concurrerend fiscaal klimaat.
Daarnaast wil het kabinet de regionale economie versterken, door
regionale knelpunten op te lossen die van nationaal belang zijn.
Tevens legt het Rijk een grote verantwoording bij de provincie en
de Gemeente (decentraal wat kan, centraal wat moet) en is een
duidelijke focus van bestuurlijke synergie noodzakelijk.
In de regio Utrecht stelt het rijk prioriteiten bij de bereikbaarheid en
herstructurering van verouderde bedrijventerreinen.
Bedrijventerrein
De provincie Utrecht vindt het belangrijk dat er ruimte is voor de
eigen groei en voor nieuwe bedrijven met een duidelijke
meerwaarde voor de regio (kennisintensieve bedrijven, ICT, Life
science en dienstverlening). Er wordt slechts ruimte geboden voor
de groei en verplaatsing van de gevestigde bedrijven en voor
nieuwe bedrijven met duidelijke toegevoegde waarde voor de
provinciale economie. Grootschalige industriële en logistieke
ondernemingen worden daar nadrukkelijk niet toe gerekend.
Tevens stuurt de provincie aan op zorgvuldig ruimtegebruik op
bestaande bedrijventerreinen.
Voor kleine gemeenten die weinig groeimogelijkheden hebben, kan
een regionaal bedrijventerrein een oplossing zijn. Wanneer dit niet
mogelijk is, zoekt de provincie gezamenlijk met de gemeente een
oplossing op maat. Het ruimtebeslag van nieuwe bedrijventerreinen
moet zoveel mogelijk worden getemperd.
In het integrale locatiebeleid streeft de provincie naar maatwerk.
Naast de bereikbaarheid zijn economische mogelijkheden, kwaliteit
van de leefomgeving en ruimtelijke kwaliteit belangrijke criteria voor
het toedelen van ruimte aan bedrijven. Hierbinnen geeft de
provincie extra aandacht aan onderwerpen als intensief
ruimtegebruik, functiemenging, milieukwaliteit en veiligheid. Het
locatiebeleid wordt daarmee eerder een vestigingsbeleid. Door te
werken met zogenaamde bereikbaarheidsprofielen voor bedrijven
Provinciaal Streekplan3
Stedelijk gebied
Stedelijke uitbreiding is pas aan de orde indien herstructurering en
revitalisering van het bestaand stedelijk gebied en vervolgens
inbreiding en intensivering ontoereikend zijn om in de ruimtevraag
te voorzien.
De provincie wil de detailhandel verder stimuleren en maakt hierin
het onderscheid in:
• Recreatief koopgedrag (recreatieve centra)
2
3
Beleidsnotitie “Economische agenda”, ministerie van economische zaken.
Streekplan 2006-2020, provincie Utrecht.
11
wil de provincie via maatwerk de bedrijven op de juiste plek krijgen.
Tenslotte spreekt de provincie nog over groene werklandschappen.
Dit zijn kleinschalige hoogwaardige werklocaties in het landelijke
gebied waaraan de voorwaarde gekoppeld is dat de ecologische en
landschappelijke waarden worden versterkt.
kleine
recreatieen
natuurgebieden
en
ecologische
verbindingszones.
Het gebied is voornamelijk bestemd voor de agrarische
bedrijfsvoering. Hierbij behoort agrarisch natuurbeheer tot de
mogelijkheden. Tevens wordt gezocht om het recreatief
medegebruik te versterken door kleinschalige recreatieve
voorzieningen toe te staan.
Landelijk gebied
De provincie heeft in het streekplan een aantal landelijke
gebiedstypen onderscheiden. Deze gebieden hebben elk hun eigen
karakter. Dit karakter is gekoppeld aan de mogelijkheden die er
voor economische activiteiten zijn. Aangezien deze typering de
kaders aangeven van ruimtelijk economische mogelijkheden, wordt
deze indeling hieronder kort beschreven:
•
•
Landelijk gebied 1: Hoofdfunctie stedelijk uitloopgebied
Landelijk gebied 1 grenst aan het stedelijke gebied en heeft een
stedelijke invloed door een afwisseling van recreatieterreinen,
recreatief groen, fiets- en wandelpaden, begraafplaatsen,
volkstuinencomplexen, maneges, sportvelden, agrarisch gebruik,
incidenteel tuinbouw en kleine natuurgebieden en ecologische
verbindingszones.
Het gebied is dan ook zoekgebied voor het versterken van
recreatieve en toeristische voorzieningen die gebonden zijn aan
de ligging nabij het stedelijke gebied. Tevens is ruimte voor
nieuwe landgoederen. De uitbreiding en nieuwe vestiging van
agrarische bedrijven is beperkt.
•
Landelijk gebied 3; verweving van functies
Afwisselend en landschappelijk waardevol gebied met verweving
van landbouw, natuur, dag- en verblijfsrecreatie, landgoederen
en bestaande zeer extensieve woonmilieus. De diverse functies
worden dan ook naar locatiespecifieke kenmerken gestimuleerd.
•
Landelijk gebied 4; hoofdfunctie natuur
Bestaande natuurgebieden en gebieden die in de komende
periode als nieuwe natuur zullen worden ingericht, beide vaak
met recreatief medegebruik.
Al deze vier gebiedstypen komen ook voor in Oudewater:
• Landelijk gebiedstype 1 is gelegen ten noorden van de wijk
Klein Hekendorp en tussen het bedrijventerrein Tappersheul en
de woonwijken Brede Dijk/ Noort Syde I. Ook de sportvelden
ten zuidoosten van de stad zijn als dit type aangemerkt.
• Landelijk gebiedstype 2: Dit gebiedstype bevat het overgrote
deel van het landelijke gebied in Oudewater.
• Landelijk gebiedstype 3: Dit gebiedstype komt voor in een
smalle strook langs de Hollandsche IJssel.
• Landelijk gebiedstype 4: Dit gebiedstype komt slechts beperkt
voor, verspreid over het landelijke gebied.
Landelijk gebied 2; hoofdfunctie agrarisch
Agrarische gebieden met zowel grondgebonden als nietgrondgebonden landbouw; veel gebieden met grondgebonden
landbouw
hebben
landschappelijke,
ecologische
en
cultuurhistorische waarden en worden gekenmerkt door
recreatief medegebruik; binnen deze zone bevinden zich ook
Op de volgende pagina is een kaartje toegevoegd waarop de
verschillende landelijke gebiedstypen opgenomen zijn.
12
Ontwerp economisch beleidsplan provincie Utrecht4
De hoofdlijnen van het economische beleid van de provincie Utrecht
zijn onderverdeeld in vier hoofdthema’s:
•
Vernieuwen met kennis en creativiteit
De provincie wil de ontwikkeling van kennisintensieve en
creatieve economie bevorderen door kennis en creativiteit meer
te benutten, en door innovatie bij bedrijven te stimuleren en te
zorgen voor een duurzame economische ontwikkeling.
•
Ruimtelijke economisch beleid
De provincie wil de kwaliteit van het vestigingmilieu verder
verbeteren en voldoende diversiteit aan vestigingsmilieus bieden
die aansluit op de diverse wensen van bedrijven. Hierbij stellen
ze de volgende prioriteiten:
o Onderlinge bereikbaarheid van de economische centra in
de Randstad, o.a. door optimale benutting van
infrastructuur en ontvlechting van verkeersstromen.
o Herstructurering van bedrijventerreinen, verbeterde
ontsluiting van bedrijventerreinen.
o Concentratie van kantoorlocaties op centraal gelegen
knooppunten.
o Meer differentiatie en selectiviteit in kantoorlocatie.
o Inzetten op gedifferentieerde woonmilieus.
•
Meer en anders ondernemen
De provincie wil nieuwe bedrijven aantrekken en bestaande
bedrijven binden die passen bij het economische profiel van de
provincie Utrecht. De meest kansrijke sectoren zijn de ICt
(waaaronder gaming), de zakelijke dienstverlening, het zakelijke
toerisme, de medische sector en life sciences.
4
Kansen benutten, krachten bundelen, ontwerp economisch beleidsplan, 20072011, provincie Utrecht, maart 2007.
Figuur 1: Landelijke gebiedstypen Oudewater
13
•
Om de doelen van het actieplan te bereiken is er een
actieprogramma opgesteld rond 7 thema's:
• Een aangenaam verblijf - meer en betere overnachtingen.
• Altijd wat te beleven - bezoeken aan bezienswaardigheden en
evenementen bevorderen.
• Trefpunt Utrecht - Utrecht als bestemming voor zakelijk
toerisme.
• De groene Randstad - recreatieve groengebieden dicht bij de
stad uitbreiden.
• De paden op - toegang tot het landelijke gebied vergroten door
routestructuren aan te leggen.
• Gastvrij onthaal op het platteland - plattelandstoerisme
bevorderen.
• Slagvaardige prestaties - professionalisering in uitvoering.
Arbeidsmarktbeleid
De provincie wil een betere afstemming van onderwijs op de
regionale arbeidsmarkt en een betere benutting van het
arbeidspotentieel in het kwantitatieve en kwalitatieve opzicht.
De provincie koppelt aan deze beleidsvisie een actieprogramma en
denkt hierbij aan de programma’s cultuur en economie, science
park, taskforce innovatie, breedbandimpuls provincie Utrecht,
herstructurering
bedrijventerreinen,
programma
duurzame
bedrijventerreinen, opstellen provinciale kantorenvisie, MVO
energiebesparing en duurzame energie, milieuhinderlijke bedrijven,
acquisitie kennisintensieve bedrijven, stimuleren kansrijke sectoren
en evenementenbeleid. Deze worden alle tussen 2007 en 2011 tot
uitvoering gebracht. Aan deze projecten zijn subsidiebedragen
gekoppeld.
Slagvaardig samen werken aan kwaliteit en duurzaamheid,
statenperiode 2007-2011
De provincie Utrecht heeft in een coalitieakkoord de ambities
benoemd. Kernbegrippen zijn: slagvaardig samen werken, kwaliteit
en duurzaamheid. In het coalitieakkoord worden voor de economie
de volgende ambities benoemd:
• Goede instellingen en bedrijven houden en aantrekken.
• Samen met betrokken gemeenten stimuleren van het
ondernemerschap bij kunstenaars en innovatie en creativiteit bij
ondernemers in zogenaamde creatieve broedplaatsen.
• Zorgen voor een goede bereikbaarheid voor bedrijven.
• Extra investeren in het herstructureren van bedrijventerreinen.
• Het stimuleren van de aanwezigheid en toegankelijkheid van
toeristisch-recreatieve locaties.
• Voldoende ruimte voor werken aan huis voor zzp-ers
(zelfstandigen zonder personeel).
‘Uit en thuis in Utrecht’, actieplan toerisme Provincie
Utrecht.
De provincie stimuleert recreatie en toerisme in onze provincie met
themagericht beleid. Met het actieplan "Uit en thuis in Utrecht"
wordt de provincie Utrecht meer op de kaart gezet. Het actieplan
loopt nog tot en met 2008. Het actieplan bevat concrete, meetbare
doelen. Tot 2012 wil de provincie het volgende bereiken ten
opzichte van 2004:
• 25% meer vakanties en overnachtingen in de provincie.
• Groei van het binnenlandse marktaandeel van 3% naar 5%.
• 500 miljoen euro meer toeristische bestedingen.
• Groei dagtochten binnen de provinciegrenzen met 7 miljoen in
2012.
• 98% van de bevolking onderneemt minimaal eenmaal per jaar
een dagtocht.
• 90% van de Utrechtse bevolking is tevreden over het aanbod.
14
3.2
Spoorbaan/
Diemerbroek
overwogen
bedrijventerrein te ontwikkelen.
Gemeentelijk beleid
Structuurvisie Oudewater 2005-20205
In de structuurvisie is het streven opgenomen om het huidige
voorzieningenniveau op peil te houden. Dit wil men bereiken door
meer woningen te bouwen door inbreiding en op termijn (na 2020)
door ten noorden van de wijk Klein Hekendorp een bouwlocatie te
ontwikkelen in samenhang met een veenweidegebied. Een andere
locatie waar op termijn woningbouw kan worden gerealiseerd is ten
oosten van de kern Snelrewaard.
De gemeente heeft de ambitie uitgesproken om te zorgen dat de
bestaande scholen kunnen blijven bestaan.
Behouden en versterken van de economische positie van
Oudewater met gemengde en gevarieerde milieus.
•
De economische structuur moet worden versterkt en de
kwetsbaarheid over een bepaald aantal sectoren dient te
worden verminderd.
•
De behoefte aan bedrijfsterreinen wordt primair gerealiseerd
door een betere benutting van de in het huidige streekplan
vastgestelde industriebestemmingen, door herstructurering en
waar mogelijk uitplaatsing van transportbedrijven.
•
•
Streven naar een beperkte vorm van functiemenging in de
wijken Hoenkoop, Klein Hekendorp en Brede Dijk, door
kleinschalige bedrijfmatige functies toe te staan.
•
Bedrijven die overlast veroorzaken
verplaatsen naar een bedrijventerrein.
voor
omwonenden
Bestemmingsplan Landelijk gebied Hekendorp en Papekop6
Op 16 augustus 2007 is het bestemmingsplan voor het landelijke
gebied rond Hekendorp en Papekop in werking getreden. In dit
bestemmingsplan is rekening gehouden met de nieuwe ruimtelijke
dynamiek. De belangrijkste functie voor dit gebied blijft de
agrarische sector. Het bestemmingsplan probeert hiermee rekening
De gemeente Oudewater stuurt aan op de ontwikkeling van een
regionaal
bedrijventerrein
bij
Woerden.
Mocht
dit
bedrijventerrein geen doorgang vinden dan wordt in de zone
6
5
kleinschalig
De gemeente wil zorg dragen voor het behoud van de agrarische
bedrijven. Daarnaast zet de gemeente in op landschapversterking,
het in stand houden van samenhangende landschapstructuren en
het beschermen van landschapselementen. Bovendien wil de
gemeente meer nevenfuncties toe staan, voornamelijk op recreatief
gebied.
Ook wil de gemeente kleinschalige dagrecreatie en recreatieve
functies in het kader van de openluchtrecreatie bevorderen. Hierbij
kan gedacht worden aan de aanleg van fietspaden en het uitbreiden
van de verblijfsaccommodaties. Tevens wil de gemeente de
bevaarbaarheid van de Hollandsche IJssel verbeteren en het aantal
ligplaatsen voor de recreatievaart in de binnenstad vergroten.
Tenslotte is aandacht voor het gebruik van de monumentale
panden en wordt het horeca-aanbod gestimuleerd.
In de structuurvisie zijn een aantal doelstellingen geformuleerd voor
de economie in Oudewater:
•
een
Bestemmingsplan “Landelijk gebied Hekendorp en Papekop”, gemeente
Oudewater, 2007.
Structuurvisie Oudewater, Gemeente Oudewater, mei 2005.
15
te houden. Zo is geprobeerd de huidige agrarische bedrijven
voldoende vrijheid te geven voor eventuele uitbreiding. Aangezien
verspreide bebouwing onwenselijk is vanwege de landschappelijke
openheid van het gebied, worden deze mogelijkheden voornamelijk
geboden binnen bouwvlakken die rond de bestaande bebouwing
aangewezen zijn.
Binnen de agrarische sector is ook steeds meer behoefte aan
agrarische nevenfuncties. Het bestemmingsplan probeert aan deze
behoefte tegemoet te komen door kleinschalige ontwikkelingen toe
te staan. In de recreatieve sector kan hierbij gedacht worden aan
een bed & breakfast, paardenstalling en verhuur van fietsen. Ook
bij een woonbestemming was de gemeente voornemens
kleinschalige ontwikkelingen toe te staan. Helaas is hieraan
goedkeuring onthouden, waardoor deze ontwikkelingen vooralsnog
niet mogelijk zijn. De gemeente is op dit moment nog in beroep
tegen dit besluit.
Bedrijven die overlast veroorzaken voor omwonenden probeert de
gemeente te verplaatsen naar een bedrijventerrein.
Bestuursprogramma Oudewater 2006-2010
In het bestuurprogramma “Voor een zorgzame en sociale
samenleving en een betrouwbaar en ondernemend bestuur in
Oudewater” wordt voor het economische beleid als eerste een
economische beleidsvisie opgesteld. Op basis van deze beleidsvisie
zullen de komende raadsperiode concrete voorstellen worden
gedaan voor het verbeteren van het ondernemersklimaat in
Oudewater. Het inrichten van een zgn. “ondernemersloket” en het
verminderen of versoepelen van regels krijgen in ieder geval de
aandacht.
Het bedrijventerrein Tappersheul is toe aan een revitalisatie. Een
planmatige aanpak daarvan met inspraak van het bedrijfsleven is
noodzaak. Het college is bereid om in overleg met de betrokken
ondernemers
invulling
te
geven
aan
de
(ruimtelijke)
randvoorwaarden, zoals het aanpassen van de bouwhoogte. Een
intensiever gebruik wordt dan mogelijk. Voor de financiering kan
gedacht worden aan rijks- en provinciale subsidies, maar ook een
nieuw op te richten ondernemersfonds.
De bedrijven die in het vigerende bestemmingsplan gedurende
langere tijd in het landelijke gebied zijn gevestigd en waarvoor geen
actief saneringsbeleid wordt gevoerd zijn positief bestemd. Voor
deze bedrijven moet een bepaalde mate van uitbreiding mogelijk
zijn. Hierbij dient wel rekening te worden gehouden met de
onmiddellijke omgeving. Nieuwe vestiging van niet-agrarische
bedrijven dient plaats te vinden op een bedrijventerrein en worden
in het landelijke gebied in principe niet toegestaan, ook omdat de
meeste smalle wegen weinig extra verkeer kunnen verwerken.
Overige doelen die benoemd zijn:
• Met kracht nastreven van een regionaal bedrijventerrein bij
Woerden.
• Het scheppen van randvoorwaarden voor de realisatie van
een bedrijfsverzamelgebouw.
• Voldoende uitbreidingsmogelijkheden bieden aan agrarische
ondernemingen.
• Bevorderen van het aantal arbeidsplaatsen voor mensen met
een handicap (WSW) en mensen die zijn aangewezen op
een uitkering als gevolg van de WWB bij het lokale
bedrijfsleven.
Bestemmingsplannen Kern en Binnenstad
De gemeente kiest in deze bestemmingsplannen om de
detailhandel, dienstverlening en de horeca te blijven concentreren
in het centrum. Tevens is een beperkte uitbreiding van detailhandel
en horecavestigingen mogelijk gemaakt. Daarnaast bestaan er
binnen
het
bestemmingsplan
meer
mogelijkheden
om
bedrijfsmatige activiteiten en beroepen aan huis uit te oefenen.
16
Woonvisie Oudewater 2007
toerist langer in het gebied vast te houden. In de nota wordt een
negental nieuwe producten omschreven die de komende jaren
uitgevoerd
kunnen
worden.
Dit
zijn:
keten
nieuwe
verblijfsaccommodaties, nationale manifestatie met het thema
heksen, routestructuren, recreatieve transferia, waterrecreatie,
bezoekerscentra, plattelandsontwikkeling, zakelijke markt en
professionalisering, coördinatie en marketing.
In de woonconsumentenenquête uit 2006 van Companen zijn de
plus en minpunten van woonlocaties in Oudewater onderzocht. Uit
dit onderzoek blijkt als grootste pluspunt de nabijheid van de
voorzieningen genoemd te worden (92%). Ook de zorg- en
onderwijsvoorzieningen worden veel als pluspunten genoemd. Het
openbaar vervoer wordt als een minpunt gezien. Naast de
woonconsumentenenquête is duidelijk in beeld gebracht welke
woningbouwopgave Oudewater heeft. Voornamelijk is er een tekort
in het goedkope segment (tot €200.000) voor starters op de
woningmarkt. Daarnaast is er een tekort aan appartementen met
lift en aan seniorenwoningen. Oudewater moet dus bouwen voor
starters en senioren.
Kampeerbeleid
In de raad van december 2007 is het gemeentelijke kampeerbeleid
vastgesteld. De Wet op de openluchtrecreatie (WOR) is namelijk
met ingang van 1 november 2005 ingetrokken en vervallen.
De nieuwe kampeernota is gebaseerd op bestaande instrumenten
zoals het bestemmingsplan en de APV (Algemene plaatselijke
verordening). Oudewater heeft er onder andere voor gekozen de
beleidsregels voor kamperen bij de boer te verruimen. Ook zijn
bepalingen opgenomen om een wildgroei te voorkomen.
Toeristisch marketingplan Lopikerwaard 2006-2010
Op 6 juli 2006 heeft de raad het toeristische marketingplan
Lopikerwaard vastgesteld. In de Lopikerwaard is de afgelopen
periode een groot aantal recreatieve fiets-, wandel- en kanoroutes
gerealiseerd. Tevens zijn er een vijftal parkeerterreinen
aangewezen die als startpunt dienen voor de diverse routes. De
regio beschikt nu over een basisniveau aan recreatieve
routestructuren. De recreatieve infrastructuur voor de groene
toerist is aanwezig. De volgende stap die gezet moet worden is het
beter ‘op de kaart’ zetten van het gebied. De drie gemeenten in de
Lopikerwaard hebben daarom een Marketing- Promotie en
Communicatieplan op laten stellen.
Het kampeerbeleid is niet een op zichzelf staand beleid, maar vormt
een onderdeel van het toeristisch-recreatieve en economische
beleid.
Het Marketingplan is bedoeld om de richting aan te geven
waarlangs de drie samenwerkende gemeenten hun recreatief- en
toeristische beleid verder willen ontwikkelen/vermarkten. Uit het
plan blijkt dat onze regio voldoende potentie heeft om te kunnen
uitgroeien tot een aantrekkelijke omgeving voor de toerist. Het
ontbreekt echter aan een aantal producten die noodzakelijk zijn om
de regio nog meer bekendheid te geven en om de bezoekende
17
Werkgelegenheid
4
Huidige situatie
4.1
Algemeen
Oudewater heeft vergeleken met de provincie Utrecht erg veel
bedrijven in de landbouw, de handel- en de bouwsector. In de
zakelijke sector en de zorgsector is beduidend minder
werkgelegenheid dan gemiddeld in de provincie Utrecht het geval is
(zie figuur 1).
In deze paragraaf is aandacht voor de huidige bedrijfsmatige
activiteiten die binnen Oudewater plaats vinden. Er is kort aandacht
voor de bedrijven, de werkgelegenheid, de werkloosheid en de
pendelstromen. De meeste onderzoeksinformatie is afkomstig van
het Provinciaal arbeidsplaatsen register 2006 (PAR).
30,00%
25,00%
Bedrijven Oudewater
20,00%
Het aantal bedrijfsvestigingen in Oudewater laat de laatste jaren
een stijging zien. In 2006 heeft Oudewater 797 vestigingen terwijl
in 2001 dit er nog 708 waren. Voornamelijk het aantal vestigingen
in de bouwnijverheid en de zakelijke diensten zijn toegenomen. Ook
is een lichte stijging te zien van het aantal vestigingen van milieu,
cultuur en recreatie. De overige sectoren hebben ongeveer een
gelijke hoeveelheid vestigingen. In de sector landbouw is vanaf het
jaar 2004 een lichte daling te zien.
PROVINCIE UTRECHT
15,00%
OUDEWATER
10,00%
5,00%
overig
zorg
overheid
onderwijs
zakelijk
financieel
horeca
transport
handel
bouw
nijverheid
landbouw
0,00%
Vestigingen
Sector
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2001-2006
Landbouw, jacht en bosbouw
Industrie
Bouwnijverheid
Reparatie en handel
Horeca
Transport en communicatie
Financiele instellingen
Zakelijke diensten
Openbaar bestuur, overheid
Onderwijs
Gezondheids-, welzijnszorg
Milieu, cultuur, recreatie, overig
TOTAAL
176
37
90
163
24
24
15
97
1
12
22
47
708
171
37
96
158
24
26
14
106
1
12
23
45
713
171
35
99
169
24
25
12
118
1
14
20
48
736
174
37
106
174
24
25
12
120
1
13
23
53
762
169
38
111
177
26
26
12
128
1
14
26
59
787
168
40
118
171
27
23
12
138
1
16
24
59
797
-8
3
28
8
3
-1
-3
41
0
4
2
12
89
Figuur 1: Werkgelegenheid in Oudewater vergeleken met het gemiddelde
van de provincie, bron: PAR 2006.
Landbouw en veeteelt zijn de belangrijkste economische activiteiten
in het buitengebied, waarbij de nadruk ligt op graasdierbedrijven
(97% van het totaal aan landbouw/ veeteelt).
Oudewater kent één bedrijventerrein, het bedrijventerrein
Tappersheul. Dit terrein biedt plaats aan hoofdzakelijk regionaal
georiënteerde ondernemingen. Ruim 20% van alle werkgelegenheid
in Oudewater bevindt zich op het bedrijventerrein van Oudewater,
Tappersheul. Dit terwijl slechts 9% van het totale aantal bedrijven
in Oudewater op dit bedrijventerrein gevestigd is.
Figuur 2: Ontwikkelingen aantal bedrijfsvestigingen naar sector, bron: PAR
2001-2006.
18
Werkloosheid
Oudewater telt op 1 april 2006 3278 arbeidsplaatsen. Het aanbod is
vanaf 2001 met ongeveer 200 banen toegenomen. De laatste jaren
heeft het aanbod van werkgelegenheid geen groei doorgemaakt. De
werkgelegenheid blijft schommelen tussen de 3200 en 3400 banen
(zie figuur 2).
De werkloosheid in Oudewater is laag. Tussen 2003 en 2006 komt
de werkloosheid niet boven de 2,5% uit. Het gemiddelde
werkloosheidspercentage in Utrecht ligt in deze periode ongeveer
op 5,0%. De meeste werklozen zijn mensen met een middelbare
beroepsopleiding of diploma van het voortgezet onderwijs. Hogere
opgeleiden zijn nauwelijks werkloos. In Oudewater zijn er
vergeleken met het gemiddelde minder werklozen met alleen
basisonderwijs. Het werkloosheidpercentage van mensen die in het
bezit is van een VMBO, MBO/HAVO/VWO ligt hoger(zie figuur 5).
3.400
3.350
3.250
3.200
3.150
2003
2004
2005
2006
Jaar
Figuur 3: Ontwikkeling aantal banen Oudewater, bron: PAR 2001-2006
De grootste werkgevers van Oudewater zijn BOGRO bv en
Lunenburg Vlees BV met tussen de 100 en 200 werknemers.
Transportbedrijf de Bruyn en Hekema elektrotechniek BV hebben
tussen 50 en 100 werknemers in dienst. Ook een tweetal instanties
staan in de top 6 van werkgevers die meer dan 50 werknemers
hebben. Dit zijn de gemeente Oudewater en het verzorgingshuis de
Wulverhorst.
1
2
3
4
5
6
Instantie/ Bedrijf
Bogro BV
Lunenburg Vlees BV
Gemeente Oudewater
De Wulverhorst
Transportbedrijf G de Bruyn BV
Hekema Elektrotechniek B.V.
werkzaamheden
Instal. van centrale verwarmings- en luchtbehandelingsapp.
Grth. in vlees en vleeswaren
Algemeen overheidsbestuur
Verzorgingshuizen
Goederenvervoer over de weg (excl. verhuisvervoer)
Ov. gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g.
Onbekend
2002
WO/ master
2001
HBO/ Bachelor
3.000
40%
35%
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0%
MBO/ HAVO/ VWO
3.050
Vmbo
3.100
Basis
Verdeling werkloosheid over
opleidingsniveau (%)
Aantal banen
3.300
Opleidingsniveau
aantal banen
100-199
100-199
50-99
50-99
50-99
50-99
Provincie Utrecht
Gemeente Oudewater
Figuur 5: Aandeel werkloosheid naar opleiding, CWI
Figuur 4: Werkgevers in Oudewater met meer dan 50 banen, PAR 2006.
19
Pendelstromen
4.2
Oudewater kent een beperkte ingaande pendel. Van de totaal 3278
banen die Oudewater telt, wordt maar liefst 60% ingevuld door
inwoners uit de gemeente zelf. Dit is een zeer hoog
bindingspercentage. De inkomende pendel komt voor het overgrote
deel uit de provincie Utrecht en de provincie Zuid-Holland en dan
voornamelijk uit de directe omgeving van Oudewater. Tien procent
van de inkomende pendel komt uit de aangrenzende gemeenten
Lopik, Montfoort en Woerden. In de provincie Zuid-Holland is deze
regiobinding iets minder groot, maar komt alsnog de helft van de
pendel uit de regiogemeentes. De overige pendel komt
voornamelijk uit de provincies Gelderland en Noord Brabant.
De gemeente Oudewater heeft een aantal kleine kernen;
Snelrewaard, Papekop en Hekendorp. Al deze kernen hebben geen
dagelijkse voorzieningen. De inwoners zijn daarom aangewezen op
grotere kernen in de omgeving.
Snelrewaard is vastgegroeid aan de stad Oudewater. Hierdoor heeft
deze kern zelf geen eigen dorpskern met voorzieningen en zijn
inwoners voor de dagelijkse boodschappen aangewezen op
Oudewater.
In Papekop zit een café restaurant en partycentrum, waar ook een
Oranjevereniging en biljartvereniging in gehuisvest zijn. Hiernaast
bevinden zich in Papekop voornamelijk veeteeltbedrijven,
transportbedrijven en kleine bouwondernemingen.
In de Kern Hekendorp is een café/ cafetaria gevestigd en is een
vestiging van een hotel mogelijk. Daarnaast bevinden zich nog een
aantal kleinere bedrijfjes, waaronder een smederij en een
autogarage. Ook heeft Hekendorp een basisschool.
12%
13%
60%
15%
Oudewater
Provincie Utrecht
Provincie Zuid-Holland
Overig
Figuur 6: Inkomende pendel Oudewater, bron PAR 2006.
20
De economie van de kleine kernen
4.3
Conclusies
•
Oudewater heeft vergeleken met de provincie veel
werkgelegenheid in de landbouw, de handel- en de bouwsector.
•
De laatste jaren heeft het aanbod van werkgelegenheid geen
groei doorgemaakt.
•
Het aantal bedrijfsvestigingen in Oudewater is de laatste jaren
toegenomen tot bijna 800 bedrijven.
•
De werkloosheid van Oudewater ligt ruim onder het gemiddelde
in de provincie Utrecht.
•
Maar liefst 60% van de 3278 arbeidsplaatsen worden ingevuld
door de inwoners van Oudewater zelf.
•
De kleine kernen Snelrewaard, Hekendorp en Papekop hebben
nauwelijks voorzieningen en zijn aangewezen op de grotere
gemeenten in de omgeving.
21
5
Aantal vestigingen naar activiteit (abs.)
Landbouw,
Winning en
bosbouw en visserij
nijverheid
1995
200
95
2000
185
135
2005
170
150
Toekomstige ontwikkelingen
In dit hoofdstuk wordt stil gestaan bij toekomstige ontwikkelingen
die van invloed zullen zijn op de economie van Oudewater. In de
eerste paragraaf wordt stil gestaan bij ontwikkelingen zoals
schaalvergroting, internationalisering en kennisintensivering. De
tweede paragraaf gaat over de invloed die demografische
ontwikkelingen op de lokale economie kunnen hebben. Vervolgens
is de vraag naar bedrijventerreinen in beeld gebracht. De paragraaf
wordt afgesloten met de conclusies.
5.1
De vrijkomende agrarische bedrijven worden voor andere functies
gebruikt. Naast de woonfunctie komt er steeds meer vraag naar
kleinschalige zorgvoorzieningen. Bovendien nemen agrarische
bedrijven steeds vaker nevenfuncties in hun bedrijfsvoering op.
Hierbij kan gedacht worden aan een bed & breakfast of een opslag
voor goederen (bijvoorbeeld caravans). Hiervoor is of wordt in de
nieuwe bestemmingsplannen extra ruimte geboden.
In deze paragraaf zijn een aantal te verwachten economische
ontwikkelingen opgesomd.
Schaalvergroting landbouw
Schaalgrootte detailhandel
De laatste tien jaar neemt het aantal landbouwbedrijven in de
gemeente Oudewater verder af. Wel is een lichte stijging te zien
van bedrijven in de (niet) commerciële dienstverlening en winning
en nijverheid(zie onderstaande tabellen). De daling van het aantal
landbouwbedrijven gaat gepaard met schaalvergroting.
Commerciele
dienstverlening
42
43,4
44,4
Niet commerciele
dienstverlening TOTAAL
50
595
65
685
80
725
Figuur 7: Ontwikkeling in het aantal agrarische bedrijven in Oudewater
(CBS, statline)
Economische veranderingen
Aantal vestigingen naar activiteit (%)
Landbouw,
Winning en
bosbouw en visserij
nijverheid
1995
33,5
15,8
2000
27,2
19,7
2005
23,6
21
Commerciele
dienstverlening
250
295
320
Ook in de detailhandel is schaalvergroting van belang. Immers,
door groot in te kopen is het mogelijk goedkoper in te kopen.
Hierdoor hebben we in de loop van de tijd de hoofdwinkelstraten
zien veranderen naar straten met precies dezelfde winkelketens. De
inkoopstraten in de (grote) steden zijn hierdoor vaak op elkaar gaan
lijken. In Oudewater is dit nog niet het geval. Er zijn nog veel
zelfstandige ondernemers te vinden. De vestiging van een drietal
landelijke drogisterijketens vormt hierop een uitzondering. De
aanwezigheid van zelfstandige ondernemers komt waarschijnlijk
omdat de historische panden in de binnenstad weinig
vloeroppervlakte hebben en daardoor te klein voor vestiging van
winkelketens. Grote winkelpanden in de binnenstad zijn schaars.
Door de hoge onroerend goed prijzen wordt het economisch steeds
moeilijker om de detailhandel in stand te houden en kan er een
druk ontstaan om winkels in woonhuizen om te zetten.
Niet commerciele
dienstverlening
8,6
9,8
11
22
Toename van Handel
Internet
In het overzicht is een stijging te zien van het aantal bedrijven in de
categorie “winning en nijverheid”. Opmerkelijk is dat de stijging van
deze categorie veel sterker is dan de groei van de dienstverlenende
categorieën. Landelijk gezien is het juist de dienstverlenende sector
die sterk groeit.
Mocht er voldoende ruimte zijn binnen Oudewater voor
bedrijvigheid, is er een grote kans dat ook in de toekomst de
categorie “winning en nijverheid” verder toeneemt, evenals een
lichte stijging van het aantal dienstverlenende bedrijven.
Als gevolg van de technologische ontwikkelingen en de verplaatsing
van arbeidsintensief werk naar het buitenland is er binnen de
Nederlandse
economie
sprake
van
een
toenemende
kennisintensivering van producten en diensten. Het is dus belangrijk
dat bedrijven de juiste nieuwe technologieën toepassen in hun
productieprocessen. De aanwezigheid van goed geschoold
personeel wordt voor de vestiging van bedrijven ook belangrijker.
Tevens dient het onderwijs goed op de vraag uit het bedrijfsleven
aan te sluiten.
Internet neemt een steeds sterkere positie in bij het aanbieden van
diensten en de verkoop van consumptieartikelen. Vorig jaar hebben
naar schatting ongeveer 4 miljoen mensen iets gekocht via internet.
Hoewel nog maar circa 2% van de huidige detailhandelsomzet via
internet wordt gekocht, is het belang voor sommige diensten veel
groter. Ongeveer de helft van de reizen in Nederland wordt via het
internet geboekt en er zijn schattingen dat dit zal oplopen naar
80%.
Daarnaast wordt internet steeds vaker gebruikt voor de handel in
tweedehandse goederen. Inmiddels wordt op deze manier meer
dan één miljard euro omgezet. Om een voorbeeld te geven; vorig
jaar werden minstens 750.000 gebruikte auto’s via het internet
aangeboden.
Internet zal in de toekomst invloed gaan hebben op de gevestigde
detailhandel in Oudewater en dan voornamelijk op winkels die nietdagelijkse goederen verkopen. Door je als winkel te onderscheiden
in service en kwaliteit is de kans om te overleven groter. Tevens zal
het belangrijker worden om je als stad te onderscheiden van andere
steden door bijvoorbeeld te zorgen voor meerdere winkels in een
bepaald segment.
Internationalisering en globalisering
5.2
Bedrijven opereren, mede door de ontwikkeling van de
telecommunicatie en informatica, in toenemende mate op mondiaal
niveau en zijn minder gebonden aan plaats en regio. Dit kan in de
toekomst betekenen dat een aantal bedrijven Oudewater gaan
verlaten.
Door de internationalisering wordt ook steeds meer gesproken over
de identiteit van steden en het onderscheiden van bijvoorbeeld
Oudewater t.o.v. andere steden in de omgeving. Voorlopig is dit
voornamelijk nog een marketingstrategie om bijvoorbeeld meer
toeristen te trekken, maar dit kan in de toekomst een ruimere
betekenis krijgen.
In deze paragraaf zijn een aantal demografische ontwikkelingen
beschreven. De bevolkingsprognose en de gegevens van CBS
vormen de basis.
Kennisintensivering
Demografische veranderingen
Bevolkingsontwikkeling Nederland
De Nederlandse bevolking groeit nog licht tot 2035. Dit is
voornamelijk te danken aan een positief migratiesaldo. Het
geboortesaldo ligt namelijk onder het sterftesaldo. Tevens is tot
2025 een duidelijke afname te zien van het aantal jonge
23
huishoudens (15- 39 jaar). In 2025 maakt deze groep nog totaal
30% van de Nederlandse bevolking uit.
De grootste wijzigingen zijn echter te vinden in de groep 65+.
Hierin is een forse stijging te zien. De vergrijzinggolf wordt versterkt
door de babyboomers van na de 2e wereldoorlog die rond 2010 de
65 jaar bereiken. Ruim een kwart van de bevolking is in 2025 ouder
dan 65 jaar.
echter in de toekomst beperkt zijn, aangezien ouderen ook steeds
mobieler worden.
De vraag naar zorg neemt door de vergrijzing wel toe, waardoor er
meer diensten en producten zullen worden gekocht. De komende
tijd zal deze economische sector dan ook verder groeien.
De ontwikkeling op de arbeidsmarkt
Door de vergrijzing neemt de Nederlandse beroepsbevolking vanaf
2011 structureel af. Wanneer de economie aantrekt kan eerst nog
de “stille reserve” (werklozen, ouderen, vrouwen) worden
aangewend. Over 5 - 10 jaar begint dan een lichte daling van het
aanbod van arbeidskrachten, om vervolgens na 2020 sterker te
dalen. De arbeidsmarkt verschuift dan van een vraaggestuurde
markt naar een aanbodgerichte markt. De eerste tendensen van
deze daling zijn in sommige sectoren al zichtbaar. In een
aanbodgerichte markt worden niet-materiële factoren sterker
meegewogen. Tevens is de verwachting dat in een krappe
arbeidsmarkt steeds meer laaggeschoold werk wordt afgestoten
naar lage lonen landen. Niet alleen laaggeschoold werk wordt
uitbesteed in het buitenland. Ook wordt een steeds groter deel aan
hooggeschoold werk aan andere landen uitbesteed. Dit overwegend
voor kostenbesparingen en mogelijk gemaakt door de huidige
communicatiemiddelen.
Bevolkingsontwikkeling Oudewater
Het CBS verwacht voor Oudewater tot 2025 een iets sterkere
afname van het aantal jongeren. Aangezien het aantal jonge
huishoudens nu al beduidend lager ligt dan het gemiddelde, daalt
het aandeel jonge huishoudens in Oudewater onder de 24%.
De bevolkingsprognose 2025 van Oudewater laat daarentegen een
ander beeld zien. Het aantal jongeren in Oudewater blijft volgens
de bevolkingsprognose namelijk gelijk op ongeveer 1300 jongeren
voor zowel 2005 als 2025. Aangezien het aandeel jongere
huishoudens volgens het CBS afneemt, kunnen we hieruit
voorzichtig concluderen dat de jongeren die in 2025 in Oudewater
wonen, vaak nog thuis wonen bij hun ouders. Het aandeel dat
zelfstandig een woning in Oudewater bewoont neemt dus af.
De daling van het aandeel gezinnen is vrijwel gelijk aan het
landelijke gemiddelde en daalt ongeveer met 3%. De groep oudere
huishoudens in Oudewater stijgt sterker dan het landelijke
gemiddelde en stijgt in 2025 tot ruim een derde van alle
huishoudens.
Naast een krimp tekent zich ook een (verdere) vergrijzing van het
arbeidsaanbod af; tussen nu en 2025 zal het aandeel 55-65 jarigen
in de potentiële beroepsbevolking met bijna 25% stijgen.
Gevolgen bevolkingsontwikkelingen
Uit onderzoek van het CPB naar de werkgelegenheid loopt de
gemiddelde landelijke werkgelegenheidsgroei uiteen van minus
0,3% tot plus 0,7% per jaar in de periode 2002-2020. Na 2020
vertoont de werkgelegenheidsgroei in alle scenario’s een daling. De
verschillen in regionale patronen van ontwikkeling tussen de
scenario’s zijn gering. Dit heeft weer te maken met de afname van
Maar welke gevolgen hebben deze voorspellingen nu op de
toekomstige bedrijvigheid in Oudewater.
Veranderingen in demografie zullen allereerst invloed hebben op de
detailhandel van de stad. De vergrijzing kan een positief effect
hebben op de bestedingen bij de lokale detailhandel. Ouderen en
“welgestelden” kopen vaker dicht bij hun huis in. De invloed zal
24
bestaande bedrijven vloeit voort uit bedrijfsgroei/ productie- en
werkgelegenheidsgroei.
In Oudewater is in april 2006 een inventarisatie gehouden naar de
te verwachten oppervlakte die benodigd is voor de huidige
ondernemingen. Uit dit onderzoek blijkt dat de vraag naar
bedrijfsterreinen vele malen hoger is dan het aanbod. Tot 2012
geven de ondernemingen aan 20 hectare nodig te hebben. Een
groot aandeel van deze ruimteclaim is afkomstig van de opslag en
transportbedrijven. De totale vraag uit dit onderzoek moet
overigens nog wel genuanceerd worden. Een deel van de bedrijven
laat namelijk ook bedrijfsruimte binnen Oudewater achter. Tevens
garanderen deze cijfers ook niet dat de bedrijven daadwerkelijk
gaan verhuizen, wanneer er meer ruimte te vergeven is.
Het staat echter wel vast dat Oudewater een duidelijke
uitbreidingsbehoefte heeft op de korte en middellange termijn.
Gezien de schaarste van ruimte dient in de toekomst ook goed
gekeken te worden naar multifunctioneel en intensiever
ruimtegebruik bij bedrijven.
de beroepsbevolking als gevolg van de vergrijzing. In alle vier de
scenario’s is een duidelijke afname te zien in de werkgelegenheid in
de landbouw en de nijverheid. Groei is voornamelijk te vinden in de
dienstverlening en de quartaire sector en in mindere mate in de
logistiek.
Bovendien kan uitgegaan worden dat de arbeidsmarkt verder
internationaliseert. Dat betekent dat steeds meer Nederlanders in
het buitenland werken, maar ook steeds meer buitenlandse
arbeiders in Nederland komen werken. Nu de grenzen binnen de EU
open zijn, is bijvoorbeeld al een groot aantal Polen in Nederland aan
het werk.
5.3 De toekomstige behoefte aan bedrijven en
kantorenterreinen
In een onderzoek van het Centraal Planbureau uit 2005 (De vraag
naar ruimte voor economische activiteit tot 2040) is de verwachting
uitgesproken dat de landelijke bedrijventerreinvoorraad de
komende 15 jaar nog toeneemt met een oppervlakte tussen de 6 en
de 19 duizend hectare. Na 2020 is er duidelijk een stagnatie te zien.
In de meeste scenario’s ontstaat zelfs een negatieve vraag naar
bedrijventerreinen. De vraag naar kantorenterreinen laat een
soortgelijk patroon zien. De toename is echter iets lager met in
totaal tussen de 5 en 15 duizend hectare. Na 2020 stagneert de
vraag naar de kantoorterreinen ook.
De vraag naar deze ruimte bestaat zowel voor nieuwe bedrijven als
voor bestaande bedrijven. Bestaande bedrijven hebben meestal
bedrijfseconomische of milieutechnische redenen om te verplaatsen
naar een nieuw terrein. Ze kunnen vaak op de bestaande locatie
niet verder uit de voeten, waardoor het bedrijf de activiteiten wil
verplaatsen naar een moderne en beter geoutilleerde ruimte.
Slechts 10% van de toekomstige vraag naar bedrijventerreinen van
25
5.4
Intensiever en multifunctioneel ruimtegebruik kunnen dit
probleem maar voor een deel oplossen.
Conclusies
•
Door een afname van het aantal agrarische bedrijven en
verbreding van de bedrijfsvoering wordt de diversiteit van
gebruiksfuncties in het landelijke gebied vergroot.
•
Oudewater versterkt zijn aandeel in de sector “winning en
nijverheid”7, terwijl deze sector landelijk gezien geen groei
doormaakt.
•
O.a. door de toenemende verkoop op internet wordt de
concurrentie voor de detailhandel die niet-dagelijkse
goederen verkopen groter.
•
Door de vergrijzing in Oudewater groeit de zorgsector
verder.
•
Het aandeel jongere huishoudens zal afnemen. Om te
kunnen voldoen aan de lokale vraag naar arbeidskrachten in
de toekomst, is het van belang jongeren te binden aan de
stad en ook opstartmogelijkheden te geven in de vorm van
betaalbare woonruimte.
•
De economie is in de toekomst kennisintensiever. Door de
internationalisering wordt werk steeds meer verplaatst naar
het buitenland.
•
Op de korte en middellange termijn bestaat een lokale grote
uitbreidingsbehoefte voor kantoor en bedrijfsruimten.
•
7
CBS definitie, hieronder valt de winning van delfstoffen, industrie,
openbare voorzieningsbedrijven en bouwnijverheid.
26
Hoge onroerendgoedprijzen zijn een bedreiging voor de
detailhandel.
6.2
6
De stad Oudewater
6.1
Inleiding
Huidige situatie
Oudewater heeft een sfeervol en historisch centrum. In het centrum
zijn vele monumenten te vinden. De belangrijkste economische
activiteiten die in de binnenstad gevestigd zijn, zijn de detailhandel,
de horeca en de bezienswaardigheden. De detailhandel is
geconcentreerd in de straten rond de markt. De winkels die hier
zitten zijn voornamelijk gericht op de dagelijkse boodschappen. Zo
zit er een groenteboer, een slager, drogisterijen, bakkers, en een
natuurvoedingswinkel. Deze winkels worden afgewisseld door een
aantal kledingwinkels, een juwelier, uitzendbureaus, een
binnenhuisarchitect, kappers, een elektronicawinkel en een bank.
Dus niet een winkelstraat met alle bekende winkelketens, maar een
binnenstad waar veel zelfstandige ondernemingen actief zijn.
In dit hoofdstuk zijn de huidige economische activiteiten in de stad
Oudewater geanalyseerd. Daarbij zijn de sterktes en zwaktes van
de stad Oudewater benoemd. Vervolgens wordt een doorkijk naar
de toekomst gemaakt en de kansen en bedreigingen in kaart
gebracht. Vanuit deze SWOT-analyse (Strength/ Weaknesses/
Oppurtinities/ Threats) worden uiteindelijk de verbeterpunten
benoemd die noodzakelijk zijn voor een economisch sterker
Oudewater.
Figuur 9: Leeuweringenstraat, winkels.
Wel is een kleine afname van het aantal winkels te zien. Aan de
markt is de meeste horeca gevestigd. Zo zitten er twee café/
restaurants die ook een terras hebben op de markt. Een snackbar
en een ijsverkoper ontbreken niet. Al met al een redelijk en
gevarieerd aanbod aan winkels voor een kleine gemeente. Het
Figuur 8: Markt van Oudewater
27
producten willen verkopen. Naast de warenmarkt is op andere
dagen op de markt één standplaats verhuurd voor een viskraam of
een kaasboer.
Dit zijn echter niet de enige activiteiten die op de markt
plaatsvinden. Gedurende de zomermaanden vinden er ook een
aantal grote evenementen plaats; het heksenfestijn, de herfstfair en
de kerstfair. Op deze activiteiten komen veel bezoekers af. De
havendag, de custom bike show en de open monumenten dag zijn
nieuwe groeiende evenementen.
De supermarkten zijn gevestigd aan de rand van de binnenstad.
Vroeger was er wel een supermarkt in de binnenstad, maar door
voornamelijk te weinig parkeerplaatsen is deze verplaatst.
Te weinig parkeerplaatsen in de binnenstad is overigens een punt
van aandacht. Dit geldt overigens in alle historische binnensteden.
Voordeel van de kleine schaal van Oudewater is wel dat de
binnenstad ook goed bereikbaar is per fiets en de meeste mensen
uit Oudewater zelf ook op de fiets boodschappen komen doen.
Naast de detailhandel, horeca en het toerisme zijn er in de
binnenstad ook een aantal kantoren gevestigd.
In het grootste gedeelte van de panden in de binnenstad wordt nog
steeds gewoond. De woningprijzen in Oudewater zijn hoog. De
gemiddelde woningprijs in Oudewater was in 2006 272.000 euro.
Hiermee is Oudewater een van de duurste gemeenten van de
provincie Utrecht.
ontbreekt echter wel aan een echte trekker in het winkelgebied. Dit
wordt waarschijnlijk mede veroorzaakt door de schaalgrootte van
de gebouwen. Deze hebben namelijk allemaal een beperkte
oppervlakte.
Overdag is het centrum levendig, voornamelijk in de
zomermaanden. In deze maanden is het extra druk door het
toerisme. De historische binnenstad van Oudewater trekt namelijk
50.000 tot 100.000 toeristen per jaar. Hiervan komt 60% uit het
buitenland. Niet alleen de heksenwaag (15.000 bezoekers per jaar)
maar ook het touwmuseum trekken veel bezoekers (touwmuseum
had in 2007 7120 bezoekers terwijl dit er in 2005 nog 3950 waren).
Daarnaast kunnen toeristen ook het oude stadhuis bezoeken of de
St. Michaelskerktoren beklimmen.
Een deel van de bezoekers heeft Oudewater te danken aan de
pleziervaart op de Hollandsche IJssel. Oudewater heeft veel
aanlegplaatsen voor boten. Het watertoerisme heeft echter nog
meer mogelijkheden voor de stad Oudewater. Oudewater is nog
steeds van het water afgekeerd. Dit terwijl Oudewater juist is
ontstaan door zijn ligging aan de Hollandsche IJssel.
Niet alleen het watertoerisme trekt bezoekers naar de stad. Doordat
vele recreatieve wandel- en fietsroutes door Oudewater lopen,
komen bezoekers, voornamelijk op de fiets, ook in Oudewater.
Bezoekers die in de binnenstad van Oudewater willen overnachten,
kunnen terecht in hotel Abrona, dat in totaal 24 kamers telt.
Elke woensdagmiddag wordt op en rond de markt een warenmarkt
gehouden. Hier zijn diverse producten te koop met de nadruk op de
dagelijkse boodschappen. Een enquête onder de bezoekers van de
warenmarkt laat zien dat 80% van de bezoekers uit Oudewater zelf
komt. Snelrewaard, Papekop en Haastrecht zijn goed voor nog eens
10% van de bezoekers. De overige 10% komt uit andere plaatsen
in de regio. De weekmarkt is voor een kern als Oudewater vrij
groot. Bovendien loopt de markt erg goed. Er bestaat nog steeds
een lange wachtlijst van ondernemers die ook op deze markt
In de woonwijken rondom de binnenstad zijn twee supermarkten
gevestigd. Tevens bevinden zich hier ook een tweetal grote
zorgcomplexen (de Wulverhorst en de Schuylenburcht). Ook zijn
een aantal bedrijven gevestigd. Deze hebben zich voornamelijk
geconcentreerd in de buurt van de Goudse straatweg (N228). Denk
hierbij aan twee autobedrijven en de fietsenhandel.
Voor de stad Oudewater is geregeld dat binnen de
woonbestemming meer mogelijkheden zijn voor een aan huis
28
gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
Hiervoor zijn wel een aantal voorschriften gekoppeld. Bij een aan
huisgebonden beroep is het minimale oppervlakte bijvoorbeeld 40
m2 en mag de activiteit geen onevenredige afbreuk doen aan het
woon- en leefmilieu in de omgeving.
29
6.3
SWOT-analyse
Kansen
• Het aantrekken van een of twee trekkers (winkels)
• Inrichten van een logische looproute voor consumenten in
de binnenstad.
• Autovrij maken van de binnenstad.
• Winkels tegelijk open
• Meer evenementen met een bovenregionaal karakter
• Verbeteren recreatieve voorzieningen
• Meer promotie voor de stad Oudewater (identiteit)
• Aanleggen van een passantenhaven
• Stad meer naar het water keren
• Lang parkeren naast stadskantoor voor werknemers
binnenstad
• Zorgeconomie
• Watertoerisme
• Specialiseren van de detailhandel in bepaalde segmenten
Deze paragraaf verbindt de analyse van de huidige situatie met de
mogelijkheden en beperkingen in de toekomst. De onderstaande
opsomming van sterktes en zwaktes kan gezien worden als een
samenvatting van de vorige paragraaf.
Bij de kansen en bedreigingen wordt gekeken naar de toekomst.
Vanuit de kansen en bedreigingen is in de volgende paragraaf
aandacht voor een vertaling in verbeterpunten.
Sterktes
• Historisch karakter van het centrum
• Toeristisch aantrekkelijk (Heksenwaag en Touwmuseum)
• Compactheid van de winkels in de binnenstad
• De aanwezigheid van een actieve ondernemersvereniging
(NOVO)
• Warenmarkt op woensdag
• Jaarlijkse
evenementen
(proeven
in
Oudewater,
Heksenfestijn)
• Verkeer in de winkelstraten
• Samenwerking toeristisch recreatieve ondernemers.
Bedreigingen
• Autovrij maken van de binnenstad
• Concurrentie van winkels in omliggende kernen
• Concurrentie van supermarkten
• Kosten van huisvesting voor bedrijven in de binnenstad
• Aantal ligplaatsen Hollandsche IJssel
Zwaktes
• Openingstijden zijn te divers.
• Parkeergelegenheid bij de binnenstad is schaars.
• Oudewater onderscheidt zich te weinig t.o.v. andere
omliggende kernen.
• Te weinig echte “trekkers” in de binnenstad.
• Kleinschalige en dure winkelpanden.
• Verkeer in de winkelstraten.
• Beperkt draagvlak voor non-food winkels
• Te weinig busparkeerplaatsen
30
6.4
Verbeterpunten voor de stad Oudewater
Algemeen dagblad, vrijdag 04 mei 2007
Hema trekt het Groene Hart in
In deze paragraaf zijn een aantal onderwerpen belicht die in de
toekomst verbeterd kunnen worden.
Door PETER VAN DEN BELT
GROENE HART - De Hema is een offensief begonnen in het Groene
Hart. Steeds meer relatief kleine kernen krijgen een eigen Hemavestiging. Een Hema in grote plaatsen als Gouda, Alphen en
Woerden wordt als vanzelfsprekend gezien, maar ook in veel
kleinere kernen maakt het warenhuis tegenwoordig zijn opwachting.
Waddinxveen en Bodegraven hebben inmiddels al een Hema, maar
nu krijgen ook Nieuwkoop, Boskoop (open begin september) en
Schoonhoven een filiaal van de Hollandsche Eenheidsprijzen
Maatschappij Amsterdam.
Een vestiging in Bergambacht heeft op dit moment minder prioriteit,
laat een woordvoerster weten. Er worden wel gesprekken gevoerd
over een filiaal in winkelcentrum Bloemendaal in Gouda. ,,Zolang er
niets officieel is kunnen wij dan ook niets bevestigen’’, aldus de
woordvoerster.
“Woonkernen worden groter, maar het klopt dat we vroeger alleen
naar de centra van grote steden keken.’’, zegt woordvoerster Judy
op het Veld. ,,Maar mensen trekken tegenwoordig weg uit de stad en
gaan op een andere plek wonen waar ze ook voorzieningen willen’’
Hema heeft ongeveer driehonderd winkels in Nederland. Pakweg
160 zijn eigen vestigingen en 140 zogeheten franchisezaken. Over
het algemeen hebben de eigen winkels een groter winkeloppervlak
en de kleinere franchisezaken bieden in de meeste gevallen een
beperkt assortiment aan. Waar een Hema komt gaat volgens Op het
Veld
altijd
in
overleg
met
het
hoofdkantoor.
Henk de Bas uit is zo’n franchisenemer uit de regio. Na de zaak in
Waddinxveen opent hij binnenkort een Hema in Boskoop. Hij heeft
ook nog gekeken naar Moordrecht om een Hema te beginnen, maar
dat plan heeft het niet gehaald.
Trekkers in de binnenstad
De gemeente kan proberen een aantal voorwaarden te scheppen,
die de concurrentiepositie van de binnenstad versterkt. Voor de
binnenstad zou het goed zijn nog een aantal “trekkers” te krijgen.
Echter, door de schaalgrootte van Oudewater en de beperkte
vloeroppervlakte van de winkelpanden is dit ook in de toekomst
lastig te realiseren.
Een ontwikkeling die interessant is om te volgen is dat sommige
winkelformules zich nu ook richten op de kleinere kernen. Een goed
voorbeeld hiervan is de vestiging van HEMA’s in Waddinxveen en
Boskoop. Hoewel dit grotere kernen zijn dan Oudewater, werd in
het krantenartikel vermeld dat de ondergrens van het vestigen van
een HEMA ongeveer 8.000 inwoners is. Belangrijk is wel dat deze
trekker een aanvulling moet zijn op het huidige winkelarsenaal.
31
Peperstraat en Leeuweringenstraat voor gemotoriseerd verkeer.
Alleen afsluiten is niet voldoende. Er zal dan ook nagedacht moeten
worden over de bereikbaarheid van het centrum van de stad.
Oftewel, zijn er voldoende parkeergelegenheden op loopafstand,
moeten er extra fietsenrekken worden geplaatst? Ook dient hierbij
nagedacht te worden over een aantal busparkeerplaatsen.
Is hij niet bang dat al de Hema’s elkaars klanten afsnoepen.
,,Twintig procent van de klanten in Waddinxveen komt uit Boskoop.
Ik denk dus dat er een behoorlijke markt is. De plaats staat al lang
op de nominatie van de Hema, dus als ik er geen winkel zou openen,
kan de Hema het zelf doen. Er was een mooi pand in de aanbieding
en
die
kans
wilde
ik
niet
laten
lopen.’’
Volgens hem kijkt de Hema tegenwoordig naar alle plaatsen met
meer dan achtduizend inwoners. ,,Ze zagen dat winkels als Blokker
en Kruidvat zich verspreiden en dat willen ze toen ook.’’
Wat meespeelt is volgens De Bas dat de Hema in handen is gekomen
van Amerikaanse investeerders die willen bezuinigen op
personeelskosten. ,,Hema is een sociaal bedrijf. In plaats van
mensen te ontslaan, openen ze nieuwe winkels zodat ze personeel
kunnen herplaatsen. Schoonhoven wordt bijvoorbeeld een eigen
zaak en ik heb het idee dat dat ook gebeurt met de Hema in
winkelcentrum Bloemendaal.’’
Winkeltijden
De gemeente kan een gesprek initiëren waarin winkeliers met
elkaar kunnen afstemmen welke dag ze in de week gesloten zijn.
Dit beaamt de Kamer van Koophandel op haar website: “De drukte
in een winkel kan afhangen van de drukte bij de buren. Een goede
afstemming van openingstijden is daarom van belang”.
Op dit moment zijn de winkeliers op maandag of op dinsdag een
dag gesloten. Doordat deze dagen niet alle winkels open zijn,
komen er op deze dagen minder consumenten naar de stad en
zullen bijvoorbeeld eerder naar een van de supermarkten gaan.
Wanneer voor het winkelende publiek duidelijk is dat alle winkels op
één dag dicht zijn of alle dagen open, zullen consumenten eerder
voor een boodschap naar de stad gaan, aangezien hij of zij alle
producten kan kopen die de hij op dat moment wil kopen. Tevens
verdienen de tijden van de lunchpauzes afstemming en zou er
eventueel over kunnen worden nagedacht om bij wijze van proef
winkels tot 19.00 uur open te houden.
Mensen die laat uit hun werk komen, komen dan wellicht nog
boodschappen doen in het centrum. Voorwaarde is wel dat ook
gemakkelijke en of kant en klaarmaaltijden worden aangeboden en
dat de kwaliteit van de etenswaren hoger is dan in de supermarkten
wordt aangeboden.
Figuur 10: HEMA trekt Groene hart in
Looproute en bereikbaarheid
Wat ook kan bijdragen aan een verbetering van het centrum is het
verbeteren van de looproute voor de consument langs de winkels.
Essentieel bij een goede looproute is dat de winkels niet te ver van
elkaar vandaan liggen en de consument duidelijke oriëntatiepunten
heeft en duidelijk is waar de winkels gevestigd zijn en wat ze
verkopen.
Een kaart met alle winkels in de binnenstad kan hierbij helpen.
Daarnaast dient er naar de inrichting van de openbare ruimte te
worden gekeken. Hierbij is het essentieel dat de gemeente met
bewoners en winkeliers uit de binnenstad goed nadenkt over het
eventueel gedeeltelijk autovrij maken van de binnenstad. Hierbij
kan gedacht worden aan het afsluiten van de Havenstraat,
Marketing van Oudewater
Oudewater kan het toerisme verder stimuleren. Op dit moment is er
nog maar een beperkte marketing van de stad. De
ondernemersvereniging NOVO zou in samenspraak met de TCPO en
32
de gemeente kunnen proberen een betere marketing voor de
binnenstad op te zetten. Hierin kan samenwerking gezocht worden
met de steden Gouda en Schoonhoven op het gebied van toerisme
of gekeken worden naar een samenwerking met Delft en Alkmaar8.
Ook kan gedacht worden in het Groene Hart perspectief.
afgestemd aanbod op toeristisch cultureel gebied. Hierin kwam naar
voren dat meer gedaan kon worden met het thema heksen. Ideeën
die toen bedacht zijn waren o.a. het ontwikkelen van
heksenactiviteiten, bijvoorbeeld op de Walpurgisnacht.9
In een aantal reacties van de TCPO op deze beleidsvisie is duidelijk
kenbaar gemaakt dat het thema heksen eigenlijk niet goed bij de
stad Oudewater aansluit. Touw is eigenlijk een onderwerp dat beter
bij de stad Oudewater past. Oudewater is vroeger immers rijk
geworden door het maken van touw en nog steeds wordt er touw
gemaakt.
Net buiten de kern van Oudewater op de Hekendorperweg 36 ligt
nog steeds een touwfabriek waar touw gemaakt wordt op
touwbanen die vroeger ook al gebruikt werden. Dit is het oudste
familiebedrijf van Nederland, G. van der Lee BV. Huidige productie
is voornamelijk bestemd voor boten. Wellicht kan de productie in
samenhang met het touwmuseum ook gebruikt worden om meer
bezoekers naar Oudewater te trekken. Daarnaast kan een jaarlijks
evenement georganiseerd worden rondom het oeroude spel touw
trekken.
Evenementen
Het aantal evenementen per jaar kan uitgebreid worden. Op dit
moment zijn er weliswaar een aantal evenementen, er is echter
meer mogelijk. Wellicht kan de gemeente helpen bij het opzetten
van nieuwe evenementen in het centrum en het zoeken van
sponsoren. Er kan ook gedacht worden aan het organiseren van
een expositie of het organiseren van educatieve activiteiten. Het is
echter van belang na te gaan welke identiteit Oudewater wil
uitdragen, voordat een keuze wordt gemaakt in nieuwe
evenementen.
Watertoerisme
Oudewater ligt op dit moment met zijn rug naar het water gekeerd.
Dit terwijl Oudewater juist ontstaan is door de ligging aan het
water. Eerste impulsen om meer met het water te doen, zijn er
inmiddels al. Voorbeelden hiervan zijn de havendagen en een
nieuwe botenverhuur. Een traditionele trekschuit wordt op dit
moment in ere hersteld.
Het water biedt echter meer mogelijkheden. Zo zou de verhuur van
kano’s meer toeristen kunnen trekken. Bovendien kan het aantal
ligplaatsen uitgebreid worden door een nieuwe passantenhaven aan
te leggen.
9
Historisch gezien is Walpurgisnacht afgeleid van Beltane, een Keltisch
voorjaarsfeest. Op dit feest werd het begin van de lente gevierd met
vreugdevuren. Veel rituelen leven voort in verschillende mei-rituelen. In
Duitsland gaat de betekenis van de viering dieper. Het boek Faust van
dichter en schrijver Johann Wolfgang von Goethe bevat vele citaten en
verwijzingen naar onder andere de Walpurgisnacht. Sinds dit boek wordt
de Walpurgisnacht tot op de dag van vandaag, nog elk jaar actief gevierd
in Duitsland. Het feest is vernoemd naar de heilige Walburgis. Ze werd non
in het klooster van Heidenheim. Op 1 mei 779 is ze heilig verklaard. Zij is
voor de katholieken op 25 februari de dagheilige en voor de protestanten
op 1 mei, bron: Wikipedia.
Ideeën TCPO
In een brainstorm van de TCPO uit 2004 is veel nagedacht op welke
manier Oudewater kan komen tot een aantrekkelijker en beter
8
Oudewater had een historische stedenband met deze steden.
33
gemeente invloed heeft op de zorgeconomie is met het faciliteren
van deze voorzieningen, voornamelijk in ruimte. Dit is geregeld in
de bestemmingsplannen van de gemeente Oudewater. Tevens
wordt rekening gehouden met de groeiende vraag naar zorg en
appartementen in het woningbouwprogramma van Oudewater uit
2007.
Op dit moment lopen verscheidene projecten om het zorgaanbod te
verbeteren een aan te passen aan de eisen van de huidige tijd. Dit
heeft voornamelijk te maken met uitbreiding van de bestaande
zorgcomplexen, de Wulverhorst en de Schuylenburcht.
De leden van de TCPO kwamen daarnaast nog met de volgende
ideeën/opmerkingen:
• Vieren dat Oudewater 750 jaar stadrechten heeft. Dit zal
gebeuren in 2015. Hieraan kunnen dan ook activiteiten
gekoppeld worden.
• Nieuwe inwoners gratis entreebewijzen geven voor de
heksenwaag en het touwmuseum.
• Verbeteren van de recreatieve functie voor kinderen.
• Een openbaar toilet in de binnenstad.
Marketingplan Lopikerwaard 2006-2010
ICT breedband
In het marketingplan Lopikerwaard zijn voor de gemeenten
Montfoort, Lopik en Oudewater een aantal concrete projecten
benoemt die moeten bijdragen aan een verdere ontwikkeling van de
recreatie en het toerisme. De projecten die benoemd zijn:
• Keten nieuwe verblijfsaccommodaties
Creëren van nieuwe en spannende verblijfsaccommodaties.
• Nationale Heksenmanifestatie
• Routestructuren
Creëren nieuwe fietsenroutes en vaarroutes.
• Recreatieve transferia
Rustplaatsen met bankjes en eventueel een toilet.
• Waterrecreatie
Verbeteren infrastructuur en watersportevenement.
• Bezoekerscentra
• Plattelandsontwikkeling
Slapen, werken en eten bij de boer.
• Zakelijke markt
• Professionalisering, coördinatie en marketing
Glasvezel is de voorwaarde voor echt breedband: 100 Mb en meer.
Breedband vergroot de efficiency, levert tijdwinst op stimuleert
innovatie en brengt in veel gevallen kostenbesparingen met zich
mee. Daarmee heeft breedband een belangrijke maatschappelijke
én economische meerwaarde. Een voorbeeld ter illustratie is
teleconsultatie. Hierbij voeren medische specialisten vanuit
verschillende ziekenhuizen in de provincie Utrecht live
patiëntenoverleg, via een beveiligde breedbandverbinding. En dat
bespaart veel reistijd. Breedband is een uitdaging voor iedereen,
dus ook voor de gemeente Oudewater. De provincie Utrecht start
hiervoor projecten op. De gemeente Oudewater kan hier wellicht op
aansluiten.
Dienstensector
Oudewater heeft nog maar een beperkt aantal bedrijven in de
dienstensector. Vandaar dat het interessant is ook aandacht te
besteden aan nieuwe dienstverlenende bedrijven. Oudewater heeft
echter geen uitbreidingsmogelijkheden, waardoor zich niet direct
nieuwe kansen voordoen om meer diensten aan te trekken. Wel kan
de gemeente zich proberen flexibel op te stellen voor vestiging van
diensten in de stad Oudewater. Bij een nieuwe ontwikkeling dient
dan wel een structurele verbetering voor het parkeren worden
Zorgeconomie
In de toekomst zal de zorg zich verder ontwikkelen. Marktwerking
staat in deze sector voorop. De gemeente heeft slechts een
bescheiden rol in deze ontwikkelingen. De enige manier waarop de
34
gezocht. Naast het parkeren op eigen terrein, dient de gemeente in
de inrichting van de openbare ruimte de mogelijkheden te benutten
die kunnen bijdragen aan het vermeerderen van het aantal
parkeerplaatsen.
35
7.2
7
Bedrijventerrein Tappersheul
7.1
Inleiding
Huidige situatie
Veel bedrijven die op andere locaties binnen de gemeente gevestigd
waren, zijn uiteindelijk naar het bedrijventerrein verhuisd. Op dit
moment zijn er ongeveer 90 bedrijven gevestigd. De bedrijven
voeren zeer diverse activiteiten uit. Wat opvalt, is de grote
hoeveelheid autobedrijven (10) en bouwbedrijven (10). Bovendien
zijn
er
redelijk
veel
machinefabrieken,
groothandels,
transportbedrijven en antiek en kringloopwinkels gevestigd.
Hiertussen zit een aantal kleinere adviesbureaus, voornamelijk
gericht op techniek. Grote bedrijven op het bedrijventerrein zijn
Lunenburg vlees BV, Jan van Dam transport BV en Van den
Hadelkamp BV die containers verhuurt en sloopwerkzaamheden
uitvoert. Bij deze bedrijven werken ook de meeste mensen. Op het
bedrijventerrein is in principe geen detailhandel toegestaan.
Aangezien de ruimte in Oudewater voor bedrijven beperkt is, is er
geen sprake van leegstand. In de huidige situatie is zelfs een groot
tekort aan bedrijventerrein voor Oudewater, waardoor ook de
grondprijzen steeds verder oplopen.
Bij een aantal bedrijven zijn bedrijfswoningen gebouwd. Deze
objecten zijn vrijwel de enige beperkingen die gelden m.b.t. de
milieuwetgeving. Dit betekent dat er op het bedrijventerrein dan
ook een aantal bedrijven gevestigd zijn die zich in de
milieucategorieën 3 en 4 bevinden. Doordat het bedrijventerrein
niet meerdere functies heeft, is het werkgebied voornamelijk
overdag druk, terwijl het er ’s avonds rustig is.
Het bedrijventerrein van Oudewater, Tappersheul, ligt ten
noordoosten van de kern. Het bedrijventerrein telt in totaal
ongeveer 90 bedrijven met een grote diversiteit. De totale netto
bedrijfsoppervlakte bedraagt circa 24 hectare. Het eerste deel van
ongeveer 20 hectare is vanaf 1992 uitgegeven. Vanaf 1999 is nog
een tweede deel van ongeveer 4 hectare uitgegeven. Tappersheul
wordt ontsloten door de Tuurluur richting de A12 en via de N228
richting Gouda en Utrecht.
In dit hoofdstuk wordt allereerst de huidige situatie van het
bedrijventerrein geanalyseerd. Nadat de sterktes, zwaktes, kansen
en bedreigingen voor Tappersheul benoemd zijn, kijken we naar de
verbeteringen voor de toekomst.
Bij de entrees van het bedrijventerrein zijn slagbomen en camera’s
neergezet, dit om criminaliteit tegen te gaan. ‘s Avonds is een van
de entrees open. De auto’s die ’s avonds het bedrijventerrein
oprijden moeten eerst voor de slagboom gaan staan. Na registratie
van het kenteken, gaan de slagbomen open.
De veiligheidsmaatregel is een initiatief geweest van de BVO
(bedrijvenvereniging Oudewater). De meeste ondernemingen die op
Figuur 11: Wilgenweg, Tappersheul.
36
het terrein gevestigd zijn, zijn bij deze ondernemersvereniging
aangesloten. Tussen de BVO en de gemeente Oudewater vindt
regelmatig overleg plaats, waarin verbeteringen besproken worden.
Op dit moment wordt voornamelijk gesproken over de openbare
ruimte. Daarbij moet aandacht zijn voor het foutief parkeren van
vrachtwagens, het plaatsen van prullenbakken en voldoende
parkeervakken voor auto’s. Bovendien is veel lokale aandacht voor
het aanleggen van het regionale bedrijventerrein en het
revitaliseren van het bedrijventerrein.
Ondanks de gerenommeerde bedrijven die op het terrein gevestigd
zijn, is de uitstraling en daarmee de beeldkwaliteit niet hoog. Zeker
de entree van het bedrijventerrein is geen visitekaartje.
Figuur 12: Entree Tappersheul
37
7.3
•
•
•
SWOT-analyse
Deze paragraaf verbindt de analyse van de huidige situatie met de
mogelijkheden en beperkingen in de toekomst. De onderstaande
opsomming van sterktes en zwaktes kan gezien worden als een
samenvatting van de vorige paragraaf.
Bij de kansen en bedreigingen wordt gekeken naar de toekomst.
Vanuit de kansen en bedreigingen is in de volgende paragraaf
aandacht voor een vertaling in verbeterpunten.
•
•
•
Invoeren van parkmanagement.
Regionaal bedrijventerrein in Woerden.
Een
bedrijfsverzamelgebouw,
ook
voor
startende
ondernemingen.
Broodjeszaak/ snackbar mogelijk maken waar werknemers
in de lunchpauze eten kunnen halen.
Verbeteren van de uitstraling van het gebied aan de hand
van een beeldkwaliteitplan, waaronder ook de entree.
Revitalisering van het bedrijventerrein.
Bedreigingen
• Tekort aan gronden waardoor ruimte schaars is en de
grondprijzen hoog zijn.
• Bereikbaarheid neemt af door de toename van files op de
A12 en de toenemende drukte op de provinciale wegen.
• Bedrijven hebben een beperkt toekomstperspectief, omdat
ze niet verder kunnen uitbreiden.
Sterktes
• De ligging ten noorden van Oudewater, met directe
ontsluiting op de A12.
• Weinig leegstand van bedrijfsgebouwen.
• Goede beveiliging d.m.v. slagbomen en camera’s.
• De aanwezigheid van een actieve ondernemersvereniging
(BVO).
• Beperkte menging van functies.
Zwaktes
• Geen ruimte meer voor nieuwe bedrijvigheid.
• Parkeerproblemen op de openbare ruimte.
• Parkeren van vrachtwagens niet behorende bij de bedrijven
op Tappersheul.
• Inrichting openbare ruimte
• Uitstraling (entree) bedrijventerrein
• Beperkte menging van functies
• Hoge grondprijzen
Kansen
• Meer ruimte bieden aan gevestigde bedrijven in het nieuwe
bestemmingsplan, zodat ruimte beter benut wordt.
38
Parkmanagement
7.4
Verbeterpunten voor Tappersheul
De duurzame ontwikkeling van een bedrijventerrein is een continu
cyclisch proces. Om deze continue kwaliteitsverbetering te
verkrijgen en deze ook op lange termijn te faciliteren is een
beheerorganisatie, parkmanagement, nodig. Parkmanagement
behelst de structuur waarin de publieke en private belangen worden
samengebracht in een parkmanagement organisatie. Hierin worden
de strategische beslissingen genomen, eventueel ondersteund door
een aantal werkgroepen. Het doel van parkmanagement is de
kwaliteit van een bedrijventerrein op lange termijn te continueren,
door gezamenlijk te werken aan vernieuwing, verbetering,
kostenbeheersing
en
natuurlijk
ondernemersgemak.
Parkmanagement is een middel om de kwaliteit van een terrein af
te stemmen op de wensen van betrokken bedrijven, ontwikkelaars
en overheden op het gebied van openbare en private ruimte.
Schaarse ruimte
Voor het bedrijventerrein zijn een aantal verbeterpunten te
bedenken. Het belangrijkste probleem dat aangepakt dient te
worden is het tekort aan ruimte voor bedrijven, zeker nu het niet te
verwachten is dat het regionale bedrijventerrein in Woerden op
korte termijn ontwikkeld wordt. Dit betekent dat er een oplossing
moet worden gezocht voor de ruimtevraag van Oudewaterse
gevestigde ondernemingen op de korte en middellange termijn.
Een deel van dit probleem kan wellicht opgelost worden op het
eigen terrein, door in een nieuw bestemmingsplan meer
uitbreidingsruimte te geven voor de huidige gevestigde bedrijven op
eigen terrein. Dit kan voornamelijk gezocht worden in het
intensiever bebouwen van de oppervlakte en het toestaan van
hogere bebouwing.
Een andere oplossing kan zijn om een aantal bedrijven welke zeer
veel ruimte in beslag nemen te verplaatsen. Hierbij kan gedacht
worden aan de transportbedrijven. De vrijkomende gronden kunnen
dan weer benut worden door andere, meer regionaal gebonden
bedrijven.
Tevens kan ook gedacht worden aan de aanleg van een nieuwe
autoboulevard. Er zitten ruim 10 autobedrijven op het
bedrijventerrein en elders in de gemeente zitten nog enkele
autobedrijven. Door deze bij elkaar te brengen, kunnen de
bedrijven elkaar versterken. Door grotere keuzemogelijkheden kan
het aantal klanten toenemen. De kanttekening die hierbij wel
gemaakt moet worden of autobedrijven deze schaalvoordelen nog
nodig hebben. Steeds meer klanten oriënteren zich bij de aankoop
van een auto namelijk eerst op internet, om daarna gericht een
autodealer te bezoeken.
Taken die binnen het parkmanagement vallen zijn o.a.:
• Verzamelen en afwikkelen van klachten die bedrijven
hebben m.b.t. beheer en onderhoud van de openbare
ruimte op de bedrijventerreinen.
• verhogen van de veiligheid.
• verhogen van de kwaliteit van het beheer van de openbare
ruimte.
• zorg dragen voor beheer en onderhoud van bewegwijzering.
• Het
begeleiden
en
organiseren
van
collectieve
inkooptrajecten.
• het verbeteren van de communicatie tussen bedrijven
onderling en de gemeente.
Immateriële voordelen om mee te doen aan parkmanagement voor
bedrijven, zijn benoemd in de provinciale handleiding “duurzame
ontwikkeling bedrijventerreinen”. Hierin zijn benoemd:
• Een directe invloed op de kwaliteit van de omgeving
• Kwaliteit is op termijn gegarandeerd
39
•
•
Netwerkvorming en goede samenwerking met collega’s en
Een beter imago en een betere samenwerking met de
gemeente.
Bedrijven- en terreinorganisatie
• Overkoepelende bedrijvenorganisatie heeft rol in agenderen
parkmanagement, maar doet in projectuitvoering een stap
terug.
• Terreinorganisatie is actief betrokken bij het opzetten van
een parkmanagement organisatie.
• Terreinorganisatie heeft veel leden en een deel van de leden
is actief
• Bestuur van een terreinorganisatie wordt actief ondersteund
door een (professioneel) parkmanager.
Ook zijn er een aantal materiele voordelen benoemd:
• de waarde van het onroerende goed
• kostenbesparing bij verbetering van bedrijfsprocessen en
• kostenvoordelen door samenwerking bij uitbesteding
secundaire activiteiten.
De provincie heeft in juni 2007 in het rapport Parkmanagement
onderzocht wat de resultaten van de gegeven subsidie hebben
opgeleverd. Tevens zijn de ervaringen weergegeven en worden een
aantal aanbevelingen gedaan. Hierbij zijn een aantal succesfactoren
van parkmanagement benoemd voor de gemeente en de bedrijvenen terreinenorganisatie:
Het lijkt voor Tappersheul mogelijk om deze succesfactoren te
benutten en parkmanagement en dus de kwaliteit van Tappersheul,
gezamenlijk met de ondernemers, in een gezamenlijke
terreinorganisatie, naar het gewenste niveau te brengen.
Gemeente
• De gemeente heeft heldere ambities en SMART10
doelstellingen voor parkmanagement op bestaande
terreinen.
• De gemeente is actief betrokken bij het opzetten van
parkmanagement. De gemeente speelt afwisselend de rol
van trekker en procesbewaker of soms beide.
10
Voordeel bij het opzetten van parkmanagement is dat de provincie
deze initiatieven stimuleert en subsidie beschikbaar stelt. Deze
subsidie is er omdat parkmanagement op bestaande
bedrijventerreinen moeilijk op gang komt en de financiering en
continuïteit niet vanzelfsprekend is.
Revitaliseren bedrijventerrein
Parkmanagement is voornamelijk in een beheerfase van belang.
Wanneer de gemeente het bedrijventerrein verder wil revitaliseren
en opwaarderen, is meer nodig. Revitaliseren wordt tegenwoordig
overigens duurzame ontwikkeling genoemd. Hierbij kan gedacht
worden aan een aantal aspecten (zie figuur 8)11.
De letters van SMART staan voor:
• Specifiek; De doelstelling moet eenduidig zijn .
• Meetbaar; Onder welke (meetbare/observeerbare) voorwaarden of
vorm is het doel bereikt .
• Acceptabel; Gaat de doelgroep en/of management deze
doelstelling accepteren.
• Realistisch; De doelstelling moet haalbaar zijn.
• Tijdgebonden; Wanneer (in de tijd) moet het doel bereikt zijn.
11
40
Handleiding duurzame bedrijventerreinen, september 2005, Provincie Utrecht.
economie
inrichten van het terrein
efficient ruimtegebruik
transport van goederen
collectieve faciliteiten: ondernemers
collectieve faciliteiten: productie
milieu
energie
water
afval en grondstoffen
duurzaam bouwen en inrichten
transport van personen
sociale samenhang
leefomgeving
externe veiligheid
arbeid en zorgtaken
arbeidsmarkt en scholing
collectieve faciliteiten: beheer
Figuur 13: overzicht duurzame ontwikkelingen bedrijventerreinen
Voordat met de duurzame ontwikkeling wordt gestart is het
noodzakelijk het draagvlak te onderzoeken bij de ondernemers.
Daarna is het noodzakelijk een goede inventarisatie te houden
welke wensen de ondernemers hebben. Dit kan gedaan worden aan
de hand van een bedrijvenenquête. Nadat hieruit een keuze is
gemaakt, kan de haalbaarheid onderzocht worden, waarbij rekening
moet worden gehouden met verschillende aspecten. Denk aan
maatschappelijke, juridische en economische haalbaarheid. Na deze
analyse kan een plan worden opgesteld, waarin concrete projecten
worden benoemd voor het duurzaam ontwikkelen van Tappersheul.
Figuur 14: Entree van Tappersheul
Beeldkwaliteit
Bedrijfsverzamelgebouw
Ook al is het oudste gedeelte van het bedrijventerrein nog geen 15
jaar oud, de uitstraling van het gebied is niet van een hoge
kwaliteit. Op onderstaande foto is de entree van het
bedrijventerrein te zien. Door middel van het opstellen van een
beeldkwaliteitplan is de kwaliteit in de toekomst te verbeteren.
Naast de bebouwing zelf, is het ook van belang om te kijken naar
een verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte. De
provincie heeft subsidiemogelijkheden voor de verbetering en
herstructurering van bedrijventerreinen beschikbaar. Daarbij geldt
wel dat zowel gemeente als ondernemers nog een flinke investering
moeten doen.
Op dit moment is er voor startende ondernemingen weinig ruimte.
Hiervoor is al een geruime tijd een idee om een
bedrijfsverzamelgebouw te ontwikkelen. Hiervoor gaat de
gemeente, gezamenlijk met de ondernemersverenigingen in
Oudewater onderzoeken welke vorm deze bedrijfsruimten moeten
hebben. De BVO kan gegevens aanleveren dat er daadwerkelijk veel
vraag is naar een bedrijfsverzamelgebouw, hierdoor hoeft de
gemeente niet extra onderzoek te doen.
Eetgelegenheid
Ondanks de vele mensen die op Tappersheul werken, ontbreekt tot
op dit moment een eetgelegenheid of lunchcafé, waar mensen in de
lunchpauze eten kunnen kopen. Door een deel van de openbare
ruimte anders in te richten en ruimte te maken voor een kleine
eetgelegenheid, kan dit een kwaliteit toevoegen aan het gebied.
41
Multifunctioneel ruimtegebruik
Op dit moment wordt Tappersheul voornamelijk gebruikt voor
bedrijven. Hierdoor is het in de avonduren erg rustig. Door andere
functies op het bedrijventerrein toe te staan, kan de ruimte
effectiever benut worden. Wanneer er echter meer ontspanning en
vermaak op het bedrijventerrein wordt gevestigd, kan dit de huidige
bedrijven ook belemmeren in hun bedrijfsvoering. Dit voornamelijk
door de strenge milieuwetgeving die diverse afstanden stelt voor
bepaalde typen bedrijven. Wij willen onderzoeken of vestiging van
andere functies in een bepaalde deel van Tappersheul tot de
mogelijkheden behoort. Hierbij moet ook zeker rekening worden
gehouden met de veiligheid.
Tevens wil de gemeente de nieuwe vestiging van woningen op het
bedrijventerrein beperken, zodat bedrijven door aanwezige
bedrijfswoningen niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt i.v.m.
de geldende milieucontouren rondom woningen.
42
8.2
8
Huidige situatie
Landelijk gebied Oudewater
Agrarische bedrijven
8.1
Het totale areaal aan cultuurgrond in de gemeente Oudewater
bedraagt 3.190 hectare. In 2002 werd hiervan 2.985 hectare
gebruikt als grasland. De graasdierhouderij (koeien, schapen) is
voor wat betreft het grondgebruik de belangrijkste sector in het
landelijke gebied. De grondgebonden veehouderij speelt van
oudsher een grote rol bij de instandhouding van de bijzondere
natuur- en landschapswaarde van het gebied. Op bescheiden schaal
wordt ruwvoeder geteelt. In 2001 was dit 155 hectare.
Naast
de
graasdierbedrijven,
kalvermesterijen
en
vleeskuikenbedrijven komt ook op beperkte schaal intensieve
veehouderij en tuinbouw voor. In 2001 was er 3 hectare tuinbouw
op open grond en 1 hectare onder glas. De tuinbouw bevindt zich
op de buitendijkse gronden langs de IJssel.
Inleiding
De voornamelijk agrarische functies in het landelijke gebied zijn nog
steeds van groot belang voor een sterke economie van Oudewater.
Diverse ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de afname van het
aantal agrariërs, vraagt om ruimte te geven aan nieuwe
economische activiteiten in het buitengebied. In dit hoofdstuk staan
we stil bij de economische ontwikkelingen op het platteland. De
SWOT-analyse geeft een kort overzicht van de huidige sterke en
zwakke punten van de economie in het landelijke gebied. De
kansen en bedreigingen maken een doorkijk naar de toekomst.
Deze kansen en bedreigingen zijn vervolgens uitgewerkt in een visie
voor het landelijke gebied in de toekomst.
In de afgelopen jaren is het aantal agrarische bedrijven afgenomen
en is ook sprake van schaalvergroting. In onderstaand overzicht12 is
de bedrijfsomvang van Oudewater vergeleken met de regio en de
provinciale gemiddelden.
Oudewater
Regio
Provincie
tot 32 NGE
39
37
39
32-50 NGE
7
12
12
50-70 NGE
15
13
12
70-150> NGE
36
34
31
> 150 NGE
3
4
6
Figuur 16: Aantal NGE in Oudewater vergeleken met de regio en de
provincie
Figuur 15: Landelijk gebied, Zuid Linschoterzandweg
12
Bron: CBS 2002. Onderzoek uit bestemmingsplan “landelijk gebied Hekendorp en
Papekop”, RBOI, 2006.
43
De verdeling van agrarische bedrijven naar productieomvang is
uitgedrukt in de NGE (Nederlandse Grootte Eenheid).13 Hierin zijn
zowel de hoofdberoepbedrijven als nevenberoep bedrijven
meegenomen. Over het algemeen worden bedrijven van ongeveer
70 NGE als levensvatbaar gezien. In Oudewater is dit voor een
kleine 40% van de bedrijven het geval. De bedrijven met minder
dan 32 NGE hebben minder toekomstperspectief. Dit is toch al snel
een derde van het totaal in Oudewater.
Wanneer naar de bedrijfsoppervlakte gekeken wordt is bijna de
helft van de bedrijven in Oudewater kleiner dan 15 hectare en in
totaal driekwart van de bedrijven kleiner dan 30 hectare14. In de
regio en provincie zijn deze verdelingen vrijwel gelijk. Voor een
volwaardig rundveebedrijf wordt tussen de 20 en 30 hectare
aangehouden. Dat betekent dat een verdere schaalvergroting voor
een deel van de bedrijven noodzakelijk is, zeker wanneer ook
rekening wordt gehouden met een duurzaam voortbestaan, een
verdere extensivering en duurzaam agrarisch natuurbeheer.
De helft van de agrariërs heeft in een agrarische enquête15
aangeven een opvolger voor het bedrijf te hebben. De huidige
agrariër heeft een gemiddelde leeftijd van ongeveer 54 jaar, de
opvolging heeft een gemiddelde leeftijd van 28 jaar.
agrarische ontwikkelingsmogelijkheden geboden, afgezien van
eventuele belemmeringen die voortvloeien uit de milieuwetgeving.
De meeste agrariërs houden zich voornamelijk bezig met agrarische
activiteiten. Langzamerhand hebben steeds meer agrariërs ook
nevenfuncties. Agrarisch natuurbeheer wordt al door ongeveer de
helft van de agrariërs uitgevoerd. Hierbij moet men denken aan
slootkant- en weidevogelbeheer. Incidenteel worden ook kleine
landschapselementen onderhouden. Ook andere nevenfuncties
nemen de laatste jaren in aantal toe. Hierbij kan gedacht worden
aan opslag/ verhuur van ruimte, verkoop van streekgebonden
producten en verblijfsrecreatie, maar ook aan landbouw
aanverwante bedrijfsactiviteiten en recreatieve functies zijn
mogelijkheden.
Het bestemmingsplan “landelijk gebied Hekendorp en Papekop”
biedt deze mogelijkheden voor niet-agrarische nevenfunctie. In het
nieuwe bestemmingsplan Landelijk gebied Oudewater zal dit ook
mogelijk worden gemaakt. De voorbereidingsprocedure voor dit
bestemmingsplan is inmiddels begonnen.
Niet-agrarische bedrijven in het landelijke gebied
In het bestemmingsplan “landelijk gebied Hekendorp en Papekop”
staat beleid opgenomen voor niet agrarische bedrijven in het
buitengebied. Dit is recent vastgesteld door de gemeenteraad. In
het bestemmingsplan staat geschreven dat het toekennen van een
nieuw bouwvlak t.b.v. niet-agrarische bedrijven, inclusief horeca, in
het landelijke gebied niet gewenst is vanwege het restrictieve beleid
van de overheden, de aantasting van de openheid en het ontbreken
van binding met het landelijke gebied. Wel kan bij vertrek van een
niet-agrarisch bedrijf, uiteraard met inachtneming van de
milieuregelgeving, eenzelfde soort bedrijf zich vestigen.
De bedrijven die al gedurende lange tijd in het plangebied gevestigd
zijn en waarvoor geen actief saneringsbeleid wordt gevoerd,
worden positief bestemd. Aan de bestaande bedrijven in het gebied
Ruimtelijke mogelijkheden agrariërs
Aangezien agrarische bedrijven van groot belang zijn voor het
behoud van de kwaliteiten van het landelijke gebied, is het
ruimtelijke beleid erop gericht om de agrarische bedrijven zoveel
mogelijk te behouden. In de eerste plaats worden hiertoe passende
13
Hiermee wordt de bruto toegevoegde waarde van het agrarische bedrijf
weergegeven in plaats van met sbe (standaardbedrijfseenheden). 1 NGE komt
overeen met 2,8 sbe.
14
Bron: CBS 2002. Onderzoek uit bestemmingsplan “landelijk gebied Hekendorp en
Papekop”, RBOI, 2006.
15
Agrarische enquête, t.b.v. bestemmingsplan “Landelijk gebied Hekendorp en
Papekop”, RBOI 2006.
44
dient enig ontwikkelingsperspectief geboden te worden. Een
bepaalde mate van uitbreiding moet mogelijk zijn, waarbij goed
gelet moet worden op de extra hinder die dit oplevert voor de
onmiddellijke omgeving. Dit dient wel binnen het gegeven
oppervlakte binnen het bouwvlak te worden gerealiseerd.
Ook in het nieuwe bestemmingsplan “landelijke gebied Oudewater”
zullen deze bepalingen opgenomen worden.
45
8.3
•
•
•
•
SWOT-analyse
Deze paragraaf verbindt de analyse van de huidige situatie met de
mogelijkheden en beperkingen in de toekomst. De onderstaande
opsomming van sterktes en zwaktes kan gezien worden als een
samenvatting van de vorige paragraaf.
Bij de kansen en bedreigingen wordt gekeken naar de toekomst.
Vanuit de kansen en bedreigingen is in de volgende paragraaf
aandacht voor een vertaling in verbeterpunten.
Bedreigingen
• Afname van het aantal agrariërs
• Milieuwetgeving
• Europese regelgeving
• Meer oppervlaktewater en verbeteren waterafvoer
• Wonen in het buitengebied
• Dierenziektes
• Beperking ruimtelijke mogelijkheden provincie
Sterktes
• Openheid en aantrekkelijkheid van het landschap
• Sterke agrarische economische structuur
• Nieuwe economische functies die passen binnen het
ruimtelijke beleid.
Zwaktes
• Bereikbaarheid beperkt door smalle wegen
• Wateroverlast
• Conflicten t.a.v. milieuwetgeving
• Minder
levensvatbare
agrarische
bedrijven
bedrijfsgrootte.
Kleinschalige zorgvoorzieningen
Meer oppervlaktewater en verbeteren waterafvoer
Wonen in het buitengebied
Golfbaan
i.v.m.
Kansen
• Plattelandstoerisme
• Vrijkomende agrarische bebouwing
• Agrarische nevenfuncties
• Schaalvergroting
• Groene werklocaties
• Streekproducten
• Agrarisch natuurbeheer
• Energieproductie
46
•
8.4
Het uitdragen van een gemeenschappelijk marketingconcept
voor de streek.
• Het verwerven van subsidies voor het uitwerken van
routestructuren en knooppunten en om deze te onderhouden.
Het gezamenlijk tot leven wekken van de streek op een passende
manier.
Verbeterpunten voor het landelijke gebied
Plattelandstoerisme
De vraag naar plattelandstoerisme stijgt. Steeds meer agrarische
ondernemingen beginnen dan ook een toeristische activiteit. Hierbij
kan gedacht worden aan het aanbieden van overnachtingen, zoals
een bed and breakfast en minicamping. Maar ook het aanbieden
van activiteiten, zoals poldersporten, wandelen en een theetuin
behoren tot deze ontwikkelingen. Voor een vitale economie is het
goed deze activiteiten in beperkte omvang toe te staan in het
buitengebied. Dit is al geregeld voor het landelijk gebeid rond
Hekendorp en Papekop. Het andere deel van het landelijke gebied,
volgt in het nieuwe bestemmingsplan landelijk gebied Oudewater
waaraan eind 2007 begonnen is.
Agrariërs kunnen zich voor kleine recreatieve activiteiten in de
Lopiker- en Linschoterwaard aansluiten bij het project “Struinen en
Vorsen”. Het project heeft tot doel om de waardering en
bewustwording voor het agrarische cultuurlandschap te vergroten,
om zo het gebied op een duurzame manier te vermarkten.
Schaalvergroting
In de agrarische sector is een duidelijke schaalvergroting te zien in
de bedrijfsvoering. Bedrijven die blijven bestaan dienen uit te
breiden. Hiervoor moeten mogelijkheden voor worden gecreëerd.
Naast uitbreiding van de opstallen, moet ook de oppervlakte van de
gronden groter zijn. Wellicht kan de gemeente een rol vervullen bij
bedrijven die willen uitbreiden door een databank te gaan beheren
met gegevens over agrariërs die gaan stoppen en waar agrarische
landbouwgrond beschikbaar komt. Daarnaast kan het handig zijn
om te weten welke agrariërs in de toekomst van plan zijn uit te
breiden. Hiermee kan dan in ruimtelijke ontwikkelingen meer
rekening gehouden worden.
De gemeente dient de komst van grote zogenaamde “fabrieken”,
bijvoorbeeld grootschalige kuikenmesterijen, tegen te gaan. Deze
hebben een grote impact op de omgeving en op het wegennet.
Daarnaast is het de vraag of dit nog een agrarisch bedrijf genoemd
moet worden, dan wel als industrie moet worden gekenmerkt.
Beperkingen milieuwetgeving verminderen
Het aantal agrarische bedrijven neemt zoals eerder gezegd verder
af. Hierdoor komen agrarische panden leeg te staan, die daardoor
vaak gebruikt worden voor wonen. Deze bestemmingswijziging
“botst” vaak met het naastliggende agrarisch bedrijven. Dit heeft
voornamelijk te maken met de milieuwetgeving. Bij deze nieuwe
ontwikkeling is het zaak om de gevestigde agrarische
ondernemingen te beschermen. Dit is ook het uitgangspunt van de
Figuur 17: De boerderij, natuurcamping in Snelrewaard
Dit wordt gedaan door:
• Het opzetten van gezamenlijke promotionele activiteiten.
47
werking hebben, tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer
dan 100 m²;
bestemmingsplannen voor het landelijke gebied. Inmiddels is het
mogelijk om m.b.v. een beleid voor geurhinder te zorgen dat de
milieucontouren kunnen worden verkleind. Op dit moment is de
milieudienst in Woerden met een pilot bezig. Nadat de uitkomsten
hiervan bekend zijn, is het verstandig, zeker ook voor de
economische vitaliteit van het buitengebied ook geurbeleid voor
Oudewater te ontwikkelen.
Tevens is het de bedoeling om met een vrijstelling van het college
van burgemeester en wethouders (binnenplanse vrijstelling) de
volgende functies mogelijk te maken:
• veearts/hoefsmederij tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet
meer dan 200 m²;
• ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten
(kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) tot
een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 100 m²;
• agrarische loonbedrijven tot en met categorie 3 van de Staat
van Bedrijfsactiviteiten tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet
meer dan 500 m²;
• overige bedrijven in categorie 1 of 2 van de Staat van
Bedrijfsactiviteiten tot een bedrijfs-vloeroppervlak van niet meer
dan 100 m²;
• kleinschalig kamperen met dien verstande dat maximaal 15
kampeermiddelen, geen staca-ravans zijnde, tot een oppervlak
van niet meer dan 100 m² en het gebruik van de gronden tot
niet meer dan 2.500 m²;
• kampeerboerderij tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer
dan 200 m²;
• kinderboerderij tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan
100 m² en het gebruik van de gronden tot niet meer dan 1.500
m²;
• kleinschalige horeca gelegenheid tot een bedrijfsvloeroppervlak
van niet meer dan 100 m² en het gebruik van de gronden tot
niet meer dan 500 m²;
• sociale nevenfunctie of zorgboerderij (resocialisatie, therapie,
gehandicapten, kinderop-vang) tot een bedrijfsvloeroppervlak
van niet meer dan 200 m²;
Vrijkomende agrarische bebouwing
De gemeente Oudewater wil bij een beëindiging van een agrarisch
bedrijf inzetten op meer mogelijkheden voor kleinschalige
bedrijfsmatige activiteiten die gerelateerd zijn aan het gebied en
ondergeschikt zijn aan de woonbestemming. De gemeente heeft in
een recent vastgesteld bestemmingsplan “landelijk gebied
Hekendorp en Papekop” al benoemd aan welke activiteiten gedacht
kan worden. Doordat geen sloopverplichting is opgenomen in de
regeling, heeft de provincie Utrecht aan deze regeling haar
goedkeuring onthouden. Vandaar dat de gemeente in beroep is
gegaan bij de Raad van State. Tot die tijd is onderstaand beleid nog
niet van toepassing.
De economische mogelijkheden waren als volgt geformuleerd:
• kanoen
roeibootof
fietsenverhuur
tot
een
bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 100 m²;
• bed & breakfast en toeristisch recreatieve verblijfseenheden tot
een vloeroppervlak van niet meer dan 200 m²;
• aan huisgebonden beroepen tot een bedrijfsvloeroppervlak van
niet meer dan 50 m²;
• paardenstalling/paardenpension tot een bedrijfsvloeroppervlak
van niet meer dan 100 m² en het gebruik van de gronden
daarvoor tot niet meer dan 1.200 m²;
• opslag en stalling van niet-agrarische goederen, mits het opslag
en stalling van de goede-ren geen verkeersaantrekkende
48
•
Water
museum/tentoonstellingsruimte tot een bedrijfsvloeroppervlak
van niet meer dan 200 m² en het gebruik van de gronden tot
niet meer dan 500 m²;
• dierenpension,
hondenfokkerij,
kennel
tot
een
bedrijfsvloeroppervlak van niet meer dan 100 m²;
• hoveniersbedrijf, behorende tot de categorie 1 of 2 van de Staat
van Bedrijfsactiviteiten tot een bedrijfsvloeroppervlak van niet
meer dan 100 m²;
Met dien verstande dat:
• voor de bedoelde functies geen nieuwe gebouwen gebouwd
mogen worden en bestaande gebouwen niet mogen worden
uitgebreid.
• de niet-agrarische nevenfunctie onder a, b, c, d, e, f en k
niet zijn toegestaan op gronden gelegen aan Hogebrug 19
en 21;
Vanwege voornamelijk de klimaatsverandering dient meer ruimte te
worden ingeruimd voor water. Zowel oppervlaktewater als de
afvoercapaciteit moet vergroot worden. Dit heeft een grote impact
op het landschap, maar kan ook de agrariërs in hun bedrijfsvoering
beperken. De wateropgave kan niet ontkend worden. Er dient dan
ook naar een oplossing te worden gezocht waarbij de wateropgave
de agrariërs zo min mogelijk beperkt in hun bedrijfsvoering.
Een discussie hierover zal plaatsen vinden bij het opstellen van het
nieuwe bestemmingsplan landelijk gebied Oudewater, waarvoor de
voorbereidingen in december 2007 gestart zijn.
Agrarisch natuurbeheer
Ongeveer de helft van de agrariërs is al
bekend met natuurbeheer, dit onder meer
vanwege subsidies. Ook in de toekomst zal
vanuit de overheid en de agrariër meer
worden ingezet op natuurontwikkeling.
Hierbij stuurt de gemeente Oudewater
voornamelijk
aan
op
agrarisch
natuurbeheer. Nieuwe natuur tast al snel de
openheid van het landschap aan en
belemmert de agrarische bedrijfsvoering te
veel. Hierin wordt het provinciale beleid
gevolgd zoals vermeld in het streekplan. Op
de foto is een voorbeeld te zien van een
natuurvriendelijke oever.
Naast deze mogelijkheden is het goed wanneer de gemeente
Oudewater gaat bezien of er planologisch ook meer mogelijkheden
moeten worden geboden voor het behouden van cultuurhistorisch
waardevolle gebouwen.
Groene werklocaties
De provincie geeft in haar streekplan ruimte voor het ontwikkelen
van groene werklandschappen. Beperking hiervan is dat dit alleen in
de landelijke gebiedstypen 1 en 3 mogelijk is. Het gaat hierbij om
kleinschalige kantoorfuncties in het buitengebied. Daarbij kan
sprake zijn van het aanpassen van bestaande bebouwing of
eventuele nieuwbouw. Als voorwaarde wordt door de provincie
gesteld dat er een investering in groen tegenover moet staan. In
Oudewater gaat dit slechts om een beperkt gebied, grofweg een
smalle strook langs de Hollandsche IJssel en aan de stadsrand van
Oudewater (zie ook kaartje op pagina 58).
Energie en andere innovatie
Voornamelijk op de website van LTO staat dat de agrarische sector
in de toekomst meer zou kunnen bijdragen aan energieproductie.
Agrarische energieproductie verkleint de afhankelijkheid van fossiele
brandstoffen en kan een bijdrage leveren aan de reductie van de
uitstoot van broeikasgassen. Bij Co-vergisting bijvoorbeeld wordt
49
steeds hogere eisen aan het welzijn van dieren in de veehouderij.
Ondernemers die investeren in dierenwelzijn kunnen rekenen op
financiële steun van de overheid, bijvoorbeeld met de fiscale
regelingen Vamil en Mia. De aanpassingen in de huisvesting of
bedrijfsvoering moeten wel worden ondersteund door de markt of
door passende stimuleringsmaatregelen.
elektriciteit en gas gewonnen uit
mest,
reststromen
en
energiegewassen.
Warmtekrachtkoppelingen (WKK)
zetten aardgas om in elektriciteit
en warmte én zijn daarmee veel
efficiënter dan aardgasgestookte
energiecentrales. Ze kunnen in de
toekomst ook draaien op groen
gas, gewonnen uit biomassa (zie foto). De manier waarop boeren
energie produceren is fundamenteel anders dan we tot nog toe
gewend zijn: kleinschalig, lokaal en decentraal. Toch kunnen WKK’s,
windenergie en co-vergisting concurreren met gangbare,
grootschalige energieopwekking.
Golfbaan
De vraag of een golfbaan een
postieve
ontwikkeling
voor
Oudewater
kan
zijn,
dient
onderzocht te worden. Deze sport
wordt steeds populairder en de
vraag
is
of
de
gemeente
Oudewater een ontwikkeling van
een golfbaan ziet zitten.
Innovatieve ondernemers verdienen een consistente en
stimulerende begeleiding vanuit gemeente en milieudienst. Te
denken valt aan financiële ondersteuning voor dit soort technieken.
Helaas is bij de provincie nog geen subsidie mogelijk. De gemeente
kan bij de hogere overheden en de milieudienst aandacht vragen
voor deze nieuwe energiebronnen.
Tevens dient ook de gemeente Oudewater energiebesparing te
stimuleren. Het kabinet wil namelijk twee procent energiebesparing
per jaar bereiken tot 2020. Ook het beperken van de CO2 uitstoot is
in de toekomst van belang. In de veehouderij (verantwoordelijk
voor vijf procent van de totale Nederlandse uitstoot van
broeikasgassen, voornamelijk methaan en lachgas) zal veel
creativiteit vereist zijn om een verlaging tot stand te brengen. Maar
door verbetering van het mest- en mineralenmanagement, de
huisvesting en de samenstelling van het veevoer kunnen ook deze
sectoren een belangrijke bijdrage leveren.
Naast de innovaties op het gebied van energieopwekking en
reductie van de milieuvervuiling, kan ook gedacht worden aan
innovatie op het gebied van dierenwelzijn. Consumenten stellen
Een golfbaan past op dit moment niet binnen het landelijke en
provinciale beleid. Mochten mogelijkheden van een golfbaan verder
onderzocht moeten worden, dan dienen in ieder geval de volgende
onderzoeksvragen te worden beantwoord:
• In hoeverre levert de realisatie van een golfbaan een bijdrage
aan de economische vitaliteit van Oudewater?
• In hoeverre is een golfbaan in te passen in het open landschap?
• Hoeveel vraag is er naar golfbanen? Is het aanbod al
voldoende?
• Worden in de regio niet al andere initiatieven genomen om een
golfbaan te realiseren?
50
9
Toekomstvisie
of versoepeld kunnen worden. Hierdoor is het indienen van een
aanvraag eenvoudiger geworden.
9.1
Inleiding
9.2.2 Binnenstad
Oudewater heeft in 2015 een bruisend centrum met voldoende
voorzieningen. Het centrum is versterkt door het aantrekken van
een tweetal “trekkers”. Dit kon worden gerealiseerd door een aantal
kleinere winkelpanden bij elkaar te voegen.
Daarnaast heeft de stad een kwalitatieve impuls gehad. Door een
andere inrichting van de openbare ruimte is de looproute langs de
winkels van hogere kwaliteit. Ook is in het centrum van Oudewater
het autoverkeer teruggedrongen en rond de markt een
voetgangerszone geïntroduceerd. Hiernaast zijn meer fietsenrekken
geplaatst, zodat de klanten makkelijker hun fietsen kunnen stallen.
Ook is een oplossing gevonden van extra parkeerplaatsen aan de
rand van het centrum.
De winkels die dagelijks verse producten verkopen hebben door hun
kwaliteit hun positie in Oudewater behouden en zelfs versterkt door
’s avonds langer open te zijn en allen op dezelfde dag gesloten te
zijn. Er zijn vele nieuwe specialistische winkels gevestigd in
Oudewater, die een (boven)regionale aantrekkingskracht hebben.
Voornamelijk de kleinschaligheid en het hoge kwaliteitsniveau
hebben het aantal winkels licht doen toenemen.
De binnenstad is beter bereikbaar doordat op de plaats van de
voormalige busremise een parkeergarage is gebouwd. Door
voldoende parkeerplaatsen kon het aantal evenementen in de
binnenstad ook uitbreiden. In het zomerseizoen is er één keer in de
week een themabraderie rond de markt met verschillende
activiteiten. Hier komen veel toeristen op af, mede omdat het
tijdstip van dit evenement aansluit op de Goudse kaasmarkt. De
organisatie ligt in handen van een organisatiebureau, dat gesteund
wordt door ondernemers en de gemeente. Financiering van de
activiteiten is voornamelijk vanuit verschillende sponsoren.
In het woordenboek staat een visie beschreven als “de wijze
waarop men zaken beoordeelt, beschouwt => beschouwing, kijk,
zienswijze”. In dit hoofdstuk wordt alle informatie van de vorige
hoofdstukken verwerkt in een “kijkje in de toekomst” voor de
gemeente Oudewater in het jaar 2015. Deze visie geeft de ambities
weer die Oudewater heeft. Niet meer, niet minder. Dit betekent niet
dat dit toekomstbeeld in 2015 ook in alle gevallen bereikt is en dat
alle voorgestelde ideeën daadwerkelijk moeten worden uitgevoerd.
Het kan het beste gezien worden als een beschouwing waarin
ideeën staan die Oudewater voor een sterke economische
ontwikkeling in de toekomst kan gaan gebruiken (inspiratie). Een
concreet uitvoeringsprogramma is terug te vinden in hoofdstuk 10.
Hierover zullen nadere voorstellen worden gedaan aan het college
van B&W en de gemeenteraad van Oudewater.
9.2
Oudewater in 2015
9.2.1 Oudewater algemeen
De serviceverlening van de gemeente Oudewater voor ondernemers
is verbeterd. Ondernemers hebben nu een duidelijk aanspreekpunt,
doordat een ondernemersloket is ingericht. Dit is zowel fysiek als
digitaal opgezet. De beleidsmedewerker economische zaken bemant
het fysieke loket en zet eventueel vragen integraal uit binnen de
organisatie. Het is ook mogelijk d.m.v. een digitaal formulier een
vraag te stellen. De gemeente probeert deze vragen dan zo snel
mogelijk te beantwoorden.
Om de administratieve lastendruk van de ondernemers te
verminderen heeft de gemeente onderzocht welke regels afgeschaft
51
terrein op te knappen. Tevens is meer aandacht besteed aan de
openbare ruimte. De problematiek rondom het parkeren van
vrachtwagens en auto’s op de wegen is opgelost door goede
controle, er zijn prullenbakken geplaatst en het onderhoud van de
groenstroken is verbeterd. Tevens heeft zich een lunchroom
gevestigd in een nieuwe locatie die hiervoor aangewezen was in de
groenstrook. Het aantal bedrijfswoningen is verder gedaald.
Uiteindelijk is ook een bedrijfsverzamelgebouw gebouwd. Dit echter
niet op het bedrijventerrein Tappersheul, maar op de J.J.
Vierbergenweg. Het verzamelgebouw is gericht op de creatieve
sector.
Ook het toerisme op het water is toegenomen. Het is nu mogelijk
kano’s te huren en te varen over het riviertje de Linschoten en de
Hollandsche IJssel. Tevens kunnen fluisterbootjes gehuurd worden,
om over de wateren rond Oudewater te varen.
9.2.4 Landelijk gebied Oudewater
Agrarische bedrijven zijn in grootte verder toegenomen en in aantal
afgenomen. Het agrarische natuurbeheer is verder ontwikkeld,
waardoor ongeveer 70% van de boeren natuur beheert naast hun
agrarische bedrijfsvoering. In het landelijke gebied zijn tevens
gebieden aangewezen voor de wateropgave. Bij de aanleg van
extra oppervlaktewater is geprobeerd om de agrariërs zo min
mogelijk te beperken in de bedrijfsvoering. Het karakter van het
landschap is hierdoor wel blauwer geworden.
Niet alleen meer water leidt tot een verandering in het landelijke
gebied. Ook een groter scala aan nieuwe economische activiteiten
zijn in het landelijke gebied gevestigd. Een van de aspecten is het
dat plattelandstoerisme is toegenomen. Naast de campings die er al
waren, zijn er in het landelijke gebied nog een aantal
overnachtingsmogelijkheden bij gekomen in de vorm van bed &
breakfast. De verkoop van streekgebonden producten is ook
toegenomen. Op de warenmarkt van Oudewater, staat inmiddels
standaard een kraam die streekgebonden producten verkoopt zoals
kaas, jam en heksen.
Afbeelding 1: Fluisterboot in een gracht van Gouda
Het aantal aanlegplaatsen is toegenomen door de aanleg van een
jachthaven aan de Hollandsche IJssel.
9.2.3 Tappersheul
De gemeente heeft gezorgd voor een herschikking van vrijkomende
grond van de vertrekkende transportbedrijven, waardoor het ten
dele gelukt is om ruimte voor de lokale bedrijven te realiseren.
Voornamelijk de autobedrijven uit de stad zijn hier gevestigd,
waardoor een autoboulevard is ontstaan. Doordat een aantal
transportbedrijven verhuisd zijn, is op het bedrijventerrein ruimte
ontstaan voor uitbreiding van bestaande bedrijven en vestiging van
nieuwe bedrijven. Hierdoor is de bestaande werkgelegenheid
behouden gebleven. Oudewater heeft bovendien zijn sterke positie
in de handel en de nijverheid weten te behouden en deels zelfs
uitgebreid.
Ook de beeldkwaliteit van het gebied is verbeterd. Dit voornamelijk
doordat gemeente en BVO het parkmanagement verder hebben
ontwikkeld. Zo zijn er maatregelen genomen om de entree van het
In het landelijke gebied zijn een aantal kleinschalige
zorgboerderijen ontstaan. Hier vinden dagactiviteiten plaats voor
52
mensen met een verstandelijke beperking of zijn boerderijen
omgebouwd tot kleinschalige zorgcomplexen voor hulpbehoevende
ouderen.
53
10
Uitvoeringsprogramma
10.3 Beschrijving van de actiepunten
10.1 Inleiding
In deze paragraaf is een aantal actiepunten benoemd. Deze zijn
actiepunten richtinggevend voor de verdere uitwerking van het
economische beleid.
Bij de vaststelling van dit uitvoeringsprogramma is rekening
gehouden met mogelijke subsidies en beperkte financiële middelen
voor de gemeente Oudewater. Daar waar eventueel een subsidie
van de provincie Utrecht verkregen kan worden, is dit vermeld. Een
belangrijke opmerking hierbij is dat alle subsidies slechts een deel
van de kosten vergoeden. De overige 50% van de kosten dienen
door de gemeente en of ondernemers zelf te worden opgebracht.
In deze paragraaf zijn de actiepunten benoemd die de speerpunten
van het economische beleid kunnen vertalen in concrete
actiepunten. Hierbij is gekozen voor de geografische indeling die
ook in het rapport is aangehouden. Nadat een aantal actiepunten
benoemd zijn die niet direct gekoppeld zijn aan een bepaalde
locatie (algemeen) is weer aandacht voor de gebieden “De stad
Oudewater”, bedrijventerrein Tappersheul en het landelijke gebied
van Oudewater. Welke actiepunten in één jaar daadwerkelijk
uitgevoerd gaan worden, kan teruggelezen worden in het
sectorplan.
10.2 Speerpunten economisch beleid
ALGEMEEN
Voor de uitvoering van de economische beleidsvisie is gekozen voor
een viertal speerpunten:
1
Oprichten van een ondernemersloket
Betrokken partijen: NOVO, BVO, Kamer van Koophandel en LTO Noord.
Kosten: € 0,Financiering: geen financiering noodzakelijk.
Start actiepunt: 2008
1. Verbeteren van de serviceverlening aan ondernemers.
2. Versterken van de detailhandel en het toerisme in de
Binnenstad.
3. Verbeteren van de kwaliteit van het bedrijventerrein
Tappersheul.
4. Zorgen voor voldoende oppervlakte voor de bedrijven van
Oudewater.
De gemeente Oudewater moet in de toekomst beter bereikbaar zijn
voor ondernemers. Dit kan door het inrichten van een
ondernemersloket, alwaar ondernemers terecht kunnen met hun
vragen. Fysiek kan dit loket gekoppeld worden aan de bestaande
balie Bouwen en Wonen. Bij meer ingewikkelde vragen kan een
afspraak worden gemaakt met de economische beleidsadviseur,
zodat voldoende tijd is om de plannen met de ondernemer door te
spreken en te bezien welke mogelijkheden er zijn.
Naast een fysiek loket, is het ook van belang dat de website meer
toegankelijk is. Door meer en betere informatie op de website te
Deze speerpunten zijn in paragraaf 10.3 doorvertaald in een aantal
uitvoerbare actiepunten.
54
wanneer het regionale bedrijventerrein in Woerden pas op de
langere termijn ontwikkeld wordt.
Oudewater moet zich sterk maken voor een uitbreiding van het
regionale bedrijventerrein op de korte en middellange termijn.
Wanneer deze ruimte namelijk niet aangeboden wordt, zal de lokale
economie deels wegtrekken en neemt de werkgelegenheid van
Oudewater af. Zowel ambtelijk als bestuurlijk dient deze
problematiek en wens kenbaar gemaakt te worden bij de provincie.
plaatsen, kunnen ondernemers eerder informatie vinden die voor
hen van belang is. Het uiteindelijke resultaat van het
ondernemersloket wordt geëvalueerd met de verschillende
ondernemersverenigingen.
2
Betrokkenheid politiek en gemeente vergroten
Betrokken partijen: Gemeente, NOVO, BVO, Marktcommissie, Kamer van
Koophandel en LTO Noord.
Kosten: € 0,Financiering: geen financiering noodzakelijk.
Start actiepunt: 2008
4
Betrokken partijen: Gemeente
Kosten: Pm.
Financiering: Gemeente
Mogelijke start actiepunt: nog onduidelijk
Niet alleen de ambtelijke organisatie verdient aandacht. Ook het
contact tussen de lokale politiek, gemeente en de Oudewaterse
ondernemingen kan beter.
Middels een aantal bedrijfsbezoeken per jaar door het college en de
beleidsmedewerker economische zaken komt het college en de
ambtelijke organisatie meer te weten komen over wat er leeft onder
de ondernemers. Niet alleen door deze werkbezoeken, maar ook
door
regelmatig
overleg
te
hebben
met
de
ondernemersverenigingen NOVO, BVO, Kamer van Koophandel en
de LTO-Noord. Daarnaast kan eens per jaar gedacht worden aan
een gezamenlijk overleg met alle belangenorganisaties.
3
Faciliteren van een bedrijfsverzamelgebouw
Voordat begonnen wordt met het faciliteren van een
bedrijfsverzamelgebouw, moet vast staan dat hier voldoende vraag
naar is. Uit een gesprek met de BVO bleek dat deze vraag
bevestigend beantwoord.
Nadat daadwerkelijk is aangetoond dat de ontwikkeling noodzakelijk
is, kan de gemeente op zoek gaan naar een geschikte locatie. Dit
zal een moeilijke opgave zijn, aangezien Oudewater op dit moment
eigenlijk geen gronden bezit waar bedrijven zich zonder meer
kunnen vestigen.
Pleiten voor meer ruimte voor bedrijven
Betrokken partijen: Gemeente
Kosten: € 0,Financiering: geen financiering noodzakelijk.
Start actiepunt: 2008
De gemeente Oudewater dient zijn lobby te versterken om meer
ruimte voor de Oudewaterse ondernemingen te krijgen. Zeker
55
6
Voortgangsrapportage economische zaken
Betrokken partijen: Gemeente
Kosten: € 0,Financiering: geen financiering noodzakelijk.
Mogelijke start actiepunt: 2008
Elk jaar zal een voortgangsrapportage worden aangeboden aan de
raad. Hierin wordt een overzicht gegeven van de activiteiten die ten
aanzien van het economisch beleid in dat jaar zijn uitgevoerd.
7
Figuur 18: Bedrijfsverzamelgebouw, ontworpen door GvL, Harderwijk.
5
Evaluatie uitvoeringsprogramma economische beleidsvisie
Betrokken partijen: Gemeente
Kosten: € 0,Financiering: geen financiering noodzakelijk.
Mogelijke start actiepunt: 2011
Deregulering voor ondernemers
Betrokken partijen: Gemeente, adviesbureau, ondernemers en de Kamer
van Koophandel.
Kosten: ongeveer €32.000,-, waarvan €10.000,- voor de gemeente.
Financiering: Gemeente
Start actiepunt: 2008.
In deze evaluatie wordt bezien welke doelen gehaald zijn en welke
onderdelen niet of slechts ten dele uitgevoerd zijn. Tevens zijn de
redenen en eventuele verbeteringen vermeld om in de toekomst tot
een beter resultaat te komen. Ook dienen dan nieuwe actiepunten
benoemd te worden voor na 2010.
Het Ministerie van economische zaken had in 2007 een
stimuleringsbijdrage, waarbij gemeenten worden doorgelicht op
regelgeving. Door een analyse kan de gemeente bezien welke
regelgeving afgeschaft of eventueel versoepeld kan worden.
Doordat een groot deel van de onderzoekskosten gesubsidieerd
worden door het ministerie, zijn de kosten die voor rekening komen
van de gemeente ongeveer €9.000,-. Ook kan de regelgeving voor
de burger worden doorgelicht. Dit actiepunt kan in 2008 plaats
vinden, mits de aangevraagde stimuleringsbijdrage ook wordt
verstrekt.
56
De stad Oudewater
8
Openingstijden centrum
9
Betrokken partijen: Gemeente, Kamer van Koophandel, Bedrijfschap
detailhandel.
Kosten: € 0,Financiering: geen financiering noodzakelijk.
Mogelijke Start actiepunt: nog onduidelijk.
Distributie planologisch onderzoek
Betrokken partijen: Gemeente
Kosten: Pm.
Financiering: Gemeente
Mogelijke start actiepunt: nog onduidelijk
Om bepaalde ontwikkelingen in het centrum bespreekbaar te
maken, is het goed wanneer een zogenaamde distributie
planologisch
onderzoek
wordt
gehouden.
Interessante
onderzoeksvragen die hierin in ieder geval een plaats kunnen
krijgen zijn:
• Wat vinden bewoners van het verder afsluiten van de
binnenstad voor autoverkeer?
• Welke voorzieningen worden gemist in de binnenstad?
• Wat vinden mensen van de openingstijden van de winkels?
• Zijn er voldoende fietsenrekken?
• Wat vinden ondernemers van de binnenstad?
Samen met de NOVO wil de gemeente in overleg met de
ondernemers in de binnenstad een verdere afstemming van de
openingstijden bewerkstelligen. Om dit actiepunt te laten slagen is
een grote bereidheid noodzakelijk van de ondernemers. Het
bedrijfschap Detailhandel of de Kamer van Koophandel kan wellicht
bij het opzetten van deze overleggen een rol spelen.
Naar aanleiding van dit onderzoek is het mogelijk om vervolgens
een detailhandelvisie op te stellen, waarin de maatregelen staan die
de detailhandel in de binnenstad een verdere impuls kan geven.
Hieraan zijn wel extra kosten verbonden.
Het zou goed zijn dit onderzoek met enige regelmaat, bijvoorbeeld
één maal per vier jaar, uit te voeren.
Figuur 19: IKEA, een voorbeeld van duidelijke en ruime openingstijden.
57
10
Opzetten promotieorganisatie Oudewater
12
Acquisitie winkels Oudewater
Betrokken partijen: Gemeente, TCPO en NOVO.
Kosten: Pm.
Financiering: Diverse partijen.
Mogelijke start actiepunt: nog onduidelijk
Betrokken partijen: Gemeente
Kosten: Pm.
Financiering: Pm.
Mogelijke start actiepunt: nog onduidelijk
Doel van het opzetten van een promotieorganisatie is om meer
bezoekers te trekken naar Oudewater en de samenwerking van de
partijen op toeristisch recreatief gebied te versterken. De nieuwe
organisatie moet ondersteund worden vanuit de VVV en TCPO.
Naast de nodige promotie kan gedacht worden aan het organiseren
van een aantal nieuwe evenementen. Voor eventuele activiteiten
wordt actief gezocht naar sponsoren, zodat de kosten hiervan
grotendeels gedekt kunnen worden. Ook kan subsidie aangevraagd
worden bij de provincie Utrecht.
Om daadwerkelijk actief te zoeken naar eventuele trekkers voor de
binnenstad, kan Oudewater aan acquisitie doen. Hieraan zit echter
wel een prijskaartje, omdat een bureau nodig is dat direct contact
heeft met startende ondernemers. Acquisitie kan soelaas bieden om
het winkelaanbod in het centrum te versterken en op gelijk niveau
te houden.
11
Looproutes en bereikbaarheid
Betrokken partijen: Gemeente, NOVO.
Kosten: Pm.
Financiering: Gemeente
Mogelijke start actiepunt: nog onduidelijk
De gemeente kan, in samenspraak met de NOVO, bezien op welke
manier de toegankelijkheid en de looproutes in het centrum kunnen
worden verbeterd. Daarbij dient de discussie over het autoverkeer
in de binnenstad ook mee te worden gewogen.
Figuur 20: HEMA, een trekker voor de binnenstad?
58
13
15
Passantenhaven Westerwal
Parkmanagement bedrijventerrein Tappersheul
Betrokken partijen: Gemeente
Kosten: Pm.
Financiering: Pm.
Mogelijke start actiepunt: nog onduidelijk
Betrokken partijen: Gemeente en BVO.
Kosten: Pm.
Financiering: Pm.
Mogelijke start actiepunt: 2008
De gemeente Oudewater zet in op de realisatie van een
passantenhaven bij de herontwikkeling van de locatie Westerwal.
Dit kan ook een oplossing zijn voor boten uit Oudewater, die
momenteel een ligplaats hebben op de Hollandsche IJssel en die
Rijkswaterstaat in de toekomst niet meer wil toestaan.
Om parkmanagement op te starten wordt het stappenplan die de
provincie heeft beschreven in de handleiding duurzame
ontwikkeling bedrijventerreinen gebruikt. Hierin worden volgende
stappen gevolgd:
1. Bewust worden van de meerwaarde van parkmanagement
2. Wensen en eisen inventariseren
3. Een pakket van maatregelen samenstellen
4. Een organisatorische en een financiële opzet maken
5. De fysieke consequenties vaststellen
6. De (facilitaire) organisatie opbouwen
7. Aanbieders en afnemers contracteren
8. Exploiteren en optimaliseren
TAPPERSHEUL
14
Bestemmingsplan Tappersheul
Betrokken partijen: Gemeente, BVO, KvK Midden-Nederland
Kosten: € 16.000,Financiering: Gemeente, al gefinancierd.
Start actiepunt: 2008
Vanuit het parkmanagement kan vervolgens gewerkt gaan worden
aan de revitalisering van het bedrijventerrein.
In het najaar van 2007 start de gemeente aan een nieuw
bestemmingsplan voor Tappersheul. Gezamenlijk met de
ondernemers wordt nagedacht hoe de ruimte efficiënter gebruikt
kan worden en welke veranderingen ten opzichte van het
bestaande plan wenselijk zijn. Het ontwikkelen van dit
bestemmingsplan kan gezien worden als een actiepunt dat
vooruitloopt op het actiepunt revitalisering Tappersheul.
16
Revitalisering bedrijventerrein Tappersheul
Betrokken partijen: Gemeente, BVO, KvK Midden-Nederland, Provincie
Kosten: Financiering: Diverse partijen
Mogelijke start actiepunt: na 2008
Nadat een inventarisatie gehouden is en duidelijk is welk
ambitieniveau de gemeente gezamenlijk met de ondernemers heeft
vastgesteld, wordt een concrete invulling gegeven aan de
revitalisatie van het bedrijventerrein. Hierna kunnen dan diverse
actiepunten uitgevoerd worden. Op dit moment wordt al gedacht
59
aan het verbeteren van de voorzieningen op het bedrijventerrein
voor de werknemers en het verbeteren van de beeldkwaliteit van
het gebied met als uitgangspunt een beeldkwaliteitplan.
nieuwe methoden om uit de landbouw energie op te wekken. Op
deze informatieavond wordt een inschrijflijst neergelegd.
Geïnteresseerden kunnen dan hun gegevens invullen, waarna een
afspraak wordt gemaakt over de mogelijkheden op het agrarische
bedrijf. Voor het stimuleren van de uiteindelijke uitvoering van
energieopwekking probeert de gemeente een subsidie te verkrijgen
van bijvoorbeeld de provincie Utrecht. Het is nu nog lastig in te
schatten welke kosten dit actiepunt met zich mee brengt.
Dit actiepunt wordt gestart wanneer het parkmanagement enigszins
vorm gekregen heeft en de inhoud van het bestemmingsplan voor
Tappersheul bekend is.
LANDELIJK GEBIED
19
17
Betrokken partijen: Gemeenten Oudewater, Lopik en Montfoort
Kosten: zie marketingplan.
Financiering: Gemeente, al gefinancierd.
Start actiepunt: 2008
Vrijkomende agrarische bebouwing
Betrokken partijen: Gemeente, LTO Noord
Kosten: Pm.
Financiering: Gemeente
Start actiepunt: 2008
Dit actiepunt heeft tot doel om de waardering en bewustwording
voor het agrarische cultuurlandschap te vergroten, om zo het
gebied op een duurzame manier te vermarkten. Dit wordt gedaan
door:
• Het opzetten van gezamenlijke promotionele activiteiten
• Het uitdragen van een gemeenschappelijk marketingconcept
voor de streek
• Het verwerven van subsidies voor het uitwerken van
routestructuren en knooppunten en om deze te onderhouden.
• Het gezamenlijk tot leven wekken van de streek op een
passende manier.
De gemeente geeft voor dit actiepunt op dit moment al subsidie.
Budget is hiervoor beschikbaar gesteld in het marketingplan groene
driehoek 2006-2010.
De provincie Utrecht heeft goedkeuring onthouden van een regeling
voor
vrijkomende
agrarische
bedrijven
(W*)
in
het
bestemmingsplan “landelijk gebied Hekendorp en Papekop”. De
gemeente zal met kracht nastreven om ook zonder de sloop van
opstallen de gebruiksfunctie van een perceel te mogen wijzigen. Dit
als geen nieuwbouw plaats vindt. Het beroep hiervoor dient in
maart 2008. Bij nieuwbouw is 50% sloop overigens wel verplicht.
18
Struinen en vorsen
Energieproductie
Betrokken partijen: Gemeente, Milieudienst, LTO Noord
Kosten: Pm.
Financiering: Gemeente
Mogelijke start actiepunt: na 2008
Om agrariërs meer in kennis te stellen van de mogelijkheden van
energieopwekking wordt een informatiebijeenkomst georganiseerd.
Hierbij wordt een bedrijf uitgenodigd die veel kennis heeft van
60
Literatuurlijst
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Beleidsnotitie economische agenda, ministerie van economische
zaken, 2006.
Gemeentelijk accountmanagement, leidraad, ministerie van
economische zaken, mei 2005.
Gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers, ministerie van
economische zaken, april 2006.
Kansen benutten! krachten bundelen!, ontwerp economisch
beleidsplan 2007-2011, provincie Utrecht.
Structuurvisie Oudewater, mei 2005.
Handleiding, duurzame ontwikkeling bedrijventerreinen, “uw
bedrijventerreinen als visitekaartje”, provincie Utrecht.
Marketingplan Lopikerwaard 2006-2010, gemeente Lopik,
Montfoort en Oudewater, maart 2006.
Nota “werken en mobiliteit”, gemeente Oudewater, 2005
Eindrapportage parkmanagement doorgelicht, provincie Utrecht,
juni 2007.
Kerngegevens 2006-2007, provincie Utrecht, januari 2007.
Een tien voor plattelandstoerisme, ministerie van LNV, januari
2007.
PAR, statistische gegevens van de provincie Utrecht
Statistische gegevens van het CBS.
Uit en thuis in Utrecht, actieplan toerisme, provincie Utrecht.
Bestemmingsplan “landelijk gebied Hekendorp en Papekop”,
gemeente Oudewater, 2007.
Bestemmingsplannen “Binnenstad” en “Kern”,
gemeente
Oudewater, 2007.
Woonvisie Oudewater, gemeente Oudewater, 2007.
Bestuursprogramma 2006-2010, gemeente Oudewater, 2006.
Kampeerbeleid, gemeente Oudewater, 2007.
Figuren
FIGUUR 1: LANDELIJKE GEBIEDSTYPEN OUDEWATER................................................. 13
FIGUUR 2: ONTWIKKELINGEN AANTAL BEDRIJFSVESTIGINGEN NAAR SECTOR, BRON:
PAR 2001-2006. .......................................................................................... 18
FIGUUR 3: ONTWIKKELING AANTAL BANEN OUDEWATER, BRON: PAR 2001-2006 ... 19
FIGUUR 4: WERKGEVERS IN OUDEWATER MET MEER DAN 50 BANEN, PAR 2006. ..... 19
FIGUUR 5: AANDEEL WERKLOOSHEID NAAR OPLEIDING, CWI ................................... 19
FIGUUR 6: INKOMENDE PENDEL OUDEWATER, BRON PAR 2006. .............................. 20
FIGUUR 7: ONTWIKKELING IN HET AANTAL AGRARISCHE BEDRIJVEN IN OUDEWATER
(CBS, STATLINE)............................................................................................ 22
FIGUUR 8: MARKT VAN OUDEWATER........................................................................ 27
FIGUUR 9: LEEUWERINGENSTRAAT, WINKELS. .......................................................... 27
FIGUUR 10: HEMA TREKT GROENE HART IN ............................................................ 32
FIGUUR 11: WILGENWEG, TAPPERSHEUL. ................................................................ 36
FIGUUR 12: ENTREE TAPPERSHEUL.......................................................................... 37
FIGUUR 13: OVERZICHT DUURZAME ONTWIKKELINGEN BEDRIJVENTERREINEN ............ 41
FIGUUR 14: ENTREE VAN TAPPERSHEUL................................................................... 41
FIGUUR 15: LANDELIJK GEBIED, ZUID LINSCHOTERZANDWEG ................................... 43
FIGUUR 16: AANTAL NGE IN OUDEWATER VERGELEKEN MET DE REGIO EN DE
PROVINCIE ...................................................................................................... 43
FIGUUR 17: DE BOERDERIJ, NATUURCAMPING IN SNELREWAARD .............................. 47
FIGUUR 18: BEDRIJFSVERZAMELGEBOUW, ONTWORPEN DOOR GVL, HARDERWIJK..... 56
FIGUUR 19: IKEA, EEN VOORBEELD VAN DUIDELIJKE EN RUIME OPENINGSTIJDEN. .... 57
FIGUUR 20: HEMA, EEN TREKKER VOOR DE BINNENSTAD? ....................................... 58
62
BIJLAGE 1 SCENARIO’S
63
64
Download