Inzet en toewijding

advertisement
Inzet en toewijding
Mt.19:16-20:16
Voorjaarsconferentie Amerongen
21 februari 2008
GW Hoddenbagh
1. Samenhang
2. Personalia
3. Waarom deze geschiedenis?
4. Vraag en antwoord
5. Gewogen en te licht bevonden
6. Opnieuw vraag en antwoord
7. Juiste werkhouding
8. Eigenschappen werkgever
Inzet en toewijding
2
Samenhang
Met het voorafgaande:
Het koninkrijk der hemelen c.q. van
God (19:14, 23,24)
Met wat volgt:
‘in uw koninkrijk’ (20:21)
Cruciaal: het kruis en de opstanding
(20:17-19)
Inzet en toewijding
3
Personalia
Een overste (Lk.18:18),
waarschijnlijk van een synagoge
Hij is zeer rijk (Lk.18:23) en heeft
‘vele bezittingen’(Mt.19:22)
Hij is ‘wat de gerechtigheid
betreft die in de wet is,
onberispelijk’, d.w.z. voor het oog
van de mensen (Fp.3:6)
Inzet en toewijding
4
Waarom deze geschiedenis?
De weg tot redding?
Een les over navolging?
Moeten we – zoals de minderbroeders – de
belofte van armoede, kuisheid en
gehoorzaamheid afleggen?
Een waarschuwing tegen rijkdom?
Een combinatie van het
bovenstaande?
Inzet en toewijding
5
Vraag en antwoord
Wat…moet ik
doen?
Bewaar de
geboden!
Welke?
6 van de 10
Wat ontbreekt
mij nog?
Ga heen,
verkoop…,en
kom, volg Mij
Inzet en toewijding
6
Gewogen en te licht
bevonden
‘Want wie de hele wet houdt,
maar in één gebod struikelt,
is schuldig geworden
aan alle’
(Jk.2:10)
Conclusie:
Het is voor een rijke moeilijk,
zo niet onmogelijk om
het koninkrijk der hemelen/van God
binnen te gaan (23-26)
Inzet en toewijding
7
Opnieuw vraag en antwoord
Vraag
Antwoord
Wie kan dan
behouden
worden?
Bij God is alles
mogelijk! (Rm.8:3,4)
Wat zal dan voor
ons zijn?
Nu een kruis,
straks een kroon
Inzet en toewijding
8
Juiste werkhouding
(20:1-16)
Samenhang
‘want’ (20:1):voor wat hoort wat?
Tijden:
5 verschillende tijden (:1,3,5,6)
Loon:
Volgens CAO (Rm.4:4)?
Of Pro Deo?
Inzet en toewijding
9
Eigenschappen werkgever
Eigenschappen werkgever:
Rechtvaardig
Ik doe u geen onrecht (:13)
Soeverein
Ik wil…(:14)
Goed
Is uw oog boos omdat ik goed ben (:15)
Inzet en toewijding
10
Inzoomen
Wat wordt bedoeld met
‘eeuwig leven’?
Gaat het om de wet en
haar vervulling?
(Lv.18:5; Dt.4:40;
Gl.3:12)
Is het daarom een
typische vraag voor
een godsdienstige
Jood?
Wil hij het vrederijk
ingaan? (Ps.133:3;
Dn.12:2)
Of wil hij weten hoe hij
in de hemel kan
komen?
Wie wordt bedoeld met
‘de Goede’? (:17, vgl.
met Mk.10:18)
Wat is de schat in de
hemelen?
Wat is de betekenis van
‘een kameel door het
oog v.d. naald’?
Wat wordt bedoeld met
‘in de wedergeboorte’?
Wie worden bedoeld met
‘de eersten en de
laatsten’? (19:30; 20:16)
Inzet en toewijding
11
Download