Tabel 3 - Extras Springer

advertisement
Inhoud:
auteur: JWG Jacobs
Tabel 1. Extra-articulaire verschijnselen van reumatische aandoeningen: huid &
slijmvliezen, nagels, ogen
Tabel 2. Globale indeling van reumatische aandoeningen
Tabel 3. Voor elke reumatische aandoening is de kans op het ontstaan per
leeftijdscategorie verschillend
Tabel 4. Differentiële diagnose van monoartritis
Tabel 5. Differentiële diagnose van oligo- en polyartritis
Tabel 6. Differentiële diagnose van peesontsteking
Tabel 7. Veel voorkomende toevalsbevindingen bij ouderen (>65 jaar)
Tabel 1. Extra-articulaire verschijnselen van reumatische aandoeningen:
huid & slijmvliezen, nagels, ogen *
Huid & slijmvliezen:
artritis psoriatica (huid: psoriasis)
CREST-syndroom (huid: calcinose, Raynaud fenomeen, sclerodactylie, teleangiectasieën)
gonokokkenartritis (huid: pustulose; slijmvliezen: urethritis)
jicht (huid: tofi, cellulitis)
Lyme artritis (huid: erythema migrans, acrodermatitis atrophicans)
morbus Behçet (huid: ulcera; slijmvliezen: ulcera)
reactieve artritis (huid: keratoderma blenorrhagicum, balanitis; slijmvliezen: urethritis)
reumatoïde artritis (noduli)
SAPHO-syndroom (huid: pustulose, acne)
sarcoïdose (huid: erythema nodosum)
SLE (huid: vlinderexantheem; slijmvliezen: enantheem, ulcera)
systemische sclerose (huid: sclerodermie)
Nagels:
artritis psoriatica (nageldystrofie, putjesnagels)
hypertrofische osteoartropathie (horlogeglasnagels)
reumatoïde artritis (splinterbloedinkjes)
Ogen:
morbus Bechterew (iridocyclitis)
morbus Behçet (hypopyon)
morbus Sjögren (keratoconjunctivitis sicca)
reactieve artritis (conjunctivitis)
reumatoïde artritis (episcleritis en scleritis)
sarcoïdose (conjunctivitis)
*
niet uitputtend overzicht
2
Tabel 2. Globale indeling van reumatische aandoeningen *
inflammatoir beeld**
 hele rug: m. Bechterew
rug
 lokaal: discitis
 monoartritis: jicht
gewrichten
bindweefsel
 oligo- of polyartritis: RA
niet inflammatoir beeld**
spondylartrose,
osteoporose, lumbago
artrose,
osteonecrose
systemische sclerose,
 locaal: tendinitis
dermatomyositis, SLE
 gegeneraliseerd: fibromyalgie
* per cel enkele voorbeelden; zie voor differentiële diagnose van inflammatoire
gewrichtsaandoeningen tabel 4 en tabel 5
** inflammatoir beeld: pijn in rust, afnemend bij bewegen, nachtelijke pijn, langdurige
ochtendstijfheid, moeheid, systemische verschijnselen, zoals afvallen en (subfebriele) koorts;
niet-inflammatoire beeld: pijn bij bewegen, afnemend in rust, startpijn en -stijfheid, kortdurende
ochtendstijfheid, geen moeheid of systemische verschijnselen. Patiënten met fibromyalgie
melden vaak wel nachtelijke pijn, langdurige ochtendstijfheid en moeheid, maar geen afvallen
en (subfebriele) koorts en pijn neemt ook niet duidelijk af bij bewegen
3
Tabel 3. Voor elke reumatische aandoening is de kans op het ontstaan per
leeftijdscategorie verschillend *
Aandoening
0-30
leeftijd (jaren)
31-65
acuut reuma
+++
+
-
arteriïtis temporalis
-
+
+++
artrose
-
+
+++
+++
+
-
fibromyalgie
+
+++
+
jicht
-
+++
++
osteoporose
-
+
+++
paraneoplastisch syndroom
+
+
++
polymyalgia reumatica
-
+
+++
pyrofosfaat-artropathie
-
+
+++
reumatoïde artritis
+
+++
++
SLE
++
++
+
Bechterew
>65
* De relatieve kans op ontstaan per diagnose per leeftijdscategorie: -: vrijwel nooit, + zelden, ++:
vaak, +++: meestal. De relatieve kansen op ontstaan zijn voor de verschillende diagnoses
onderling niet te vergelijken. Zo ontstaat in de groep 0 tot 30 jarigen reumatoïde artritis
bijvoorbeeld vaker dan acuut reuma. Maar als acuut reuma voorkomt, is het vrijwel altijd in de
groep van 0-30 jaar.
4
Tabel 4. Differentiële diagnose van monoartritis *
*
Monoartritis
Lijkend op monoartritis
- septische artritis
- acute periartritis of bursitis
- jicht
- chondromatose
- pseudojicht
- osteochondritis dissecans
- reactieve artritis
- hemartros
- acuut reuma
- artrose
- traumatische artritis
- osteomyelitis
- palindroom reuma
- osteonecrose
- begin van polyartritis
- Charcotgewricht
- sarcoïdose, syndroom van Löfgren
- marsfractuur
- artritis door corpus alienum (doorn, b.v.)
- regionaal pijnsyndroom type
- paraneoplastische artritis
- erysipelas, cellulitis
- Lyme-ziekte
- maligniteit (intra- of periarticulair)
- synovitis villonodularis pigmentosa
- periostitis
- familiaire mediterrane koorts (FMF)
- ziekte van Paget van bot, bij een gewricht
- morbus Behçet
- dėrangement interne, bv. meniscuslaesie
niet uitputtend overzicht
5
Tabel 5. Differentiële diagnose van oligo- en polyartritis *
reumatoïde artritis
spondylarthropathie
artritis psoriatica
reactieve artritis
enteropathische artritis
morbus Bechterew
juveniele idiopathische artritis
collageenziekten
systemisch lupus erythematodes
mixed connective tissue disease
undefined connective tissue disease
microbieel / postmicrobieel
septische artritis **
gonococcenartritis
virale artritis (bijvoorbeeld parvo B19, hepatitis B, rubella)
Lyme-ziekte **
poststreptococcen reactieve artritis
Henoch-Schönlein purpura
kristalartropathie **
polyarticulaire chronische jicht
calciumpyrofosfaatartropathie
metabole artropathie
amyloïdose **
sarcoïdose
myxoedeem artropathie
hemochromatose
ochronose
acromegalie
hyperlipidemie **
polyartrose
pulmonale hypertrofische osteoartropathie
*
niet uitputtend overzicht
** komen ook vaak als monoartritis voor, zie tabel 4
Tabel 6.
Differentiële diagnose van peesontsteking *
enthesitis
surmenage
systemische aandoeningen
reumatoïde artritis
SLE
seronegatieve spondylarthropathie **
systemische sclerose
amyloïdose
sarcoïdose
infecties
mycobacteriën
gonorroe
schimmels
Haemophilus influenzae
calciumpyrofosfaatartropathie
synovitis villonodularis pigmentosa
hyperlipidemie
ciprofloxazine
x
tendinitis tendovaginitis tenosynovitis
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
*
niet uitputtend overzicht; voor beschrijving van types van peesontsteking zie de tekst
**
morbus Bechterew, artritis psoriatica, reactieve artritis,artritis bij idiopathische darmziekten
7
Tabel 7. Veel voorkomende toevalsbevindingen bij ouderen (>65 jaar)*
A.




bij laboratorium onderzoek
verhoogd serum urinezuur
aanwezigheid van antinucleaire antilichamen (ANF) in serum
aanwezigheid van reumafactoren in serum
lichte tot matige verhoging van de BSE
B.





bij röntgenonderzoek
artrose
spondylose, spondylartrose
chondrocalcinose
vertebrale hyperostose (DISH)
weke delen verkalkingen
* toevalsbevinding: bevinding, die niet de oorzaak is van de klacht of het probleem
8
Download