3) Scanning tunneling microscopie De STM meet stroom tussen een scherpe tip en een elektrisch geleidend preparaat als functie van plaats. Omdat de tunnelstroom zeer snel afneemt voor toenemende afstand, legt STM de kleinste details vast: "Echte" atomaire resolutie is mogelijk. -23- a) Instrumentatie In plaats van kracht bij AFM, meet STM elektrische stroom als functie van plaats. stroom kracht licht spanning detectie A-D conversie probe beeld object z piezo element x y sturing + feedback computer Typische voltages: mV - Volts Typische stroom: 10 pA - 10 nA -24- Tip Elektrisch geleidend (Atomair) scherpe punt Hard Wolfraam STM naalden aangescherpt via ionmilling. Vacuum: Wolfraamdraad met (elektro)chemisch/ion milling geetste punt Niet-vacuum: Doorgeknipt Pt-Ir draadje -25- Afbeeldingswijzen a) Constant height mode (x,y) translatie, z is constant, stroom varieert Snel Geen kwantitatieve hoogteinfo b) Constant current mode (x,y) translatie, z varieert waarbij de tunnelstroom constant blijft Traag, door feedback loop Kwantitatieve hoogteinfo -26- c) Spectroscopie: I(Vbias). -27- b) Tunneling Eén-dimensionaal model Elektron tunnelt van tip naar object via barrière. Aanname: géén tunneling terugwaarts. vacuum E Ef tip object z=0 z=a z E: Energie elektron in tip (=U): Barrièrepotentiaal (= werkfunctie) a: Breedte barrière -28- Schrödinger vergelijking: i) Metalen tip d 2 E 2m dz 2 Oplossing (E > 0): ( z ) A sin kz B cos kz met k 2mE 2 ii) Vacuümgebiedje 2 d 2 ' E ' U ' 2 2m dz Oplossing (E -U) < 0): ' C exp(z ) D exp(z ) 2m(U E ) 2 1/ 2 U = barrièrehoogte -29- iii) Randvoorwaarden: Om de twee oplossingen aan elkaar te koppelen hebben we drie randvoorwaarden: i) Als a : ' 0 Dus D = 0 ii) Continuïteit bij z = 0: (z=0) = '(z=0) Dus B = C iii) Continuïteit bij z = 0: d ( z 0) d ' ( z 0) dz dz Dus Ak = -C -30- iv) Oplossing: i) Tip ( z < 0): 2mE 2mE E z z ( z ) Asin cos 2 2 U E ii) Barrière (z > 0): E 2m(U E ) '( z) A exp z 2 U E -31- Tunnelsnelheid Aanname: Er tunnelen géén elektronen terug Tunnelsnelheid, I, evenredig met kans op deeltje op z = a. I ' (a) ' (a)* ' (a) 2 1/ 2 E 2 m ( U E ) 2 A exp 2 z 2 U E Kort gezegd: I exp 2a , met 2m(U E ) 2 1/ 2 . -32- Drie gevallen (tip of = sample) Evacuum i) sample tip Ef ii) tip eV sample iii) sample tip eV sample tip i) Vbias = 0: Geen tunnelstroom; ii) Vbias,sample > 0: Elektronen tunnelen van tip naar sample; iii) Vbias,sample < 0: Elektronen tunnelen van sample naar tip. -33- Tunnelstroom met bias: I exp 2a , met 2m(U E ) 2 1/ 2 U = gemiddelde potentiaal tussen z = 0 en z = a: U tip sample 2 eVbias 2 Consequentie: De stroom varieert exponentieel (d.w.z. sterk!) met de tipsample afstand a. Atomaire resolutie is mogelijk. -34- Vele energieniveaus Zowel de tip als het sample hebben niet één maar véle energieniveaus: tip sample Ef eV Ef ' Hierdoor ontstaan er vele tunnelmogelijkheden van een vol (Ef '< E < Ef) naar een leeg niveau (E > Ef'). -35- Totale tunnelstroom Itotaal = alle energieën in tip [aantal elektronen met energie E in tip] x [aantal lege plaatsen met energie E in sample] x [tunnelkans tussen deze twee niveaus met energie E] dE of eV I sample (r , E ) tip ( E )T ( E, eV , r )dE 0 met T ( E , eV , r ) exp( 2a) en 2m tip sample eV E 2 2 2 . -36- Consequentie: STM opnames van {110} GaAs. (a) Sample bias + 1.9 V; (b) Sample bias -1.9 V. i) Positieve sample bias Lege niveaus in sample worden gevuld met elektronen uit de tip. Afbeelding lege orbitalen (Ga-atomen). ii) Negatieve sample bias Volle niveaus in sample geven electronen af aan tip. Afbeelding volle orbitalen (As atomen). -37- c) Spectroscopie Spectroscopie bij STM: Lokale meting van I-V curven om de plaatsafhankelijke "density of states" sample(E,r) te achterhalen. Methoden: i) Vastleggen van een aantal beelden in constant current mode bij verschillende Vbias. Aanname: tip(E) = constant Kwalitatief Veel opnames driftprobleem Vermenging topografische en spectroscopische informatie. -38- ii) dI/dV metingen Differentiëren van eV I sample (r , E ) tip ( E )T ( E, eV , r )dE 0 geeft dI sample(r , eV ) tip (0)T (eV , eV , r ) dV eV dT ( E, eV , r ) sample (r , E ) tip ( E eV ) dE dV 0 tip(E) constant en T(E,eV,r) verandert geleidelijk met V 2e term verandert langzaam met V tip(0) en T(eV,eV,r) zijn constant. Dus dI/dV = Csample(r,eV) + geleidelijk veranderende achtergrond. -39- Meting dI/dV: Snelle wisselspanning over Vbias V = Vbias,// + V~ Directe meting I-V curves op verschillende plaatsen en daarna differentieren. STM-spectroscopie van Si-(111) oppervlak. dI/dV spectra gemeten in een 10 x 10 raster toont de plaatsafhankelijke density of states. -40- d) Toepassingen STM Elektrisch geleidende (kristal)oppervlakken (surface science): Halfgeleiders (Si, Ge, GaAs, C) Supergeleiders Metalen (Au, Ag etc.) Adsorptielagen op elektrisch geleidende substraten (surface science, katalyse, (bio)chemie) Oxidelagen op metalen Elektrochemie Organische moleculen Bio-macromoleculen (DNA, eiwit) -41- Voorbeeld: STM opname van organische moleculen op een (0001) grafietoppervlak. -42- 4) Scanning near field optical microscopy (SNOM) a) Principe licht w d metaalfolie met gat: w object translatie lens w d detector Belichten via metaalplaatje met gat w << , dicht tegen het object (d << ): geeft oplossend vermogen << . -43- b) Problemen Lichtopbrengst is zeer gering: I w6 Afstand gat object moet tijdens scannen constant op ~10 nm worden gehouden. -44- c) Oplossing: De fiber fiber metaal coating metaal coating 100 nm 5-10 nm object far field lens detector i) Belichting: Via spitse fiber, opzij bedekt met aluminium coating. Tipdiameter ~ 100 nm. -45- ii) Vergroting lichtopbrengst: Laser als lichtbron Collectorlens onder preparaat Gebruik fotomultiplier iii) Constante tip - sample afstand Non-contact mode AFM door meting schuifkrachten van horizontaal trillende fiber. Constant height mode geeft tevens hoogteprofiel. -46- d) Toepassingen SNOM i) Detectie optische eigenschappen absorptie brekingsindex luminescentie Raman verstrooiing fotogeleiding hoogteverschillen als functie van plaats, met een resolutie van ~ 20-50 nm. ii) Meting luminescentie van individuele moleculen op een substraat. Veelbelovend, maar complex qua uitvoering en interpretatie. -47-