Gemeenschappelijke preventiedienst Psychosociale risico’s op het werk Preventie – actiemiddelen - procedures Sinds 1 september 2014123 maken geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk integraal deel uit van de psychosociale risico’s op het werk. Het is al een tijdje geleden dat de eerste wettelijke bepalingen rond de bestrijding van ongewenst seksueel gedrag op het werk het licht zagen. In de loop der jaren werd dit thema geïntegreerd in de welzijnswetgeving en uitgebreid met de preventie van geweld en pesterijen op het werk. Sindsdien werd de concrete toepassing ervan regelmatig geëvalueerd, wat uiteindelijk heeft geleid tot een meer algemene benadering van de preventie van psychosociale risico’s op het werk. De psychosociale risico’s op het werk worden gedefinieerd als de kans dat een of meerdere personeelsleden psychische schade ondervinden die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de scholengroep als werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden. De aandacht voor psychosociale risico’s op het werk vloeit voort uit een stijgende maatschappelijke trend. Steeds meer personen worden geconfronteerd met psychologische of psychosomatische klachten, met burn-out en depressie. Die toename wordt in verband gebracht met het ervaren van stress die voortvloeit uit de prestatie- en resultaatgerichte aspecten van zowel de maatschappelijke context als de werkcontext. Binnen onderwijsinstellingen van onze scholengroep willen we een positief arbeidsklimaat garanderen waarin iedereen optimaal kan meewerken aan de gezamenlijke doelstellingen en resultaatsverbintenissen. Aandacht voor knelpunten in de sociale verhoudingen vraagt daarom voortdurende alertheid en een engagement van iedereen. Met het aanbieden van de nodige informatie en actiemiddelen, sensibilisering en professionele omkadering willen de scholengroep psychosociale risico’s van het werk en conflicten vroegtijdig detecteren en aanpakken. 1 Hoofdstuk Vbis van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de preventie van psychosociale risico’s op het werk betreft, waaronder inzonderheid geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk en het Koninklijk besluit betreffende de preventie van psychosociale risico’s op het werk van 10 april 2014 2 http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=41474 . 3 Wet van 28 februari 2014 tot aanvulling van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de preventie van psychosociale risico’s op het werk betreft, waaronder inzonderheid geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk en de Wet van 28 maart 2014 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de gerechtelijke procedures betreft Preventiedienst bewaard op 19-07-2017 1 Psychosociale risico’s op het werk Preventie - Engagement van iedereen Binnen de onderwijsinstellingen van onze scholengroep willen we een zo positief mogelijke werksfeer realiseren voor iedereen. Het bestuur van de scholengroep verbindt er zich daarom toe de nodige aandacht te besteden aan het ontwikkelen van arbeidsomstandigheden, waarbinnen noch psychosociale risico’s, noch grensoverschrijdend gedrag veroorzaakt kunnen worden. Elk personeelslid heeft immers het recht te werken in een aangename en stimulerende werkomgeving. Om dit te bereiken wordt er een inspanning én engagement gevraagd van zowel leidinggevenden als van alle personeelsleden via een ‘engagementsverklaring voor een positieve werksfeer’. Actiemiddelen en procedures Een personeelslid dat meent psychische schade te ondervinden, die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van psychosociale risico’s op het werk, beschikt over verschillende actiemogelijkheden of kan verschillende procedures gebruiken. • Mogelijke aanspreekpunten (de gewone sociale verhoudingen) De eerste aanspreekpunten van een personeelslid zijn de persoon in kwestie (als de oorzaak ligt bij het gedrag van een persoon), de rechtstreekse of hogere leidinggevenden. Leidinggevenden zijn vaak goed geplaatst om de problemen aan te pakken. De preventieadviseur arbeidsgeneesheer, de vertrouwenspersoon, de preventieadviseur van de gemeenschappelijke preventiedienst, een lid van het basis- of tussencomité of een vakbondsafgevaardigde zijn ook belangrijke aanspreekpunten waar een personeelslid een beroep op kan doen. Het is voor alle betrokken partijen belangrijk dat er een dialoog wordt gevoerd over de problemen die zich op het werk voordoen. Met iets blijven zitten, er ziek van worden, garandeert zelden een oplossing. Het is van groot belang dat het personeelslid met iemand kan praten die hij/zij vertrouwt. • De interne procedure Wanneer het inschakelen van deze personen zonder succes blijft of wanneer het personeelslid deze stap niet wil zetten, kan hij gebruik maken van de specifieke interne procedure die bestaat uit twee types interventie: de informele psychosociale interventie en de formele psychosociale interventie. Hiervoor moet het personeelslid contact opnemen met de vertrouwenspersoon of de externe preventieadviseur psychosociale aspecten. De respectievelijke contactgegevens staan verder in dit document. Uiterlijk 10 kalenderdagen na dit eerste contact zullen de vertrouwenspersoon of de externe Gemeenschappelijke preventiedienst Preventie – actiemiddelen - procedures bewaard op 19-07-2017 2 Psychosociale risico’s op het werk preventieadviseur psychosociale aspecten het personeelslid horen en informeren over de mogelijkheden tot interventie. • De informele psychosociale interventie Een personeelslid kan een interventie vragen van de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale aspecten met het oog op het zoeken naar een oplossing door middel van de informele weg. Dit kan bestaan uit het voeren van persoonlijke gesprekken waarbij wordt geluisterd naar de werknemer en hem advies wordt gegeven, een interventie bij een andere persoon van de onderwijsinstelling of scholengroep of een verzoening tussen de betrokken personen wanneer het een relationeel probleem betreft. Deze informele interventie kan gevraagd worden zowel voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag als voor alle andere situaties waarbij er sprake is van psychosociaal leed op het werk. • De formele psychosociale interventie Het personeelslid kan een verzoek tot formele psychosociale interventie enkel indienen bij de preventieadviseur psychosociale aspecten. Het doel van deze interventie bestaat erin de scholengroep als werkgever te vragen om passende preventiemaatregelen te nemen. De preventieadviseur psychosociale aspecten zal een risicoanalyse uitvoeren van de arbeidssituatie van de verzoeker en aan de scholengroep als de werkgever een advies verstrekken dat onder andere de resultaten van deze analyse bevat maar ook voorstellen van eventuele collectieve en individuele maatregelen. Er zijn 3 types van formele psychosociale interventie met elk een eigen specifieke behandeling: • Verzoek tot formele psychosociale interventie met een hoofdzakelijk individueel karakter buiten geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag • Verzoek tot formele psychosociale interventie geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag • Verzoek tot formele psychosociale interventie met een hoofdzakelijk collectief karakter Meer uitgebreide informatie over de verschillende types van formele interventie zijn te verkrijgen bij de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale aspecten op het werk. • Register van feiten door derden Het register van feiten door derden is een preventiedocument (en geen vraag voor een tussenkomst in een individueel geval). Dit document helpt de werkgever om de meest adequate preventiemaatregelen te Gemeenschappelijke preventiedienst Preventie – actiemiddelen - procedures bewaard op 19-07-2017 3 Psychosociale risico’s op het werk treffen voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk die een externe oorsprong hebben. Met dit register wordt bij de risicoanalyse psychosociale risico’s rekening gehouden. Personeelsleden die geconfronteerd worden met feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk door personen die extern zijn aan de organisatie moeten dit melden. De verklaringen van de personeelsleden die menen het voorwerp te zijn geweest van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk door personen die extern zijn aan de organisatie, worden in dit speciaal register genoteerd en opgenomen. Deze verklaringen omvatten een beschrijving van de feiten en de data van deze feiten. De identiteit van het personeelslid wordt niet vermeld tenzij deze laatste met de vermelding instemt. Het register voor feiten van derden wordt beheerd door en bewaard bij de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale aspecten. De werkgever zorgt ervoor dat de personeelsleden die het slachtoffer worden van geweld gepleegd door andere personen op de arbeidsplaats, de passende psychologische ondersteuning krijgen van gespecialiseerde diensten en instellingen. De vertrouwensperso(o)n(en) van onze scholengroep is/zijn [voornaam + naam] [telefoonnummer / eventueel gsm-nummer] [e-mailadres] Preventieadviseur psychosociale aspecten [voornaam + naam] [telefoonnummer / eventueel gsm-nummer] [e-mailadres] Meer informatie en een gedetailleerd overzicht van het verloop van de interne procedures, zijn terug te vinden in het arbeidsreglement, www.g-o.be/preventie of via www.werk.belgie.be. Gemeenschappelijke preventiedienst Preventie – actiemiddelen - procedures bewaard op 19-07-2017 4