rapportage MSU audit

advertisement
RAPPORTAGE
MSU+ 2.0 Audit
Voor
...
Auteur
Versie
Referentienummer
Datum
:
:
:
:
<naam auditeur> / …
1.0
…
<datum>
DOCUMENTBEHEER
Document
omschrijving
Versie Datum
0.1
0.2
1.0
:
Rapportage MSU+ 2.0 audit
Status
Concept
Concept
Definitief
Auteur
Paraaf
DISTRIBUTIE
Naam
Afdeling
De heer …
De heer …
Hoofd Inkoop
Hoofd Dienst Informatisering en
Faciliteiten
Hoofd Dienst Control
Mevrouw …
Hoofd ….
De heer …
VOOR AKKOORD
<auditerende organisatie
<geauditeerde organisatie>
Naam
Datum
Naam
Datum
…
: <naam auditeur>
:
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
: De heer …
:
ii
INHOUDSOPGAVE
MANAGEMENTSAMENVATTING .......................................................................................................................... 4
SAMENVATTING BEVINDINGEN .......................................................................................................................... 6
1.
INLEIDING........................................................................................................................................................ 7
1.1
2.
LEESWIJZER ................................................................................................................................................... 9
2.1
3.
Het MSU+ 2.0 model ...............................................................................................................7
De aanpak ...............................................................................................................................9
BEVINDINGEN EN GROEIMOGELIJKHEDEN STRATEGISCHE PROCESSEN ......................................... 10
3.1
Bevindingen en conclusies .................................................................................................10
1. Nemen van een besluit over inbesteden (zelf doen) of uitbesteden .......................................................... 10
2. Ontwikkelen van een strategie per inkooppakket ...................................................................................... 12
3. Continue optimalisatie van het leveranciersbestand.................................................................................. 14
4. Ontwikkelen en managen van de leveranciersrelatie ................................................................................ 16
5. Optimaliseren van product/proces innovatie en ontwikkeling .................................................................... 18
6. Integreren van leveranciers in het order realisatie proces ......................................................................... 20
7. Het verbeteren van de leveranciersprestatie en het bewaken en vergroten van de kwaliteit .................... 21
8. Strategisch kosten management ............................................................................................................... 23
3.2
4.
Grafische weergave strategische processen ....................................................................24
BEVINDINGEN EN GROEIMOGELIJKHEDEN ONDERSTEUNENDE PROCESSEN .................................. 25
4.1
Bevindingen en conclusies .................................................................................................25
1. Vaststellen van plannen en beleid voor inkoop ......................................................................................... 25
2. Inrichten van de inkooporganisatie ............................................................................................................ 27
3. Ontwikkelen van inkoopprocedures ........................................................................................................... 29
4. Prestatie indicatoren voor inkoop .............................................................................................................. 31
5. Informatie technologie voor inkoop ............................................................................................................ 33
6. Human Resource Management (HRM) ..................................................................................................... 34
4.2
Grafische weergave ondersteunende processen .............................................................36
5.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN .......................................................................................................... 37
6.
BENCHMARK ................................................................................................................................................ 39
<geauditeerde organisatie>
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
iii
MANAGEMENTSAMENVATTING
De heer …, Hoofd Inkoop binnen het ..., heeft voor een audit waarin de mogelijkheden
worden geïnventariseerd om de inkoopfunctie te optimaliseren.
Als onderzoeksmethodiek is gekozen voor de MSU+ 2.0 methodologie van de globale
inventarisatie die door NEVI samen met de publieke sector is ontwikkeld.
Voorbeeldtekst
<Op basis van de organisatievisie, inkoopbeleid en ambitie zijn de belangrijkste
processen geïdentificeerd en is een ambitieniveau vastgesteld.
Naar aanleiding van de audit bij het ... en uit metingen die reeds eerder door ons zijn
uitgevoerd, constateren wij dat het ... goed presteert en de intentie en mogelijkheden
heeft de inkoopfunctie verder te professionaliseren, langs het gedefinieerde
ambitieniveau.
Belangrijke stappen, die gezet zijn, zijn een vastgesteld inkoopbeleid met duidelijk
omschreven inkoopdoelstellingen, een bewust kleine maar adequaat ingerichte
inkooporganisatie, vertegenwoordigd op MT-niveau, en ondersteuning van het
inkoopproces door middel van een geïntegreerd informatiesysteem waarmee benodigde
prestatie-indicatoren kunnen worden verkregen.
<OPTIONEEL>
Onderstaand overzicht geeft aan op welke processen de prioriteit voor komende periode
zou moeten liggen om de ambities van <..> te realiseren.
III
Ontwikkelen II
van een
strategisch
inkooppakket
I
Strategische
Processen
Inbesteden /
Uitbesteden
Strategisch
Kosten
management
Optimaliseren van
het leveranciersbestand
2 of meer niveau’s verwijderd van ambitie, hoge prioriteit
1 tot 2 niveau’s verwijderd van ambitie, midden prioriteit
Op of boven ambitie niveau, geen prioriteit
<geauditeerde organisatie>
V
Optimaliseren van
product- /
procesinnovatie en ontwikkeling
VIII
Leveranciersprestaties
verbeteren en
kwaliteit mgt
IV
Ontwikkelen en
managen van
leveranciersrelaties
VII
Integratie van
leveranciers in het
orderrelisatieproces
VI
Kritische geïntegreerde
‘supply chain’ processen
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
4
II
Inrichten van
Ontwikkelen
vanII
de inkooporganisatie
organisatie en
team-strategieën
van
wereldwijdvan
Vaststellen
geïntegreerde
en
plannen en beleid
voor inkoop
strategieën
afgestemde
plannen
II
III
Ontwikkelen III
van inkoopprocedures
Ondersteunende
Processen
VI
Human
VI
Resource
Ontwikkeling
Management
2 of meer niveau’s verwijderd van ambitie, hoge prioriteit
1 tot 2 niveau’s verwijderd van ambitie, midden prioriteit
Op of boven ambitie niveau, geen prioriteit
Prestatie
indicatoren
voor inkoop
IV
Ontwikkelen
en V
Informatieimplementeren
vanV
technologie
voor
ondersteunende
inkoop
IS/IT systemen
Naar aanleiding van de audit doen wij de volgende aanbevelingen:






Maak besluitvorming formeel en leg besluiten vast;
Definieer inkooppakketten en bijbehorende strategieën (inclusief
aanbestedingsstrategieën);
Bepaal een gedifferentieerd leveranciersbeleid: Maak minimaal onderscheid tussen
strategisch en niet-strategisch en leg vast hoe met diverse categorieën leveranciers
om moet worden gegaan;
Werk het leveranciersmanagement verder uit: stel de bepalende prestatie-indicatoren
(ook kwalitatief) voor iedere categorie leveranciers vast en meet periodiek de
prestaties van (strategische) leveranciers;
Betrek leveranciers van routine producten (volgens Kraljic) intensiever dan tot nu toe
bij de behoefteplanning;
Stimuleer en beloon creativiteit en multidisciplinaire samenwerking die geleid heeft
tot verbeterde inkoopprestaties.>
Voor verdere bevindingen en groeimogelijkheden, verwijzen wij graag naar het rapport.
Langs deze weg willen wij... en in het bijzonder …, danken voor hun open wijze van
beantwoording van onze vragen in het kader van deze audit.
<naam auditeur>
…
<geauditeerde organisatie>
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
5
SAMENVATTING BEVINDINGEN
Proces
Status
SP 1: Nemen van een besluit over
inbesteden of uitbesteden
SP 2: Ontwikkelen van een
strategisch inkooppakket
SP 3: Optimaliseren van het
leveranciersbestand
SP 4: Ontwikkelen en managen
van de leveranciersrelatie
SP 5: Optimaliseren van product- /
procesinnovatie en -ontwikkeling
SP 6: Integratie van leveranciers
in het orderrealisatieproces
SP 7: Leveranciersprestaties
verbeteren en kwaliteit bewaken
en vergroten
SP 8: Strategisch
Kostenmanagement
Proces
OP 1: Vaststellen van plannen en
beleid voor inkoop
OP 2: Inrichten van de
inkooporganisatie
OP 3: Ontwikkelen van
inkoopprocedures
OP 4: Prestatie indicatoren voor
inkoop
OP 5: Informatietechnologie voor
inkoop
OP 6 : Human Resource
Management (HRM)
Status
Score Ambitie
Voorgestelde
Actie
Prioriteit
1
1
2
3
7
1
3
2
1
2
8
1
1
5
5
3
4
9
2
4
3
Score Ambitie
Voorgestelde
Actie
Prioriteit
1
3
1
5
6
4
1
2
5
4
5
6
4
4
2
2
Opgemerkt moet worden dat de scores niets zeggen over de hoe de volwassenheid
tendeert naar een hoger niveau. Soms is er weinig voor nodig om op een (veel) hoger
ontwikkel niveau te komen. Het overzicht dat gevoegd is in hoofdstuk 5 (uitwerking
bevindingen) geeft dit inzicht wel.
<geauditeerde organisatie>
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
6
1. INLEIDING
Centraal in deze pilot staat het MSU model van prof. Monczka. Dit model, dat momenteel
ook succesvol in het bedrijfsleven wordt toegepast, is door middel van een aantal
aanpassingen geschikt gemaakt voor de publieke sector en in 2014 geheel is vernieuwd
(MSU+ 2.0). Dit aangepaste model is het MSU+ 2.0 model.
Deze pilot betreft een nulmeting van de inkoopprocessen van uw organisatie met de
scope <… afdeling> op basis van dit model.
Op basis van organisatievisie, inkoopbeleid en ambitie, zoals besproken in de intake,
hebben we bepaald welke processen <wel/niet> in scope zijn en hebben we een
ambitieniveau vastgesteld.
Met behulp van de uitkomsten van deze nulmeting kan worden vastgesteld waar
verbetering van de verschillende inkoopprocessen mogelijk is. Tevens zullen de
uitkomsten van uw organisatie anoniem worden opgenomen in een database. In deze
database zijn reeds in totaal meer dan 120 nulmetingen opgenomen. Deze database
functioneert als dé benchmark voor de Nederlandse publieke sector op het gebied van
inkoop. Het is de bedoeling dat de gecertificeerde auditeurs deze database continue
actualiseren.
1.1 Het MSU+ 2.0 model
Het MSU+ 2.0 model is een integraal raamwerk van acht strategische processen (Figuur
1-1) op het terrein van inkoop- en supply management en zes ondersteunende
processen), gezamenlijk geven ze een beeld van Purchasing Excellence weer. Voor elk
van de in totaal veertien processen zijn beoordelingscriteria ontwikkeld en niveaus van
volwassenheid beschreven (niveau 1 tot en met niveau 10). Op grond van deze criteria
wordt de organisatie beoordeeld en het volwassenheidsniveau vastgesteld.
III
Ontwikkelen
van een
strategisch
inkooppakket
I
Optimaliseren van
het leveranciersbestand
Strategische
Processen
Inbesteden /
Uitbesteden
Strategisch
Kosten
management
II
V
Optimaliseren van
product- /
procesinnovatie en ontwikkeling
VIII
Leveranciersprestaties
verbeteren en
kwaliteit mgt
IV
Ontwikkelen en
managen van
leveranciersrelaties
VII
Integratie van
leveranciers in het
orderrelisatieproces
VI
Kritische geïntegreerde
‘supply chain’ processen
Figuur 1-1: acht strategische processen van het MSU+ 2.0 model
…
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
7
II
Inrichten van
Ontwikkelen
vanII
de inkooporganisatie
- en
organisatie
team-strategieën
van
Vaststellen
van
wereldwijd
plannen
en beleid en
geïntegreerde
voor inkoop
strategieën
afgestemde
plannen
II
VI
Human
VI
Resource
Ontwikkeling
Management
III
Ontwikkelen III
van inkoopprocedures
Ondersteunende
Processen
Prestatie
indicatoren
voor inkoop
IV
Ontwikkelen
en V
Informatieimplementeren
vanV
technologie
voor
ondersteunende
inkoop
IS/IT systemen
Figuur 1-2: zes ondersteunende processen van het MSU+ 2.0 model
Belangrijk is dat de gebruiker van het model zich realiseert dat de focus niet altijd op
niveau 10 hoeft te liggen. Het is zelfs onwaarschijnlijk dat niveau 10, voor iedere
organisatie, het beste is.
Zo kan het zijn dat het ene proces belangrijker is voor een organisatie dan het andere.
Dit verschilt ook in tijd. Dus organisaties dienen eerst vast te stellen op welke van de 14
processen zij zich willen focussen en wat voor volwassenheidsniveau zij willen bereiken.
Voor de overige processen is het op dat moment minder belangrijk hoe hoog er gescoord
wordt. Overigens bestaan er geen organisaties (bedrijfsleven/publieke sector) die een 10
scoren op alle processen.
In MSU+ 2.0 vindt het ‘scoren’ van de organisaties plaats op basis van interviews en het
beoordelen van bewijsdocumenten. Het vaststellen van het volwassenheidsniveau van
een bepaald proces gebeurt volgens het zogenaamde ‘strict step’ principe. Dat wil zeggen
dat aan alle criteria van een bepaald niveau is voldaan, voordat de criteria van een
volgend niveau relevant is. Zo scoort een organisatie een 2 op een bepaald proces
wanneer er nog niet aan alle criteria van niveau 3 is voldaan, ook al is bijvoorbeeld wel
aan de eisen van niveau 4 en 5 voldaan. Het gevolg is, dat de organisatie in dat geval,
door aandacht te besteden aan de criteria van niveau 3, direct doorstijgt naar een score
op niveau 5.
Concluderend, een nulmeting van de inkoopprocessen van een deelnemende organisatie
is een eerste stap op weg naar Inkoop excellentie. Conform de doelstelling binnen het
kader van <organisatiemissie>, luidt de doelstelling van dit onderzoek als volgt:
Het inventariseren van de mogelijkheden die er binnen ... zijn om de
inkoopfunctie te optimaliseren.
…
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
8
2. LEESWIJZER
Voorliggende rapportage is een beschrijving van de uitkomsten van de audit welke is
uitgevoerd op de inkoopfunctie binnen het ... te ….
In hoofdstuk 3 zijn de bevindingen met betrekking tot de strategische processen
beschreven. Hierbij is het huidige niveau aangegeven, het niveau waarbij aan alle
onderliggende eisen wordt voldaan. Daarnaast is aangegeven (in rood en onderstreept)
aan welke eisen men ‘nog’ niet voldoet ten opzichte van het ambitieniveau op korte
termijn.
Ook is gekeken naar de wenselijkheid en mogelijkheden voor lange termijn
(ambitieniveau Lange Termijn).
In hoofdstuk 4, is hetzelfde aangegeven, maar dan voor de ondersteunende processen.
Als laatste zijn in hoofdstuk 5 een aantal aanbevelingen opgenomen, hiermee kan gestart
worden om snel een groei in volwassenheid van de inkoopfunctie mogelijk te maken.
2.1
De aanpak
Het onderzoek bestaat uit:
1. Bewijsstukken verzamelen:
Documentstudie: vooraf zijn de volgende documenten ter beschikking gesteld:
 Beleidskader
2. <Vier> mensen zijn geïnterviewd vanwege hun rol bij de inkoopfunctie, te weten:
 De heer …
 De heer …
 De heer …
 Mevrouw …
3. Vaststellen van het volwassenheidsniveau
Op basis van de beantwoording in de interviews en het ontvangen
bewijsmateriaal, is het volwassenheidsniveau per proces vastgesteld.
4. Rapportage
De audit, de bevindingen en de groeimogelijkheden zijn samengevat in
voorliggende rapportage.
5. Presentatie
De uitkomsten zijn na de audit (voorlopig) teruggekoppeld aan de heren … en ….
De rapportage wordt desgewenst mondeling toegelicht .
…
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
9
3.
BEVINDINGEN EN GROEIMOGELIJKHEDEN STRATEGISCHE PROCESSEN
3.1
Bevindingen en conclusies
In onderstaande tabellen een beschrijving van het huidige niveau, ambitieniveau I (korte
termijn) en ambitieniveau II (lange termijn).
In rood (en onderstreept) zijn de elementen aangegeven waar het aan ontbreekt.
1. Nemen van een besluit over inbesteden (zelf doen) of uitbesteden
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
…
 Geen of weinig bewijs van de aanwezigheid van een gestructureerd
besluitvormingsproces voor het in-/uitbesteden.
 Er wordt een ad hoc benadering gehanteerd.
 Er is sprake van specifieke crisis gerelateerde besluitvorming en implementatie, afhankelijk van bepaalde sleutelpersonen.
 Gedreven door capaciteitsoverwegingen.
 Weinig tot geen meetinstrumenten / prestatie-indicatoren (vooraf /
achteraf).
 Inkoopdeskundigheid is niet betrokken of alleen bij de uitvoering.
 Er vindt weinig tot geen communicatie plaats met belanghebbenden.
 Geen bewijs dat aandacht uitgaat naar wet- en regelgeving.
 Systematisch, multidisciplinair besluitvormingsproces m.b.t. kern-/nietkerncompetenties.
 Gebaseerd op interne informatie, kosten / baten analyses o.b.v. een
beperkt aantal beoordelingscriteria en korte termijn doelstellingen, weinig
bewijs van een gestructureerd implementatieproces.
 Er is alleen communicatie binnen het project.
 Er is weinig bewijs dat aandacht wordt besteed aan wet- en regelgeving.
 Als 2, maar gebaseerd op interne en externe informatie.
 Inkoop is betrokken in dit proces als informatiebron voor kennis omtrent
het huidige leveranciersbestand.
 Er is goed nagedacht over externe samenwerking.
 Als 3, maar gebaseerd op huidige en toekomstige behoeften: beslissingen
zijn duidelijk genomen op basis van de eigen strategie en met kennis van
de korte- en langetermijnstrategie van de huidige leveranciers en hun
aanwezige vaardigheden en kwaliteiten (eventueel aangevuld met
benchmarkstudies).
 Er vindt communicatie plaats over de afdelingen heen binnen de totale
organisatie.
 Als 4, maar besluiten over in-/ uitbesteden zijn niet alleen genomen op
basis van kennis van de korte / lange termijnstrategie van de huidige
leveranciers en hun vaardigheden / kwaliteiten, maar ook van potentiële
leveranciers.
 Potentiële leveranciers zijn geïdentificeerd door inkoopmarktonderzoek en
leveranciersbeoordeling.
 Er is bewijs dat wet- en regelgeving wordt nageleefd.
 En er vindt formeel afgewogen besluitvorming plaats over het al dan niet
samenwerken met geschikte externe partijen.
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
10
Niveau 6
Niveau 7
Niveau 8
Niveau 9
Niveau 10
 Als 5, waarbij besluiten over in-/ uitbesteden gebaseerd zijn op
kosten/baten analyses o.b.v. een integrale set van beoordelingscriteria.
 Er bestaat een duidelijk beeld van alle kosten en er is een evaluatie proces
van alle kostelementen voor en na in-/uitbesteden.
 De onderbouwing van deze objectieve analyse is vastgelegd.
 Er is bewijsbaar sprake van duidelijke doelstellingen. Op basis hiervan
wordt gemeten.
 Inkoop wordt ook betrokken bij bedrijfseconomische afwegingen.
 Er is een uitgebreid communicatieplan met aandacht voor verschillende
interne belanghebbenden.
 Als 6, en er is bewijs van een gestructureerd implementatieproces.
 Duidelijke gedefinieerde uitbestedingsovereenkomsten zijn beschikbaar, die
alle relevante onderwerpen afdekken.
 Enige taakstellingen zijn geformuleerd.
 Er bestaat een formeel in-/uitbesteden besluitvormingsproces en een
formeel implementatieproces.
 De gevolgen voor de interne organisatie zijn helder.
 Er vindt een evaluatie plaats van de mate waarin de wet- en regelgeving
wordt nageleefd in het kader van het nemen van een besluit over in-/
uitbesteden.
 Tevens wordt de besluitvorming over samenwerking met geschikte partijen
geëvalueerd.
 Als 8, echter met inbegrip van een formeel beoordelings-/evaluatieproces
op hoog bestuursniveau van resultaten op basis van de doelstellingen
(inclusief analyse van de acties en de eventuele corrigerende maatregelen).
 Expliciete vastlegging van de resultaten.
 Er is ook communicatie over in- en uitbesteden met de leveranciersmarkt.
 Multidisciplinair / organisatie overstijgend besluitvormingsproces.
 Beoordeling van de kerncompetenties o.b.v. grensoverschrijdend inzicht
(intern, klanten, leveranciers).
Aspecten
SP1.1
SP1.2
SP1.3
SP1.4
SP1.5
SP1.6
SP1.7
SP1.8
SP1.9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Documentatie
Strategie
Kosten/ baten analyse
Informatie
Team samenstelling
Leverancier
Benadering besluitvorming
Primaire / Secundaire
activiteiten
Beoordelings/ evaluatieproces
SP1.10 Implementatie proces
SP1.11 Betrokkenheid van
inkoopdeskundigen
SP1.12 Communicatie
SP1.13 Wet en -regelgeving
SP1.14 Externe samenwerking
…
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
11
2. Ontwikkelen van een strategie per inkooppakket
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
…
 Geen proces voor de ontwikkeling van een strategie per inkooppakket
aanwezig.
 Respectievelijk geen of zeer beperkt aantoonbaar bewijs van het bestaan
van inkooppakketstrategieën binnen de inkoopafdeling.
 Geen gedocumenteerde strategie.
 Er vinden geen of ad hoc leveranciersmarktonderzoeken plaats.
 Geen communicatie met direct belanghebbenden en geen bewust gebruik
van inkoopmodellen voor het samenstellen van een strategie.
 Er is geen bewijs dat er aandacht uitgaat naar wet- en regelgeving.
 Multidisciplinaire teams zijn geïnstalleerd om een strategie per
inkooppakket te ontwikkelen.
 Teams komen aantoonbaar bij elkaar.
 Het ontwikkelen van de strategie per inkooppakket is gebaseerd op intern
gedefinieerde eisen aan het product, en op uitkomsten van kwantitatieve
inkoopanalyse met betrekking tot inkoopvolume en inkoopfrequentie
 Deze informatie is o.a. verkregen o.b.v. reactief overleg met de interne
klant.
 De focus ligt op de korte termijn en denkt na over marktwerking.
 Inkoopstromen en risico analyseert men o.b.v. prijs en volume.
 Er is enig bewijs dat er aandacht uitgaat naar wet- en regelgeving.
 Als 2, maar de strategie per inkooppakket is ook gebaseerd op een
gedegen begrip van de structuur en ontwikkeling van de leveranciersmarkt
(gedocumenteerd), inclusief de specifieke bedrijfssituatie, vaardigheden,
prestaties en resultaten van zowel huidige als potentiële leveranciers.
 Men baseert zich mede op de uitkomsten van een kwantitatieve
inkoopanalyse met betrekking tot leveranciersrisico's
 Tevens maakt men gebruik van inkoopmodellen voor het onderscheiden
van inkooppakketten.
 Als 3, maar ook gebaseerd op eisen aan het inkooppakket die met de
interne klant zijn geïdentificeerd en afgestemd.
 De focus van de strategie is op de lange termijn en is in lijn met het
algemene beleid van de organisatie
 Voor het bepalen van aanbesteding strategieën wordt rekening gehouden
met wet- en regelgeving.
 Tevens vindt er een analyse plaats van inkoopstromen en risico o.b.v.
kosten.
 Er zijn functionarissen aangesteld om de doelstellingen van de teams te
formuleren, de besluitvorming over de teams heen te coördineren, gedegen
te evalueren of de competenties van de teams nog overeenkomen met de
strekking van de strategie en om participatie van de juiste deelnemers te
organiseren.
 Er is een gedocumenteerd en gecoördineerd proces voor de ontwikkeling
van een strategie per inkooppakket.
 Beperkt aantoonbaar dat communicatie met direct belanghebbenden
plaatsvindt.
 Nauwelijks sprake van grensverleggende doelstellingen.
 Wet- en regelgeving wordt nageleefd.
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
12
Niveau 6
Niveau 7
Niveau 8
Niveau 9
Niveau 10
 Als 5, de strategie is gebaseerd op binnen de eigen organisatie en met
leveranciersmarkt afgestemde en gebundelde
technologieontwikkelingsplannen.
 Er wordt organisatie overschrijdend samengewerkt en ook zijn
verschillende innovatieve vormen van aanbestedingen zijn formeel
overwogen (contractvormen, selectiecriteria).
 Als 6, maar inclusief specifieke, meetbare, tijdsgebonden (SMART) en
grensverleggende doelstellingen, in lijn met organisatie- en inkoopbeleid.
 Tevens vindt er een analyse plaats van inkoopstromen en risico m.b.t. het
proces.
 Gestructureerde opvolging en evaluatie van resultaten (inclusief
corrigerende acties).
 Expliciete vastlegging van bereikte en verbeterde resultaten.
 Als 7, voor het opstellen van de strategie werkt men intensief samen met
interne markten
 Daardoor ontstaat commitment.
 Met de belangrijkste interne en evt. externe belanghebbenden vindt er
regelmatig terugkoppeling / afstemming van de strategie per inkooppakket
plaats.
 Voor de aanbestedingsstrategie houdt men rekening met de onderlinge
verhoudingen en mechanismen op de leveranciersmarkt.
 Men evalueert de wijze waarop de organisatie wet- en regelgeving naleeft.
 8, waarbij in het strategieontwikkelingsproces eveneens rekening wordt
gehouden met benchmarkonderzoeken.
 Als 9, waarbij formele risicobeoordeling van de leveranciersmarkt een
integraal onderdeel van de inkooppakketstrategie is.
 Er vindt een continue evaluatie van de aanbesteding strategie plaats.
 Ook vindt er identificatie en opvolging van verbeteringen in ontwikkeling
van aanbesteding strategieën plaats.
Aspecten
SP2.1
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Onderzoek leveranciersmarkt
SP2.2
SP2.3
SP2.4
Onderzoek Interne klant
Strategie
Inkoopstromen en risico
analyses
SP2.5
Documentatie
SP2.6
Besluit-vormings proces
SP2.7
Communicatie
SP2.8
Team samenstelling
SP2.9
Inkoopmodellen
SP2.10 Identificatie Product vereisten
SP2.11 Inkoopplanning
SP2.12 Evaluatie resultaten
SP2.13 Wet- en regelgeving
…
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
13
3. Continue optimalisatie van het leveranciersbestand
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
Niveau 7
…
 Leveranciersselectie is gebaseerd op prijs en beschikbaarheid.
 Geen initiatieven voor optimalisatie van het leveranciersbestand of in
beperkte mate gebaseerd op de kwalitatieve perceptie van de
leveranciersprestatie en eenvoudige evaluatie van kosten en inkooprisico.
 Geen bewijs dat voldoende aandacht wordt besteed aan wet- en
regelgeving.
 Leveranciers worden met name onderverdeeld in strategisch en nietstrategisch.
 Er bestaat een gedocumenteerd leveranciersselectieproces gebaseerd op
huidige eisen en capaciteiten van de organisatie.
 Weinig tot geen bewijs van gedifferentieerd beleid voor strategische en
niet-strategische leveranciers.
 Er vindt ad hoc leveranciersmarktonderzoek plaats.
 Enig bewijs dat aandacht uitgaat naar wet- en regelgeving.
 Als 2, maar inclusief de aanwezigheid van een eenvoudig
leveranciersmeting systeem, waarin in ieder geval kwaliteit en
leveringsbetrouwbaarheid van strategische leveranciers worden gemeten.
 Weinig bewijs van formele communicatie over dit onderwerp richting
belanghebbenden.
 Als 3, maar met een leveranciersmeting systeem, uitgebreid met een
eenvoudig leverancierskwalificatiesysteem, dat optimalisatieplan van het
leveranciersbestand ondersteunt.
 Als 4, maar waarbij het leveranciersbestand uitgebreid is geanalyseerd op
basis van inkoopomzet en inkooprisico.
 Documentatie is aanwezig in de vorm van analyses aan de hand van
inkoopmodellen.
 Weinig bewijs dat o.b.v. deze analyse gedifferentieerde actie richting
leveranciers plaatsvindt.
 Er is bewijs van naleving van wet- en regelgeving.
 Als 5, maar duidelijk aantoonbaar dat er een gedifferentieerd
leveranciersbestand managementproces plaatsvindt op basis van analyses
aan de hand van inkoopmodellen.
 Gedocumenteerde bewijsvoering van differentiatie strategieën / acties
richting leveranciers.
 Als 6, maar tevens is een geavanceerd leveranciersmeting systeem
aanwezig. Dit systeem dekt zowel de lopende producten af, als het
innovatieproces voor producten en processen.
 De criteria zijn gewogen in lijn met het organisatiebeleid,
multidisciplinaire betrokkenheid en objectieve metingen.
 Bewijs is aanwezig dat de aanpak resultaat heeft en doelstellingen
worden gerealiseerd.
 Deze informatie wordt gecommuniceerd richting leveranciers en met
regelmaat worden verbeterprogramma's doorgesproken.
 De volgende informatie is beschikbaar voor alle strategische leveranciers
en hoofdbetrokkenen over de huidige eisen en vaardigheden: status van
het leveranciersbestand, leveranciersprestaties en verbeteringsacties.
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
14
Niveau 8
Niveau 9
Niveau 10
 Als 7, en er bestaat een formeel gedocumenteerd
leveranciersselectieproces gebaseerd op toekomstige behoeften.
 Tevens vinden er regelmatige beoordelingen plaats van alle strategische
leveranciers (bijvoorbeeld beoordeling van capaciteiten en actualisatie
van het leveranciersprofiel) met als doel een duidelijk begrip te krijgen en
te houden van de leverancier en zijn huidige en toekomstige
mogelijkheden en vaardigheden (in relatie met de huidige en toekomstige
behoeften en eisen van de eigen organisatie).
 Evaluatie van de naleving van wet- en regelgeving.
 Als 8, maar inclusief de mogelijkheid tijd en middelen te besteden aan
fundamenteel leveranciersmarktonderzoek (uitgaande van goed begrip
van organisatie-eisen en het leveranciersbestand).
 De planning en uitvoering van inkoopmarktonderzoek is bewijsbaar
gedocumenteerd.
 Gedifferentieerde strategie per inkooppakket aanwezig (tenminste score 7
bij element 2) teneinde het leveranciersbestand te kunnen optimaliseren
en de prestaties van het juiste aantal / type leveranciers te
maximaliseren.
Aspecten
SP3.1
SP3.2
SP3.3
SP3.4
SP3.5
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Leveranciers selectie
Beoordelen huidige
leveranciers
Team samenstelling
Behoeftes organisatie
Leveranciersmarkt onderzoek
SP3.6
SP3.7
Leveranciers differentiatie
Optimalisatie
leveranciersbestand
SP3.8
Gedifferentieerd beleid
SP3.9
Documentatie
SP3.10 Communicatie
SP3.11 Wet- en regelgeving
…
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
15
4. Ontwikkelen en managen van de leveranciersrelatie
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
Niveau 7
Niveau 8
Niveau 9
Niveau 10
…
 In het inkoopbeleid is een formele definitie aanwezig met welke
leveranciers men een strategische relatie dient op te bouwen.
 Geen bewijs dat aandacht wordt besteed aan wet- en regelgeving.
 Formeel proces aanwezig om de criteria en doelstellingen voor iedere
strategische relatie vast te stellen in overeenstemming met het inkoopplan
en organisatiedoelstellingen.
 Weinig bewijs voor het bestaan van gestructureerde communicatiekanalen
en gemeenschappelijke formulering van doelstellingen.
 Enig bewijs dat er aandacht uitgaat naar wet- en regelgeving.
 Als 2, waarbij er een gedocumenteerd en gestructureerd proces aanwezig
is om potentiële (strategische) leveranciers te identificeren, beoordelen en
selecteren op basis van gedefinieerde criteria (zoals onder proces 2)
gedefinieerd.
 Voor de meeste strategische leveranciers zijn (indien relevant)
overeenkomsten aanwezig zijn, inclusief documentatie dat men werkt aan
een leveranciersrelatieprogramma.
 Als 3, waarbij senior management van beide zijden betrokken is bij het
opzetten en managen van de relatie.
 Er vindt functiescheiding plaats en inkoopdeskundigheid is apart betrokken
in de relatie.
 Leveranciersrelaties vormen af en toe een agendapunt van het
managementteam en gemeenschappelijke verbeteringsprogramma's (met
leverancier) staan in de kinderschoenen.
 Communicatie tussen de verschillende niveaus in de organisatie is formeel
georganiseerd.
 Als 4, waarbij (indien van toepassing) de strategische leveranciersrelatie is
geïntegreerd in het "Product Proces Innovatie (PPI)" proces.
 Er is bewijs dat wet- en regelgeving wordt nageleefd.
 Als 5, waarbij gemeenschappelijke taakstellingen zijn geformuleerd voor
huidige projecten.
 Er is sprake van gemeenschappelijke definiëring van doelstellingen en er is
een gemeenschappelijk planningsproces.
 Geen bewijs dat strategieën voor de toekomst zijn afgestemd.
 Als 6, waarbij de integrale kosten en processen gemeenschappelijk zijn
geanalyseerd.
 Open-boek beleid om kostenopbouw en -calculaties te delen over de gehele
waardenketen.
 Als 7, waarbij duidelijk aantoonbaar een gemeenschappelijke (met
leverancier) ambitieuze verbeteringsagenda is opgesteld op basis van
benchmarking.
 Continue beoordeling van de relatie in het licht van de beoogde doelen.
 Er vindt evaluatie plaats van de naleving van wet- en regelgeving.
 Als 8, waarbij een gemeenschappelijk (met leverancier) opleidings- en
trainingsprogramma is geformuleerd.
 Aantoonbare realisatie van taakstellingen en verbetering van resultaten.
 Als 9, waarbij er formeel sprake is van afstemming en wederzijdse
toekomstplannen op het gebied van technologie, doelstellingen en
strategieën.
 Informatie over toekomstige producten en technologiebeleid wordt openlijk
gedeeld.
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
16
Aspecten
SP4.1
SP4.2
SP4.3
SP4.4
SP4.5
SP4.6
SP4.7
…
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Inkoopbeleid
Beoordelingsproces
Documentatie
Samenwerking met
leverancier
Verbeteringsprogramma's
Communicatie
Wet- en regelgeving
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
17
5. Optimaliseren van product/proces innovatie en ontwikkeling
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
Niveau 7
Niveau 8
…
 Niet of in mindere mate aantoonbaar dat leveranciersintegratie in product
proces innovatie (PPI) een thema is.
 Geen of beperkte aanwezigheid van PPI-beleid en procedures, waarin
(indien aanwezig) de rol van inkoop en leveranciers wordt beschreven /
vastgelegd.
 Geen bewijs dat er voldoende aandacht wordt besteed aan wet- en
regelgeving.
 Als 1, waarbij er expliciete besluitvorming plaatsvindt over een innovatieof ontwikkelingsproject.
 Inkoop is aantoonbaar vanaf de (voor-) ontwikkelfase van een project
betrokken in PPI.
 Als 2, waarbij er een goede kennis is van de leveranciersmarkt en waarbij
de selectie van de leverancier nadrukkelijk is gebaseerd op de onder proces
2 gedefinieerde vereisten en in lijn is met het beleid en het project.
 Alleen indien noodzakelijk vindt er verdergaande beoordeling van de
leveranciersprocessen plaats.
 Als 3, waarbij een formeel besluitvormingsproces is ingericht ter
vaststelling van de wijze en tijdstip van betrokkenheid van de leverancier
in PPI.
 In beperkte mate is sprake van taakstelling en contractering (tenminste
geheimhoudingsverklaringen en regeling van intellectueel eigendomsrecht).
 Als 4, waarbij duidelijke projectdoelstellingen zijn geformuleerd (inclusief
tijd, kosten en kwaliteit) die zijn vertaald in inkoop- en
leveranciersdoelstellingen.
 Ontwikkelingscontracten zijn aanwezig waarin de doelstellingen voor de
leverancier zijn geformuleerd.
 Controle op het naleven van wet- en regelgeving voor het optimaliseren
van de product- en procesinnovatie en -ontwikkeling is in de procedures
verankerd.
 Als 5, waarbij regelmatige vergaderingen zijn gepland.
 De projectdoelstellingen zijn over de verschillende niveaus van de
organisatie en over de grenzen van de verschillende disciplines heen
gecommuniceerd en vastgelegd (meer dan alleen de
productfunctionaliteiten).
 Indien relevant is ook de fysieke aanwezigheid van de ontwikkelaars van
de leverancier in de eigen ontwikkelafdeling georganiseerd
 Als 6, waarbij de leveranciersprestatie wordt gemeten en afgezet tegen de
verwachtingen.
 Relevante corrigerende maatregelen worden gepland en geïmplementeerd.
 Er bestaat een geavanceerd leveranciersmeetsysteem voor de
leveranciersprestatie in PPI (dit omdat innovatieve zaken moeilijk meetbaar
zijn).
 Aantoonbare realisatie van taakstellingen en verbetering van resultaten.
 Als 7, waarbij men een "open-boekbeleid" voert voor wat betreft het delen
van kennis en ontwikkelingsplannen.
 Optimalisatie van het naleven van wet- en regelgeving door analyse en
evaluatie van de procedures.
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
18
Niveau 9
Niveau 10
 Als 8, waarbij met elkaar verbonden interne/externe informatiesystemen
(bijvoorbeeld EDI, databases) de informatie-uitwisseling faciliteren om
kosten en tijdverlies te voorkomen.
 Er bestaat een formeel evaluatieproces met leveranciers voor de
beoordeling van ontwikkelingsprojecten en vaststelling van toekomstige
verbeteringsprogramma's.
 Als 9, waarbij een overzicht van strategische leveranciers beschikbaar is
per technologiecluster op basis van uitgebreid leveranciersmarktonderzoek,
continu onderzoek van relevante bedrijfstakken en discussies over de
richting van gemeenschappelijk technologieonderzoek.
Aspecten
SP5.1
Leveranciersmarkt onderzoek
SP5.2
SP5.3
SP5.4
SP5.5
PPI beleid en procedures
Betrokkenheid inkoop
Leveranciers selectie
Beoordeling leveranciers
processen
Evaluatie leveranciers
prestatie
Nemen van correctieve acties
SP5.6
SP5.7
SP5.8
SP5.9
SP5.10
SP5.11
SP5.12
SP5.13
SP5.14
…
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Besluitvormingsproces
Aanwezigheid
projectdoelstellingen
Samenwerking met
leverancier
Communicatie
Multidisciplinair zijn van
aanpak
Gebruik IT systemen
Wet- en regelgeving
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
19
6. Integreren van leveranciers in het order realisatie proces
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
Niveau 7
Niveau 8
Niveau 9
Niveau 10
 Leveranciers integratie in het Order Realisatie Proces (ORP) is niet of
nauwelijks aantoonbaar.
 Er is sprake van interne optimalisatie van het behoefte planning proces.
 Als 1, waarbij er een formele interne communicatiestructuur is waarin
interne multidisciplinaire teams betrokken zijn om de behoefte bepalende
vraag af te stemmen met de leveranciers.
 Daarnaast is er een geautomatiseerd (plannings- en) coderingssysteem
aanwezig is om de interne informatie-uitwisseling te optimaliseren.
 Als 2, waarbij er aantoonbaar taakstellingen zijn geformuleerd voor
verbetering van het orderrealisatieproces.
 Als 3, waarbij aantoonbaar leveranciers zijn betrokken in het
behoefteplanningsproces.
 Met deze leveranciers worden de voorspellingen uitgewisseld.
 Leveranciers worden ook betrokken bij het proces om operationele inkoop
te optimaliseren.
 Als 4, waarbij een actief proces bestaat om onder meer het aantal
logistieke processtappen, het aantal facturen en de voorraad te reduceren.
 Als 5, waarbij er aantoonbaar teams met leden van de zijde van de
opdrachtgever en de leverancier zijn samengesteld om bijvoorbeeld
voorraadniveaus, besteltijden en doorlooptijden te verminderen en het
intern administratieve proces te optimaliseren.
 Er bestaan een actieplan, implementatieplan en een evaluatieproces van de
resultaten.
 Als 6, waarbij een informatiesysteem aanwezig is, dat uitwisseling van
informatie mogelijk maakt over de gehele waardenketen heen inclusief de
klant (bijvoorbeeld via EDI).
 Tevens wordt het evaluatieproces gedocumenteerd.
 Als 7, waarbij de krachten over de gehele waardeketen heen
(contractanten / klanten) gebundeld en geïntegreerd zijn ter verbetering
van bijvoorbeeld planning, voorraadniveaus en facturering.
 Als 8, waarbij duidelijk aantoonbaar is dat men de kwaliteiten en
vaardigheden in de totale waardeketen maximaal benut door een optimaal
ontwerp van systemen en processen en het gebruik van e-tools en andere
innovatieve vormen.
 Benchmarking van de complete waardeketen, resulterend in
verbeteringsprogramma's op wereldklasseniveau.
Aspecten
SP6.1
SP6.2
SP6.3
SP6.4
SP6.5
SP6.6
SP6.7
…
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Leveranciers integratie
Multidisciplinaire
samenwerking
Communicatie
Documentatie
Planningsproces
Verbeteringsplan
Evaluatie proces
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
20
7. Het verbeteren van de leveranciersprestatie en het bewaken en
vergroten van de kwaliteit
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
Niveau 7
Niveau 8
Niveau 9
…
 Geen of beperkte aanwezigheid van een
leveranciersverbeteringsprogramma.
 Ad hoc leveranciersverbetering acties zonder of in zeer beperkte mate
gestructureerde opvolging van verbeteringsacties.
 Als 1, waarbij de strategische leveranciers aan de proceskant voor
contractering getoetst op relevante aspecten en er een formeel systeem
aanwezig is voor eenvoudige meting van de leveranciersprestaties.
 Nauwelijks (aantoonbaar) sprake van terugkoppeling van deze resultaten,
voorzien van analyse en correctieve actie, naar leveranciers.
 Als 2, waarbij ad hoc op basis van slechte prestaties (slechte kwaliteit, te
late leveringen) met leveranciers wordt gecommuniceerd: reactieve
leveranciersverbetering.
 Als 3, waarbij een formele klachtenprocedure is opgesteld om zo efficiënt
mogelijk interne klachten naar leveranciers te communiceren.
 Er bestaat (aantoonbaar) een werkend systeem, dat de corrigerende
maatregelen van de leverancier (op basis van de klachten en de
leveranciersmeting) opvolgt.
 Als 4, waarbij men leveranciersbezoeken organiseert ter evaluatie van de
leverancier en op gestructureerde wijze organisatiestrategie en
inkoopdoelstellingen communiceert.
 Voorts zijn er bij een aantal strategische leveranciersaudits uitgevoerd.
 Als 5, waarbij de opdrachtgever aantoonbaar bij alle strategische
leveranciers audits en processtudies heeft uitgevoerd om de huidige en
toekomstige bekwaamheden van deze leveranciers volledig te kunnen
beoordelen.
 Deze informatie wordt gedocumenteerd, regelmatig geactualiseerd en
effectief gecommuniceerd met de belangrijkste betrokkenen.
 Als 6, waarbij een procescontrolesysteem overeengekomen is met
strategische leveranciers.
 Er is statistisch bewijs van de stabiliteit / bekwaamheid van deze
leveranciers of er is bewijs dat correctieve maatregelen zijn gepland.
 De klachtenprocedure wordt geëvalueerd
 Als 7, waarbij men proactief werkt aan leveranciersontwikkeling.
 Met name steekt men veel energie in de belangrijkste inkooppakketten en
leveranciers.
 Er zijn medewerkers aanwezig in de organisatie die specifiek voor
leveranciersontwikkeling zijn getraind.
 Ter plekke worden leveranciersbeoordelingen uitgevoerd (bijvoorbeeld
Quick scans).
 Als 8, waarbij geavanceerde kwaliteitsmeetsystemen beschikbaar zijn.
 Zo worden de kosten van ‘non quality’ gemeten en zijn targets gedefinieerd
en gecommuniceerd met de betreffende leveranciers en de belangrijkste
betrokkenen.
 Er is sprake van een officieel zogeheten ’nul fouten programma’ voor
kritische leveringen.
 Aantoonbare realisatie van taakstellingen en verbetering van resultaten.
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
21
Niveau 10
 Als 9, waarbij leveranciersbeoordelingen en
gemeenschappelijke/wederzijdse trainingen worden georganiseerd om van
elkaar te kunnen leren en om een gemeenschappelijk
verbeteringsprogramma vast te stellen (inclusief taakstellingen en
opvolging).
Aspecten
SP7.1
SP7.2
SP7.3
SP7.4
SP7.5
SP7.6
SP7.7
SP7.8
…
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Bestaan van leveranciersverbeteringsprogramma
Opvolging
verbeteringsprogramma
Certificering leveranciers
Evaluatie leveranciersprestatie
Identificatie van correctieve
acties
Communicatie
Klachten procedure
Documentatie
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
22
8. Strategisch kosten management
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
Niveau 7
Niveau 8
Niveau 9
Niveau 10
…
 Geen kostenverbeteringsprogramma's of alleen eenvoudig inkoop
prijsmanagement met focus op (prijs-) onderhandeling en volume-effecten.
 Er wordt geen rekening gehouden met specifieke wijze van financiering.
 Als 1, waarbij het Total Cost of Ownership (TCO)-principe wordt
gehanteerd.
 Als 2, waarbij met de TCO-procedure formeel toepast voor belangrijke
producten en/of 'speciale' inkopen/projecten (bijvoorbeeld
kapitaalgoederen).
 Tevens bestaat er stimuleringsprogramma bestaat voor medewerkers en
multidisciplinaire teams om kostenbesparingsideeën te genereren (interne
programma's).
 Weinig aanleiding te veronderstellen dat leveranciers in de formulering van
ideeën betrokken zijn.
 Communicatie is intern gericht.
 Als 3, waarbij leverancierscontracten clausules bevatten die leveranciers
stimuleren of forceren om ideeën en targets voor kostenreductie te
genereren (bijvoorbeeld efficiency targets).
 Beperkt bewijs van gemeenschappelijke brainstorms (tussen leverancier en
inkopende organisatie) met als doel kostenreductie.
 Als 4, waarbij men duidelijk aantoonbaar taakstellingen (budgetten)
hanteert voor kosten bij PPI voor alle projecten.
 Uitgaande van een marktconforme prijs rekent men terug naar een
maximum prijs die mag worden betaald voor een bepaalde dienst of goed.
 Als 5, waarbij men structureel gebruik maakt van verschillende
kostenmodellen om leveranciers te selecteren en kostenstructuren te
verbeteren.
 De inkoopprijs is (aantoonbaar) minstens marktconform.
 Kosten analyseert men met behulp van kostenmodellen die rekening
houden met de specifieke kenmerken van financiering.
 Als 6, waarbij evident is dat er gemeenschappelijke brainstormsessies
plaatsvinden (tussen huidige leverancier en inkopende organisatie) met als
doel kostenreductie.
 Aantoonbare acties en resultaten.
 Analyse van de kosten, rekening houdend met specifieke kenmerken van
de wijze waarop financiering in de not for profitsector plaatsvindt.
 Als 7, waarbij er een gestructureerd en formeel georganiseerd
stimuleringsprogramma bestaat voor leveranciers om besparingsideeën te
genereren.
 Als 8, waarbij multidisciplinaire teams met betrokkenheid van leveranciers
en (externe) klanten systematisch werken aan integrale kostenverlaging.
 Taakstelling-, meet- en opvolgingsmechanisme is aanwezig. Aantoonbare
realisatie van taakstellingen en verbetering van resultaten.
 Als 9, waarbij een formeel, gestructureerd en gedocumenteerd
besluitvormingsproces voor kostenverbeteringen aanwezig is, dat de
gehele waardeketen afdekt en waarbij alle betrokken leveranciers en
(externe) klanten in ogenschouw zijn genomen.
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
23
Aspecten
SP8.1
SP8.2
SP8.3
SP8.4
SP8.5
SP8.6
SP8.7
SP8.9
3.2
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Verbeteringsprogramma's
kosten
Invloed ontwikkelingen
verkoopmarkt
Evaluatieproces
Selectie procedures
Multidisciplinaire
samenwerking
Documentatie
Communicatie
Omgaan met specifieke wijze
van financiering
Grafische weergave strategische processen
In onderstaande spindiagram wordt het huidige niveau weergegeven (blauw) met daarbij
het ambitieniveau wat op korte termijn zou kunnen worden bereikt (groen). Via een rode
stip wordt het ambitieniveau op lange termijn.
In- of uitbesteden
7
6
Strategisch kosten management
Inko
5
4
3
2
1
0
Verbetering leveranciersprestaties
Figuur 3-1: grafische weergave van de strategische processen
Integratie leveranciers
Man
Optimaliseren PPI
Huidig Niveau
…
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
Ambitieniveau KT
Ambitieniveau L
24
4.
BEVINDINGEN EN GROEIMOGELIJKHEDEN ONDERSTEUNENDE
PROCESSEN
4.1
Bevindingen en conclusies
In onderstaande tabellen een beschrijving van het huidige niveau, ambitieniveau I (korte
termijn) en ambitieniveau II (lange termijn).
In rood (en onderstreept) zijn de elementen aangegeven waar het aan ontbreekt.
1. Vaststellen van plannen en beleid voor inkoop
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
…
 Er is geen of een beperkt inkoopplan aanwezig.
 Wanneer het aanwezig is dan is het opgesteld exclusief door inkoop.
 Het inkoopplan beschrijft alleen welke activiteiten er door de verschillende
inkopende organisaties moeten worden uitgevoerd.
 Er is geen systematiek om leveranciers te onderscheiden ( d.m.v.
inkoopmodellen) en om aan te geven hoe met verschillende leveranciers
om moet worden gegaan.
 Er wordt gebruik gemaakt van beleidsuitgangspunten.
 Inkoopplan is gebaseerd op de resultaten van een kwantitatieve
inkoopanalyse.
 Er is een systematiek om leveranciers te onderscheiden (door middel van
inkoopmodellen) en om aan te geven hoe men met verschillende
leveranciers om moet gaan.
 Als 2, maar het inkoopplan is ook gebaseerd op een gedetailleerd inzicht in
leveranciersmarkt.
 Er is een goed begrip van verhoudingen en mogelijkheden op de huidige
leveranciersmarkt.
 De inkoopdoelstellingen zijn duidelijk in lijn met de
organisatiedoelstellingen.
 De inkoopdoelstellingen en de relatie met de organisatiedoelstellingen zijn
expliciet zichtbaar gemaakt in formele rapportages.
 Als 3, maar realisatie van het inkoopplan is onderdeel van een formeel
begrotings- en evaluatieproces.
 Het inkoopbeleid is gebaseerd op het algemeen beleid.
 Doelstellingen worden actief vergeleken met de werkelijkheid en indien
nodig bijgesteld door het management.
 Als 4, maar er is een goede communicatie over het inkoopbeleid richting de
interne belanghebbenden
 Het inkoopbeleid wordt vertaald en geaccordeerd in inkoopplannen via
multidisciplinaire sessies.
 Weinig bewijs van communicatie over (delen van) het inkoopbeleid richting
strategische leveranciers.
 Als 5, met bewijs dat (zelf-)beoordelingen zijn gebruikt om
inkoopdoelstellingen te formuleren en prioriteiten te stellen voor het
ondernemen van verbeteringsactiviteiten.
 Er is aandacht voor de interne efficiëntie van het inkoopproces en voor het
optimaliseren van de relatie met de leverancier.
 Ook maakt men gebruik van de systematiek om leveranciers te
onderscheiden (door middel van inkoopmodellen) en om aan te geven hoe
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
25
Niveau 7
Niveau 8
Niveau 9
Niveau 10
men met verschillende leveranciers om moet gaan.
 Als 6, commitment (steun) voor het inkoopbeleid verkrijgt men actief van
het laagst mogelijke bevoegde orgaan (het laagste niveau dat erover mag
beslissen) en de belangrijkste belanghebbenden.
 Het inkoopbeleid is onderdeel van en vastgelegd in het algemeen beleid.
 Als 7, en relevante delen van het inkoopbeleid worden gecommuniceerd
aan en overlegd met strategische leveranciers.
 Er is bewijs dat de uitkomsten van de discussies worden gebruikt bij het (in
de toekomst) actualiseren van het inkoopbeleid.
 Als 8, en inschatting van het risico van de leveranciersmarkt is integraal
onderdeel van het inkoopbeleid en de inkoopplannen.
 Als 9, bij het opstellen van inkoopbeleid en inkoopplannen betrekt men de
uitkomsten van benchmarkanalyses.
 Hierbij houdt men rekening met alle doelstellingen om de efficiëntie
verbeteren.
 Deze doelstellingen hebben onder meer betrekking op het inkopen en op
procesoptimalisatie.
Aspecten
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
OP1.1 Team samenstelling
OP1.2 Documentatie
OP1.3 Inzicht in
leveranciersmarkt
OP1.4 Indeling van leveranciers
OP1.5 Communicatie
OP1.6 Inkoopplan
OP1.7 Evaluatieproces
OP1.8 Strategie
…
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
26
2. Inrichten van de inkooporganisatie
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
Niveau 7
Niveau 8
…
 Geen of weinig coördinatie en / of samenwerking tussen de inkopende
functies binnen de organisatie en tussen verschillende organisaties.
 De inkopende rol is met name uitvoerend administratief.
 De verdeling van inkooptaken ter optimalisatie van de inkoop is beperkt,
verloopt ongecoördineerd en wordt niet gecommuniceerd.
 Er is geen beleid voor samenwerkingsverbanden.
 Alle inkoop- en uitgavenstromen worden meegenomen in de kwantitatieve
inkoopanalyse en inkoop voert hier periodiek een controle op uit.
 Inkoop wordt tijdig op de hoogte gesteld om een bijdrage te kunnen
leveren aan leveranciersselectie- en contracteringsproces.
 Tactische inkoop is geïmplementeerd als een separate groep activiteiten
naast de operationele inkoop.
 Er is weinig bewijs van strategische inkoopactiviteiten.
 Er is nagedacht over de wijze waarop samenwerking met andere
organisaties (onderdelen), met verschillende uitgangspunten, kan
plaatsvinden.
 Als 2, en inkoop vervult zowel een tactische als een strategische rol.
 Er is duidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden van teamleden.
 Inkoop is vertegenwoordigd op strategisch niveau waarbij een lid van het
management team (MT) eindverantwoordelijk is.
 Deel van de inkooporganisatie is in lijn met het beleid, doelstellingen en
structuur van de organisatie.
 Als 3, met enig bewijs van coördinatie van de inkoopfunctie over
organisatieonderdelen heen.
 De verdeling van inkooptaken vindt redelijk gecoördineerd plaats en wordt
gecommuniceerd aan belanghebbenden.
 Enige multidisciplinaire teams om inkoopprocessen te ondersteunen
 Als 4, en verschillende multidisciplinaire teams zijn geïnstalleerd op
organisatieonderdeelniveau om leveranciersevaluatie, -selectie en integratie
in processen voor product- en procesontwikkeling te ondersteunen.
 Het huidige beleid voor samenwerkingsverbanden wordt geëvalueerd.
 Als 5, waarbij men strategische inkoop implementeert als een aparte set
van activiteiten naast de tactische en operationele inkoopactiviteiten.
 Typisch strategische inkoopactiviteiten worden formeel en structureel
uitgevoerd, zoals het doen van fundamenteel markt- of
technologieonderzoek en het ontwikkelen van een strategie per
inkooppakket.
 De verdeling van de inkooptaken ter optimalisatie van de inkoop is volledig
gecoördineerd
 Als 6, alle benodigde multidisciplinaire teams zijn geïnstalleerd.
 Er is een stuurgroep aanwezig die concern breed de teams aanstuurt,
besluitvorming tussen de teams coördineert, de positie en het niveau van
de inkoopfunctie binnen de organisatie evalueert en die besluiten neemt
over geschikte participanten aan deze teams.
 Inkoop is vertegenwoordigd in beleidsbepalende gremia op concernniveau.
 Als 7, maar multidisciplinaire teams hebben ook invloed op de
ontwikkelingen bij de gecontracteerde leveranciers.
 Identificatie van mogelijke verbeteringen en realisatie van verdere
optimalisatie van het samenwerkingsbeleid.
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
27
Niveau 9
Niveau 10
 Als 8, Multidisciplinaire teams werken samen met klant en leverancier om
tot verdere verbeteringen / innovaties te komen.
 Huidige inkooporganisatie is volledig in lijn met het beleid, de doelstellingen
en de structuur van de organisatie.
 De inkooporganisatie maximaliseert strategische, tactische en operationele
inkoop (hiertussen vindt functiescheiding plaats).
 Er vindt ook functiescheiding plaats tussen de verschillende disciplines.
Aspecten
OP2.1
OP2.2
OP2.3
OP2.4
OP2.5
OP2.6
OP2.7
OP2.9
OP2.8
…
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Multidisciplinaire samenwerking
Evaluatie
Verantwoordelijkheid
Documentatie
Managementniveau
Inkoop optimalisatie
Inkooporganisatie
Communicatie
Beleid t.a.v.
samenwerkingsverbanden
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
28
3. Ontwikkelen van inkoopprocedures
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
Niveau 7
…
 Er zijn geen procedures voor publieke verantwoording, het omgaan met
wet- en regelgeving en voor de operationele, tactische en strategische
inkoopprocessen.
 Er is geen beleid met betrekking tot integriteit voor medewerkers en
leveranciers.
 Bestuurders worden niet of ad hoc betrokken bij het opstellen van
inkoopprocedures.
 Als 1, en aan belanghebbenden wordt alleen ad hoc verantwoording
afgelegd over de inkoopprocessen.
 In procedures wordt expliciet aandacht besteed aan het omgaan met weten regelgeving.
 Er is bewijs dat er procedures zijn opgesteld voor externe samenwerking.
 Er zijn procedures aanwezig voor de operationele, tactische en strategische
inkoopprocessen maar deze zijn niet bekend bij de medewerkers.
 Er vindt identificatie plaats van, en besluitvorming over de integriteitsprincipes.
 Er vindt schriftelijke communicatie plaats over de procedures binnen de
inkoopafdeling.
 Als 2, waarbij de procedures voor het omgaan met regelgeving consequent
worden gevolgd.
 Er bestaan procedures voor het communiceren van de integriteitsprincipes
aan medewerkers en leveranciers.
 Als 3 en er zijn procedures aanwezig voor de wijze waarop achteraf
verantwoording aan belanghebbenden (bijvoorbeeld leveranciers burgers)
plaats zal vinden.
 Het bestuur keurt procedures goed en neemt samen met het
inkoopmanagement besluiten over door te voeren procedurele
verbeteringen.
 De procedures voor de operationele, tactische en strategische
inkoopprocessen zijn bekend bij de medewerkers.
 Er vindt schriftelijke communicatie en mondelinge toelichting plaats over nut
en noodzaak van inkoopprocedures binnen hele organisatie.
 Als 4, en periodiek controleert men of de procedures voor het omgaan met
regelgeving en voor externe samenwerking worden nageleefd.
 Tevens controleert men periodiek of medewerkers integriteitsprincipes
naleven.
 Als 5, en er zijn procedures aanwezig voor de wijze waarop vooraf
verantwoording aan belanghebbenden zal gaan plaatsvinden.
 Periodiek evalueert men de procedures voor het omgaan met regelgeving en
externe samenwerking.
 Het bestuur wordt periodiek geïnformeerd over de mate waarin
medewerkers inkoopprocedures naleven.
 De procedures voor de operationele, tactische en strategische
inkoopprocessen worden gebruikt / toegepast.
 Er vindt ook schriftelijke communicatie plaats over de procedures richting
leverancier.
 Als 6, en er zijn procedures voor het evalueren en terugkoppelen van het
naleven van integriteitsprincipes aan medewerkers.
 Er vindt schriftelijk communicatie plaats over mate van naleving van
procedures binnen de eigen organisatie
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
29
Niveau 8
Niveau 9
Niveau 10
 Als 7, en er vindt transparante / open communicatie plaats over de
prestaties op het gebied van regelgeving, externe samenwerking en
integriteit.
 De procedures voor de operationele, tactische en strategische
inkoopprocessen worden geëvalueerd.
 Er vindt ook schriftelijk communicatie plaats over de mate van naleving ook
naar externen
 Als 8, het bestuur neemt maatregelen om de naleving van inkoopprocedures
te bevorderen.
 Als 9, en de procedures voor de operationele, tactische en strategische
inkoopprocessen worden geoptimaliseerd mede op basis van best practices
bij andere organisaties.
Aspecten
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
OP3.1 Formalisatie publieke
verantwoordingsplicht
OP3.2 Wet- en regelgeving
OP3.3 Externe samenwerking
OP3.4 Integriteit
OP3.5 Rol bestuur
OP3.6 Communicatie
OP3.7 Procedures voor het operationele
proces
OP3.8 Procedures voor het tactische proces
OP3.9 Procedures voor het strategische
proces
…
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
30
4. Prestatie indicatoren voor inkoop
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
Niveau 7
Niveau 8
Niveau 9
Niveau 10
…
 Geen of een basispakket van leveranciersprestatie-indicatoren (om de
prestaties van leveranciers te beoordelen: bijvoorbeeld kwaliteit,
prijsgedrag, tijdigheid leveringen en aanwezigheid ondersteuning) en
inkoopprestatie-indicatoren.
 De leveranciersprestatie-indicatoren worden gemeten en vergeleken met
targets.
 Er wordt een systematische indeling voor inkooppakketten toegepast.
 Daarnaast er is schriftelijk bewijs aanwezig dat de inkoopprestatieindicatoren in overeenstemming zijn met het inkoopbeleid en
organisatiedoelstellingen.
 Als 2, en er zijn formele criteria en een systeem aanwezig om te
identificeren van welke leveranciers de prestaties moeten worden gemeten.
 Terugkoppeling over de werkelijke prestaties ten opzichte van
overeengekomen prestaties wordt gegeven aan de directe
belanghebbenden en regelmatig geëvalueerd.
 Als 3, meetwaarden worden gebruikt om samen met de leveranciers
algemene verbeterplannen op te stellen.
 Als 4, en er is een uitgebreid geïntegreerd pakket van prestatie-indicatoren
aanwezig om te meten hoe leveranciers presteren in het operationele en
het verbeteringsproces.
 Als 5, en er zijn prestatie-indicatoren aanwezig voor het meten van de
efficiëntie van inkoopprocessen (voor optimalisatie van inkoopprocessen).
 De prestatie-indicatoren worden zichtbaar gemaakt voor, gecommuniceerd
aan en begrepen door de gehele organisatie waarvoor wordt ingekocht.
 Als 6, en regelmatig organiseert men (zelf-)beoordelingen om de
volwassenheid van de inkoop te meten.
 Tevens past men benchmarking toe.
 Als 7, er zijn kwalitatieve en kwantitatieve (TCO) prestatie-indicatoren
aanwezig voor de gehele productlevenscyclus van het ingekochte product.
 Deze indicatoren omvatten onder andere prijs, kwaliteit, afleverservice en
kosten voor het niet-presteren van de leverancier.
 De prestatiemetingen gebruikt men voor toekomstige inkooptrajecten
(sourcing), nieuwe ontwikkeltrajecten en continue verbeteractiviteiten,
passend binnen de regelgeving.
 De resultaten verbeteren continue.
 Als 8, en de inkoopprestatie-indicatoren zijn onderdeel van een integraal
pakket van organisatieprestatie-indicatoren.
 De indicatoren worden regelmatig (minimaal elk kwartaal) en formeel op
managementniveau via formele managementrapportages geëvalueerd (met
behulp van tools zoals Balanced Scorecard, EFQM of INK).
 Meetwaarden gebruikt men om samen met leveranciers en klanten de
belangrijkste productkostendrijvers te identificeren, isoleren en analyseren
in de gehele waardeketen.
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
31
Aspecten
OP4.1
OP4.2
OP4.3
OP4.4
OP4.5
OP4.6
OP4.7
…
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Kengetallen
Integratie KPI en doelstellingen
Evaluatie
Documentatie
Communicatie
Verbeterplan
Classificatie systeem
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
32
10
5. Informatie technologie voor inkoop
Niveau 1
Niveau 2



Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Niveau 6


Niveau 7


Niveau 8

Niveau 9


Niveau 10

Geen inkoop Informatie Systeem aanwezig.
Internettoepassingen worden ingezet voor bijvoorbeeld marktonderzoek.
Standalone Inkoop Informatie Systeem aanwezig enkel gericht op het
operationele inkoopproces.
Inkoop Informatie Systeem is onderdeel van het integraal organisatie
informatie systeem.
Als 3, en er is bewijs dat inkoop prestatie indicatoren automatisch worden
gemeten en gepresenteerd door Informatie Systeem
Als 4, en er is bewijs dat internetmogelijkheden uitgebreid worden gebruikt
(leveranciersselectie, marktonderzoek en e-factureren).
Als 5, en een informatiesysteem ondersteunt de betrokkenheid van
leveranciers bij het orderrealisatieproces
Er zijn organisatie-overstijgende links aanwezig specifiek gericht op
ondersteuning van (operationele) inkoop/bestelprocessen
Als 6, en er zijn informatiesystemen die inkoopcontrole mogelijk maken.
Er is bewijs van het gebruik van data warehouses die bijvoorbeeld de
strategische inkoop(functie) ondersteunen door volume-bundeling mogelijk
te maken, standaardisatie en centralisatie van het
inkooppakketmanagement en het decentraal afroepen / bestellen
Als 7, en informatiesystemen ondersteunen de strategische besluitvorming
(bijvoorbeeld Kostenanalyse-modellen).
Als 8, en informatiesystemen maken het, indien van toepassing, mogelijk
dat de leverancier betrokken wordt bij productontwikkeling (bijvoorbeeld
CAD/CAM).
Prestatie-indicatoren worden gebruikt om vergelijkingen met andere
organisaties te maken en daarvan te leren
Als 9, en er is bewijs van een formele en proactieve samenwerking met
Informatie Systeem (IS) Management om inkoop vereisten te identificeren
en strategieën te implementeren, er is een IS beleid aanwezig dat is
afgestemd op het IS beleid van de hele organisatie
Aspecten
OP5.1
OP5.2
OP5.3
OP5.4
OP5.5
OP5.6
…
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Inkoop Informatie systeem
Proces optimalisatie
Inkoop prestatie indicatoren
Documentatie
Plaats in organisatie
Inkoop IS beleid
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
33
10
6. Human Resource Management (HRM)
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Niveau 6
Niveau 7
Niveau 8
Niveau 9
Niveau 10
…
 Er is niet of beperkt sprake van HRM-ondersteuning voor het inkoopproces.
 Er is geen sprake van bewust gestuurde competentie ontwikkeling.
 Beschikbaarheid van actuele functieprofielen voor inkoop (incl.
functiebeschrijvingen en competenties).
 Profielen worden gebruikt voor werving en selectie.
 Er vindt (aantoonbaar) persoonlijke beoordeling plaats en individuele
doelstellingen (targets) worden gesteld voor iedere inkoper.
 Weinig bewijs van persoonlijke competentieontwikkeling.
 Men houdt geen specifiek toezicht op de integriteit van de medewerkers
 Als 2, waarbij het beoordelings- en beloningssysteem is gerelateerd aan de
inkoopprestatie.
 Er ligt een expliciete relatie tussen de realisatie van de inkoopdoelstellingen
en de uitkomst van de beoordelingsgesprekken (voor eenieder die
betrokken is bij het inkoopproces).
 Beoordelings- en beloningsplan zijn deels gerelateerd aan de
multidisciplinaire teamprestatie.
 Medewerkers zijn op de hoogte gebracht van de integriteitsprincipes waar
zij zich aan moeten houden.
 Als 3, waarbij een continu en formeel proces aanwezig is om individuele
vaardigheden (vereist versus aanwezig) te beoordelen en op basis daarvan
te werven c.q. te trainen. Functieprofielen worden (aantoonbaar) gebruikt
en HRM is betrokken in dit proces.
 Er vindt evaluatie plaats van de integriteit van medewerkers
 Als 4, waarbij er een specifiek HRM-beleid is voor inkoop, inclusief
doelstellingen, opvolgingsplanning, training, werving en selectie.
 Er is inzicht in de binnen de organisatie onder medewerkers aanwezige
competenties en vaktechnische kennis die voor inkoopteams kunnen
worden ingezet.
 Als 5, waarbij inkoop formeel is opgenomen in de (als regel) jaarlijkse
management development beoordeling van alle te onderscheiden
afdelingen
 Als 6, waarbij persoonlijke ontwikkelplannen aanwezig zijn (inclusief
individuele trainings- en loopbaanplannen) gebaseerd op inkoopprofiel,
verschilanalyse en beoordelingsgesprekken.
 De inkoopmanager en het individu evalueren het persoonlijk ontwikkelplan
regelmatig.
 Er vindt terugkoppeling plaats aan de medewerkers over de mate waarin
de integriteitsprincipes worden nageleefd.
 Als 7, waarbij het organisatieonderdeel actief loopbaanbeleid nastreeft over
de functionele grenzen heen (binnen het bedrijfsonderdeel).
 Als 8, waarbij het organisatieonderdeel actief loopbaanbeleid nastreeft over
de organisatiegrenzen heen.
 Elk inkooporganisatieonderdeel neemt adequate maatregelen om het
naleven van de integriteitsprincipes door medewerkers te waarborgen.
 Er wordt gebruik gemaakt van informatiesystemen voor
kennismanagement over de individuele organisatieleden heen
 Als 9, waarbij er sprake is (aantoonbaar) van multidisciplinaire
beoordelingsrondes.
 Op basis van een formeel proces worden teamtargets gesteld en
regelmatig beoordeeld
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
34
Aspecten
OP6.1
OP6.2
OP6.3
OP6.4
OP6.5
OP6.6
OP6.7
OP6.8
OP6.9
OP6.10
…
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
HRM ondersteuning
Inkoop profielen
Training
Multidisciplinaire aanpak
Beoordeling
Beloning
Communicatie
Teams
Documentatie
Integriteit medewerkers
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
35
10
4.2
Grafische weergave ondersteunende processen
In onderstaande spindiagram wordt het huidige niveau weergegeven (blauw) met daarbij
het ambitieniveau wat op korte termijn zou kunnen worden bereikt (groen). Via een rode
stip wordt het ambitieniveau op lange termijn.
HRM
Inkoopbeleid/-plannen
7
6
5
4
3
2
1
0
Inrichting
inkooporganisatie
Ontwikkeling
inkoopprocedures
Informatietechnologie
Prestatie indicatoren
Huidig Niveau
Ambitieniveau KT
Ambitieniveau LT
Figuur 4-2: grafische weergave van de ondersteunende processen
…
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
36
5.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Voorbeeldtekst <Uit de scores komt naar voren dat het ... al veel aspecten van de inkoopfunctie en de organisatie daarom heen, relatief goed geregeld heeft. Op de strategische
processen; “ontwikkelen van een strategie per inkooppakket”, “integreren van leveranciers
in het order realisatieproces”, “verbeteren van leveranciersprestaties en het bewaken en
vergroten van de kwaliteit” en het “Strategisch Kosten Management” heeft het ... een
bijzonder goede basis gelegd om naar een hoger volwassenheidsniveau door te groeien.
Op de ondersteunende processen, met name op de “inrichting van de inkooporganisatie” en
“prestatie-indicatoren voor inkoop”, laat het ... zeer goede resultaten zien.
Door de aandacht op een beperkt aantal aspecten van de strategische en ondersteunende
processen te leggen, achten wij het haalbaar dat het ... binnen 1-2 jaar relatief makkelijk
in volwassenheid kan groeien. Hieronder worden deze aspecten behandeld.
Het formaliseren en/of documenteren van het inkoopproces (OP3) heeft nog onvoldoende
plaatsgevonden. In de praktijk wordt het beleid gevolgd, maar in de uitwerking van het
beleid ontbreekt vaak een moment van formele besluitvorming en vastleggen van
afspraken.
Activiteiten, zoals bijvoorbeeld leveranciersmarktonderzoek (SP2) en het bepalen van
inkooppakket-strategieën en de daaruit voorvloeiende aanbestedingsstrategieën (SP2)
zouden geformaliseerd en gedocumenteerd moeten worden. Door in het verlengde hiervan
ook het leveranciersselectieproces te formaliseren en te documenteren kan het
optimaliseren van het leveranciersbestand (SP3) verder vorm krijgen.
Een methode die gebruikt kan worden voor de bepaling van een strategie per inkooppakket
(SP2) is het indelen van de uitgaven in inkooppakketten. Deze pakketten kunnen worden
ingedeeld in de Kraljic portfolio, waarmee per pakket een inkoopstrategie bepaald kan
worden.
Het ad hoc meten van leveranciersprestaties (SP7), op basis van incidenten en de
informele terugkoppeling daarvan vanuit de organisatie richting inkoop, zou omgezet
kunnen worden in een meer gestructureerd leveranciersmetingsysteem. Er is aangegeven
dat er plannen zijn om reeds gebruikte modules binnen het informatiesysteem (SAP)
waarmee de prestaties van leveranciers automatisch gemeten kunnen worden, verder te
gaan benutten. Wellicht zou hierbij aandacht gegeven kunnen worden aan meer
kwalitatieve dan kwantitatieve prestatiegegevens (SP7).
Binnen het nog te ontwikkelen leveranciersbeleid moet worden vastgelegd van welke
leveranciers de prestaties worden gemeten en hoe deze meting plaatsvindt. Daarnaast kan
binnen dit beleid worden vastgelegd, op basis van bijvoorbeeld de portfolio analyse van
Kraljic, wat het gewenste aantal leveranciers is waarmee het ... zaken wil doen, maar ook
hoe leveranciersrelaties moeten worden vormgegeven en onderhouden (OP1).
Een mogelijkheid om met name leveranciers van routine producten (kwadrant linksonder in
de Kraljic-matrix) op een voor het ... voordelige wijze te betrekken bij het order realisatie
proces (SP6) is hen meer nog dan reeds het geval is medeverantwoordelijk te maken voor
de behoefteplanning op basis van verleden en geautomatiseerde voorspellingen voor de
<geauditeerde organisatie>
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
37
toekomst. Het bewust gekozen kleine inkoopteam van het ... kan verdere stappen in dit
proces vooral met behulp van haar leveranciers maken.
Het personeel kan gestimuleerd en gemotiveerd worden tot een groter kostenbewustzijn en
het groeiende belang van een professionele inkoop door ideeën voor kostenbesparing (SP8)
en multidisciplinaire teamprestaties (OP6) positief te belonen. Deze
stimuleringsmaatregelen zijn in lijn met het door de Raad van Bestuur vastgestelde
beleidskader waarin vermeld is dat: “Medewerkers van het ... het belangrijk vinden nauw
samen te werken om te komen tot een optimale kwaliteit van de dienstverlening. Dit doen
ze met respect voor elkaar, waarbij het geven van opbouwende kritiek niet uit de weg
wordt gegaan. De medewerkers worden uitgenodigd en gestimuleerd om creatief en
oplossingsgericht te werken.”
Om structurele verbeteringen binnen de inkoopfunctie verder door te zetten, is het van
belang de in het inkoopbeleid geformuleerde inkoopdoelstellingen jaarlijks vast te leggen in
een inkoop(actie)plan. De realisatie van deze doelstellingen dient meetbaar te worden
gemaakt, door middel van het benoemen van prestatie-indicatoren en deze bijvoorbeeld op
te nemen in een planning & control cyclus (OP1).>
<geauditeerde organisatie>
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
38
6.
BENCHMARK
Hieronder worden de hoogste (zwarte lijn) en gemiddelde (rode lijn) scores weergegeven,
die wij bij andere onderzoeken in de <sector> hebben geconstateerd. Daarnaast hebben
wij de scores van het ... weergegeven (groene staaf), met daarnaast het ambitieniveau op
korte termijn (oranje staaf).
Benchmark Strategische Processen
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
SP1
Huidig Niveau
SP2
SP3
SP4
Ambitieniveau KT
SP5
SP6
SP7
Benchmark gemiddeld
SP8
Benchmark hoogste
Benchmark Ondersteunende Processen
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
OP1
Huidig Niveau
<geauditeerde organisatie>
OP2
OP3
Ambitieniveau KT
OP4
Benchmark gemiddeld
Rapportage MSU+ 2.0 Audit
OP5
OP6
Benchmark hoogste
39
Download