Notitie Actualisatie 2009, Visie 2010

advertisement
Actualisatie
Grondexploitaties
2016
Gemeente Leusden
Afdeling Bedrijfsvoering, Grondbedrijf
Maart 2016
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave.......................................................................................................... 2
1. Samenvatting en conclusies ............................................................................... 3
1.1
Verschillen met de actualisatie van 2015 .................................................... 3
1.2
Risico’s ....................................................................................................... 4
1.3
Voorzieningen en bestemmingsreserves ..................................................... 4
1.4
Eindconclusie .............................................................................................. 5
2. Inleiding Actualisatie grondexploitaties 2016 ...................................................... 7
2.1
Algemene uitgangspunten actualisatie ........................................................ 7
2.2
Voornemen tot wijziging gemeentelijke financiële verslaglegging inzake
grondexploitaties (BBV) ......................................................................................... 7
2.3
Invoering Vpb‐plicht voor overheden ........................................................... 8
2.4
Parameters ................................................................................................. 8
2.5
Specifieke uitgangspunten actualisatie...................................................... 10
2.6
Relatie met ‘Risicomonitor projecten grondbedrijf januari 2016’ ................ 10
3. Gemeentelijke grondexploitaties....................................................................... 12
3.1
De Buitenplaats ......................................................................................... 12
3.2
Valleipark .................................................................................................. 14
3.3
Hamersveldseweg 136 e.o. ....................................................................... 16
3.4
Locaties Leusden Zuid .............................................................................. 17
3.5
Tankstation Groene Zoom ......................................................................... 18
3.6
Groot Krakhorst ......................................................................................... 19
4. Niet-gemeentelijke grondexploitaties ................................................................ 19
4.1
Tabaksteeg intern ..................................................................................... 20
4.2
Biezenkamp .............................................................................................. 21
4.3
De Plantage .............................................................................................. 22
4.4
Groot Agteveld .......................................................................................... 23
5. Overige projecten ............................................................................................. 24
5.1
Management & Bewaking ......................................................................... 24
5.2
Binnen in het Buitengebied ....................................................................... 24
5.3
Maanweg woningbouw en Sociaal Vitaal .................................................. 24
6. Beschikbaar te stellen jaarschijven................................................................... 25
7. Risico’s............................................................................................................. 26
7.1
Risico’s per project .................................................................................... 26
7.2
Risicobeheersmaatregelen ........................................................................ 27
7.3
Financiële buffers Grondbedrijf ................................................................. 27
7.4
Weerstandsvermogen Grondbedrijf ........................................................... 28
7.5
Conclusie risico’s ...................................................................................... 30
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
2
1. Samenvatting en conclusies
In deze actualisatie van de grondexploitaties van het Grondbedrijf zijn alle complexen
die onder het Grondbedrijf vallen opgenomen.
Met het oog op transparantie is ook dit jaar gekozen voor een uitgebreid en openbaar
rapport en een beknopt raadsvoorstel. Ook de als bijlage bij dit rapport behorende
berekeningen van de grondexploitaties zijn dit jaar weer allen openbaar.
1.1 Verschillen met de actualisatie van 2015
Ten opzichte van vorig jaar is de volgende ontwikkeling van de saldi van de
verschillende projecten waar te nemen:
WIJZIGINGEN SALDI
GRONDEXPLOITATIES
Grondexploitatie 2015
Opbrengsten
Kosten
Gemeentelijke grondexploitaties
De Buitenplaats
Valleipark
Hamersveldseweg 136 e.o.
Locaties Leusden Zuid
Tankstation Groene Zoom
Groot Krakhorst
Niet-gemeentelijke grondexploitaties
Tabaksteeg intern *
Biezenkamp
De Plantage
Groot Agteveld
Grondexploitatie 2016
Verschil
Opbrengsten
Kosten
n.v.t.
2.629.000
274.000
66.000
40.000
40.000
n.v.t.
3.208.000
265.000
144.000
73.000
12.495.000
13.490.000
2.561.000
454.000
Overige projecten
Management & Bewaking
Binnen in het Buitengebied
Maanweg woningbouw
TOTAAL
2.567.000
457.000
243.000
196.000
2.230.000
714.000
46.000
2.230.000
714.000
46.000
n.v.t.
579.000
-9.000
78.000
-40.000
33.000
995.000
-6.000
3.000
47.000
1.680.000
* Van het saldo van Tabaksteeg intern is € 13,4 mln. reeds gerealiseerd
De in de kolom ‘Verschil’ groen gekleurde bedragen betreffen een positief verschil (meevaller), de rood
gekleurde bedragen betreffen een negatief verschil (tegenvaller). Voor die grondexploitaties waarvan
het saldo gelijk is gebleven zijn in de kolom ‘Verschil” oranje gekleurd.
De belangrijkste wijzigingen die het afgelopen jaar zijn opgetreden, zijn:
- Vanaf 1-1-2016 zijn gemeenten ook Vpb-plichtig geworden. Over alle
grondexploitaties samen betekent dit een extra kostenpost van € 593.000.
Deze kostenpost is echter niet opgenomen in de individuele
grondexploitaties, maar in de begroting van de Algemene Dienst.
- Voor Valleipark zijn de meest recente afspraken met de ontwikkelaars van het
gebied verwerkt in de grondexploitatie. Deze nieuwe afspraken hebben geleid
tot een langere looptijd van het project (1 jaar langer) en een aantal financiële
verbeteringen.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
3
-
-
De GEM Tabaksteeg is eind 2015 geliquideerd. Het resterende positieve
saldo van de GEM was hoger dan werd voorzien en is uitgekeerd aan de
gemeente en Heijmans. Dit heeft het saldo van de interne grondexploitatie
doen stijgen. In 2015 is € 1,948 mln. aan winst afgeroomd uit de interne
grondexploitatie.
Op basis van de meest recente plannen voor de Locaties Leusden Zuid is
een nieuwe inschatting gemaakt van de te verwachten grondopbrengsten. Dit
heeft per saldo geleid tot een verbetering van het saldo van € 78.000.
1.2 Risico’s
De risico’s die de verschillende projecten nog met zich mee brengen, zijn begin 2016
uitgebreid geïnventariseerd en beschreven in de Risicomonitor projecten grondbedrijf
januari 2016. Bij de nu voorliggende Actualisatie grondexploitaties 2016 zijn geen
nieuwe, nog niet in de Risicomonitor projecten grondbedrijf opgenomen, significante
risico’s gesignaleerd.
Voor de gesignaleerde risico’s is de verwachting dat deze binnen de gevormde
voorzieningen in het kader van de kredietcrisis of binnen de project-specifieke
voorziening opgevangen kunnen worden. In de gevormde voorziening kredietcrisis is
een bedrag van € 1,425 mln. gereserveerd voor het opvangen van optredende
risico’s.
1.3 Voorzieningen en bestemmingsreserves
Begin 2015 was in totaal voor een bedrag van € 7.651.000 aan voorzieningen voor
verliesgevende grondexploitaties getroffen. Naar aanleiding van de voorliggende
actualisatie zijn deze voorzieningen met € 1.717.000 opgehoogd. Deze mutaties
dienen te worden verwerkt in de jaarrekening 2015.
Biezenkamp
Buitenplaats
Groot Agteveld
TOTAAL
2015
2.415.000
5.023.000
213.000
7.651.000
2016
2.566.000
6.589.000
X.213.000
9.368.000
Verschil
+ 151.000
+ 1.566.000
0
+ 1.717.000
Verliesvoorziening Biezenkamp
Ten opzichte van de laatst vastgestelde grondexploitatie voor de Biezenkamp (2015)
is het verwachte resultaat op contante waarde met € 0,006 mln. naar beneden
bijgesteld. Daarmee is de voorziening voldoende groot om het nu verwachte verlies
mee af te dekken.
Verliesvoorziening de Buitenplaats
Ten opzichte van de laatst vastgestelde grondexploitatie is de verliesvoorziening voor
de Buitenplaats met € 1.566.000 verhoogd. Hiervan heeft een bedrag van € 66.000
betrekking op rente en plankosten over 2015. Voorts is er in het voorjaar van 2016 een
review uitgevoerd door een externe adviseur, waarin een bandbreedte is aangegeven
van wat realistische grondprijzen voor verschillende functies op de Buitenplaats zijn.
Daarop aansluitend is de verliesvoorziening voor de Buitenplaats met € 1.500.000
verhoogd. In de Algemene reserve grondbedrijf was op grond van de Risicomonitor
projecten grondbedrijf januari 2016 door de raad een bedrag van € 1.150.000
gereserveerd voor het afdekken van marktrisico’s van De Buitenplaats en een bedrag
van € 225.000 gereserveerd voor het niet verder op laten lopen van de boekwaarde
(rente en plankosten). De verhoging van de verliesvoorziening kan derhalve voor een
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
4
bedrag van € 1.216.000 (€ 1.150.000 + € 66.000) gedekt worden uit de binnen de ARG
getroffen risicovoorziening. Dit zal worden verwerkt in de jaarrekening 2015.
Naast een ophoging van de voorziening voor De Buitenplaats is er op grond van de
uitgevoerde review een aanvullend bedrag van € 1.500.000 gelabeld in Algemene
Reserve van het Grondbedrijf (ARG), om het marktrisico verder af te dekken. Voor een
nadere uitwerking van de hier genoemde bedragen wordt verwezen naar paragraaf 3.1
‘De Buitenplaats’.
Verliesvoorziening Groot Agteveld
Ten opzichte van de laatst vastgestelde grondexploitatie is het verwachte resultaat
op contante waarde € 47.000 minder negatief geworden. De verliesvoorziening is in
2015 niet gewijzigd en is voldoende groot om het verwachte verlies mee af te
dekken.
Op basis van de risicomonitor projecten grondbedrijf januari 2016 was in de Algemene
Reserve grondbedrijf een bedrag van € 1.425.000 gelabeld om de risico’s van het
grondbedrijf mee af te dekken. Na voornoemde toevoegingen en onttrekkingen voor
De Buitenplaats (per saldo een toevoeging van € 284.000), resteert er nog een
risicobuffer van € 1.709.000 binnen de Algemene Reserve Grondbedrijf. Naast
bovenstaande voorzieningen is er binnen de Algemene Reserve Grondbedrijf nog
een bestemmingsreserve aanwezig in de vorm van een ‘labelling’ van in totaal
€ 1.826.000. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
o
o
o
o
Buffer voor afdekken marktrisico Buitenplaats
Buffer voor overige risico’s de Buitenplaats
Buffer voor risico’s overige projecten
Buffer voor afwikkelen Visieprojecten
TOTAAL
€ 1.500.000
€ 159.000
€
50.000
€ 117.658 +
€ 1.826.000
Een en ander leidt tot het volgende overzicht van kengetallen:
Posten onvoorzien binnen
grondexploitaties
Voorziening negatieve grondexploitaties
Bestemmingsreserve (gebufferd)
Ratio weerstandsvermogen
Vrije reserve binnen Algemene Reserve
Grondbedrijf*
Actualisatie 2015
€ 1,5 mln.
Actualisatie 2016
€ 1,6 mln.
€ 7,6 mln.
€ 1,6 mln.
1,6
€ 2,0 mln.
€ 9,4 mln.
€ 1,8 mln.
1,2
€ 2,4 mln.
* Incl. resultaatbestemming Grondbedrijf 2015.
1.4 Eindconclusie
Na de herziening van de grondexploitaties kan worden geconcludeerd dat over de
gehele linie een positief beeld ontstaat:
1. De grondexploitaties hebben mutaties ondergaan die per saldo tot een
verbetering leiden. De verbetering die in de grondexploitaties is gerealiseerd
komt echter pas aan het eind van een project naar de gemeente toe.
2. Het risico dat de gemeente loopt in de Buitenplaats is, door het treffen van
een voorziening en het daarnaast labellen van een bedrag in de ARG, lager
geworden.
3. De weerstandsratio van de ARG is, conform de geldende beleidsregels, weer
teruggebracht binnen de vastgestelde bandbreedte. De weerstandsratio
bedraagt nu 1,2.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
5
4. Als gekeken wordt naar de gehele context waarin grondexploitaties gezien
moeten worden, dan is het beeld ook positiever dan voorgaande jaren. De
mate waarin grondexploitaties in staat moeten worden geacht om in de
toekomst aan de prognoses van de resultaten te voldoen, is daarmee dan
ook gestegen.
In totaal zijn de grondexploitaties van de gemeente Leusden € 1.680.000 in saldo
vooruit gegaan.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
6
2. Inleiding Actualisatie grondexploitaties 2016
Deze notitie omvat achtergrondinformatie bij het raadsvoorstel Actualisatie
grondexploitaties 2016, met nummer 268539.
In deze notitie wordt stilgestaan bij de algemene uitgangspunten die zijn gehanteerd
bij het herzien van de grondexploitatieberekeningen, de belangrijkste ontwikkelingen
binnen de projecten en de daaruit voortvloeiende financiële gevolgen, alsmede de te
verwachten exploitatiesaldi. Tot slot wordt kort stil gestaan bij de risico’s.
2.1 Algemene uitgangspunten actualisatie
Bij de actualisatie van de diverse complexen zijn de volgende algemene
uitgangspunten gehanteerd:
Gehanteerde uitgangspunten:
- de in de grondexploitaties genoemde bedragen zijn exclusief omzetbelasting;
- de geraamde opbrengsten en kosten hebben prijspeildatum 1 januari 2016,
aangezien de actualisatie is gekoppeld aan de (concept)jaarrekening 2015 van
het Grondbedrijf;
- de boekwaarde per 1 januari 2016 is derhalve gelijk aan de boekwaarde conform
de (concept)jaarrekening 2015 van het Grondbedrijf;
- de raming van de externe planontwikkelingskosten (POK-kosten) is gebaseerd op
door de projectleiders opgestelde meerjarige opgave van de te verwachten
planontwikkelingskosten. De kosten voor bouw- en woonrijp maken en
engineering zijn gebaseerd op kengetallen of, indien de plannen ver genoeg
gevorderd zijn, door de afdeling Dienstverlening en/of externe adviseurs
opgegeven.
- de opbrengstenraming is in lijn met de Grondprijzenbrief, waarbij de
(woning)bouwprogramma’s uiteraard het uitgangspunt vormen.
2.2 Voornemen tot wijziging gemeentelijke financiële
verslaglegging inzake grondexploitaties (BBV)
In 2015 is het rapport Grondexploitaties gepubliceerd door de commissie BBV (=
Besluit Begroting en Verantwoording), over het voornemen tot herziening van de
verslaggevingsregels grondexploitaties per 1 januari 2016. Er wordt middels de
voorgestelde wijzigingen getracht te komen tot een duidelijke afbakening, definiëring
en verslaggevingsregels rondom grondexploitaties.
Ten tijde van het opstellen van deze Actualisatie heeft nog geen besluitvorming
plaatsgevonden over de aangekondigde wijzigingen. Daarnaast heeft de commissie
BBV aangekondigd op korte termijn een aantal nieuwe notities uit te brengen waarin
de wijzigingen definitief vorm zullen krijgen. Om deze redenen is ervoor gekozen om
op dit moment nog niet vooruit te lopen op alle definitieve wijzigingen.
De gevolgen van de definitieve BBV wijzigingen zullen op een later moment in 2016
worden verwerkt en in samenhang met de wijzigingen die het gevolg zijn van de
invoering van de Vpb-plicht voor gemeenten met de raad worden gedeeld.
Gehanteerd uitgangspunt:
De BBV-wijzigingen zijn vooralsnog niet verwerkt in de grondexploitaties, gezien de
onzekerheid hieromtrent.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
7
2.3 Invoering Vpb‐plicht voor overheden
De wet ‘modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen’ is op 1 januari 2016
effectief in werking getreden. Deze wet houdt concreet in dat overheden
vennootschapsbelasting moeten gaan betalen over de winsten die zij met het
uitvoeren van ondernemingsactiviteiten hebben behaald. In 2015 zijn de potentiële
gevolgen van de Vpb-plicht voor het grondbedrijf van de gemeente Leusden in kaart
gebracht. De fiscale positie van het grondbedrijf is geanalyseerd en op basis daarvan
is een raming opgesteld van de te verwachten VpB-lasten voor het grondbedrijf. In
2017 zal de gemeente Leusden voor het eerst aangifte vennootschapsbelasting
moeten gaan doen, over het jaar 2016. In de komende periode zal in de aanloop
naar het indienen van de aangifte nog nadere afstemming met de fiscus
plaatsvinden, ten einde definitieve zekerheid te krijgen over de daadwerkelijke VpBlasten voor het grondbedrijf.
Gehanteerd uitgangspunt:
De verwachte Vpb-last vormen geen rechtstreekse last (= kostenpost) voor de
grondexploitaties. De geraamde Vpb-last voor het grondbedrijf bedraagt € 593.000,
uitgesmeerd over de looptijd van de verschillende grondexploitaties. Dit bedrag zal
worden opgenomen in de begroting van de Algemene Dienst. Uitgangspunt hierbij is
dat dit voor de Algemene Dienst budgettair neutraal dient te geschieden: dekking van
de Vpb-last van het grondbedrijf dient te geschieden binnen het grondbedrijf. Dit zal
nader worden uitgewerkt in de Voorjaarsnota en ter besluitvorming aan de raad
worden voorgelegd.
In onderstaand overzicht is weergegeven wat de op dit moment verwachte totale
Vpb-druk per project is op netto contante waarde:
Valleipark
Hamersveldseweg 136 e.o.
Locaties Leusden Zuid
Tankstation Groene Zoom
Groot Krakhorst
Tabaksteeg intern
Biezenkamp
De Plantage
Groot Agteveld
TOTAAL
€ 243.000
€ 26.000
€ 78.000
€
€
€
€ 197.000
€ 21.000
€ 29.000
€ 594.000
+
Het college zal voor de zomer nog een informatieve bijeenkomst voor de raad
organiseren. In deze bijeenkomst worden zowel de wijzigingen in de financiële
verslaglegging alsook de invoering van de Vpb-plicht voor gemeenten, en de
consequenties die dit heeft, voor de raad nader uitgewerkt.
2.4 Parameters
In de Actualisatie grondexploitaties 2016 is gerekend met de volgende parameters,
tenzij met de diverse samenwerkingspartners andere afspraken zijn gemaakt. Hierbij
hebben de gehanteerde indices alleen betrekking op de toekomst, prijsstijgingen of –
dalingen uit het verleden worden geacht al te zijn verwerkt in het daadwerkelijke
niveau van de kosten.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
8
1. Kostenstijging 2%
Het percentage voor de kostenstijging (2%) is bepaald in overleg met de afdeling
Dienstverlening. Een van de uitgangspunten voor het bepalen van dit percentage is
de Consumenten Prijs Index (= CPI-index), bepaald door het Centraal Bureau voor
de Statistiek. De CPI-index geeft aan in hoeverre goederen en diensten duurder zijn
geworden: de mate van inflatie. De CPI-index geeft een stijging van de prijzen over
2015 aan van 0,6 % (bron: www.cbs.nl ). De verwachting voor de toekomst die het
CBS daarbij uitspreekt is dat de inflatie de komende jaren structureel vrij laag zal
blijven, maar zal stijgen ten opzichte van het uitzonderlijk lage percentage dat over
het jaar 2015 gold. De kostenstijgingen in de weg- en waterbouw uitgedrukt in de
BDB-index, een belangrijk criterium voor een grondexploitatie, bedroeg in 2015 naar
verwachting 1% (bron: BDB).
Daarnaast is gekeken naar gegevens gegenereerd door adviesbureau Metafoor. Zij
verwachten een prijsstijging van 1,0% voor 2016, waarna zij voor de middellange en
lange termijn prijsstijgingen rond de 2,0% verwachten. (bron: Kwartaalbericht
grondexploitaties Q4 2015, Metafoor).
Om deze redenen is ervoor gekozen om een percentage voor kostenstijging van 2%
te hanteren.
2. Opbrengstenstijging 0%
In 2010 werd nog een langjarige opbrengstenstijging voorzien van 2,5% per jaar, in
2011 was dit 1% en in 2012, 2013 en 2014 is dit op 0% gezet. Deze behoedzame
koers is terecht gebleken, want in 2013 is de afzet van nieuwbouwwoningen
landelijk, maar zeker ook in Leusden, zeer moeizaam geweest. In 2014 is een
voorzichtig herstel van de woningmarkt ingetreden, dat zich in 2015 sterk heeft
doorgezet. De macro-economische verwachtingen laten een stijgende tendens zien,
het vertrouwen van consumenten stijgt, terwijl inflatie en rentepercentages laag
blijven. Ook deze tendens heeft zich doorgezet ten opzichte van 2014.
De positieve tekenen vertalen zich sinds een jaar of 2 ook naar stijgende aantallen
woningverkopen, er zijn reeds 8 kwartalen op rij stijgende aantallen verkochte
woningen geregistreerd. Ook de prijs van verkochte woningen heeft met name het
afgelopen jaar een stijgende lijn vertoond: 4,9% voor de regio Amersfoort in 2015.
(bron: NVM). Daarnaast zijn echter ook de kosten voor het bouwen van
nieuwbouwwoningen sterk gestegen, met ruim 4 % in 2015 (bron: Bouwend
Nederland), waarmee de grondprijs residueel gezien dus ook maar zeer beperkt
steeg. Om deze reden kiest Leusden er voor om een stijging van de opbrengsten van
0% te hanteren in zijn grondexploitaties. Dit is een bewust keus voor een
behoedzame koers.
3. Rentekosten 1% en renteopbrengsten 1%
Het Grondbedrijf van de gemeente Leusden leent geld bij (of aan) de Algemene
Dienst tegen de zogenaamde ‘cost of opportunity’: het Grondbedrijf betaalt (en
ontvangt) die kapitaalrente die de Algemene Dienst misloopt doordat ze het geld
uitleent aan het Grondbedrijf in plaats van het elders te beleggen. Per 1 januari 2014
is in Nederland het zgn. schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent voor Leusden dat
die middelen die niet direct besteed worden niet meer op ‘de vrije markt’ weggezet
kunnen worden, maar verplicht belegd moeten worden bij het Rijk. Over deze
middelen ontvangt Leusden, indien het geld kort wordt vastgezet, op dit moment een
historisch gezien zeer lage rente, zelfs onder de 1%. Dit is beperkt lager dan de
rentekosten zouden zijn indien extern geld aangetrokken zou moeten worden, via
een lening bij de Bank Nederlandse Gemeenten, waar de rente voor kort geld ca. 1%
bedraagt. Het gevolg van de lage rentestand en het schatkistbankieren voor de
kapitaalrente, en daarmee ook voor de rentekosten en –opbrengsten van het
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
9
Grondbedrijf, is dat deze op 1% zijn gesteld. Dit percentage is ook reeds bij de
actualisatie 2014 en 2015 gehanteerd.
Bovenstaande werkwijze is niet conform de Notitie Evaluatie Rentebeleid (november
2010). Ten tijde van deze notitie was het schatkistbankieren nog niet in beeld, de
situatie ligt daardoor nu anders. De accountant kan zich, gezien de specifieke situatie
van Leusden dat geen extern geld hoeft te worden aangetrokken, echter vinden in de
beschreven werkwijze.
2.5 Specifieke uitgangspunten actualisatie
De Buitenplaats
De (financiële) kaders voor het project de Buitenplaats zijn in oktober 2006 door de
raad vastgesteld. Het beoogde programma bestond uit woonwerkkavels en kantoren,
in een hoogwaardige, groene setting. Sinds 2006 is de situatie op de kantorenmarkt
sterk gewijzigd (lees: verslechterd). Medio 2012 zijn de eerste 8 woonwerkkavels op
de Buitenplaats in de verkoop gegaan. Voor de woonwerkkavels is echter geen
animo geweest en er heeft geen enkele verkoop plaats gevonden. De
woonwerkkavels zijn daarom dan ook weer uit de verkoop gehaald. De percelen
bestemd voor kantoren zijn nooit in verkoop geweest.
Zoals reeds eerder gemeld (diverse Actualisatie Grondexploitaties en Risicomonitors
Grondbedrijf) zal de ontwikkeling van de Buitenplaats als kantorenlocatie de
komende 5 à 10 jaar niet kansrijk zijn en waarschijnlijk in het geheel niet van de
grond komen. Om die reden is in 2013 besloten een herbezinning op de door de raad
gestelde kaders te doen, om te bepalen wat een kansrijke ontwikkelingsrichting is
voor de Buitenplaats. Deze herbezinning is nog niet afgerond, omdat in eerste
instantie samenhang gezocht moest worden met de overige (bestaande) locaties
voor kantoren en bedrijvigheid in Leusden: de Visie Werklocaties. Daarnaast is er op
dit moment in het gebied rondom ’t Spieghel een groot aantal andere zaken dat
speelt, zoals de verkoop van de huidige locatie van SITA, de plannen rondom de
komst van een casino, het nieuw te realiseren AFAS-theater e.d. Dit heeft ook geleid
tot een bewuste vertraging van het maken van een nieuw plan voor de Buitenplaats.
De uitkomsten en de (financiële) gevolgen van de herbezinning zijn op dit moment
dan ook nog niet bekend.
Gehanteerd uitgangspunt:
Ook dit jaar wordt er daarom voor gekozen om geen geactualiseerde
grondexploitatie voor de Buitenplaats vast te stellen. Voor de financiële uitwerking en
de gevolgen die dit heeft wordt verwezen naar paragraaf 3.1.
Na het afronden van de herbezinning zal het college een voorstel aan de raad doen
over de te volgen lijn met betrekking tot de herontwikkeling van de Buitenplaats. Een
onderdeel van dit voorstel zal ook een nadere uitwerking van de financiële situatie
van de Buitenplaats zijn, verwerkt in een geactualiseerde grondexploitatie.
2.6 Relatie met ‘Risicomonitor projecten grondbedrijf
januari 2016’
In februari 2016 heeft het college de ‘Risicomonitor projecten grondbedrijf januari
2016’ ter informatie aangeboden aan de raad. In deze risicomonitor is een analyse
gemaakt van de risico’s die de gemeente Leusden loopt in haar grondexploitaties en
ruimtelijke ontwikkelingen waar ze anderszins financieel bij betrokken is. In de
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
10
Risicomonitor Grondbedrijf is in het bijzonder aandacht besteed aan de gevolgen die
deze risico’s in financiële zin hebben voor de gemeente.
Gehanteerd uitgangspunt:
Een gedeelte van de risico’s, namelijk de harde risico’s uit de Risicomonitor projecten
grondbedrijf, wordt verwerkt in de daarop volgende actualisatie grondexploitaties. Dit
zijn de zogenaamde harde risico’s. Harde risico’s zijn die risico’s waarvan kan
worden vastgesteld dat deze zich ‘met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in
nagenoeg hun hele omvang voor zullen doen’. De zachtere risico’s (waarvan dus niet
zeker is dat ze zich voordoen of die zich naar verwachting niet in hun volledige
omvang voordoen) worden nog niet opgenomen als kostenpost in de grondexploitatie
en worden daarom vermeld in de risicoparagraaf. Uit de Risicomonitor projecten
grondbedrijf januari 2016 zijn geen harde risico’s naar voren gekomen die in de nu
voorliggende actualisatie grondexploitaties verwerkt dienden te worden.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
11
3. Gemeentelijke grondexploitaties
3.1 De Buitenplaats
Zoals in paragraaf 2.5 is aangegeven vindt op dit moment een herbezinning plaats
op de door de raad in 2006 gestelde kaders voor de Buitenplaats. Omdat de uitkomst
van deze herbezinning in financiële zin nog onduidelijk is, is besloten om geen
geactualiseerde
grondexploitatie 2016
op te stellen. In de
jaarrekening 2015 is de
Buitenplaats dan ook
gekwalificeerd als Niet
In Exploitatie Genomen
Grond. Dit heeft geen
verdere consequenties
voor de manier waarop
in financiële zin wordt
omgegaan met de
Buitenplaats.
-
De Visie werklocaties
heeft een nieuw kader
gesteld voor de
herbezinning op de
Buitenplaats. De
Buitenplaats wordt een
gemengd terrein,
zonder kantoren.
Concreet worden een
aantal functies
benoemd die als
kansrijk worden gezien
voor de Buitenplaats:
- Snelweg
gerelateerde
functies (leisure,
horeca etc.)
Overloop van bedrijvigheid van andere bedrijventerreinen
Internetwinkels en andere soorten van detailhandel zijn mogelijkerwijs
kansrijk, maar de wenselijkheid hiervan wordt nog afgewogen in de op te
stellen nota detailhandel
De bovenstaande functies zijn ongeveer gelijk aan de ontwikkelrichting die in 2013 is
onderzocht. Omdat de markt sinds die tijd echter behoorlijk gewijzigd is, heeft een
onafhankelijke externe adviseur een review gedaan op de (bandbreedtes voor de te
hanteren) grondprijzen die in 2013 reeds voor de voorgestelde functies op de
Buitenplaats zijn bepaald. Uit de review blijkt dat de nieuwe bandbreedtes van
realistisch geachte grondprijzen niet zozeer lager zijn geworden, maar wel dat de
bandbreedtes waarbinnen de grondprijzen zich naar verwachting zullen bewegen
breder zijn geworden. In 2013 is, op basis van de destijds afgegeven bandbreedtes,
een deel van de boekwaarde van de Buitenplaats afgeboekt. Dat ging toen om een
bedrag van € 2,1 mln. Daarmee is de boekwaarde van de Buitenplaats toen op € 5,2
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
12
mln. gebracht. Op dat moment is tevens een bedrag van € 1,15 mln. gelabeld in de
Algemene Reserve van het Grondbedrijf om het nog resterende marktrisico voor de
helft af te dekken.
Het nieuwe onderzoek geeft een bandbreedte aan voor de grondprijzen die op de
Buitenplaats gerealiseerd kunnen worden die ligt tussen de € 100 en € 300 per m2.
In een ongunstig scenario (grondopbrengst van € 125/m2) zal de netto-opbrengst
van de Buitenplaats ca. 3,0 mln. lager zijn dan de huidige boekwaarde. Dat betekent
dat, als het ongunstige scenario werkelijkheid wordt, de gemeente € 3,0 mln. van de
huidige boekwaarde van € 5,2 mln. niet goed zal kunnen maken. Mocht dit negatieve
scenario zich voordoen, dan is de nu getroffen voorziening voldoende om ervoor te
zorgen dat de Buitenplaats budgettair neutraal ontwikkeld kan worden. Voorgesteld
wordt nu om van het bedrag van € 3,0 mln. tekort in een ongunstig scenario € 1,5
mln. ‘hard’ af te boeken op de boekwaarde van de grondexploitatie. Daarnaast wordt
ook voorgesteld de helft van het dan nog resterende (markt)risico, een bedrag van €
1,5 mln., op te nemen als een gelabeld bedrag in de ARG. Hiermee wordt bereikt dat
ook bij het zich voordoen van een ongunstig scenario de gemeente geen
aanvullende middelen vrij hoeft te maken om het dan ontstane probleem op te
lossen. Tevens wordt de keuzevrijheid voor de raad vergroot ten aanzien van de
toekomstige ontwikkelingsrichting: een ontwikkelingsrichting die minder geld oplevert
leidt nu niet meer meteen tot een extra te treffen voorziening en is daarmee eerder
haalbaar geworden. De nu voorgestelde oplossing is in lijn met de oplossing die in
2013 is gehanteerd, zij het dat een iets grotere voorzichtigheid wordt gehanteerd.
Daarmee sluit het aan bij de lijn van een behoedzaam financieel beleid. Kortom: door
de nu getroffen financiële voorzieningen worden de zekerheid, stabiliteit en flexibiliteit
voor de Buitenplaats vergroot.
Naast bovengenoemde buffer in de ARG van € 1,5 mln. voor het marktrisico blijft het
noodzakelijk om een bedrag van € 159.000 (= € 225.000 -/- € 66.000 rente- en
plankosten), dat in de ARG is gebufferd om overige risico’s in de Buitenplaats mee af
te dekken, te handhaven.
Naast de hiervoor genoemde voorzieningen en bestemmingsreserves is in 2013 een
voorziening getroffen van € 1.872.000 omdat het een verliesgevende exploitatie
betreft. Tevens is in de loop der jaren voor een bedrag van € 1.051.000 een
voorziening getroffen ter afdekking van rente- en plankosten over de jaren 2012,
2013 en 2014. Hierover is steeds gerapporteerd in de actualisaties en de
risicomonitoren die het grondbedrijf heeft opgesteld.
Conclusie:
De volgende voorzieningen en reserves zijn getroffen voor het project Buitenplaats.
Verliesvoorziening de Buitenplaats 2013
€ 1.872.000
Voorziening rente en plankosten 2012/2013/2014
€ 1.051.000
Verliesvoorziening de Buitenplaats 2014
€ 2.100.000
Verliesvoorziening de Buitenplaats 2016
€ 1.500.000
Gelabeld in ARG marktrisico 2016
€ 1.500.000
Voorziening rente- en plankosten 2015
€
66.000
Gelabeld in ARG overige risico’s
€ 159.000 +
Totaal maatregelen
€ 8.248.000
Met het handhaven van het gelabelde bedrag van € 159.000 in de ARG wordt de
boekwaarde van de grondexploitatie van De Buitenplaats de komende jaren
‘bevroren’. Er resteert nog een boekwaarde van ca. € 2,2 mln., welke ook in een
ongunstig scenario naar verwachting goed gemaakt kan worden door de nettoopbrengsten van de grondexploitatie.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
13
3.2 Valleipark
(bedragen in €)
Grex Valleipark
NCW 1-1-2015
actualisatie 2015
2.629.000
NCW 1-1-2016
actualisatie 2016
3.208.000
Verschil
579.000
Na het medio 2012 door de raad vaststellen van en instemmen met het Akkoord op
Hoofdlijnen, is dit vervolgens verder uitgewerkt in een contract. Dit contract is begin
2013 ondertekend door de partijen en het bleef binnen de uitgangspunten en kaders
zoals die in het Akkoord op Hoofdlijnen door de raad zijn vastgelegd.
Eind 2013 zijn gewijzigde afspraken gemaakt met de ontwikkelaars Heijmans en
Heilijgers (H&H), welke zijn vastgelegd in de ‘Wijzigingsovereenkomst bij de
Ontwikkelings- en realisatieovereenkomst ‘Valleipark Leusden’”. Deze is begin
februari 2014 door partijen ondertekend. In de loop van 2015 is gebleken dat voor de
1e ‘fatale’ afnamedatum, 1-1-2016, welke in de wijzigingsovereenkomst was
vastgelegd, het niet ging lukken om alle grond in fase 1 af te kunnen nemen. Op dat
moment zou de gemeente de mogelijkheid hebben om per 1-1-2016 afscheid van H&H
te kunnen nemen voor het gehele plan.
Hier is niet voor gekozen, omdat dat voor de gemeente een grote mate van (financiële)
onzekerheid en vertraging tot gevolg zou hebben. Daarnaast bestond het vertrouwen
dat H&H op een goede wijze invulling zal kunnen geven aan het voornemen van de
gemeente om in fase 2 de overeengekomen kwaliteit ook beter te bereiken. Daarom
dienden aanvullende afspraken gemaakt te worden over de afnamedata van grond in
fase 2 en het laatste deel van fase 3. Deze aanvullende afspraken zijn eind 2015
ondertekend en passen binnen de financiële kaders die de raad voor Valleipark heeft
vastgesteld. Met het nieuwe afsprakenkader (‘2e wijzigingsovereenkomst Valleipark’)
zijn de condities verbeterd om een gunstiger resultaat op de grondexploitatie te
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
14
behalen. Of dit ook daadwerkelijk zal gebeuren hangt met name af van de snelheid
waarmee H&H er in zal slagen om fase 2 te ontwikkelen en verkopen, gegeven de
marktomstandigheden dit jaar en de komende jaren.
In 2015 is het merendeel van de nog resterende projectmatige woningen en alle vrije
kavels in Valleipark verkocht. Er zijn op dit moment circa 30 woningen in Valleipark
betrokken door de bewoners. Ook in fase 3 is een belangrijk deel van de te verkopen
projectmatige woningen reeds verkocht en is de grond daartoe uitgegeven aan H&H.
Het woonrijp maken van het eerste deel van Valleipark is in 2015 begonnen en zal in
2016 worden afgerond.
Ten opzichte van de vorige geactualiseerde grondexploitatie is het verwachte
resultaat gestegen tot 3,208 mln. positief. Dit is een stijging van € 579.000. De
wijzigingen in het saldo worden verklaard door een aantal factoren:
-
-
-
-
-
-
In de 2e wijzigingsovereenkomst zijn nieuwe afspraken gemaakt over afnamedata
die gelden voor de projectmatig te ontwikkelen woningen. Daarnaast zijn
afspraken gemaakt over de uitgifte van grond als gemeentelijke vrije kavel die
volgens contract als projectmatige woningen zou worden uitgegeven. Dit samen
heeft tot gevolg dat de te ontvangen grondprijs met ca. € 47.000 is gedaald.
Ter compensatie van het feit dat er tot nu toe amper sprake was van
meerwaarde, zijn in de 2e wijzigingsovereenkomst afspraken gemaakt over een
gegarandeerde meerwaarde. Dit levert in de grondexploitatie een verbetering op
van € 97.000.
In 2014 is een overeenkomst met het Waterschap Vallei en Eem gesloten waarin
het waterschap zich verplicht om een bijdrage aan de inrichting van de
Ecologische VerbindingsZone in het gebied te doen van € 350.000. Recent is
discussie ontstaan over de BTW-component in dit bedrag. Omdat dit
mogelijkerwijs tot een tegenvaller leidt van € 60.000, is dit bedrag nu alvast
opgenomen als een minderopbrengst.
In de 2e wijzigingsovereenkomst zijn nieuwe afspraken gemaakt met H&H over
het terugbetalen van het deficit. In de nieuwe afspraken is ook overeengekomen
om het gehele deficit eind 2015 in zijn geheel terug te betalen i.p.v. gefaseerd,
gekoppeld aan de afname van grond. Omdat het deficit contractueel op een index
van 5% was gezet, maar de gemeentelijke rente slechts 1,08% bedraagt, levert
het naar voren trekken van dit bedrag een voordeel op voor de grondexploitatie.
Dit gaat om een bedrag van ca. € 655.000.
Doordat de looptijd van het project langer is geworden op basis van de afspraken
uit de 2e wijzigingsovereenkomst, zijn de totale voorbereidingskosten ca. €
27.000 hoger geworden.
De langere looptijd zorgt ook voor hogere financieringslasten: € 43.000.
Kleine aanpassingen aan enkele posten leiden nog tot een verbetering van €
4.000.
Conclusie: het resultaat van het project Valleipark is een saldo van € 3.208.000
positief, waarbij inhoudelijk de 2e wijzigingsovereenkomst is verwerkt. Het saldo is
ten opzichte van de vorige actualisatie € 579.000 positiever geworden.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
15
3.3 Hamersveldseweg 136 e.o.
(bedragen in €)
NCW 1-1-2015
actualisatie 2015
Grex Ham ers velds eweg 136 e.o.
274.000
NCW 1-1-2016
actualisatie 2016
265.000
Verschil
-9.000
Het afgelopen jaar heeft het project Hamersveldseweg 136 e.o. stilgelegen. Het
project sluit met een saldo op netto contante waarde (per 1-1-2016) van € 265.000
positief.
Dit is € 9.000 lager dan het resultaat van de vorige actualisatie. Dit wordt enerzijds
veroorzaakt doordat de raming van de externe plankosten opgehoogd is met € 5.000.
Anderzijds zijn, doordat de doorlooptijd van het project naar verwachting een jaar
langer zal zijn, de financieringskosten ook met € 5.000 gestegen.
Verder wordt over
dit project nog
opgemerkt dat de
markt voor
bedrijfsterreinen
sterk te leiden
heeft van de crisis.
Waar de markt
voor woningen
aantrekt, is de
markt voor
dergelijke
kleinschalige
bedrijfsterreinen
het afgelopen jaar
verder
verslechterd. Op
dit moment is het
dan ook onzeker of
de
geprognosticeerde grondopbrengst kan worden gehaald. Hier is reeds een
voorziening voor getroffen in de grondexploitatie, welke naar verwachting hoog
genoeg is.
Conclusie: het resultaat van het project Hamersveldseweg is € 265.000 positief en is
€ 9.000 lager dan het resultaat uit de vorige actualisatie.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
16
3.4 Locaties Leusden Zuid
(bedragen in €)
NCW 1-1-2015
actualisatie 2015
Grex Locaties Leus den Zuid
66.000
NCW 1-1-2016
actualisatie 2016
144.000
Verschil
78.000
In mei 2012 is de grondexploitatie voor dit project door de raad vastgesteld. Het
exploitatiegebied bestaat uit 4 verschillende locaties, welke zijn opgenomen in de
“Stedenbouwkundige studie – Leusden Zuid” met daarin de uitgangspunten en
randvoorwaarden voor de herontwikkeling. Nadat in het voorjaar van 2011 de
betreffende panden zijn leeg gekomen, zijn medio 2011 deze panden gesloopt.
Het afgelopen jaar is de
ontwikkeling van het project
naar buiten toe bewust niet
actief verder gebracht.
Enerzijds liggen aan deze
keuze markttechnische
overwegingen ten grondslag,
anderzijds was het nodig het
te realiseren programma te
herijken om zo goed mogelijk
aan te sluiten bij de huidige
wensen van potentiële
kopers en daarnaast zo goed
mogelijk aan te sluiten bij het
met de buurt besproken
stedenbouwkundig- en
beeldkwaliteitsplan.
Bij de huidige actualisatie is
het saldo van dit project
gestegen van € 66.000
positief naar € 144.000
positief. Dit wordt
veroorzaakt doordat een vernieuwde inschatting van haalbare grondprijzen,
gebaseerd op de huidige inzichten qua programmatische invulling, heeft geleidt tot
een hogere verwachte grondopbrengst van € 178.000. Aan de kostenkant leidt dit
automatisch echter ook tot een toename van de post onvoorzien, welke op 10% van
de te realiseren opbrengst is vastgeklikt. Verder zorgen stijgende plankosten (€
27.000), stijgende financierings- en indexeringskosten (€ 35.000), rentekosten van
ca. € 12.000 en nog een aantal kleinere kostenposten voor een totale stijging van de
kosten van € 100.000.
Conclusie: het resultaat van het project Locaties Leusden Zuid is € 144.000 positief
en is daarmee € 78.000 positiever geworden dan bij de vorige actualisatie.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
17
3.5 Tankstation Groene Zoom
(bedragen in €)
NCW 1-1-2015
actualisatie 2015
Grex Tanks tation Groene Zoom
40.000
NCW 1-1-2016
actualisatie 2016
Verschil
0
-40.000
In haar vergadering van 27 februari 2014 heeft de raad de grondexploitatie voor het
project Tankstation Groene Zoom vastgesteld. Dit project ziet op de uitgifte van
grond ten behoeve van een tankstation aan de Groene Zoom, ter hoogte van het
terrein van de honkbalclub ‘Red Caps’. Eind 2014/begin 2015 zijn werkzaamheden
ten behoeve van het bouw- en woonrijp maken uitgevoerd. De grond is daarna, zoals
contractueel overeengekomen, uitgegeven aan Van ’t Klooster BV. Medio 2015 is de
uitbetaling aan Van ’t Klooster BV gedaan in het kader van het opheffen van het
tankstation aan de Hamersveldseweg. De grondexploitatie is afgerond, op een
(eventuele) contractueel overeengekomen nabetaling van de afnemer van de grond.
Deze nabetaling is afhankelijk van de gerealiseerde brandstofomzet van het
tankstation. Voor nu is in de grondexploitatie deze mogelijke nabetaling voor een
bedrag van € 1 opgenomen. Hier loopt de gemeente dan ook geen risico op.
De huidige en toekomstige baten en lasten van de grondexploitatie Groene Zoom
geven aanleiding om op een verantwoorde wijze een tussentijdse winst uit te nemen
van € 39.389. De boekwaarde van het complex Groene Zoom bedraagt na
winstneming nog € 11.000 negatief (meer opbrengsten dan kosten). Deze
boekwaarde dient ter dekking van de post onvoorzien welke in de grondexploitatie is
opgenomen. In 2019 volgt de definitieve afrekening met de eigenaar van het
Tankstation aan de Groene Zoom. Wanneer de post onvoorzien niet wordt
aangewend zal deze eind 2019 vrijvallen bij de afsluiting van het complex
Het verschil ten opzichte van de grondexploitatie 2015 wordt veroorzaakt door de
gerealiseerde financieringskosten die in 2015 op het project zijn geboekt (€ 5.000) en
de hierboven genoemde winstname (€ 39.000), welke als een kostenpost in de
grondexploitatie is verwerkt.
Conclusie: De huidige en toekomstige baten en lasten van de grondexploitatie
Groene Zoom geven aanleiding om op een verantwoorde wijze een tussentijdse
winst uit te nemen van € 39.389. Het resultaat van de grondexploitatie Tankstation
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
18
Groene Zoom is budgettair neutraal en daarmee € 40.000 lager dan het resultaat van
de vorige grondexploitatie.
3.6 Groot Krakhorst
(bedragen in €)
NCW 1-1-2015
actualisatie 2015
Grex Groot Krakhors t
40.000
NCW 1-1-2016
actualisatie 2016
Verschil
73.000
33.000
Op 2 juli 2015 heeft de raad de grondexploitatie voor Groot Krakhorst vastgesteld.
De grond is overgedragen aan de WSL, er dienen nog slechts een aantal kleinere
werkzaamheden uitgevoerd te worden.
Ten opzicht van vorig jaar zijn er een paar verschillen opgetreden:
- Lagere in- en externe plankosten: € 10.000 voordeel
- Lagere nog te verwachten kosten voor de aanleg buitenruimte: € 15.000
- Vrijval van een deel van de post onvoorzien: € 7.000.
Conclusie: het resultaat van het project Groot Krakhorst is € 73.000 positief en is €
33.000 hoger dan het resultaat uit de vorige actualisatie.
4.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
19
Niet-gemeentelijke grondexploitaties
4.1 Tabaksteeg intern
(bedragen in €)
Grex Tabaks teeg intern
NCW 1-1-2015
actualisatie 2015
12.495.000
NCW 1-1-2016
actualisatie 2016
13.490.000
Verschil
995.000
De interne gemeentelijke grondexploitatie is een afgeleide van de grondexploitatie
van GEM Tabaksteeg. Op basis van deze gegevens is de gemeentelijke interne
grondexploitatie Tabaksteeg bijgesteld.
De geactualiseerde interne grondexploitatie van het project Tabaksteeg kent een
resultaat van € 13,49 mln. netto contante waarde per 1 januari 2016. In 2015 is voor
een totaal bedrag van € 1,454 mln. winst uitgekeerd door de GEM aan de gemeente.
Dit was € 1,029 mln. meer dan waar op voorhand rekening mee was gehouden. Dit
bedrag komt (in eerste instantie) terecht in de interne grondexploitatie Tabaksteeg. In
de vorige actualisatie is reeds aangekondigd dat er een meevaller werd verwacht.
Tezamen met de eerdere uitkeringen is er nu in totaal € 11,413 mln. ontvangen van
GEM Tabaksteeg. Parallel hieraan is in 2015 een bedrag van € 1,948 mln. winst
afgeroomd uit de interne grondexploitatie van de gemeente.
Als gevolg van de winstuitkering door de GEM ontstaat voor het complex Tabaksteeg
eind 2015 een positieve boekwaarde van € 2,371 mln. (= meer inkomsten dan
uitgaven). Een dergelijke hoge boekwaarde van een grondexploitatie maakt het
mogelijk een tussentijdse winstneming te realiseren. Het voorzichtigheidsbeginsel,
zoals vastgelegd in het BBV, is hierbij leidend. In aanvulling en ter uitwerking van dit
voorzichtigheidsbeginsel is in de nota financiële beleidskader Grondbedrijf een kader
opgenomen onder welke voorwaarden kan worden overgegaan tot tussentijdse
winstneming. Het betreffende kader schrijft voor dat winstneming mogelijk is indien
de winst als gerealiseerd kan worden beschouwd én er geen onzekerheden bestaan
over de realisatie van de overige delen. Winsten zijn pas gerealiseerd wanneer de
opbrengsten zeker zijn (dividenden bijvoorbeeld daadwerkelijk ontvangen) en de nog
te maken kosten goed en betrouwbaar zijn in te schatten.
Ten aanzien van de interne grondexploitatie Tabaksteeg kunnen we het volgende
concluderen:
- De boekwaarde per 31-12-2015 bedraagt € 2,371 mln.;
- De nog te verwachten kosten bedragen ca. € 384.000. Deze post bestaat
naast de jaarlijkse plankosten en te verwachten OZB lasten (€ 25.000) uit een
stelpost ten behoeve van de aanleg van verbindingsroute. Deze posten zijn
goed en betrouwbaar in te schatten.
Indien we het hierboven beschreven voorzichtigheidsbeginsel toepassen op de
winstneming uit de interne grondexploitatie Tabaksteeg, dan stellen we vast dat een
tussentijdse winstneming van € 1,948 mln. verantwoord is. Na verwerking van de
tussentijdse winstname zal de boekwaarde € 0,423 mln. positief bedragen. Dit is
voldoende om alle nog te realiseren kosten af te dekken.
Het resultaat van de grondexploitatie is ten opzichte van vorig jaar positiever
geworden: € 995.000. Dit is het gevolg van het uitgekeerde dividend (= winst) door
de GEM. Dit bedrag was tot nu toe niet ingeboekt als winst, aangezien deze winst
nog niet gerealiseerd was. Verder is bij de actualisatie behorend bij de jaarrekening
2014 in de kosten voor de realisatie van de busbaan het resterende budget uit 2014
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
20
per abuis niet doorgeschoven naar 2015. Dit is in 2015 hersteld, wat een tegenvaller
van € 146.000 heeft opgeleverd. Dit bedrag is in 2014 als meevaller gepresenteerd.
Daarnaast zijn een aantal kleinere kostenposten licht gewijzigd. Voor het project
Tabaksteeg wordt geen Vpb-druk verwacht.
De interne grondexploitatie loopt door tot eind 2016. Eind 2015 is de GEM
Tabaksteeg echter al ontbonden. De gronden in Tabaksteeg zijn allemaal uitgegeven
en de openbare ruimte is aangelegd en overgedragen aan de gemeente, waarmee
het in stand houden van de GEM niet meer noodzakelijk was. In 2016 kan een en
ander dan financieel binnen de gemeente worden afgewikkeld, waarmee de
grondexploitatie per ultimo 2016 kan worden afgesloten.
Conclusie: de huidige en toekomstige baten en lasten van de interne grex
Tabaksteeg geven aanleiding om op een verantwoorde wijze een tussentijdse winst
te nemen van € 1,948 mln. Het resultaat van het project Tabaksteeg is met ca. €
995.000 gestegen van € 12,495 mln. positief naar € 13,490 mln. positief. Van dit
resultaat is € 13,448 mln. reeds gerealiseerd. Er resteert daarmee nog een positief
saldo van € 42.000.
4.2 Biezenkamp
(bedragen in €)
Grex Biezenkamp intern
NCW 1-1-2015
actualisatie 2015
NCW 1-1-2016
actualisatie 2016
-2.561.000
-2.567.000
Verschil
-6.000
Op 9 juli 2014 heeft de raad besloten in te stemmen met de financieringsconstructie
Biezenkamp. In het kader van de financieringsconstructie neemt de gemeente een
aantal panden in het U-blok over van Heijmans. In 2014 en 2015 zijn alle panden
geleverd en in bezit gekomen van de gemeente.
Door het aangaan van de financieringsconstructie heeft de gemeente in het U-blok in
de Biezenkamp een vastgoedportefeuille gekregen. De boekwaarde van dit vastgoed
bedraagt ca. € 5,9 mln. Op dit moment vindt exploitatie van het vastgoed nog plaats
in de vorm van leegstandsbeheer. Dit levert weinig geld op, maar na de renovatie
van het U-blok zal het vastgoed op meer commerciële wijze worden geëxploiteerd.
Over de uiteindelijke verkoop van de panden zijn met Heijmans contractuele
afspraken gemaakt, waarin het risico voor de gemeente is afgedekt. Hierover is de
raad in 2014 uitgebreid geïnformeerd.
Bovenstaande sfeerimpressie geeft een beeld van hoe het U-blok er mogelijk na de renovatie uit kan komen te zien.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
21
Ten opzichte van vorig jaar is een aantal verschillen ontstaan:
- De kosten die naar verwachting nog gemaakt moeten worden zijn gedaald met €
45.000. Omdat deze kosten gedekt worden door de gebiedsontwikkelaar van de
Biezenkamp, Heijmans, leidt dit tot een even grote verlaging van de inkomsten.
Per saldo heeft dit geen effect op de grondexploitatie.
- De aankoop van alle panden in het U-blok is nu geëffectueerd. De bedragen zijn
voor een deel lager uitgevallen dan op voorhand begroot. Dit leidt tot lagere
kosten van ca. € 223.000. Tegelijkertijd worden de inkomsten, als over een aantal
jaren de panden weer worden doorverkocht, ook lager, omdat met Heijmans
afspraken zijn gemaakt over het gelijk trekken van de verwervingsprijs aan de
(door)verkoopprijs.
- Bovenstaande leidt automatisch ook tot een lager bedrag dat Heijmans dient te
betalen voor de ontwikkelrechten op het U-blok (€ 82.000). Dit wordt echter
gecompenseerd door een lager bedrag dat uitgegeven dient te worden voor de
inrichting van de openbare ruimte.
- Verder is het onzeker in hoeverre een bedrag dat geclaimd wordt bij Beweging
3.0 ook daadwerkelijk binnen zal komen. Daartoe is de helft van het bedrag (€
77.000) geschrapt als inkomst.
- Een aantal kleinere verschuivingen heeft geleidt tot een verbetering van het saldo
met ca. 60.000.
Conclusie: het resultaat van de interne grondexploitatie Biezenkamp bedraagt €
2,567 mln. negatief en is € 6.000 meer negatief dan het resultaat uit de vorige
actualisatie.
4.3 De Plantage
(bedragen in €)
NCW 1-1-2015
actualisatie 2015
Grex De Plantage
454.000
NCW 1-1-2016
actualisatie 2016
457.000
Verschil
3.000
De ontwikkelaar van het project De
Plantage (Van Wijnen) is in 2011 gestart
met het verkopen van kavels voor
bedrijvigheid. Tot nu toe hebben nog
geen bouwactiviteiten plaats gevonden
op de Plantage. Er zijn twee kavels
verkocht en geleverd.
De geactualiseerde grondexploitatie laat
een saldo zien van € 435.000 positief,
netto contant per 1 januari 2016. Dit is ten
opzichte van de actualisatie 2015 € 3.000
positiever.
Het verschil bestaat uit een saldo van
diverse mee- en tegenvallers:
- De belangrijkste verschuiving betreft
het budget voor externe POK-kosten,
dit is verlaagd met € 7.000.
- Het verdere verschil is ontstaan door
een aantal kleinere verschuivingen,
zoals rente- en financieringskosten.
Conclusie: het resultaat van De Plantage
is met € 3.000 gestegen van € 454.000 positief tot € 457.000 positief.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
22
4.4 Groot Agteveld
(bedragen in €)
NCW 1-1-2015
actualisatie 2015
Grex Groot Agteveld
243.000
NCW 1-1-2016
actualisatie 2016
196.000
Verschil
-47.000
In 2013 heeft de Alliantie Ontwikkeling (dAO) het coöperatiegebouw verworven en is
het pand gesloopt. Daarnaast zijn in 2014 de eerste vrije kavels langs de Julianaweg
in de verkoop gegaan. In 2014 is een wijzigingsovereenkomst en een posterieure
overeenkomst met dAO ondertekend. De financiële consequenties hiervan zijn reeds
in de grondexploitatie verwerkt bij de actualisatie in 2015. In 2016 is het complex met
appartementen, dat op de plek van het oude coöperatiegebouw staat, opgeleverd.
Verder zijn er in het project op een aantal plekken woningen opgeleverd of in
aanbouw genomen.
Ten opzichte van de grondexploitatie van 2016 zijn de volgende zaken gewijzigd.
-
-
Er is een bijdrage ontvangen van dAO voor gemaakte planschade (€ 18.000). In
voorgaande jaren was deze post niet opgenomen in de grondexploitatie, omdat
niet geheel duidelijk was in hoeverre deze kosten verhaald konden worden op
dAO.
Doordat de in 2015 gemaakte externe plankosten lager zijn uitgevallen dan
geraamd, daalt deze kostenpost in totaal met € 19.000.
Een aantal kleinere verschuivingen, o.a. in de hoogte van het bedrag van de
overeengekomen posterieure exploitatiebijdrage, heeft geleidt tot een verbetering
van het saldo met € 10.000.
De geactualiseerde grondexploitatie laat een saldo zien van € 196.000 negatief,
netto contant per 1 januari 2016. Dit wijkt € 47.000 af van het saldo van de
grondexploitatie bij de actualisatie van 2015 van € 243.000 negatief.
Conclusie: het resultaat van Groot Agteveld is € 47.000 positiever geworden en
bedraagt nu € 196.000 negatief.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
23
5. Overige projecten
Binnen het Grondbedrijf zijn ook projecten c.q. kostenposten waarvoor geen
grondexploitatie tot stand is gebracht. De kosten van deze projecten worden met
ingang van 2013 uit de Algemene Reserve grondbedrijf gedekt.
5.1 Management & Bewaking
Voor het ‘project’ Management & Bewaking is een meerjarenraming opgesteld
waarin de inzet van het ambtelijk apparaat wordt geraamd die benodigd is om de
(voorheen zo genoemde Visie)projecten overall te sturen en te begeleiden, exclusief
de werkzaamheden die specifiek voor een project worden uitgevoerd. Eind 2016
wordt Management & Bewaking conform planning afgesloten. In 2016 wordt een
bedrag van € 10.000 uitgegeven aan M&B. Dit bedrag is gelabeld binnen de ARG.
De inschatting voor 2016 is dat de totale kosten voor Management & Bewaking gelijk
blijven aan de inschatting die hier vorig jaar voor is gemaakt
Conclusie: het resultaat van management & bewaking is ongewijzigd.
5.2 Binnen in het Buitengebied
Het algemene budget voor BihB is met ingang van 2014 komen te vervallen. In
eerdere besluitvorming (150134) is vastgelegd dat het beschikbaar houden van het
resterende vrij besteedbare budget vervalt met ingang van 2014. Aan de reeds
eerder vastgestelde (maar voor een deel wel pas in toekomstige jaren te verwachten)
uitgaven, is niets gewijzigd. Conform afspraken bedraagt het ter beschikking te
stellen (restant)budget € 107.654.
Conclusie: het resultaat van Binnen in het Buitengebied is gelijk gebleven.
5.3 Maanweg woningbouw en Sociaal Vitaal
Het restantkrediet van het project Maanweg Woningbouw bedraagt € 17.058. Dit
bedrag is momenteel gereserveerd in de Algemene Reserve grondbedrijf en is
bedoeld om te komen tot een anterieure overeenkomst en een bijbehorende
grondexploitatie. Inmiddels is echter duidelijk geworden dat de planontwikkeling van
dit gebied naar verwachting niet in de nabije toekomst van de grond zal komen.
Voorgesteld wordt daarom om het restantkrediet vrij te laten vallen ten gunste van
het vrij aanwendbare deel van de Algemene Reserve grondbedrijf. Indien de
ontwikkelingen op een later moment aanleiding geven om de planontwikkeling
opnieuw op te pakken, zal te zijner tijd aan de raad een voorstel tot het beschikbaar
stellen van een nieuw planvoorbereidingskrediet worden voorgelegd.
Vanuit het voormalige (Visie)project Sociaal Vitaal is momenteel ook een bedrag van
€ 0,4 mln. gebufferd in de Algemene Reserve grondbedrijf. De oorspronkelijke
bedoeling was om dit bedrag in te zetten in de grondexploitatie van De Biezenkamp.
Als gevolg van de in 2014 overeengekomen financieringsconstructie Biezenkamp en
de uitwerking daarvan in de geactualiseerde grondexploitatie, is dit bedrag niet meer
benodigd en is de bijdrage niet meer opgenomen in de grondexploitatie. Voorgesteld
wordt derhalve dit bedrag eveneens vrij te laten vallen ten gunste van het vrij
aanwendbare deel van de Algemene Reserve grondbedrijf.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
24
6. Beschikbaar te stellen jaarschijven
De huidige begroting 2015 moet worden aangepast naar aanleiding van deze
actualisatie. De jaarschijven van de verschillende grondexploitaties volgen uit de
actualisatie van de grondexploitaties. In de navolgende tabel worden de jaarschijven
voor de projecten op hoofdlijnen weergegeven. Deze jaarschijven dienen door de
raad beschikbaar gesteld te worden, waarmee het financiële kader wordt bepaald
waarbinnen de diverse projectplannen ten uitvoer moeten worden gebracht.
Buitenplaats
Valleipark
Hamersveldseweg
Locaties
Leusden
Zuid
Tabaksteeg
Biezenkamp
Plantage
Groot
Agteveld
Tankstation
Groene
Zoom
Groot
Krakhorst
Lasten
Verwerving
Infrastruct. werken
Uitvoeringskosten
Planbegeleiding (POK) intern
Planbegeleiding (POK) extern
Overige kosten
Onvoorzien/Risicoreservering
Gekapitaliseerde beheerlasten
Exploitatielasten
Financieringslasten
Kostenstijging
TOTAAL LASTEN
50.000
52.123
102.123
199.065
400.000
79.968
57.250
225.000
150.000
42.398
19.350
1.173.031
359.738
11.923
16.500
15.000
13.750
6.188
6.188
24.183
701
67.057
10.000
4.232380.506
200.000
20.000
36.450
67.000
100.000
500.000
15.000
91.804
13.080
1.043.334
10.000
42.739
20.000
358.057
25.000
2.125
450
27.575
152
8.916
454.864
15.000
23.750
4.675
2.500
10.000
4.063
119
1.072
10.119
36.060
-
-
10.119
36.060
Baten
Vergoeding gemeentelijke kosten
Grondopbrengsten
Overige opbrengsten
Subsidie
Bijdrage derden
Opbrengstenstijging
TOTAAL BATEN
Afname boekwaarde (positiever)
nvt
Toename boekwaarde (negatiever) nvt
289.360
1.876.318
121.442
137.500
367.602
212.360
-
2.088.678
185.400
-
915.647
137.500
-
3.720
660.682
-
382.652
27.575
70.443
6.188
306.842
148.022-
380.506
Bovenstaande jaarschijven worden verwerkt in de begrotingswijziging met nummer
2016-1019.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
25
7. Risico’s
Tijdens de looptijd van de projecten kunnen zich onvoorziene omstandigheden
voordoen die een positief of negatief effect op het plansaldo hebben. Deze kansen
en bedreigingen kunnen voortkomen uit opbrengst- en/of kostenstijgingen/dalingen,
maar ook uit vertraging of versnelling van het plan.
7.1 Risico’s per project
In deze Actualisatie Grondexploitaties 2016 wordt slechts op globaal niveau iets
gezegd over de risico’s die de gemeente in de verschillende projecten loopt. Voor
een uitgebreide inventarisatie van deze risico’s wordt verwezen naar de
‘Risicomonitor projecten Grondbedrijf januari 2016’.
- Westflank
Voor de Buitenplaats wordt op dit moment nog steeds druk gewerkt aan een
herbezinning op de kaders van het project. De herbezinning dient te leiden tot een
keuze voor een bepaald programma. Door de nu voorgestelde voorziening te treffen
(= afboeken op de boekwaarde en ‘labellen’ in de Algemene Reserve Grondbedrijf),
wordt het marktrisico afgedekt tot aan de onderkant van de, door een extern adviseur
aangegeven, bandbreedte voor een realistische grondprijs.
- Valleipark
Voor Valleipark is in 2015 een 2e wijzigingsovereenkomst gesloten met de
ontwikkelaars. In deze wijzigingsovereenkomst zijn met name de kwalitatieve
randvoorwaarden van het plan en de uiterste afnamedata voor de grond verder
opgehard. Ondanks het nieuw gesloten contract blijft het project Valleipark altijd een
project met enig risico.
Hamersveldseweg 136 e.o.
Voor het project Hamersveldseweg 136 e.o. wordt nog eens expliciet gewezen op
het marktrisico.
- Niet-gemeentelijke grondexploitaties
Voor de Biezenkamp en Groot Agteveld geldt dat het risico vooral bij de ontwikkelaar
van het gebied ligt, maar ook dat de financiën van deze beide projecten onder druk
staan. Voor Groot Agteveld is in 2013 een wijzigingsovereenkomst gesloten met de
ontwikkelende partij, voor de Biezenkamp in 2014. Voor de Biezenkamp is de
betrokkenheid van de gemeente groter geworden, onder andere doordat de
gemeente panden in het gebied aangekocht heeft. Deze risico’s zijn afgedekt door
middel van contracten met de projectontwikkelaar. Hierover is ook met de raad
gecommuniceerd.
De risico’s voor het deelproject De Plantage liggen voor het grootste deel bij de
projectontwikkelaar van het project (Van Wijnen). De risico’s die de gemeente loopt
hebben voornamelijk betrekking op het optreden van vertraging.
De overige risico’s in deze projecten hebben voornamelijk betrekking op vertraging
en de daaruit voortvloeiende rente-effecten.
Naast de hierboven beschreven risico’s die project-specifiek geïnventariseerd zijn,
kan ook in meer algemene zin naar de risico’s per project worden gekeken, op basis
van een aantal financiële kengetallen per project. Zo zegt bijvoorbeeld de resterende
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
26
looptijd van een project iets over het risico: hoe langer de resterende looptijd van een
project nog is, hoe risicovoller het project in algemene zin zal zijn. Ook hoge nog te
realiseren opbrengsten (en in mindere mate kosten) geven aan dat het project meer
gevoelig is voor risico’s. In onderstaande tabel is per project aangegeven hoe de
boekwaarde van het project op dit moment zich verhoudt tot de resterende looptijd
van het project, de nog te maken kosten en opbrengsten en het verwachte eindsaldo
van de grondexploitatie.
Bedragen X € 1.000 Boekwaarde
Leusden Zuid
Hamersveldseweg 136 e.o.
Groot Agteveld
Tabaksteeg intern
Biezenkamp
Valleipark
Plantage
Tankstation Groene Zoom
Groot Krakhorst
Getroffen
Resterende Nog te maken Nog te realiseren Verwacht eindsaldo
per 1-1-2016 voorzieningen
looptijd
kosten
opbrengsten
(NCW per 1-1-2016)
-2.239
4 jaar
626
3.071
145
-573
3 jaar
542
1.400
265
-14
213
8 jaar
1.418
1.235
-196
423
1 jaar
385
42
-8.500
2.566
6 jaar
1.592
7.790
-2.567
-3.926
5 jaar
3.440
10.765
3.208
-197
5 jaar
211
889
457
11
4 jaar
11
107
1 jaar
35
73
De projecten Biezenkamp en Valleipark worden ook op basis van deze cijfers als
risicovoller beschouwd.
7.2 Risicobeheersmaatregelen
De hierboven weergegeven risico’s zijn uitvoeriger beschreven in de Risicomonitor
projecten Grondbedrijf januari 2016. In dat stuk zijn ook uitgebreid de maatregelen
opgenomen die zijn getroffen om de risico’s te beheersen.
7.3 Financiële buffers Grondbedrijf
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de financiële buffers welke thans in de
vorm van voorzieningen en bestemmingsreserves (‘voorziening kredietcrisis’) zijn
gevormd met het oog op het afdekken van de financiële risico’s van het grondbedrijf.
Voorzieningen voor negatief sluitende grondexploitaties
De BBV (= Besluit Begroting en Verantwoording) vereist dat het treffen van een
voorziening direct gebeurt bij een geprognosticeerd verlies, ter grootte van dit
volledige verlies. Dat betekent dat voor de projecten Buitenplaats, Biezenkamp en
Groot Agteveld een voorziening moet worden gevormd ter grootte van de (negatieve)
netto contante waarde per 1-1-2016. Dit dient te worden verwerkt in de jaarrekening
2015.
Voor de grondexploitaties met een negatief resultaat is in het verleden reeds een
voorziening gevormd. In onderstaande tabel is aangegeven voor welke projecten en
voor welke bedragen er voorzieningen dit is gebeurd:
Verliesvoorziening de Buitenplaats
€ 5.089.000
Voorziening De Biezenkamp
€ 2.415.000
Verliesvoorziening grondexploitaties Groot Agteveld
€ 213.000
+
€ 7.717.000
De in de Risicomonitor projecten grondbedrijf januari 2016 omschreven risico’s die
zich binnen deze grondexploitaties hebben voorgedaan zijn opgenomen in de
geactualiseerde exploitatieopzetten en zijn derhalve afgedekt via bovenstaande
verliesvoorzieningen.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
27
In de nu voorliggende actualisatie wordt voorgesteld de verliesvoorziening de
Buitenplaats te verhogen met € 1,5 mln. tot een bedrag van € 6.589.000. Daarmee
wordt het overzicht van alle getroffen voorzieningen als volgt:
Verliesvoorziening de Buitenplaats
€ 6.589.000
Voorziening De Biezenkamp
€ 2.566.000
Voorziening grondexploitatie Groot Agteveld
€ 213.000
+
€ 9.368.000
* Een verliesvoorziening betreft een correctie op de voorraad gronden, terwijl een voorziening dat niet is.
Bestemmingsreserves (‘voorziening kredietcrisis’)
Voor de risico’s bij de grondexploitaties die sluiten met een positief saldo is het
vormen van een voorziening niet toegestaan, maar kan uit behoedzaamheid dit geld,
ter hoogte van de risico’s, wel ‘gelabeld’ worden binnen de Algemene Reserve
Grondbedrijf. Voor verliesgevende projecten kan, voor risico’s waarvan nog niet is in
te schatten in welke mate en voor welk bedrag ze zich voor gaan doen, ook een
bestemmingsreserve worden gevormd. Dit is dan ook gebeurd, in de vorm van het
‘labelen’ van middelen in de Algemene Reserve Grondbedrijf.
In de Risicomonitor grondbedrijf van januari 2016 is de ‘voorziening kredietcrisis’ op
basis van een uitgebreide risicoanalyse vastgesteld op € 1,425 mln. Dit bedrag wordt
nodig geacht om de gesignaleerde risico’s tegen het zogenaamde ‘midden scenario’
af te dekken en is gereserveerd binnen de Algemene Reserve Grondbedrijf. Op
grond van deze actualisatie wordt een bedrag van € 1.216.000 aan de voorziening
kredietcrisis onttrokken en wordt voorgesteld het in de ARG gelabelde bedrag om het
resterende marktrisico voor de Buitenplaats mee af te dekken, vast te stellen op €
1,5 mln. Dat betekent dat het gelabelde bedrag in de ARG per saldo zal stijgen met
284.000. Het gelabelde bedrag voor risico’s in projecten, zoals opgenomen binnen
de ARG, komt daarmee op € 1,709 mln.
Naast het hierboven genoemde bedrag dat is gelabeld voor risico’s in de projecten, is
ook een bedrag gelabeld van € 117.654. Hieruit wordt voor € 10.000 de jaarschijf
2016 van Management & Bewaking gedekt en verder nog het restantbudget voor
Binnen in het Buitengebied.
Totaal
Dat leidt tot het volgende staatje met getroffen voorzieningen en
bestemmingsreserves die in de administratie van het Grondbedrijf zijn opgenomen:
- Voorzieningen voor negatieve grondexploitaties
9.368.000
- Gelabeld bedrag voor afwikkeling Visie-projecten
117.000
- Gelabelde bedragen Algemene Reserve Grondbedrijf
1.709.000 +
11.194.000
7.4 Weerstandsvermogen Grondbedrijf
De ratio weerstandsvermogen wordt als volgt berekend: het beschikbaar
weerstandsvermogen gedeeld door het benodigde weerstandsvermogen. Voor het
Grondbedrijf streeft de gemeente naar een ratio van minimaal 1,0. Bij het bepalen
van de norm voor de hoogte van de ratio is het van belang te onderkennen dat deze
ratio een momentopname betreft. Het in exploitatie nemen van een project kan
bijvoorbeeld voor een verhoging zorgen van het benodigde weerstandsvermogen.
Daarentegen kan het afsluiten van een winstgevend project, het beschikbare
weerstandsvermogen doen toenemen als gevolg van de winstneming. Vastgesteld is
dan ook bij het Grondbedrijf te werken met een zogenaamde ‘bandbreedte’. Dit
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
28
voorkomt dat bij een tijdelijke afwijkende omvang er direct maatregelen dienen te
worden genomen. De bandbreedte bedraagt 20% zowel naar boven als naar
beneden, wat resulteert in een bovengrens van 1,2 en een ondergrens van 0,8.
De 2 componenten van deze ratio worden als volgt bepaald:
- Het beschikbaar weerstandsvermogen: dit is het vrij besteedbare deel van
de Algemene Reserve Grondbedrijf. Als rekening wordt gehouden met het
positieve resultaat Grondbedrijf 2015 van € 1,486 mln. en de verder
voorgestelde acties ten aanzien van het treffen van voorzieningen e.d.
komt het beschikbaar weerstandsvermogen op € 2,577 mln.
- De berekening van het benodigde weerstandsvermogen grondbedrijf is
(deels) gebaseerd op de IFLO-norm. De IFLO-norm is vanuit het
Ministerie van Binnenlandse Zaken opgesteld. Deze IFLO-norm relateert
de hoogte van de benodigde weerstandsvermogen aan de boekwaarden
van de complexen en de nog te maken kosten. In Leusden houden we bij
de berekening van deze norm tevens rekening met de nog te realiseren
opbrengsten. Voor 2016 komt deze berekening uit op € 2,025 mln.
Met de bovenvermelde cijfers ten aanzien van het beschikbare en benodigde
weerstandsvermogen komt de ratio van het weerstandvermogen over 2016 uit op:
Ratio: beschikbaar weerstandvermogen
benodigd weerstandsvermogen
=
2.577
2.025
= 1,27
Dit valt NIET binnen de bandbreedte waarbinnen de ratio weerstandsvermogen zich
dient te bevinden. Daarom wordt voorgesteld bij de jaarrekening 2015 een bedrag
van € 0,148 mln. te storten in de algemene bedrijfsereserve. Het beschikbaar
weerstandsvermogen neemt daarmee af tot een bedrag van € 2,429 mln. Dat
betekent het volgende voor de ratio weerstandsvermogen:
Ratio: beschikbaar weerstandvermogen
benodigd weerstandsvermogen
=
2.429
2.025
= 1,2
Geconcludeerd kan worden dat de ratio van 1,2 (weer) binnen de gewenste
bandbreedte valt, waar dat in 2015 niet het geval was. Daarmee heeft het college
voldaan aan haar verplichting om binnen een jaar de ratio weer binnen de
bandbreedte te laten uitkomen.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het verloop van de ratio
weerstandsvermogen van het Grondbedrijf over de jaren 2012 t/m nu.
Actualisatie
Ratio weerstandsvermogen
2013
0,8
2014
0,6
2015
1,6
2016
1,2
In de periode 2013-2014 is de ratio weerstandsvermogen grondbedrijf afgenomen
van een ratio aan de onderkant van de bandbreedte in 2013 naar een ratio onder de
bandbreedte bij de actualisatie grondexploitaties 2014. De oorzaak hiervan was
vooral gelegen in de kredietcrisis, de gevolgen die dit had voor de grondexploitaties
en de benodigde getroffen voorzieningen. Sinds 2014 is de ratio fors gestegen, met
name als gevolg van afgeroomde winsten uit de interne grondexploitatie van
Tabaksteeg.
De daling van de ratio ten opzichte van 2015 is met name het gevolg van de
getroffen voorziening en gelabelde bedragen ten behoeve van de Buitenplaats.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
29
Ten aanzien van de interpretatie van de ratio weerstandsvermogen wordt opgemerkt
dat diverse specifieke risico’s reeds separaat zijn afgedekt via de gelabelde
bedragen binnen de Algemene Reserve grondbedrijf (zie: Risicomonitor projecten
grondbedrijf januari 2016). Door naast het conform de IFLO-norm benodigde
weerstandsvermogen voor verschillende projecten nog separate risicovoorzieningen
te treffen voert de gemeente Leusden een behoedzaam financieel beleid met
betrekking tot de risico’s binnen grondexploitaties.
7.5 Conclusie risico’s
De risico’s die de verschillende projecten met zich mee brengen, zijn begin 2016
uitgebreid geïnventariseerd en beschreven in de Risicomonitor projecten grondbedrijf
januari 2016. De belangrijkste risico’s hebben betrekking op de onzekere
economische omstandigheden en de marktwerking die hieruit volgt. In de
Biezenkamp is het risico hoog door de actievere betrokkenheid van de gemeente bij
de herontwikkeling van de Biezenkamp. Deze risico’s zijn afgedekt door middel van
contracten met de projectontwikkelaar.
Bij de nu voorliggende Actualisatie grondexploitaties 2016 is voor de gesignaleerde
risico’s de verwachting dat deze binnen de gevormde voorzieningen in het kader van
de kredietcrisis of binnen de project-specifieke voorzieningen opgevangen kunnen
worden. In totaal is voor een bedrag van € 11,194 mln. gereserveerd voor het
opvangen van optredende risico’s. Daarnaast is nog een bedrag van € 2,429 mln.
beschikbaar voor het opvangen van risico’s in de vorm van de Algemene Reserve
van het Grondbedrijf.
Rapport Actualisatie grondexploitaties 2016
30
Download