Effect van fysieke therapie vergeleken met ontspanningstherapie bij patiënten met borstkanker gedurende medische behandeling op psychosociale factoren, met name vermoeidheid (review) Meulen van der MD, Ottenbros IN, Plooijer DHM, Slot RW, Zuijdam NMCM, Smit FC, Slagter ABM 1 Inhoudsopgave Abstract .................................................................................................................................................. 4 Inleiding Systematic review ................................................................................................................. 5 Methode ................................................................................................................................................. 5 Criteria voor mogelijke inclusie voor deze review........................................................................ 5 Studie types ....................................................................................................................................... 5 Geïncludeerde deelnemers ............................................................................................................. 5 Type interventies............................................................................................................................... 5 Uitkomstmaten .................................................................................................................................. 6 Primaire uitkomstmaat ..................................................................................................................... 6 Secundaire uitkomstmaat ................................................................................................................ 6 Zoekstrategie ..................................................................................................................................... 6 Elektronische zoekopdrachten ....................................................................................................... 6 Zoekstrategie PubMed ..................................................................................................................... 6 Verzamelen en analyseren van gegevens.................................................................................... 6 Selectie van studies ......................................................................................................................... 6 Beoordeling kwaliteit ........................................................................................................................ 6 Data collectie en analyse..................................................................................................................... 6 Selectie van studies ........................................................................... Error! Bookmark not defined. Data extractie en verwerking .......................................................................................................... 6 Beoordeling risico van bias van geïncludeerde studies.............................................................. 6 Resultaten van de zoekstrategie .................................................................................................... 7 Grootte en setting van de studies .................................................................................................. 7 Participanten...................................................................................................................................... 7 Interventies ........................................................................................................................................ 8 Uitkomsten ......................................................................................................................................... 8 Toewijzing ............................................................................................................................................ 10 Willekeurige randomisatie volgorde (selectie bias) ................................................................... 10 Blindering toewijzing deelnemers (selectie bias) ....................................................................... 10 Blindering ............................................................................................................................................. 10 Blindering van deelnemers en behandelaars (prestatie bias) ................................................. 10 Blindering van beoordelaar (detectie bias) ................................................................................. 10 Incomplete ....................................................................................................................................... 10 Selectieve rapportage (rapportage bias) ..................................................................................... 10 2 Effecten van de interventies .............................................................................................................. 10 Primaire uitkomsten........................................................................................................................ 10 Vermoeidheid .................................................................................................................................. 10 Secundaire uitkomsten .................................................................................................................. 10 Kwaliteit van leven .......................................................................................................................... 10 Discussie .............................................................................................................................................. 11 Overzicht van belangrijkste resultaten ........................................................................................ 11 Algemene volledigheid en toepasbaarheid van de evidentie................................................... 11 Kwaliteit van de evidentie .............................................................................................................. 11 Auteurs conclusie ............................................................................................................................... 12 Literatuurlijst ........................................................................................................................................ 13 Bijlage 1: Karakteristieken van de geïncludeerde studies............................................................ 14 Bijlage 2 Data en analyses tabel ...................................................................................................... 22 3 Abstract Achtergrond Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In de toekomst zal de overlevingkans toenemen en hiermee zullen ook beperkingen, die de ziekte met zich mee brengt, toenemen. Eén van die beperking die vrouwen met borstkanker ervaren tijdens de behandeling zijn psychosociale beperkingen, waaronder vermoeidheid. Doelstelling Het effect van fysieke therapie vergelijken met ontspanningstherapie bij patiënten met borstkanker gedurende de medische behandeling op psychosociale factoren, voornamelijk vermoeidheid. Zoekstrategie Bij de literatuursearch werd gebruikt gemaakt van de database Pubmed.(tot 10 februari 2014) Selectie criteria RCT’s waarbij fysieke therapie of ontspanningstherapie, bij vrouwen tijdens de medische behandeling, de vermoeidheid of kwaliteit van leven gemeten werd. Gegevensverzameling en analyse De gegevens werden verzameld op het type studie, aantal deelnemers, interventies en primaire uitkomst (vermoeidheid) en secundaire uitkomst (kwaliteit van leven). De gegevens zijn door elke schrijver van deze studie individueel en hierna gezamenlijk beoordeeld. Hoofdresultaten In totaal zijn er vijf studies met daarin 505 patiënten met borstkanker tijdens radio- of chemotherapie geanalyseerd. Drie artikelen voerden een interventie uit gericht op het Aerobe inspanningsvermogen, twee artikelen voerden een interventie uit gericht op kracht en één artikel voerde een interventie uit gericht op ontspanning. Conclusie Bij één studie is er bewezen dat fysieke therapie significante verbetering heeft op vermoeidheid. De overige studies hebben wel een positief effect gemeten tegenover geen fysieke therapie, het verschil is niet significant. Er is geen significante verbetering bij ontspanningstherapie ten opzichte van geen therapie. Er is verder onderzoek nodig om vast te stellen welke vorm van therapie het beste effect heeft op vermoeidheid en kwaliteit van leven. 4 Op dit moment is nog weinig kennis over de juiste manier van behandelen van de vermoeidheid die patiënten ervaren tijdens en na de medische behandeling voor borstkanker. Er is onderzoek gedaan naar zowel ontspanningstherapie als oefentherapie, maar er is geen systematic review bekend die deze resultaten tegen elkaar opzet. Inleiding Systematic review Jaarlijks worden er in Nederland meer dan 100.000 nieuwe gevallen van kanker gediagnosticeerd. In 2007 werden er circa 86.800 gevallen van kanker geregistreerd en naar verwachting zal dit in 2020 oplopen tot circa 123.000 (KWF Kankerbestrijding, 2011). Uit onderzoek van de Nederlandse Kanker Registratie (NKR, 2013) is gebleken 29,5% van alle kankergevallen borstkanker is. Verder is borstkanker de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. De vraagstelling die de werkgroep op basis van bovenstaande informatie heeft gesteld is: ‘Wat is het effect van fysieke therapie, vergeleken met ontspanningstherapie, bij patiënten met borstkanker gedurende medische behandeling op psychosociale factoren, met name vermoeidheid?’ Veel patiënten ervaren ernstige vermoeidheid tijdens de behandeling van kanker. Na afloop van de medische behandeling kan deze vermoeidheid aanhouden. In deze periode proberen de patiënten de draad van het dagelijks leven weer op te pakken. Daarbij wordt aangenomen dat patiënten eerst hun lichamelijke conditie weer op pijl moeten brengen. Daarnaast moeten veel patiënten nog veel gebeurtenissen verwerken. Dit kost veel tijd en energie. Wanneer het lukt om in de loop van het eerste jaar na het einde van de behandeling deze zaken op te pakken, vermindert de vermoeidheid aanzienlijk. Echter zien we niet bij alle curatief behandelde patiënten met kanker een vermindering van de vermoeidheid. Ongeveer een jaar na het einde van de behandeling blijkt dat circa de helft van de ziektevrije patiënten nog steeds ernstig vermoeid is. Na drie tot vier jaar neemt dit percentage af tot circa 25,25%. Daarna lijkt geen afname meer op te treden (Cognitieve gedragstherapie bij vermoeidheid na kanker, 2009). Methode Criteria voor mogelijke inclusie voor deze review Studie types Alle studies die zijn gebruikt, zijn randomized controlled trials met betrekking tot fysiotherapie gedurende radiotherapie of chemotherapie bij patiënten met borstkanker. Verschillende vormen van fysieke –en ontspanningstherapie werden onderzocht zoals oefentherapie, pilates en thuis training. Alle vormen van therapie werden uitgevoerd onder supervisie van een professional. Geïncludeerde deelnemers De deelnemers die geïncludeerd zijn bij de onderzoeken, zijn vrouwen van 18 jaar en ouder. Patiënten ondergaan radiotherapie of chemotherapie en mogelijk hebben zij ook een operatieve ingreep ondergaan. In de evaluatie is geen onderscheid gemaakt tussen de patiëntengroep die wel een operatieve ingreep heeft ondergaan en de groep die alleen radiotherapie of chemotherapie als interventie van borstkanker heeft gekregen. Uit onderzoek van Nacontrole in de oncologie (2007) is gebleken dat veel patiënten nog klachten ervaren na een curatieve behandeling voor kanker. Deze klachten kunnen zowel lichamelijk (lymfeoedeem en vervroegde menopauze), psychisch (angst en depressie) en algemeen (vermoeidheid en pijn) zijn. Uit verder onderzoek is gebleken dat 20 tot 40% van de patiënten die na de medische/curatieve behandeling een goed vooruitzicht hebben, toch nog langdurige (en ernstige) vermoeidheid ervaren. Medische factoren (zoals de vorm kanker en soort/intensiteit behandeling) lijken niet van invloed te zijn op deze vermoeidheid. Mogelijke factoren die de vermoeidheidsklachten positief kunnen beïnvloeden zijn onder andere: balans en regelmaat in het dagritme, een goed evenwicht tussen rust en activiteit en een goede conditie. Type interventies De onderzoeken die geïncludeerd zijn, hadden 1 of 2 interventie groepen. Als een onderzoek bestaat uit 1 interventiegroep, is de interventie fysieke therapie of ontspanningstherapie. De controle groep bestaat uit patiënten die dezelfde zorg kregen, alleen zonder de interventie. Als een onderzoek bestaat uit 2 interventie groepen, zijn de interventies twee soorten fysieke therapie of fysieke therapie en ontspanningstherapie. Mogelijk kan hier een 5 controle groep aan toegevoegd zijn, deze groep ontvangt dan ook dezelfde zorg maar zonder de interventie. De fysieke therapie kan staan voor meerdere soorten interventies, zolang de therapie gericht is op het fysiek belasten van de patiënt. Wel kan er een onderscheid gemaakt worden in aerobe training of krachttraining. De ontspanningstherapie kan ook voor meerdere soorten interventies staan, maar dan gericht om de patiënt te ontspannen. voor namen van auteurs, werkplek en tijdschrift. Tijdens de literatuursearch zijn geen auteursnamen en werkplekken herkent. De werkgroep is van mening dat het niet gebruikmaken van een geblindeerde selectie hier geen invloed heeft gehad op de selectie van artikelen. Beoordeling kwaliteit Na de literatuursearch is een peer review gedaan van alle RCT’s. Er heeft een beoordeling plaatsgevonden aan de hand van de Nederlandstalige Cochrane checklist voor RCT’s. De leden van de werkgroep (n=7) hebben individueel, onafhankelijk van elkaar de peer reviews uitgevoerd. Vervolgens zijn de onafhankelijke peer reviews vergeleken. Als er sprake was van één of meerdere verschillen in uitkomst is de RCT wederom door de werkgroep (n=7) beoordeeld op de betreffende item. Na bespreking van de tweede beoordeling, werd de uitkomst vastgesteld aan de hand van een anonieme stemronde. Bij een niet unanieme beoordeling is dit wel vermeld in de conclusie van de Cochrane checklist. Uitkomstmaten Primaire uitkomstmaat De primaire uitkomstmaat die we gebruiken is vermoeidheid. Dit kan zowel staan voor de fysieke als de mentale vermoeidheid. Fysieke vermoeidheid uit zich vooral in de musculatuur, hierdoor gaan dagelijkse activiteiten zoals boodschappen dragen en trap lopen steeds moeilijker. Mentale vermoeidheid heeft een negatieve invloed op bijvoorbeeld de concentratie, maar ook op het gedrag. De patiënt kan zich vermoeid voelen ook al is er geen fysieke inspanning. Data collectie en analyse Secundaire uitkomstmaat Als secundaire uitkomst is er geëvalueerd op kwaliteit van leven. Data extractie en verwerking De data extractie is door de volledige werkgroep uitgevoerd en door middel van overleg van de volledige werkgroep gecontroleerd. Allereerst werd de informatie met betrekking tot het doel van de studie, opzet van de studie, patiënt kenmerken (leeftijd, medische status), type interventies en resultaten verzameld. Bij de verzameling van hiervoor genoemde data werd er primair gekeken naar vermoeidheid voor en na de interventies, als secundaire uitkomstmaat werd er gekeken naar kwaliteit van leven voor en na de interventies. Dit werd individueel gedaan en vervolgens door de volledige werkgroep(n=7) besproken en verwerkt. Zoekstrategie Elektronische zoekopdrachten Tijdens de literatuursearch is alleen gebruik gemaakt van de elektronische database PubMed. De volgende Mesh-termen zijn toegepast tijdens de literatuursearch: Breast neoplasms Physical therapy modalities Fatigue In de selectieprocedure is gebruik gemaakt van taalrestricties, alleen Nederlands- en Engelstalige artikelen zouden geïncludeerd worden. De geïncludeerde studies zijn allemaal Engelstalig, tijdens de literatuursearch zijn geen artikelen gevonden van een andere taal. Beoordeling risico van bias van geïncludeerde studies De beoordeling van de risico van bias is gedaan op basis van de Cochrane Handbook for Systematic Reviews of Interventions(Julian 2011) waarin gebruik gemaakt wordt van risico van bias tabellen. De domeinen uit deze tabellen waarop beoordeeld werd waren: willekeurige randomisatie volgorde (selectie bias), blindering toewijzing deelnemers (selectie bias), blindering van deelnemers en behandelaars (prestatie bias), blindering van beoordelaar (detectie bias), incomplete data (verlies bias) en selectieve rapportage (rapportage bias). Het tweede deel van de beoordeling van de risico van bias bestaat uit Zoekstrategie PubMed ((("Breast Neoplasms"[Mesh]) AND "Physical Therapy Modalities"[Mesh]) AND "Fatigue"[Mesh] AND Randomized Controlled Trial[ptyp]) Verzamelen en analyseren van gegevens Selectie van studies Tijdens de selectie van studies is geen gebruik gemaakt van een geblindeerde search, niet 6 het toewijzen van een uitkomst van de bias. De verschillende domeinen van de studies werden beoordeeld met een score: (1) laag risico; (2) hoog risico; (3) onduidelijk risico. Resultaten van de zoekstrategie Zie bijlage 1 voor beschrijving van elke geïncludeerde studie. duidelijk waar het onderzoek is uitgevoerd (Hwang, 2008). Grootte en setting van de studies Eén studie includeerde minder dan 50 patiënten (Hwang, 2008), twee studies includeerden tussen de 50-100 patiënten (Chen 2013, Eyigor 2010) en twee studies includeerden tussen de 100 en 250 patiënten (Corneya 2007, Mock 2004). De onderzoeken zijn uitgevoerd in Turkije (Eyigor 2010), Canada (Courneya 2007), China (Chen 2013), Amerika (Mock 2004). Van één studie is niet Participanten Van alle studies ondergingen patiënten bij twee studies radiotherapie (Chen 2013, Hwang 2008) bij één studie chemotherapie (Courneya 2007) en bij twee studies radiotherapie of chemotherapie (Mock 2004, Eyigor 2010), waarbij bij beide het aantal patiënten die radiotherapie ondergingen groter was dan het aantal patiënten dat chemotherapie onderging. 7 Bij drie studies bestond de patiëntengroep uit patiënten van 18 jaar of ouder met een stadium van borstkanker van 0-III die voorafgaand aan de chemo- of radiotherapie een operatie voor borstkanker hebben ondergaan (Chen 2013, Mock 2004, Courneya 2007). Bij twee studies is geen inclusiecriteria vermeld over leeftijd, echter hebben patiënten wel allemaal een operatie ondergaan voor borstkanker (Hwang 2008, Eyigor 2010). Bij vier studies waren de patiëntengroepen aan het begin van de trial vergelijkbaar (Chen 2013, Courneya 2007, Eyigor 2010, Hwang 2008). Bij één studie was dit niet het geval (Mock 2004). Daarbij was de ‘12minutewalk performance’ bij de controlegroep significant lager (p>0,05). Pilates training 3x 1 uur per week, 8 weken lang. Onder supervisie van een pilates expert die ook fysiotherapeut is. De warming-up zijn bewegingen die 10x uitgevoerd moeten worden vanuit verschillende pilates houdingen. De kern bestaat uit oefeningen die 2x 10 herhalingen worden uitgevoerd. De Cooling down bestaan uit ademhalingsoefeningen, stretch oefeningen en ontspanningsoefeningen. Uit Eyigor 2010. De ontspanningstherapie bij de 1 studie zag er als volgt uit: 5-6 weken vijf qigong lessen per week van 40 minuten bestaande uit ademhalings- en meditatieoefeningen, kleine squat- en armbewegingen en kleine stukken wandelen Chen 2013. Interventies Bij vier studies kreeg de experimentele groep fysieke therapie als interventie(Hwang 2008, Courneya 2007, Mock 2004, Eyigor 2010). De fysieke therapie als interventie kan in tweeonderdelen worden verdeeld: aerobe training (Hwang 2008, Courneya 2007, Mock 2004) en krachttraining (Courneya 2007, Eyigor 2010). Bij één studie kreeg de experimentele groep ontspanningstherapie als interventie (Chen 2013). De fysieke therapie bij de vier studies zag er als volgt uit: 3x per week, 5 weken lang: 50min., waarvan 10min. warming-up, 30 min. oefeningen waaronder rekoefeningen gericht op de schouder en aerobe training zoals loopbandtraining en fietsen, Hwang 2008. Bestaat uit 2 experimentele groepen: Groep 1: 3x per week trainen op een fietsergometer, loopband of crosstrainer op 60 tot 80% van de VO2max. Groep 2: 3x per week 2 series van 8 tot 12 herhalingen van 9 verschillende oefeningen, uitvoeren op 60 tot 70% van de 1 RM, Courneya 2007. Voorgeschreven behandeling van 5-6 keer lopen in de week in een matig tempo op 50-70% van de maximale hartslag. Van 15 min-30 min., Mock 2004. De controlegroep kreeg als advies bij twee studies om de activiteiten die in het dagelijks leven werden gedaan te blijven aanhouden (Mock 2004, Hwang 2008).Waarbij patiënten bij één studie daarnaast oefeningen kregen om de ROM van de schouder te verbeteren (Hwang 2008). Bij één studie kregen de patiënten een boekje met daarin oefeningen die gedaan konden worden (Eyigor 2010) en bij één studie stonden de patiënten op een wachtlijst (Chen 2013). De controlegroep kreeg bij één studie het verzoek mee om tijdens de chemotherapie geen trainingsprogramma te volgen (Courneya 2007). Uitkomsten Vijf studies hebben informatie verzameld over vermoeidheid (Chen 2013, Courneya 2007, Eyigor 2010, Hwang 2008, Mock 2004). Drie studies hebben de kwaliteit van leven gemeten (Chen 2013, Eyigor 2010, Hwang 2008). Depressie is gemeten bij drie studies (Chen 2013, Courneya 2007, Eyigor 2010). Bepaalde uitkomsten zijn door één studie onderzocht: slaapkwaliteit (Chen 2013), welzijn, zelfwaardering en angst (Courneya 2007), functionele capaciteit en flexibiliteit (Eyigor 2010) ROM van de schouder en pijn (Hwang 2008) en lichamelijk functioneren en activiteitenniveau (Mock 2004) 8 Figuur 2. Risico van bias grafiek: Werkgroep oordeel van iedere risico item weergeven in percentages over alle studies selectieve rapportage incomplete data blindering beoordelaar Laag risico Onduidelijk risico blindering deelnemers en behandelaars Hoog risico Blindering toewijzing deelnemers Willekeurige randomisatie volgorde 0% 20% 40% 60% 80% 100% Mock 2004 Eyigor 2010 Hwang 2008 Chen 2013 Courneya 2007 9 Selectieve rapportage Incomplete data Blindering effectbeoordelaars Blindering patiënten en behandelaars Blindering toewijzing patiënten Willekeurig randomisatie volgorde Figuur 3. Risico van bias tabel: Werkgroep oordeel van iedere risico van onzuiverheid van alle geïncludeerde studies van rapportage bias (Mock 2004; Eyigor 2010; Hwang 2008; Chen 2013; Courneya 2007). Toelichting risico van Bias Effecten van de interventies Toewijzing Primaire uitkomsten Willekeurige randomisatie volgorde (selectie bias) Vier studies maakten gebruik van een adequate en duidelijk beschreven randomisatie proces (Mock 2004; Eyigor 2010; Chen 2013; Courneya 2007). In één studie stond de wijze van randomisatie niet beschreven waardoor het risico van bias niet beoordeeld kon worden (Hwang 2008). Vermoeidheid Drie studies hebben de vermoeidheid gemeten aan de hand van de BFI (Eyigor 2010, Hwang 2008, Chen 2013). Eén studie heeft de vermoeidheid gemeten aan de hand van de FACT-An (Courneya 2007) en één studie aan de hand van de PFI. Uit het onderzoek van Hwang 2008 is er een significante verbetering gebleken bij de experimentele groep ten opzichte van de controle groep. In het onderzoek van Chen 2013 is na de baseline een vragenlijst afgenomen over depressie, waardoor binnen de experimentele- en controle groep de patiënten konden worden ingedeeld op hoog depressieve symptomen en laag depressieve symptomen. Uit het onderzoek is gebleken dat bij de experimentele groep met hoog depressieve symptomen de vermoeidheid significant is afgenomen en dat bij de patiënten met laag depressieve symptomen geen significant verschil is waargenomen. Uit de overige onderzoeken is er geen significant verschil gebleken. Blindering toewijzing deelnemers (selectie bias) Twee studies maakten gebruik van een adequate en duidelijk beschreven toewijzing van de deelnemers (Mock 2004; Courneya 2007). In de andere drie studies werd dit niet beschreven waardoor het risico van bias niet beoordeeld kon worden (Eyigor 2010; Hwang 2008; Chen 2013). Blindering Blindering van deelnemers en behandelaars (prestatie bias) Bij vier studies was blindering van deelnemers en behandelaars niet mogelijk door vorm van de toegepaste interventie (Mock 2004; Eyigor 2010; Chen 2013; Courneya 2007). Van één studie is niet bekend of de deelnemers en behandelaars geblindeerd waren (Hwang 2008). Secundaire uitkomsten Kwaliteit van leven Eén studie heeft de kwaliteit van leven gemeten aan de hand van de FACT-G (Chen 2013), één studie aan de hand van de EORTC QLQ-C30 (-Functional, -Symptom en -Global (Eyigor 2010) en één studie aan de hand van WHOQOL(Hwang 2008). Uit het onderzoek van Chen 2013 is gebleken dat de experimentele groep vooruit is gegaan op de kwaliteit van leven (score voorafgaand aan het onderzoek = 75,8; score drie maanden na het onderzoek = 82,1). De controle groep is redelijk gelijk gebleven (score voorafgaand aan het onderzoek = 80,5; score drie maanden na het onderzoek = 82,8). Verder is er geen sprake van een significant verschil tussen beide groepen. Uit het onderzoek van Eyigor 2010 is gebleken dat de experimentele groep vooruit is gegaan op de EORTC-QLQ-C30Functional (p=0,03). Verder is er geen significant verschil aangetoond in de groepen of tussen de beide groepen. Uit het onderzoek van Hwang 2008 is gebleken dat er significante verschillen zijn tussen de beide groepen. Bij de experimentele groep is de kwaliteit van leven verbeterd en bij de controle groep is de kwaliteit van leven achteruit gegaan. Het verschil tussen de beide groepen is p=<0,05. Blindering van beoordelaar (detectie bias) In geen van de studies waren de beoordelaars geblindeerd. Drie van de studies beschreven dat de beoordelaars niet geblindeerd waren en er dus een hoog risico van bias aanwezig is (Mock 2004; Eyigor 2010; Chen 2013). In de overgebleven twee studies werd dit niet beschreven (Hwang 2008; Courneya 2007). Incomplete data (verlies bias) Vier studies rapporteerden de uitkomsten die aan de baseline ook gemeten waren, dit is dus een laag risico van bias (Mock 2004; Eyigor 2010; Chen 2013; Courneya 2007). In één studie werden er andere uitkomsten gemeten dan aanvankelijk aan de baseline gemeten waren(Hwang 2008). Selectieve rapportage (rapportage bias) Alle vijf de studies lieten geen selectieve rapportage zien, wat duidt op een laag risico 10 Kwaliteit van de evidentie Binnen de kwaliteitsbeoordeling is een discussiepunt dat geen van de werkgroep leden onafhankelijk is van het resultaat van de literatuurstudie. Van de vijf geïncludeerde artikelen toonde het artikel van Hwang 2008 een significante vermindering van vermoeidheid, in het betreffende artikel bestaat twijfel over de kwaliteit. Op de basislijn zijn namelijk al significante verschillen tussen de experimentele interventiegroep en de controlegroep. Er is daarom consternatie over of het vertoonde effect daadwerkelijk een resultaat is van de experimentele interventie. Het trekken van conclusies uit de artikelen gericht op fysieke therapie kan discutabel zijn, vanwege het verschil tussen aerobe training en krachttraining. In het artikel van Courneya 2007 is er geen duidelijke basislijn aangegeven. Hierdoor kunnen mogelijke effecten in twijfel genomen worden door het ontbreken van objectieve cijfers aan het begin van de trial. In het artikel van Mock 2004 kregen patiënten een home-based oefenprogramma. Hierdoor is er geen duidelijkheid over de therapietrouwheid van de patiënten. Hierbij komt dat de patiënten telefonisch zijn geanalyseerd. Er is daarom twijfel mogelijk over de effecten van de interventie, gezien er een kans is dat patiënten de interventie niet/niet volledig hebben gevolgd. Ook is het uitvallen van patiënten een belangrijke factor in de betrouwbaarheid van de resultaten. In het artikel van Eyigor zijn er veel patiënten in de controlegroep uitgevallen. Hierdoor is er een groot verschil tussen de controle- en interventiegroep ontstaan. De reden van uitval was in deze gevallen niet gerelateerd aan behandeleffecten, daarom is het artikel als betrouwbaar genoeg beoordeeld voor deze literatuurstudie. Door heterogeniteit binnen de patiëntenpopulatie kan het effect op een andere bevolkingsgroep verschillen van de gegeven resultaten. De toepasbaarheid van de interventies is tevens twijfelachtig. In het artikel van Hwang 2008 wordt beschreven dat er een Qigong-instructeur nodig is bij het uitvoeren van de interventie. Er bestaat een mogelijkheid dat deze niet beschikbaar is in de Nederlandse situatie. Het risico op bias is over het algemeen als laag beoordeeld, behalve de blindering voor patiënten en behandelaars en blindering van de beoordelaar. Blindering voor patiënten en behandelaars is in de geïncludeerde studies niet mogelijk, hierdoor heeft het hoog risico op bias in dat geval geen invloed op de resultaten. Het is onduidelijk of hoog risico op bias op blindering van beoordelaars kan echter een beperkende factor voor de kwaliteit van de artikelen. Discussie Overzicht van belangrijkste resultaten In deze literatuurstudie zijn vijf studies geïncludeerd gericht op fysieke therapie of ontspanningstherapie, in deze studie vormen vermoeidheid en kwaliteit van leven respectievelijk de primaire en secundaire uitkomstmaat. Er zijn in totaal 505 patiënten met borstkanker tijdens radioof chemotherapie geanalyseerd. In deze vijf artikelen zijn de patiënten geanalyseerd op de primaire uitkomstmaat vermoeidheid. In drie van de artikelen is geanalyseerd op de secundaire uitkomstmaat kwaliteit van leven. In vier artikelen was de experimentele interventie gericht op fysieke therapie. In drie van die artikelen (Courneya 2007, Hwang 2008 en Mock 2004) was de experimentele fysieke interventie gericht op het aerobe inspanningsvermogen, in twee artikelen (Courneya 2007 en Eyigor 2010) was de experimentele fysieke interventie gericht op kracht. In één artikel (Chen 2013) was de experimentele interventie gericht op ontspanning. De experimentele interventies verschillen van elkaar. De trainingsmethoden en –parameters zijn zeer divers, hierdoor is het moeilijk om een uitspraak te doen over de overeenkomsten in effecten van de interventies. Uit de resultaten van vier artikelen (Courneya 2007, Eyigor 2010, Mock 2004 en Chen 2013) is gebleken dat er geen significante verschillen zijn voorafgaand en na de interventie (P-value > 0.05). Tevens hebben niet alle artikelen de vermoeidheid gemeten met de BFI, drie daarvan wel(Eyigor 2010, Hwang 2008 en Chen 2013). Eén artikel heeft de vermoeidheid gemeten met de FACT-An (Courneya 2007) en één artikel heeft gemeten met de PFS (Mock 2004). Door het gebruik van verschillende meetinstrumenten kunnen de onderlinge resultaten van de verschillende meetinstrumenten niet vergeleken worden. Echter kan er wel gekeken worden naar de mate waarin er significante verschillen zijn waargenomen in de uitkomsten van de meetinstrumenten. Gezien het juist uitvoeren van de analyse binnen de artikelen kan een vergelijking gemaakt worden aan de hand van de resultaten tussen de experimentele interventiegroep en de controlegroep. Algemene volledigheid en toepasbaarheid van de evidentie Door het kleine aantal gediscuteerde studies en het verschil in gebruikte meetinstrumenten voor de betreffende experimentele interventies bij borstkankerpatiënten tijdens de radio- of chemotherapie is de evidentie voor het behandeleffect discutabel. 11 Auteurs conclusie effect gemeten, waarbij fysieke therapie en ontspanningstherapie werden vergeleken met geen therapie, er wordt geconcludeerd dat therapie zinvol is. Er is verder onderzoek nodig om vast te stellen welke vorm van therapie het beste effect heeft op vermoeidheid en kwaliteit van leven. Twee van de vier studies geven aan dat fysieke therapie een significant positief effect geeft op vermoeidheid. Waarbij een studie alleen positief effect heeft in combinatie met depressie. De overige studies hebben wel een positief effect gemeten tegenover geen fysieke therapie, maar het verschil is niet significant. Er is geen significante verbetering aanwezig bij ontspanningstherapie ten opzichte van geen therapie. In twee van de drie studies waarin kwaliteit van leven gemeten wordt zien we een significant positief effect. Voor verder onderzoek is nodig: Studies met een gestandaardiseerde ontspanningsinterventie. Studies met een gestandaardiseerde fysieke therapie interventie. Mogelijk kunnen de bovenstaande twee interventies met elkaar vergeleken worden. Studies die zijn uitgevoerd in de westerse cultuur. - Studies welke worden gemeten met dezelfde uitkomstmaten. Er is op het moment een gebrek aan evidentie dat enige vorm van therapie, fysieke therapie of ontspanning therapie, positief effect geeft op vermoeidheid. Er is wel matige evidentie dat er positief effect is op kwaliteit van leven bij zowel fysieke therapie als ontspanning therapie. In twee geïncludeerde studies is een positief 12 Literatuurlijst Besselink RM; Intramurale nazorg voor de patiënt met borstkanker; Bijblijven, Bohn, Stafleu van Loghum 2013; URL: http://link.springer.com/article/10.1007%2Fs12414-013-0033-y/fulltext.html; geraadpleegd op 14-2-2014 Chen et al. Qigong Improves Quality of Life in Women Undergoing Radiotherapy for Breast Cancer. Cancer. Shanghai; 2013 [geraadpleegd 7 maart 2014]. URL: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/cncr.27904/abstract Courneya KS et al. Six-Month Follow-up of Patient-Rated Outcomes in a Randomized Controlled Trial of Exercise Training during Breast Cancer Chemotherapy. Cancer epidemiology, biomarkers & prevention. Ottowa; 2007. [geraadpleegd 26 maart 2014]. URL: http://cebp.aacrjournals.org/content/16/12/2572.long Dutch Cochrane Centre. Formulier II: beoordeling randomised controlled trial (RCT). Utrecht: Dutch Cochrane Centre; 2004 [laatste update 2012; geraadpleegd op 7 feb. 2014] Url: http://dcc.cochrane.org/sites/dcc.cochrane.org/files/uploads/RCT.pdf Eyigor et al. Effects of pilates exercises on functional capacity, flexibility, fatigue, depression and quality of life in female breast cancer patients: a randomized controlled study. Minerva medica; Izmir: 2010 [geraadpleegd 10 februari 2014] URL: http://www.minervamedica.it/en/freedownload.php?cod=R33Y2010N04A0481 Higgins JPT, Green S. Cochrane Handbook for Systematic Reviews of Interventions Version 5.1.0. The Cochrane Collaboration;2011; URL: http://handbook.cochrane.org/front_page.htm; geraadpleegd op 22 maart 2014 Hwang et al. Effects of Supervised Exercise Therapy in Patients Receiving Radiotherapy for Breast Cancer. Yonsei med; Seoul: 2008 [geraadpleegd 20 februari 2014]. URL: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2615347/ Mock et al. Exercise manages fatigue during breast cancer treatment: a randomized controlled trial. Psycho-oncology; Walnut; 2004 [geraadpleegd 12 maart 2014]. URL: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/pon.863/abstract;jsessionid=9272F012DA26EFEE0AD6C5A BE0D4F4B4.f04t02 Nederlandse Kankerregistratie, beheerd door IKNL; 2014; URL: http://www.cijfersoverkanker.nl/; geraadpleegd op 14-2-2014 Signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding; Kanker in Nederland 2020; September 2011; URL: http://scripts.kwfkankerbestrijding.nl/bestellingen/documents/Kanker_in_Nederland.pdf; geraadpleegd op 14-2-2014 13 Bijlage 1: Karakteristieken van de geïncludeerde studies Karakteristieken van de geïncludeerde studies [alfabetische volgorde] Chen et al. 2013 Methode Participanten Interventies RCT Fudan University Shanghai Cancer Center. Shanghai, China. 2005-2007 Inclusie: Vrouwen met borstkanker (stadium 0-III); ≥18 jaar; in staat om Mandarijn je lezen, spreken en schrijven; borstoperatie ondergaan; 5-6 weken radiotherapie na operatie; in staat om deel te nemen aan het onderzoek. Exclusie: Patiënten die zelf niet in staat zijn om legaal toestemming te geven; patiënten die aangaven het jaar voor de studie qigong of tai chi lessen gevolgd te hebben. Aantal participanten: 96 Gemiddelde leeftijd (NS) - Experimenteel: 45.3 - Controle: 44.7 Geslacht (NS): 100% vrouwelijk - Experimenteel: 100% - Controle: 100% Chemotherapie (NS): - Experimenteel: - Controle: Radiotherapie: - Experimenteel: 49 (100%) - Controle: 47 (100%) Experimenteel: Vijf qigong lessen van 40 minuten gedurende de radiotherapie van 5-6 weken. Lessen verzorgd door een qigong master met officiële qigong licentie. Elke les was opgebouwd uit de volgende drie delen: 1) De voorbereiding: Ademhalings- en meditatieoefeningen, later de ademhalings- en meditatieoefeningen synchroniseren met kleine squat- en armbewegingen gedurende, dit ter ontspanning. 2) De kern: De patiënten liepen hierbij in een cirkel, synchroon met het lopen werden ademhalings- en armoefeningen uitgevoerd. Dit met focus op de beweging en relaxatie om zo lichaam en geest te ontspannen en de levenskracht weer op gang te brengen. Controle: Geen interventie, wachtlijst. 14 Uitkomsten [De O(‘s) van het onderzoek] Uitkomstmaat: Depressieve symptomen, CES-D Vermoeidheid, BFI 13,1 13,1 12,3 10,3 3 Mnd post-RT 1 Maand post-RT Laatste week RT Halverwege RT Uitgangswaarde: Qigong 9,5 3 3,2 3,1 2,9 2,6 12 12 12 11 10,1 Functionele Activiteiten bij kankerpatiënten, FACT-G 75,8 76,6 76,6 79,9 82,1 Circadiaanse ritme cortisol, Slope -0,1 -0,12 -0,12 -0,11 -0,11 -0,19 -0,18 -0,11 -0,17 -0,24 Slaapstoornissen, PSQI Cortisolrespons bij ontwaken, CAR Depressieve symptomen, CES-D 3 Mnd post-RT 1 Maand post-RT Laatste week RT Uitkomstmaat: Halverwege RT Uitgangswaarde: Wachtlijst 12,2 12,1 11,6 11,9 11,2 2,4 2,6 2,7 2,4 2,3 Slaapstoornissen, PSQI 11,7 10,9 11,3 10,3 9,6 Functionele Activiteiten bij kankerpatiënten, FACT-G 80,5 79,5 80,8 80,8 82,8 Circadiaanse ritme cortisol, Slope -0,1 -0,1 -0,11 -0,09 -0,09 -0,06 -0,01 -0,15 -0,14 0,01 Vermoeidheid, BFI Cortisolrespons bij ontwaken, CAR Aantekeningen Risk of bias Bias willekeurige randomisatie volgorde Blindering toewijzing patiënten Blindering patiënten en behandelaars Mening schrijver low risk Bewijs oordeel Minimisatie toegepast. high risk Geen informatie beschikbaar. high risk De patiënten en behandelaars zijn beide op de hoogte van het onderzoek. Bij de baselinemeting waren patiënten en behandelaars nog niet op de hoogte van het onderzoek. De effectbeoordelaars waren niet geblindeerd. Data beschikbaar maar niet verwerkt in SSPS, p-waarden ontbreken. Alle voorgedefinieerde resultaten werden gerapporteerd inclusief een volledige follow-up. Blindering van effectbeoordelaars Incomplete data high risk Selectieve rapportage low risk low risk 15 Courneya et al. 2007 Methode Participanten Interventies RCT Cross Cancer Institute in Edmonton, Alberta; Ottawa Hospital Integrated Cancer Program in Ottawa, Ontario; British Columbia Cancer Agency in Vancouver, Britsh Columbia Inclusie: Vrouwen 18 jaar of ouder met stadium 1 tot 3a borstkanker die chemotherapie ontvangen als medische behandeling. Exclusie: Patiënten die een onvolledige okseldissectie hebben ondergaan; Patiënten die zich ziek voelen wat ongecontroleerd is; Patiënten die geen toestemming hebben van de oncoloog; Patiënt die een reconstructie van de transabdominale rectus abdominus hebben ondergaan. Aantal participanten: Geïncludeerd waren 242 van 736 participanten. Van de 242 participanten is er informatie ontvangen over de nabehandeling van 223 participanten. Bij de uiteindelijke follow-up (na 6 maanden) waren er 201 participanten waarvan informatie is verkregen Gemiddelde leeftijd (NS): 49 - AET (experimenteel) groep: niet bekend - RET (experimenteel) groep: niet bekend - UC (controle) groep: niet bekend Geslacht (NS): 100% vrouwelijk - AET (experimenteel) groep: 100% - RET (experimenteel) groep: 100% - UC (controle) groep: 100% Chemotherapie (NS): 100% - AET (experimenteel) groep: 100% - RET (experimenteel) groep: 100% - UC (controle) groep: 100% Radiotherapie: - AET (experimenteel) groep: - RET (experimenteel) groep: - UC (controle) groep: AET (experimenteel) groep: 3x per week trainen op een fietsergometer, loopband of crosstrainer van 60 tot 80% van de VO2max RET (experimenteel) groep): 3x per week 2 series van 8 tot 12 herhalingen van 9 verschillende oefeningen uitvoeren op 60 tot 70% van de 1 RM UC (controle) groep: Geen trainingsprogramma gedurende de chemotherapie. Uitkomsten [De O(‘s) van het onderzoek] FACT-An - AET vs UC P-value = 0,546 - RET vs UC P-value = 0,566 Zelfwaardering - AET vs UC P-value = 0,187 - RET vs UC P-value = 0,032 Fatigue - AET vs UC P-value = 0,779 16 - RET vs UC P-value = 0,966 Angst - AET vs UC P-value = 0,049 - RET vs UC P-value = 0,279 Depressie - AET vs UC P-value = 0,154 - RET vs UC P-value = 0,493 Aantekeningen [evt bijwerkingen of andere nodige informatie] Risk of bias Bias Mening schrijver Bewijs oordeel willekeurige randomisatie Low risk Computer randomisatie volgorde Blindering toewijzing Low risk De onderzoekers waren niet patiënten op de hoogte van de toewijzing van de patiënten in de verschillende groepen Blindering patiënten en High risk behandelaars Blindering van Unclear risk Niet beschreven in het artikel effectbeoordelaars Incomplete data Low risk Dezelfde meetinstrumenten staan zowel bij de baseline als bij de resultaten Selectieve rapportage Low risk Alle voorgedefinieerde resultaten werden gerapporteerd. Eyigor et al. 2010 Methode Participanten RCT Faculty of medicine, university of ege, Izmir Turkey Wervingsperdiode is onbekend Inclusie criteria: Vrouwen met borstkanker, zonder bewijs of de kanker progressief of terugkerend is, na operatie, tijdens radio en/of chemotherapie met of zonder hormoontherapie, hebben toestemming om mee te doen met het onderzoek en de cognitieve functies moeten goed genoeg zijn om de vragenlijst in te vullen Exclusie criteria: Patiënten met lymfe oedeem, cardiaal falen, ongecontroleerde hypertensie, acute of chronische pulmonale klachten, ongecontroleerde diabetes mellitus, mentaal ziek zijn, infecties, ongecontroleerde immune of endocriene veranderingen, fysiek niet mee kunnen doen aan het onderzoek en meegedaan met een regulier oefentherapie programma in de afgelopen 6 maanden. Aantal participanten: 52 Gemiddelde leeftijd: - Experimenteel: 48,5 - Controle: 49,7 Geslacht: 100% vrouwelijk - Experimenteel: 100% 17 Interventies Uitkomsten - Controle: 100% Chemotherapie: - Experimenteel: 16,9% - Controle: 19,1% Radiotherapie: - Experimenteel: 83,1% - Controle: 80,9% Experimentele groep: Pilates training 3x1 uur per week 8 weken lang. Onder supervisie van een pilates expert die ook fysiotherapeut is. De warming-up zijn bewegingen die 10x uitgevoerd moeten worden vanuit verschillende pilates houdingen. De kern bestaat uit oefeningen die 2x10 herhalingen worden uitgevoerd. De Cooling down bestaan uit ademhalingsoefeningen, stretch oefeningen en ontspanningsoefeningen. Alle patiënten (controle groep): Oefeningen in een boekje die thuis uitgevoerd kunnen worden. Uitkomsten: Groep 1 Pre 6 minuten wandel test. 496,30 Sit and reach 8,04 BFI 6,63 BDI 7,41 EORTC QLQ-C30- Functional 77,07 EORTC QLQ-C30- Symptom 18,98 EORTC QLQ-C30- Global 70,16 post 522,59 8,93 5,58 5,63 83,26 20,89 77,02 p value 0,00 0,25 0,14 0,01 0,03 0,43 0,19 post 466,00 5,00 6,55 6,80 78,00 13,20 63,78 p value 0,00 0,86 0,82 0,25 0,53 0,21 0,91 Groep 2 Pre 6 minuten wandel test. 506,67 Sit and reach 4,97 BFI 7,75 BDI 9,53 EORTC QLQ-C30- Functional 76,73 EORTC QLQ-C30- Symptom 23,20 EORTC QLQ-C30- Global 62,64 p- value tussen beide groepen 6 minuten wandel test. Sit and reach BFI BDI EORTC QLQ-C30- Functional EORTC QLQ-C30- Symptom EORTC QLQ-C30- Global Aantekeningen Risk of bias Bias willekeurige randomisatie volgorde Mening schrijver Low risk 18 p value 0,00 0,21 0,66 0,47 0,33 0,48 0,79 Bewijs oordeel De patiënten zijn gerandomiseerd aan een random nummer tabel. Blindering toewijzing patiënten Unclear risk Blindering patiënten en behandelaars High risk Blindering van effectbeoordelaars Incomplete data High risk Selectieve rapportage Low risk Er is geen informatie beschikbaar over de blindering van het toewijzen van de patiënten De patiënten en behandelaars zijn beide op de hoogte van het onderzoek De effectbeoordelaars waren niet geblindeerd Alle data zijn geanalyseerd door gebruik van het SPSS systeem Alle voorgedefinieerde resultaten werden gerapporteerd Low risk Hwang et. al. 2008 Methode Participanten Interventies RCT setting: 37 vrouwen die radiotherapie kregen ter behandeling van borstkanker. 17 hiervan zaten in de interventiegroep, 20 van de 37 vrouwen zaten in de controlegroep onderzoeksperiode: 5 weken Inclusie: Vrouwen die op de wachtlijst stonden voor radiotherapie voor borstkanker Exclusie: Andere gezondheidsproblemen welke effect zouden kunnen hebben op de deelname aan een oefenprogramma waaronder hypertensie, cardiovasculaire aandoeningen, acute of chronische respiratoire aandoeningen en cognitieve disfunctie. Aantal participanten: 37 Gemiddelde leeftijd (NS): 46,3 (yrs) - Experimenteel: 46,3 - Controle: 46,3 Geslacht (NS): 100% vrouwelijk - Experimenteel: 100% - Controle: 100% Chemotherapie (NS) - Experimenteel: 0 - Controle: 0 Radiotherapie - Experimenteel: 17 (100%) - Controle: 20 (100%) Experimenteel: Supervised exercise program:3x per week, 5 weken lang: 50min. waarvan 10min. warming-up, 30 min. exercise waaronder rekoefeningen gericht op de schouder, aerobe training zoals loopbandtraining en fietsen en rekoefeningen. Controle: Oefeningen gericht op de ROM van de schouder. Verder werd geadviseerd door te gaan met normale activiteiten. 19 Uitkomsten WHOQOL: significante verbetering interventiegroep t.o.v. controlegroep (p<0.05) BFI: significante verbetering interventiegroep t.o.v. controlegroep (p<0.05) ROM: significante verbetering interventiegroep t.o.v. controlegroep (p<0.05) VAS: significante verbetering interventiegroep t.o.v. controlegroep (p<0.05) Aantekeningen Risk of bias Bias willekeurige randomisatie volgorde Mening schrijver high risk Blindering toewijzing patiënten high risk Blindering patiënten + behandelaars unclear risk Blindering van effectbeoordelaars high risk Incomplete data high risk Selectieve rapportage low risk Bewijs oordeel Er is geen beschrijven van de wijze waarop gerandomiseerd is. Er is geen beschrijving van de toewijzing van de patiënten in de verschillende groepen. In deze studie is het onmogelijk om behandelaars te blinderen voor de behandeling Er is niet duidelijk beschreven of de effectbeoordelaars geblindeerd zijn. Wel staat er beschreven dat de statistische analyse is uitgevoerd door SPSS-software. In de outcome staan niet dezelfde meetinstrumenten als bij de baseline. De metingen die bij de baseline gedaan zijn, zijn ook allemaal aan het eind van de therapie gedaan. Mock et al. 2004 Methode RCT Omgeving: 4 universiteiten in het oosten van Amerika Werving: 1998-2001 Participanten Inclusie: Vrouwen in de leeftijd van 18-70 behandeld voor de borstkankerstadia 0111, gepland om poliklinische radiotherapie of chemotherapie te krijgen Exclusie: Huidige gezondheidsproblemen die het meedoen in een oefengroep zouden kunnen beïnvloeden zoals: obesitas (BMI>35 kg/m2), cardiovasculaire aandoeningen, acute of chronische luchtwegaandoeningen en cognitieve dysfunctie Aantal participanten: 119 Gemiddelde leeftijd (NS): - Experimenteel:51,3 - Controle: 51,6 Geslacht (NS): 100% vrouwelijk - Experimenteel: 100% - Controle: 100% Chemotherapie (NS) - Experimenteel: 41.7% 20 - Controle: 42.4% Radiotherapie - Experimenteel: 58.3% - Controle: 57.6% Interventies Uitkomsten Experimenteel: voorgeschreven behandeling van 5-6 keer lopen in de week in een matig tempo op 50-70% van de maximale hartslag. Van 15 min-30 min. Controle: patiënten werden aangemoedigd om hun activiteiten bij te houden, maar kregen geen voorgeschreven behandeling Fatigue op de Piper Fatigue Scale Voorafgaand aan het onderzoek was het gemiddelde van alle patiënten 2.43 (SD 2.46), geen significante verschillen tussen Radiotherapie (RT) en Chemotherapie (CT). - Na het ontvangen van de RT ging de score van 2.20 (SD 2.52) naar 3.75 (SD 2.41) - Na het ontvangen van CT ging de score van 2.77 (SD 2.34) naar 3.46 (SD 2.60) Fatigue bij de meting bij aanvang van het onderzoek - Experimenteel: 2.5 (2.5) - Controle: 2.1 (2.5) - P-value = 0.65 Fatigue bij de nameting van het onderzoek - Experimenteel: 3.5 (2.4) - Controle: 3.7 (2.6) - P-value: 0.78 Verschil fatigue score tussen de aanvangsmeting en nameting van het onderzoek - Experimenteel: 1.0 (2.9) - Controle: 1.6 (2.5) - P-value: 0.29 Aantekeningen Risk of bias Bias willekeurige randomisatie volgorde Mening schrijver Low risk Toewijzing patiënten Low risk Blindering patiënten en behandelaars High risk Blindering van effectbeoordelaars Incomplete data Unclear risk Selectieve rapportage Low risk Low risk 21 Bewijs oordeel Qoute: ‘Opeenvolgend genummerde verzegelde ondoorzichtige enveloppen die met de computer gerandomisiseerd zijn..’ Patiënten kregen de toewijzing door middel van gesloten enveloppen Patiënten weten welke behandeling zij krijgen en behandelaars weten welke behandeling zij geven. Dit staat niet beschreven in het artikel. Dezelfde meetinstrumenten staan zowel bij de baseline als bij de resultaten Alle voorgedefinieerde resultaten werden gerapporteerd. Bijlage 2 Data en analyses tabel Studies Hoeveel patiënten Hwang 2008 Totaal 37 met radiotherapie Plaats van studie Niet bekend, korea ? Eyigor 2010 Totaal 52 Turkije Wat voor patiënten Gelijkheid patiënten Wat voor soort interventie Wat was controle groep Patiënten met radiotherapie 6 modified radical mastectomy (MRM), 6 breast-conserving surgery (BCS) with axillary lymph node dissection (ALND) 5 :BCS with sentinel lymph node biopsy. In the control group, 7 MRM, 6:BCS with ALND 7 BCS with sentinel lymph node biopsy Vrouwen met borstkanker na operatie. Zowel met chemotherapie als radiotherapie Goed verdeeld Supervised exercise program:3x per week, 5 weken lang: 50min. waarvan 10min. warming-up, 30 min. exercise waaronder rekoefeningen gericht op de schouder, aerobe training zoals loopbandtraining en fietsen en rekoefeningen Oefeningen gericht op de ROM van de schouder. Verder werd geadviseerd door te gaan met normale activiteiten. Veel radiotherapie Pilates training 3x1 uur per week 8 weken lang. Onder supervisie van een pilates expert die ook fysiotherapeut is. De warming-up zijn bewegingen die 10x uitgevoerd moeten worden vanuit verschillende pilates houdingen. De kern bestaat uit oefeningen die 2x10 herhalingen worden uitgevoerd. De Cooling down bestaan uit ademhalingsoefeningen, stretch oefeningen en ontspanningsoefeningen. Oefeningen in boekje die thuis uitgevoerd kunnen worden. 22 Op welke uitkomsten is gemeten Qol, vermoeidheid, ROM schouder, pijn Functionele capaciteit, flexibiliteit, vermoeidheid, depressie, kwaliteit van leven Courneya 2007 201 Canada 18 jaar of ouder met stadium 1 tot 3a borstkanker die chemotherapie ontvangen als medische behandeling. Alleen chemo Mock 2004 119 Amerika vrouwen in de leeftijd van 18-70 behandeld voor de borstkankerstadia 0111, gepland om poliklinische radiotherapie of chemotherapie te krijgen Iets meer radiotherapie dan chemo Chen 2013 96 China Vrouwen met borstkanker in stadium 0-III) van 18 jaar of ouder die Mandarijns kunnen lezen, spreken en schrijven, die borstoperatie hebben ondergaan en die gepland waren om 5-6 weken radiotherapie te krijgen Alleen radiotherapie 3x per week trainen op een fietsergometer, loopband of crosstrainer van 60 tot 80% van de VO2max 3x per week 2 series van 8 tot 12 herhalingen van 9 verschillende oefeningen uitvoeren op 60 tot 70% van de 1 RM voorgeschreven behandeling van 56 keer lopen in de week in een matig tempo op 50-70% van de maximale hartslag. Van 15 min-30 min. Geen trainingsprogramma gedurende de chemotherapie. FACT-An Zelfwaardering Vermoeidheid Angst Depressie patiënten werden aangemoedigd om hun activiteiten bij te houden, maar kregen geen voorgeschreven behandeling vermoeidheid 5-6 weken vijf qigong lessen per week van 40 minuten bestaande uit ademhalings- en meditatieoefeningen, kleine squaten armbewegingen en kleine stukken wandelen Geen interventie, wachtlijst Depressie, vermoeidheid, slaapkwaliteit, kwaliteit van leven 23 Resultaten Vermoeidheid Artikel Aerobe/kracht/ontspanning Courneya 2007 Eyigor 2010 Aerobe (AET) én Kracht (RET) Kracht Hwang 2008 Aeroob Mock 2004 Aeroob Chen 2013 Ontspanning Experimenteel Pre = 6,6 Post = 5,6 P –value = 0,14 Pre = 2,5 Post = 3,5 Controle Pre = 6,6 Post = 5,6 P-value = 0,14 Pre = 2,1 Post = 3,7 P-value tussen beide groepen AET vs UC = 0,779 RET vs UC = 0,966 0,66 Opmerkingen Significant verschil experimentele groep ten opzichte van controle groep (p-value = >0,05) BFI Pre = 0,65 Post = 0,78 PFS Experimentele groep: - Hoog depressieve symptomen significant verschil - Laag depressieve symptomen geen significant verschil BFI Controle groep geen significante verschillen. 24 FACT-An Op de BFI Voorafgaand aan het onderzoek zit er een verschil tussen de experimentele- en controle groep. Na de baseline is er een vragenlijst afgenomen over depressie, waardoor binnen de experimentele- en controle groep de patiënten konden worden ingedeeld in: hoog depressieve symptomen of laag depressieve symptomen. Kwaliteit van leven Artikel Aeroob/kracht/ ontspanning Chen Ontspanning 2013 Eyigor 2010 Kracht Hwang 2008 Aeroob Experimenteel Controle P-value tussen beide groepen Opmerkingen Pre = 75,8 Halverwege RT = 76,6 Laatste week RT = 76,6 1 maand post RT = 79,9 3 maanden post RT = 82,1 Functional: Pre = 77,07 Post = 83,26 P-value = 0,03 Symptom: Pre = 18,98 Post = 20,89 P-value = 0,43 Global: Pre = 70,16 Post = 77,02 P-value = 0,19 Pre = 80,5 Halverwege RT = 79,5 Laatste week RT = 80,8 1 maand post RT = 80,8 3 maanden post RT = 82,8 Functional: Pre = 76,73 Post = 78,00 P-value = 0,53 Symptom: Pre = 23,20 Post = 13,20 P-value = 0,21 Global: Pre = 62,64 Post = 63,78 P-value = 0,91 Geen significant verschil tussen beide groepen FACT-G Voorafgaand aan het onderzoek zit er een verschil tussen de experimentele- en controle groep. Functional = 0,33 Symptom = 0,48 Global = 0,79 EORTC QLQ-C30 Significante verschillen tussen de beide groepen (p-value = <0,05). De experimentele groep is vooruit gegaan, de controle groep achteruit. WHOQOL 25