esthetica

advertisement
ESTHETICA
Over ons vak esthetica werd heel wat gepraat en gediscussieerd tijdens het voorbije
schooljaar. Enerzijds was er de verontwaardiging rondom de wijziging van de lessentabellen,
waarin esthetica maar één vast uur toegewezen kreeg in het eerste jaar van de 3de graad.
Anderzijds is er de hoop dat de meeste scholen dankbaar gebruik zullen maken van de
aanbeveling van de ‘Guimardstraat’ om ons vak een belangrijke plaats te laten innemen
binnen de zogenaamde ‘vrije ruimte’. Want uit onderstaande tekst zal blijken dat het de
bedoeling is dat esthetica hier vooral thematisch en projectgewijs aan bod zal kunnen komen.
Heel wat leerkrachten ontvingen hiertoe in het begin van 2003 een schrijven, waarbij zij
werden aangemoedigd om bij hun directies in de bres te springen voor een volwaardige plaats
van ons vak in het tweede jaar van de derde graad. Intussen is een vernieuwde
leerplancommissie druk bezig met het uitwerken van een nieuw leerplan, dat in werking moet
treden op 1 september 2004. We geven hieronder een stand van zaken, de dato juni 2003.
De leerplancommissie werkt hard door tijdens de maanden juni en juli, zodat één en
ander nog gewijzigd en geamendeerd kan worden. Met dank aan Paul Ascoop, voorzitter
van de nieuwe leerplancommissie, voor het ter beschikking stellen van de gegevens.
Hieronder zal er voortdurend sprake zijn van de onderwijsvorm ASO. Enkel de wijzigingen
van de lessentabellen 3de graad in ASO hebben onmiddellijke gevolgen voor het leerplan
esthetica.
In de onderwijsvormen TSO en BSO bestaat esthetica enkel in het complementaire gedeelte
van de lessentabellen en heeft dus geen leerplan. Het is de traditie dat heel wat TSO-BSOscholen in de 2de (en/of de 3de graad) esthetica aanbieden. Leerkrachten kunnen zich blijven
baseren op het oude leerplan esthetica 2de graad voor TSO-BSO (D/1990/0279/075) van april
1991 of op het huidige leerplan esthetica 3de graad ASO (D/1992/0279/011) van september
1992. Het is evident dat TSO en BSO zich ook zullen kunnen baseren op het nieuwe leerplan
Esthetica dat er aankomt. Onderwijsvormen als BuSO en KSO vallen hier buiten
beschouwing.
1
Inleiding
Sinds 1 september 2002 is de nieuwe structuur in de 2de graad ASO ingegaan. Op 1
september 2004 moet de 3de graad volgen.
De eindtermen van vakken uit de basisvorming werden zowel voor 2de als 3de graad in
januari 2002 bekrachtigd door het Vlaamse Parlement. De specifieke eindtermen voor het
fundamenteel gedeelte zijn nog op weg naar dat parlement.
Dit wettelijke kader zorgt ervoor dat zowel leerplannen van vakken uit de basisvorming als
van vakken uit het fundamentele gedeelte van 2de en 3de graad ASO een grondige
herwerking moeten krijgen.
2
Achtergrond (totstandkoming)
Deze lessentabellen zijn opgemaakt in het Contactcomité van de Directies ASO (Codi-A).
Sinds maart 2002 heeft het comité verschillende keren vergaderd, waarvan enkele keren in
aanwezigheid van de voorzitters van de leerplancommissies.
Het ontwerp van lessentabel werd meerdere keren voorgelegd aan ASO-directies. De visie
van waaruit de lessentabel is opgemaakt, werd nooit expliciet afgewezen. Directies zijn over
het algemeen tevreden met de ‘vrije ruimte’ en de autonomie om een eigen beleid te voeren.
Er zijn anderzijds veel directies en leerkrachten die zich grote vragen stellen bij de praktische
organisatie binnen het kader van een uurrooster en alles wat daaraan vast hangt en daarop
invloed heeft (denk maar aan parttime opdrachten bijvoorbeeld).
3
Lessentabellen
3.1
Principes
Basisprincipe: in de 3de graad wordt de algemene vorming van de leerlingen afgerond.
Andere principes:
*
*
*
beperking tot 32 uren per week; toch bestaat de mogelijkheid 33 uren te organiseren
op voorwaarde dat er per studiejaar 2 lesuren L.O. en 1 uur esthetica wordt
aangeboden;
inspelen op wensen van academisch en hogeschoolonderwijs;
grotere autonomie voor scholen/scholengemeenschappen;
verdwijnen van de muren tussen vakken;
verminderen rigiditeit van een bepaald aantal uren per vak;
vrije ruimte van minimaal 2 uren per week, door scholen vrij te besteden;
uitdrukkelijke aanwezigheid van esthetica in het fundamentele gedeelte van het 1ste
leerjaar en expliciete aanbeveling in de vrije ruimte van het 2de leerjaar;
clustering:verwante vakken worden in het mate van het mogelijke op elkaar betrokken:
bij natuurwetenschappen en moderne vreemde talen is dit expliciet van toepassing;
vernieuwende werkvormen, zoals begeleid zelfstandig leren, ICT, …;
beperken van éénuursvakken.
3.2
Vrije ruimte
*
*
*
*
*
*
*
Officieel ‘complementair gedeelte’.
Scholen/scholengemeenschappen kunnen de vrije ruimte invullen zoals ze dat zelf willen. In
tegenstelling tot vroeger doet het VVKSO geen aanbevelingen voor vakken. Het wil de vrije
ruimte nadrukkelijk voorbehouden voor vakoverschrijdend werken of om dieper in te gaan op
bepaalde vormingscomponenten.
Enkele voorbeelden van invulling:
*
*
vakoverschrijdende activiteiten: seminaries, projecturen i.v.m. begeleid zelfstandig
leren, groepswerk, probleemgestuurd onderwijs, werken in open leercentra;
vakoverstijgend werken: uitbouw van het clusteridee (uitdieping van sommige vakken
uit het fundamentele gedeelte en/of de basisvorming);
overgang naar hoger onderwijs: studiekeuze, voorbereiding op toegangsexamen.
3.3
Esthetica
*
In het fundamentele gedeelte is esthetica opgenomen met één lesuur per week in het 1ste
leerjaar.
In de vrije ruimte (complementaire gedeelte) beperkt het Verbond zich tot de aanbeveling van
esthetica in het 2de leerjaar van de 3de graad.
In de studierichting Humane Wetenschappen komt esthetica ook voor in het fundamentele
gedeelte van het 2de leerjaar.
4
Leerplannen
4.1
Algemeen
Het Verbond stelt enkele principes voor:
*
*
*
*
4.2
leerplannen bieden ruimte voor eigen inbreng van leraars;
leerplanmakers nemen (specifieke) eindtermen als basis, geven er eigen interpretatie
aan door ze bijvoorbeeld anders te ordenen en te vertalen in concretere doelstellingen;
leerplannen worden niet verzwaard met een veelheid aan eigen doelen, tenzij deze
strikt nodig zijn om de visie op het vak te concretiseren;
leerplannen zullen suggesties bieden voor invulling van vrije ruimte: extra
doelstellingen en inhouden worden aangeboden die een band met een ander vak
hebben.
Esthetica
De nieuwe lessentabellen hebben heel wat gevolgen voor het vak esthetica:
*
*
*
*
*
*
er bestaan geen eindtermen voor esthetica. We baseren ons wel op de
vakoverschrijdende eindtermen voor muzisch-creatieve vakken voor de 3de graad;
vermits esthetica opgenomen is in het fundamentele gedeelte van het 1ste jaar 3de
graad moet er een goedgekeurd leerplan voorliggen;
dit leerplan moet werken binnen het kader van 1 uur gedurende 1 leerjaar;
er moet uitbreiding voorzien worden voor de vrije ruimte in het 2de jaar (zogenaamde
‘2de schil’);
er moeten suggesties zijn voor Humane Wetenschappen;
de leerplancommissie moet sterk naar vakoverschrijdende mogelijkheden werken.
4.3
Leerplancommissie esthetica
Principes voor het nieuwe leerplan:
*
*
*
*
esthetica moet een inspirerende rol spelen in de geleidelijke invoering van de
vakoverschrijding. Deze mogelijkheden moeten we minstens aanreiken. In dat opzicht
werden contacten gelegd met Humane Wetenschappen, geschiedenis en
aardrijkskunde;
in het licht van de vakoverschrijding en zinvolle invulling van de ‘vrije ruimte’ moet
het vak esthetica (best onder deze benaming) duidelijk herkenbaar zijn, met een
vakbenaming, in het uurrooster van alle ASO-scholen (3de graad). Het is een vak van
waaruit vakoverschrijding kan vertrekken en waarin die vakoverschrijding terug kan
vloeien.
De aanwezigheid van ‘cultuur’ en ‘cultuurbeleving’ in het curriculum van een scholier
kan niet zomaar en uitsluitend verspreid worden over enkele andere vakken en
projecten en/of naschoolse activiteiten; dit is te vrijblijvend, te éénzijdig en
organisatorisch voor directies en collega’s niet haalbaar.
Esthetica is een ‘vaardigheid’ die in de eerste plaats via kunst verworven wordt
(binnen het bestek van een georganiseerd lesuur) en die in tweede instantie
toepassingen vindt in een ruimere sociale context d.w.z. andere vakken, projecten,
studiereizen, museum-, film- en concertbezoek, enz.);
er wordt vertrokken vanuit een aantal vaardigheden en doelstellingen waaraan
inhouden gekoppeld worden;
deze vaardigheden en doelstellingen worden getoetst aan volgende documenten:
het bestaande leerplan esthetica (D/1992/0279/011) van september 1992;
de visietekst esthetica van juni 1999 (KL 63.01);
Cahiers voor didactiek, nr. 13 ‘Van grijpen naar begrijpen’ door Mark
Reybrouck, lid van de leerplancommissie;
.
het opentrekken van de luisterhorizon,
.
onbevooroordeeld leren omgaan met onbekende muziek,
.
bereid zijn tot luisteren en tot verfijning van dit luisteren,
.
onderzoekend en probleemoplossend luisteren,
.
het leren richten van de aandacht,
.
komen tot een persoonlijke plaatsbepaling en stellingname ten opzichte
van de muziek,
.
zich emotioneel en affectief willen openstellen voor muziek.
vakoverschrijdende eindtermen muzisch-creatieve vorming 3de graad;
.
staan open voor diverse muzisch-creatieve uitingen, zoals dans, design,
muziek, architectuur, enz.,
.
ervaren muzisch-creatieve uitingen als een verrijkende inspiratie om te
functioneren in de eigen leefwereld en om zich te kunnen inleven in die
van anderen,
.
kunnen bij eigen muzisch-creatieve uitingen waarden en gevoelens
betrekken, er vorm aan geven en dit als verrijkend ervaren,
.
zien in dat ten gevolge van nieuwe technieken en materialen de kunsten,
de techniek en de wetenschappen meer en meer integreren.
ontwerpen van andere leerplannen, zoals Humane Wetenschappen (deel
cultuurwetenschappen), godsdienst, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde,
natuurwetenschappen.
*
*
*
*
*
4.4
uitgangspunt is een lestijdenpakket van 24 à 25 uur. We proberen stijlgevoeligheid bij
leerlingen te ontwikkelen via processen, eerder dan via leerstof. Leerlingen moeten
geprikkeld worden;
een volledig chronologisch overzicht van de kunstproductie wordt helemaal niet meer
nagestreefd (in het leerplan van 1992 ook al niet meer). Dit neemt niet weg dat
chronologie een handige kapstok kan zijn om thema’s, inhouden e.a. aan op te hangen;
er wordt gestreefd naar een gezond evenwicht tussen een aantal disciplines: muziek,
architectuur, beeldhouwkunst, schilderkunst, film/fotografie, dans. Waar het kan,
wordt er gecombineerd. Er worden geen percentages gekleefd op de onderlinge
verhouding;
een leerplan is geen handboek. Het is een houvast voor de leerkracht die de
aangeboden ‘kapstokken’ uitwerkt;
de nadruk komt te liggen op communicatievaardigheden: spreken over, formuleren van
gedachten, zelf zoeken naar benamingen. Dus attitudes als invalshoek om de leerstof
aan te brengen.
Algemene doelstellingen
Onderstaande gegevens dateren van mei 2003 en kunnen intussen gewijzigd zijn.
Doelstelling 1:
De leerlingen ontwikkelen de bereidheid tot het verwerven van een optimale kijk- en
luisterattitude: stil, onbevooroordeeld, open en ontvankelijk, de tijd nemend.
Doelstelling 2:
De leerlingen leren gefundeerd en gestructureerd reageren op de appélwaarde die uitgaat van
kunst, via de ontwikkeling van een aantal vaardigheden op het niveau van het zintuiglijke
(visueel, auditief, tastzin), het zinnelijk-affectieve, het cognitieve, het communicatieve, de
stijlgevoeligheid, het esthetische, het transcendente. Werkwoorden als ‘observeren,
onderzoeken, problemen oplossen e.a.’ komen in de leerplandoelen.
Doelstelling 3:
Verbreden en opentrekken van de kijk- en luisterhorizon m.b.t. diverse muzisch-creatieve
uitingen: in een cultuurhistorische context, in een transculturele context (westerse en nietwesterse culturen en subculturen), in een transhistorisch perspectief (oud en nieuw).
Doelstelling 4:
Bijbrengen van een voedingsbodem en groeicompetentie om in de toekomst zinvol en
geëmancipeerd te blijven omgaan met kunst en cultuur, m.a.w. opvoeden tot volwassen en
mondige cultuurmensen.
4.5
Leerplandoelen
Binnen de kolom ‘inhouden’ worden een 6-tal grote thema’s vastgelegd. Er wordt rekening
gehouden met een pakket van 24 leseenheden gedurende één leerjaar (1ste leerjaar 3de graad).
Die thema’s zullen verplicht zijn. Voor de subthema’s zullen er evenwel geen verplichtingen
zijn.
De zes thema’s zijn:
*
*
*
*
*
kunstdiscipline als communicatiemiddel,
kunst in haar ‘verwijzende functie’,
de identiteit van de kunstenaar en de uitvoerder,
hoogtepunten en breuklijnen in de kunst van de 19de en de 20ste eeuw,
het verschijnsel ‘stijl’ en ‘stijlgevoeligheid’,
een waarde-oordeel vormen.
5
Vrije ruimte
Voor de zogenaamde vrije ruimte wordt gezocht naar vakkencombinerende samenwerking.
Tot nader order werden een drietal voorstellen weerhouden: kunst en technologie, oorlog en
geweld, religie in architectuur en muziek.
Het Verbond organiseert een nascholingsproject ‘Vrije ruimte in de 3de graad ASO’ voor de
schooljaren 2003-2004. Het is de bedoeling om concrete modellen en voorbeelden voor de
invulling van de vrije ruimte te verzamelen om de leerkrachten te inspireren. Ze worden
verzameld in een syllabus die als inspiratiehandboek kan fungeren.
Het is anderzijds evident dat leerkrachten esthetica hun directies kunnen aanspreken en in de
mate van het mogelijke de aanbeveling van het Verbond, om ook in het 2de leerjaar 1 uur
Esthetica in het fundamentele gedeelte te organiseren, kunnen realiseren.
6
Tijdpad
Tot einde november 2003 moet het ontwerp voor het nieuwe leerplan klaar zijn. Op 15 januari
2004 moeten de teksten af zijn en tegen maart 2004 moeten deze ter goedkeuring ingediend
worden bij de Vlaamse Gemeenschap. Op 20 april 2004 volgt de nascholing hierrond in de
abdij Ter Duinen in Koksijde.
7
Graag uw aandacht voor een vakoverschrijdend project van de DPB
voor informatica, geschiedenis, esthetica en Nederlands
“ONDER CLIO’S LOEP”
7.1
Concept
In het schooljaar 2003-2004 geeft de DPBbegeleiding aardrijkskunde, informatica, estheticageschiedenis en Nederlands een platform aan
scholen om een stukje van hun cultureel erfgoed in
de
kijker
te
stellen.
Het vak geschiedenis geeft de aanzet om een
gebouw, een monument, een schilderij, een
voorwerp, een … met hoge historische waarde uit
de
school
in
de
kijker
te
zetten.
Een of meerdere klassen uit de tweede of derde
graad maken een website van dit stukje cultureel
erfgoed. De vakken geschiedenis, esthetica,
Nederlands en informatica slaan de handen in
elkaar om tekst en beeld wervelend te maken.
Leerlingen kunnen hun website toelichten in een
klas of schoolproject voor een levend publiek.
De muze Clio (Vermeer)
De websites van de verschillende scholen worden gelinkt aan de website van de Diocesane
Pedagogische Begeleiding Brugge. De heer Johan Blondeel zorgt voor een virtuele
rondleiding in het patrimonium van onze scholen. We nemen contact op met de dienst
cultureel erfgoed van onze provincie om te kijken of het project van onze leerlingen ook een
provinciaal platform kan krijgen.
7.2
Situering van het project binnen de leerplannen
Het project sluit nauw aan bij het nieuwe leerplan informatica 2de graad concreet:
*
*
presentaties: alle doelstellingen;
tekstverwerking: opmaak van de teksten en wegschrijven in een html-formaat.
Voor het leerplan geschiedenis verwijzen we naar:
*
historisch inzicht:
de leerlingen tonen aan dat de huidige samenleving het resultaat is van een evolutie en
slechts kan begrepen worden vanuit de historische evolutie.
*
historische vaardigheden:
de leerlingen kunnen de samenhang en de interactie van de diverse
maatschappelijke domeinen herkennen en met voorbeelden illustreren;
-
-
-
*
de leerlingen kunnen de diverse etappes van de historische methode toepassen,
wat betekent het zelfstandig selecteren, kritisch wegen en ordenen van
historische informatie in functie van een probleemstelling, met het oog op
analyse, toetsing van een hypothese, het leggen van zinvolle verbanden, het
formuleren van een conclusie of een waardeoordeel;
de leerlingen tonen in diverse onderzoeksetappes dat ze zowel geleid als
zelfstandig probleemoplossend kunnen redeneren. Ze kunnen dat individueel
en ook in groep;
de leerlingen kunnen deelaspecten van een onderzoek en globale conclusies
zowel schriftelijk als mondeling, op een heldere manier weergeven voor het
publiek van de eigen klas of andere. Ze kunnen voor hun verslaggeving de
moderne communicatiemiddelen (ICT) gebruiken.
historische atttitudes:
de leerlingen zijn nauwkeurig bij het verzamelen, ordenen, analyseren en
interpreteren van informatie over de historische en actuele werkelijkheid;
de leerlingen tonen belangstelling voor de overblijfselen uit het verleden en
voor de actuele samenleving.
Voor het leerplan esthetica kunnen we verwijzen naar:
*
*
*
*
*
*
*
de nadruk leggen op de esthetische ervaring, vorming en beleving;
kunst toegankelijk en verstaanbaar maken voor de leerling;
direct contact met het kunstwerk;
gebruik van audiovisuele middelen, ICT als didactische hulpmiddelen;
de zelfactiviteit van de leerlinge stimuleren, leren zelfstandig leren en
probleemoplossend denken in het leerproces inbouwen;
ontwikkelen van diverse vaardigheden: cognitieve (ontdekken, herkennen, analyseren,
vergelijken, etc.), affectieve (bewondering wekken, emoties creëren, etc.),
metacognitieve (controleren van vaardigheden), psychomotorische (houding,
creativiteit, etc.);
toepassen van de aspecten en de componenten van de beeldtaal op het eigen cultureel
patrimonium van de school.
Voor het leerplan Nederlands vinden we zowel in 2de als in 3de graad een verwijzing naar het
belang van cultuuroverdracht: een taalgemeenschap is altijd ook draagster van een cultuur.
Die heeft zowel een eigentijdse als een historische dimensie. Taalonderwijs geeft daar
toegang toe: het zorgt ervoor dat de volgende generaties leerlingen telkens weer tot de
ontdekking van de eigen cultuur kunnen komen.
7.3
Kandidaat scholen
Momenteel staan volgende scholen met een stukje patrimonium op onze lijst:
*
*
*
*
*
Brugge, St.-Leocollege;
Brugge, St.-Lodewijkscollege;
Ieper, O.-L.-V.- ter- Nieuwe-Plant, glasramen;
Ieper, Vrij Technisch Instituut (Tackzaal);
Izegem, De Pélichy (gouden kapel);
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
Kortrijk, Fort ;
Kortrijk, St.-Amandscollege;
Nieuwpoort, Sint-Bernardusinstituut (de oude abdij);
Oostende, O.-L.-Vrouwecollege (voorgevel);
Roeselare, Klein Seminarie;
Tielt, De Bron;
Torhout, St.-Jozefscollege (kruisweg, glasramen);
Poperinge, St.-Janscollege;
Veurne, Bisschoppelijk College der Onbevlekte Ontvangenis (schilderijen, meubilair);
Waregem, H. Hartcollege.
Wij beseffen dat deze lijst helemaal niet volledig is. Elke school die graag mee wil werken
aan het initiatief geeft voor 10 september 2003 een seintje aan Johan Blondeel, Ann Casier,
Johan Vankeersbilck, Marleen Lippens of Fransien Vandermeersch.
Je deelt mee rond welk stukje patrimonium jouw school zou willen werken.
7.4
Criteria voor het project
*
*
*
*
*
Je zorgt dat je je stukje cultureel erfgoed goed beschrijft voor de outsider.
Je krijgt voor de inhoudelijke invulling later nog richtlijnen op de dpb-website.
Je zoekt een stukje tekst of een gedicht dat de sfeer van het monument weergeeft.
Je maakte een website van dit patrimonium binnen je schoolcontext.
Je presenteert je website voor een levend publiek (dat je zelf uitkiest).We voorzien een
plaats voor instructies en afspraken op www.dpb.sip/erfgoed.
7.5
Planning
Start van het project op woensdag 5 november 2003, DPB Brugge, 14.30 u. - 16.00 u.
Slotmanifestatie op woensdag 10 maart 2004, 14.30 u. - 16.00 u., plaats nog te bepalen.
Jan, Callemeyn, Johan Blondeel, Ann Casier, Johan Vankeersbilck, Marleen Lippens en
Fransien Vandermeersch
We wensen jullie allemaal een heel boeiend en creatief schooljaar toe!
Ann Casier en Johan Vankeersbilck
Vak:
Onderwerp:
Data:
Plaats:
Doelgroep:
ESTHETICA
Dag van de esthetica: Krijtlijnen van het nieuwe leerplan Esthetica +
rondleiding in abdij Ter Duinen
Dinsdag 20 april 2004
Abdij Ter Duinen, Koninklijke Prinslaan 8, 8670 Koksijde
Leerkrachten geschiedenis en graadcoördinatoren derde graad ASO-KSO-TSO
Onderwerp:
Data:
Plaats:
Doelgroep:
Vincent van Gogh - tussen genialiteit en waanzin
Woensdag 19 en 26 november en 3 en 10 december 2003
K.U.Leuven Campus Kortrijk, E. Sabbelaan 53, 8500 Kortrijk
Iedereen met interesse voor schilderkunst en in het bijzonder voor één
van de grootste kunstenaars van de 19de eeuw, Vincent van Gogh. Ook wie
geïnteresseerd is in de kunsthandel en de commerciële waarde van schilderijen,
interesse heeft voor kunstveilingen of werkzaam is in musea kan er heel wat
opsteken. Kortom, de cursus is een aanrader voor iedereen die meer wil ‘zien’
dan enkel de schilderijen op zich.
Onderwerp:
Data:
Plaats:
Doelgroep:
Het fascinerende verleden van Iran: 7000 jaar Perzische kunst
Donderdag 16, 23 en 30 oktober en 6 november 2003
Provinciaal Educatief Centrum, Hugo Verrieststraat 22, 8800 Roeselare
Leerkrachten geschiedenis en alle geïnteresseerden
voor meer info: zie affiche en programmabrochure of website: www.eekhoutcentrum.be
Download