Beleidsplan Stichting Welzijn Hattem 2013-2016

advertisement
Beleidsplan
Stichting Welzijn Hattem
2013-2016
Hattem, juni 2013
Inhoudsopgave
Inleiding
1. Beleid in veranderende maatschappij
2. Terugblik beleidsplan 2010-2012
3. Ontwikkelingen rond SWH
4. Kansen en ideeën voor SWH
5. De competente professional
6. Besluit
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
2
3
5
7
11
19
21
1
Inleiding
Wij kijken regelmatig zowel achterom als vooruit om opnieuw de koers te bepalen
voor Stichting Welzijn Hattem. Voor de komende jaren heeft dit geresulteerd in
onderstaand beleidsplan.
Dit plan komt voort uit meerdere vruchtbare bijeenkomsten met een enthousiast en
daadkrachtig team welzijnswerkers van SWH.
Waar mogelijk worden ontwikkelingen op velerlei terrein om ons heen hierin
meegenomen. Wij staan immers midden in die maatschappij.
Rest ons u veel leesplezier te wensen!
2
1. Beleid in veranderende maatschappij
De wereld van welzijn is volop in beweging: de relatie met de burgers en hun
organisaties verandert, het Rijk decentraliseert op grote schaal taken naar
gemeenten en de beschikbare middelen nemen af.
We zitten midden in een proces van maatschappelijke transformatie. De
verzorgingsstaat bereikt zijn grenzen zowel in effectiviteit als in kosten. Het is een
proces dat reeds jaren loopt en naar verwachting nog jaren zal voortduren.
De maatschappij zal mee moeten in de verandering. Voor vanzelfsprekend
aangenomen vormen van ondersteuning komen te vervallen. Passiviteit en
afwachtendheid richting overheden en organisaties passen niet meer. De individuele
burger zal vaker zélf worden uitgenodigd tot het nemen van initiatieven, tot het
participeren in oplossingen. Het gevoel van ‘recht hebben op’ zal moeten
verschuiven naar ‘uitgaan van de eigen kracht’. Niet de beperkingen en problemen
staan voorop, maar de mogelijkheden en het eigen netwerk.
Wie hulp nodig heeft, kan dat nog steeds krijgen. Wie kán bijdragen, doet dat ook.
Met de transformatie van de verzorgingsstaat naar de burgermaatschappij is het
zaak voor het welzijnswerk telkens weer opnieuw de juiste aanknopingspunten te
vinden voor doorontwikkeling. Immers, veranderingen in de maatschappij en bij de
overheid betekenen automatisch veranderingen binnen welzijnswerk.
Het welzijnswerk vormt de krachtige schakel tussen de burgers en de specialisten.
Zij begeleidt, intervenieert en ondersteunt in ieders individuele en gezamenlijke
verantwoordelijkheid. Waar de lokale overheid extra druk opgelegd krijgt door
verregaande vormen van decentralisatie, kan zij erop vertrouwen het aanboren van
burgerkracht over te laten aan de welzijnsprofessionals die de sociale infrastructuur
in Hattem kennen en verder vorm kunnen geven.
Stichting Welzijn Hattem speelt graag proactief in op deze ontwikkelingen, om de
Hattemse samenleving krachtig en vitaal te houden in veranderende tijden.
Zij gelooft sterk in de eigen kracht van burgers.
Dit neemt niet weg dat de burger hiervoor ondersteuning en coördinatie nodig
heeft. Want de verandering in zijn denken en verwachten, komt niet vanzelf met het
wegvallen van de mogelijkheden. Onze maatschappij is tenslotte gewend aan een
3
warm bad en het ‘opeisen’ van in de heersende opinie verworven rechten.
Gewoonten bepalen het gedrag. En de vertrouwde gang naar (dure) voorzieningen
ligt voor de hand. Daarvan loskomen is noodzakelijk maar moeilijk. Het is immers
makkelijker en anoniemer dan een beroep te doen op familie, vrienden en buren.
Los van deze mentaliteitsverandering, gaat het daarnaast om het samenbrengen
van goede initiatieven. Stichting Welzijn Hattem weet uit eigen ervaring dat de
lokale gemeenschap zich gráág inzet voor een ander en er vele goede intenties zijn
bij individuele inwoners. Om deze bron aan burgerkracht aan te boren, is er
professionele coördinatie nodig met kennis van de mogelijkheden en een
langetermijn visie. Zodat mensen worden samengebracht die anders niet bij elkaar
waren gekomen. En om te garanderen dat de goede ontwikkelingen niet kunnen
stranden in een vroegtijdig stadium. Een laagdrempelige en kostenbesparende
manier om van de eigen kracht van burgers een structureel succes te maken.
Er is vraag naar andere benaderingen die met minder kosten tot goede resultaten
leiden, en die uitgaan van een andere verantwoordelijkheidsverdeling. Minder
professionele inzet en meer eigen kracht en verantwoordelijkheid van burgers.
Dit vraagt van ons een inzet waarin ruimte is voor verandering op inhoud maar ook
in de vorm waarin de welzijnsfunctie is georganiseerd. Stichting Welzijn Hattem
gaat deze uitdaging graag aan de komende jaren.
Participatie, samenredzaamheid en eigen kracht kunnen op die manier juist
motiverend gaan werken. In de eigen kracht staan, met maximale invloed op het
eigen welzijn. Dat geeft vertrouwen. Meedoen geeft energie. Samenwerken
versterkt!
Stichting Welzijn Hattem biedt graag de benodigde continue aanmoeding en
ondersteuning om de eigen kracht van Hattem te verzilveren.
4
2. Terugblik beleidsplan 2010-2012
Vanuit welke achtergrond kijken we vooruit naar de komende jaren?
We kijken positief terug op het eerste beleidsplan van Stichting Welzijn Hattem, dat
liep over onze eerste bestaansperiode van 2010 tot en met 2012.
Op onderdelen is onze insteek niet gewijzigd en willen we consolideren wat we
hebben. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan profilering/PR. Onze
naamsbekendheid is significant toegenomen dankzij onze inspanningen. Een ander
voorbeeld is de signaleringsfunctie die nu structureel deel uitmaakt van ons werk en
daarin volledig is ingebed.
Ook gezien de hiervoor geschetste maatschappelijke verandering, blijft dit een
speerpunt binnen onze welzijnsorganisatie: vroegtijdig signaleren, handelen en
indien nodig ingrijpen. Dit alles om ontwrichtende situaties (en bijbehorende
kosten) te voorkomen.
Veel van onze voornemens en plannen zijn geslaagd, met name die dingen die we in
eigen hand hebben. Het leeuwendeel van onze doelen is zowel kwantitatief als
kwalitatief behaald. De verdere voortzetting hiervan hangt mede af van de
demografische ontwikkelingen rond de doelgroepen.
Op andere punten zijn de omstandigheden en inzichten gewijzigd en moeten
opnieuw keuzes worden gemaakt. Zo verlopen sommige samenwerkingsrelaties tot
volle tevredenheid en sommige beperken zich bij voorkeur tot het respectvol naast
elkaar samenwerken.
Waar we nu al af en toe een appél doen op eigen kracht zal dit in de komende jaren
verder moeten groeien. Dit staat uiteraard geheel in de lijn van de voornoemde
maatschappelijke ontwikkelingen. Het buurtwerk zal daarbij naar verwachting een
belangrijke rol gaan spelen.
Het verbinden van generaties is iets wat nog verder zou kunnen groeien. We kijken
dan ook rijkhalzend uit naar de verbouwing van De Marke, die mogelijk zal maken
dat alle medewerkers en bijbehorende doelgroepen op één locatie gevestigd zijn. De
verbinding kan daardoor goed tot stand komen.
Ook zijn er projectmatige onderdelen uit het vorige beleid die tot nu toe niet gelukt
zijn maar waar onze insteek niet veranderd is. Zo is het project dagbesteding niet
volledig en op alle fronten het succes geworden waarop we hadden gehoopt. Wél
was dit een bijzonder goede leerschool wat ons vertrouwen in het concept alleen
5
maar sterker heeft gemaakt. Pionieren kan soms ook betekenen dat je ergens te
vroeg mee bent. We staan dan ook nog steeds achter het concept en zien kansen
bij een mogelijke schaalvergroting qua gemeentes en een verdere terugloop van
AWBZ gelden.
Ook zien we verschuivingen van de behoeftes binnen de doelgroepen. Zo is
bijvoorbeeld de vraag naar cursussen afgenomen en de vraag naar personen
alarmering in het ouderenwerk toegenomen.
Er heeft een lichte groei plaatsgevonden in het aantal vrijwilligers bij Stichting
Welzijn Hattem. Wel merken we een verandering in het soort werk dat vrijwilligers
zoeken. Er zijn minder vrijwilligers te vinden voor structurele inspanningen. Vaker
wordt aangegeven vrijwilligerswerk op incidentele basis uit te willen voeren.
Passend binnen het drukke en afwisselende eigen leven dat de burger van nu
kenmerkt.
Enerzijds kan dit leiden tot onderbezetting bij vaste activiteiten en diensten.
Anderzijds sluit dit mooi aan bij de eerder geschetste maatschappelijke verandering.
We willen als welzijnsstichting sterke ondersteuning bieden bij de eigen kracht van
burgers waar meer en meer beroep op wordt gedaan. Dit zal ook juist leiden tot
meer vraag naar incidentele inzet van vrijwilligers: flexibiliteit passend bij de
voortdurend verandere vraag. De behoeftes die vanuit de samenleving komen zijn
tenslotte altijd anders, het gaat vaak om individueel maatwerk. Zo zouden wij uit
een keukentafelgesprek de ene keer een behoefte kunnen signaleren aan hulp bij de
boodschappen en de andere keer hulp bij het invullen van speciale
aanvraagformulieren.
Helaas moeten we constateren dat na al die jaren nog steeds gezamenlijke
parameters met de gemeente ontbreken inzake het beleid rond welzijn.
Bij verdere bezuinigingen is van belang welke keuzes de gemeente gaat maken op
de vele terreinen die op hen afkomen. Helder is in ieder geval wel dat Stichting
Welzijn Hattem de kwetsbare doelgroepen moet bedienen. Dat hier meerdere
varianten mogelijk zijn spreekt voor zich.
Het is nu zaak met deze gewijzigde omstandigheden en inzichten nieuwe palen te
slaan voor de toekomst van welzijnswerk in zijn algemeenheid en per doelgroep.
6
3. Ontwikkelingen rond SWH
In het eerste hoofdstuk schetsten we al een maatschappelijke context voor dit
beleidsplan. Daar binnen en daarnaast zijn vele ontwikkelingen gaande die van
invloed zijn op het welzijnswerk. De belangrijkste drie ontwikkelingen zetten we
hieronder uiteen.
§ 3.1 Ontwikkeling 1: Afname middelen
Nederland verandert van een verzorgingsstaat in een burgermaatschappij. De rol
van de overheid wordt kleiner en individuen, groepen burgers en organisaties
krijgen meer verantwoordelijkheid bij het oplossen van maatschappelijke
vraagstukken.
Zelfredzaamheid is hierbij een veelgehoorde term oftewel het nieuwe “Hoera
woord”. Kwetsbare mensen en hun omgeving moeten meer zelf gaan doen.
Professionele ondersteuning gefinancierd door de overheid wordt minder. Stichting
Welzijn Hattem spreekt daarnaast zelf ook graag van ‘samenredzaamheid’. Zij
gelooft in de eigen kracht van burgers en het bieden en vinden van ondersteuning
bij elkaar in nieuwe vormen, nieuwe netwerken.
De verzorgingsstaat staat in de nabije toekomst alleen klaar voor de meest
kwetsbaren. Met name de stijgende kosten van de ouderenzorg zorgen ervoor dat
de kosten onbetaalbaar worden. Daarom eist de overheid dat kinderen, buren en
andere mantelzorgers straks bijspringen.
Men verwacht sluiting van vele verzorgingshuizen en bezuinigingen op de
huishoudelijke hulp voor ouderen. In tegenstelling tot Duitsland waar het een
wettelijke plicht is actief bij te dragen aan de zorg voor hun ouders, zal het in
Nederland vooralsnog een morele plicht zijn en vooral worden.
Men verwacht hierbij wel problemen. De nieuwe generatie mantelzorgers is
opgegroeid in tijden van individualisering, groeiende welvaart en een sterk
ontwikkelde verzorgingsstaat. Persoonlijke ontwikkeling staat voorop. Carrière,
gezin, vrienden en vrije tijd zijn belangrijk. Tegelijkertijd krijgt deze groep te maken
met veel zwaardere zorgtaken, alleen al omdat mensen langer leven. Een lastige
factor is ook dat de maatschappij steeds meer bestaat uit veranderende
gezinsvormen, bijvoorbeeld stiefouders in ‘samengestelde gezinnen’, ongehuwde
moeders, latrelaties, gescheiden ouders.
7
De aandacht voor het aanboren, ondersteunen en benutten van eigen kracht en
capaciteiten van burgers wordt steeds groter. De maatschappelijke ondersteuning
moet in toenemende mate op deze manier worden georganiseerd.
De noodzaak tot ‘samenredzaamheid’ lijkt dus haaks te staan op het toenemende
individualisme dat ook wij in ons werk tegenkomen. Juist waar we toe moeten
werken naar meer maatschappelijke betrokkenheid van zowel de jongere áls de
oudere generaties, is het dan ook een uitdaging om nieuwe vormen te creëren van
elkaar helpen en ondersteunen. Individuaiteit en eigen belang zullen meer naar de
achtergrond moeten raken, om plaats te bieden aan samenwerking en eigen kracht.
In het eerste hoofdstuk van dit beleidsplan schetsen wij dan ook dat dit
veranderende beroep op de burger een goede coördinatie behoeft. Professionals die
vanuit de welzijnsgedachte met beperkte middelen veel kunnen bereiken. Het
verzilveren van de goede wil, door een continue aanmoediging en ondersteuning
van de burger.
Naast de afname aan middelen als gevolg van de stijgende kosten van de
ouderenzorg is er over de brede linie minder geld beschikbaar voor welzijn als
gevolg van de recessie en de afnemende middelen bij de gemeentes. Zo zien we
landelijk een afname van middelen voor welzijnswerk op alle terreinen zoals
kinderwerk, jongerenwerk, ouderenwerk, mantelzorg, volwassenenwerk en cultuur.
Evenals voor andere sectoren krijgt ook welzijn te maken met een kleiner budget bij
overheid, provincies en gemeenten.
§ 3.2 Ontwikkeling 2: Transities
Linksom of rechtsom: men verwacht dat de drie transities naar de gemeentes er
vroeger of later aan gaan komen. Hiermee komen de Jeugdzorg, de AWBZ en de
Participatiewet onder de verantwoordelijkheid van de gemeente te vallen.
De huidige aanpak van maatschappelijke problemen is onvoldoende effectief en de
financiële druk te groot. Het is bij het schrijven van dit beleidsplan nog onduidelijk
óf en wanneer een en ander wordt doorgevoerd maar de meeste gemeentes gaan
door met de voorbereidingen. De beweging die in gang is gezet zal doorgang
vinden, hooguit de uitwerking zal anders worden dan voorzien.
Het betreft de volgende transities:
a Jeugdzorg gaat van de provincie naar de gemeente
b AWBZ verschuift van de overheid naar de gemeente (WMO)
c Participatiewet komt bij de gemeente
8
ad a Jeugdzorg
De Jeugdzorg gaat van de provincie naar de gemeente. Hiermee wordt de gemeente
vanaf 2015 bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp
en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.
Vanuit diverse instanties waaronder het Nederlandse Jeugdinstituut wordt daarbij
gepleit voor meer aandacht voor de gewone positieve ontwikkeling van de jeugd, en
daarmee voor meer aandacht voor algemene voorzieningen zoals
jeugdwelzijnswerk, buurtvoorzieningen, kinderopvang en school. Meer aandacht dus
voor de kwaliteit van de leefomgeving van kinderen en jongeren. Dit betekent
stimulering van gezond opgroeien, positief opvoeden, kansen op een succesvolle
schoolloopbaan bieden, talentontwikkeling en het actief participeren in school en de
samenleving mogelijk maken. Het op peil brengen en houden van algemene
jeugdvoorzieningen, zoals jeugdwelzijn zorgt op langere termijn voor een beter
opgroeiklimaat, vermindering van problemen en een afname van doorverwijzing
naar meer intensieve vormen van hulp. Indirect kan deze transitie dus ook van
invloed zijn op het Jeugdwerk van SWH.
Dit geheel zou vervolgens aangevuld moeten worden in tweede instantie met de
opbouw van een samenhangende zorgstructuur die erop gericht is de opvoeding
zoveel mogelijk te versterken en dus niet over te nemen.
ad b AWBZ
Hulpbehoevende ouderen, zieken en gehandicapten moeten hun hulp voortaan zelf
gaan organiseren. Alleen voor de hulp die echt niet kan worden verleend door
familieleden, vrienden en buren, komt de overheid nog over de brug met een
budget om professionele zorg te betalen. Het nieuwe motto wordt “help elkaar”.
Uit de AWBZ wordt enkel nog de zorg in gehandicapteninstellingen en verpleeg- en
verzorgingshuizen betaald, al wordt de drempel voor een plek in de instelling sterk
verhoogd.
Ook bij de zorg buiten de instellingen bij de mensen thuis wordt de drempel voor
het recht op professionele zorg verhoogd.
Het idee van het nabuurschap en de hulp van familie worden in ere hersteld.
De gemeenten en de zorgverzekeraars worden gezamenlijk verantwoordelijk voor
de AWBZ- zorg buiten de huizen.
De gang van zaken nu is dat mensen die zorg nodig hebben die aan kunnen vragen.
Zij krijgen dan een indicatie die recht geeft op zorg in natura zoals een
zorginstelling die aanbiedt.
In de toekomst wordt eerst het probleem vastgesteld. Daarna wordt gekeken wat
de hulpbehoevende of diens omgeving zelf aan zorg kan regelen. Dat gebeurt
bijvoorbeeld in een “keukentafelgesprek”. Daarin worden de persoonlijke
omstandigheden van de cliënt, zijn financiële positie, de nabijheid van kinderen en
zijn sociale netwerk meegewogen. Daarna wordt bekeken of er nog behoefte is aan
aanvullende professionele hulp.
9
Meningsverschillen bestaan nog over de wijze van financiering van de zorg, met een
budget, een zorgbewijs of tegoedbonnen.
Zeer actueel in Hattem is de verandering bij de hulp in de huishouding. Stichting
Welzijn Hattem heeft duidelijke ideeën over hoe het welzijnswerk hierin een rol zou
kunnen gaan spelen. In den lande bestaan er bovendien uiterst inspirerende
voorbeelden van welzijnsorganisaties die delen van de organisatie en/of uitvoering
van hulp in de huishouding overgenomen hebben. Juist vanwege haar sterke
voorvechtersrol van de eigen kracht en het eigen netwerk, kan Stichting Welzijn
Hattem bezuinigingen doorvoeren mét behoud van kwaliteit. Contacten hierover
met Gemeente Hattem hebben reeds plaatsgevonden, waarbij de
boodschappenservice een concreet benoemd plan is. Bij het schrijven van dit
beleidsplan wordt nog gewacht op de reactie van de gemeente, om verdere stappen
hieromtrent te gaan nemen.
ad c Participatiewet
Deze wet wil mensen met een bijstandsuitkering of met een lichamelijke, psychische
of verstandelijke beperking ook diensten binnen de WMO laten uitvoeren. Hierbij
wordt niet direct gedacht aan betaalde arbeid maar op een besparing op kosten van
professionals.
Een van de veelgenoemde voorbeelden is dat elke uitkeringsgerechtigde die zijn
eigen huishouden kan onderhouden dat ook voor een ander kan doen als bijdrage
aan de samenleving.
In het land zien we voorbeelden van welzijnsorganisaties die activeringsprojecten
voor mensen met een bijstandsuitkering bieden. Op die manier benut je als
gemeente het lokale netwerk.
§3.3 Ontwikkeling 3: Schaalvergroting gemeentes
Waar een gemeentelijk schaalgrootte opgelegd zou gaan worden van minimaal
50.000 inwoners gaan er nu al stemmen op voor een minimum van 100.000
inwoners. Hattem zal linksom of rechtsom in de nabije toekomst tot samenwerking
met andere gemeente(s) gedwongen zijn.
Deze schaalgrootte biedt vele kansen maar kent ook risico’s.
10
4. Kansen en ideeën voor SWH
§4.1 Algemeen
Stichting Welzijn Hattem is betrokken bij de samenleving en staat open voor actuele
ontwikkelingen en signalen vanuit de maatschappij en overheid.
Van belang zal blijven dat wij er zijn voor de kwetsbaren in de Hattemse
samenleving.
Wij beschouwen onszelf als een welzijnsondernemer die bij uitstek geschikt is om de
kracht in de samenleving aan te boren en te verzilveren. Wij menen dan ook over
de goede papieren voor de toekomst te beschikken.
Er komt veel op de gemeentes af op dit moment en dit zal de komende jaren niet
veranderen. Stichting Welzijn Hattem zit dicht bij de gemeente Hattem. Onze
toekomststrategie zal zijn dat wij anticiperen op deze ontwikkelingen en de
toegevoegde waarde van welzijn aantonen aan de gemeente en anderen. Waar
mogelijk willen we dit combineren met het voorleggen van concrete ideeën als
handreiking naar de gemeente.
Van de andere kant zouden we graag zien dat de gemeente aan ons problemen
voorlegt. Partnerschap met de gemeente houdt ook in dat de welzijnsondernemer in
staat is om problemen van de gemeente op te lossen. Dat kan gaan om
bijvoorbeeld acute problemen bijvoorbeeld bij buurtbemiddeling maar ook om
vraagstukken als dalende budgetten in het sociale domein.
Vele taken kunnen met een gerust hart uitbesteed worden aan Stichting Welzijn
Hattem. Wij hebben ons ontwikkeld tot een stabiele en professionele organisatie
waar mensen op kunnen bouwen en vertrouwen en dit willen wij graag voortzetten.
Deze strategie zal gepaard gaan met de juiste snelheid, flexibiliteit en slagkracht.
Een en ander zou kunnen betekenen dat er andere keuzes gemaakt moeten worden
en taken of aandachtsgebieden waar nodig verschoven moeten worden. Bij het
schrijven van dit artikel heeft Stichting Welzijn Hattem daartoe zelf al de nodige
initiatieven genomen. De nadruk op haar cursus- en activiteitenaanbod is
gestabiliseerd, om ruimte te maken voor nieuwe ontwikkelingen die passen bij haar
rol als verzilveraar van de burgerkracht. Hierdoor ontstaat ondermeer ruimte voor
het opzetten van ondersteuning bij financien en formulieren (project “Op Koers”)
voor inwoners van Hattem.
Ook worden er initiatieven ontplooid en voorgelegd aan Gemeente Hattem rondom
burenkracht, keukentafelgesprekken en boodschappenservice. Hierover verderop
meer.
11
§4.2 Idee: Buurtwerk als paraplu voor burgerkracht
Bij een terugtredende overheid en verbreding van de WMO wordt de sociale
samenhang tussen burgers van belang. Stichting Welzijn Hattem kan bijdragen aan
het verbeteren van welbevinden van mensen in hun omgeving. Daarbij gaan wij
steeds meer uit van de eigen kracht en talenten van kinderen, jongeren,
volwassenen en ouderen in de wijk.
Wij hebben reeds goede ervaringen in buurtwerk. Denk aan de burendag, de
wekelijkse spelenkaravaan, de straatspeeldag, contacten met de speeltuinen,
keukentafelgesprekken met ouderen. Maar wij bruisen van ideeën om dit verder uit
te bouwen de komende jaren.
Zo denken wij aan het starten van een pilot in het najaar 2013 met een
buurtregisseur die aanspreekpunt is en verbindingen legt tussen de bewoners.
Daarnaast kan hij ter plekke signaleren en kent hij een hele korte lijn naar Stichting
Welzijn Hattem. Uiteraard geschoold vanuit onze professionaliteit. De buurtregisseur
slaat bruggen tussen burgers en zorgt dat de burgers ook daadwerkelijk elkaar de
hand reiken en helpen.
Daarnaast valt ook te denken aan de burenbemiddeling waar we op dit moment met
de Gemeente Hattem over in gesprek zijn. Maar ook het eten met of bij buren, of
een huiskamerproject, biedt kansen op verbindingen.
Deze preventieve wijze van werken kan kosten in de zorg en elders terugbrengen.
Maar het buurtwerk kan ook nog veel verder gaan wat ons betreft.
Een inspirerend voorbeeld kan gevonden worden in de gemeente Oudewater.Daar
heeft de welzijnsinstelling de vervolg - indicatiegesprekken voor de hulp in de
huishouding uitgevoerd en op 38 inwoners € 44.000,- bespaard. Dit door gebruik te
maken van eigen sociale kring van de betrokkene en het verbinden van weerbare
met kwetsbare burgers. Zoals al bleek uit dit beleidsplan, is dit zeer in de lijn met
de visie van Stichting Welzijn Hattem.
Ook denken wij graag out of the box voor wat betreft zorg in de buurt. Beginnende
dementie leidt voortaan namelijk niet meer direct tot opname in een verpleeghuis.
De eerste lijn zou een gesprek met welzijnswerk kunnen entameren met het
verzoek de betreffende persoon zo actief mogelijk te houden. Het streven zou
moeten zijn op wijkniveau netwerken te gaan vormen. Mensen zijn verrassend vaak
meer gebaat bij het inwisselen van een onsje zorg voor een onsje welzijn. Wanneer
iemand in zijn eigen kracht wordt gezet, met een maximale invloed op het eigen
welzijn, ontstaat juist weer een toenemend gevoel van welzijn. Hulp vanuit het
eigen netwerk of vanuit een nieuw opgezet sociaal netwerk kan een gevoel van
verbondenheid creëren dat verder gaat dan de inzet van een reguliere hulp.
Gewaardeerd worden om wat je kunt, in plaats van passief worden ingebed in
12
reguliere (overheids)voorzieningen die de maatschappij teveel geld kosten. Daarom
niet onbelangrijk: het drukt de kosten terwijl het gevoel van eigenwaarde vergroot
wordt.
Wij realiseren ons goed dat deze wijze van werken een omslag vraagt van
medewerkers, vrijwilligers en burgers. Hoe krijg je inwoners in beweging meer
taken op zich te nemen in de trant van samenredzaamheid? En wat moeten de
professionals doen en laten om dit te bereiken?
Het succes zit vaak in de manier waarop bewoners worden benaderd. Mensen
blijken meer gebaat bij uitnodiging dan bij stimulering. Zelforganisatie veronderstelt
intrinsieke motivatie. Mensen uitnodigen iets voor een ander te doen, binnen de
eigen capaciteiten en interesses, levert meer enthousiasme op dan hen aanspreken
op het feit dat zij genoodzaakt zijn iets te móeten doen.
Al deze informele netwerken bestaan uit onbetaalde krachten die ondersteund
worden door professionals.
Vaak bestaat de misvatting dat inwoners zomaar initiatieven nemen. Dit is te
eenvoudig gedacht. Zoals eerder beschreven ontstaat het initiatief tot
samenredzaamheid niet automatisch op het moment dat bestaande vormen van
(overheids)ondersteuning komen te vervallen. Door de eerdere gewenning en
ingebedde veronderstelling van verworven rechten, is het een uitdaging de
weerstand daarover van burgers om te zetten naar eigen inititiaf. Om een proces en
een bewustwording in gang te zetten zijn professionals nodig. Ook als achtervang
blijven altijd professionals nodig ter ondersteuning. Ook de aanjaagfunctie voor
ideeën van welzijnswerk is van belang. Eerder in dit beleidsplan spraken we al over
de continue aanmoeding en ondersteuning vóór de burgerinitiatieven, dóór een
coördinerende professional met een kennis van mogelijkheden en langetermijnvisie.
Het zogenoemde ‘buurtwerk’ kan in Hattem dan ook als verzamelnaam gelden voor
de vele vormen van het aanspreken van burgerkracht. Zie daartoe de figuur op de
volgende pagina.
Bepaalde onderdelen richten zich specifiek op het versterken van cohesie binnen
een bepaalde buurt of straat. Voorbeelden daarvan zijn Burendag en de
Spelenkaravaan. Daarnaast zijn er onderdelen die in meer algemene, brede vorm
inzetten op burgers onderling zonder dat dit specifiek aan een bepaalde buurt of
straat gekoppeld is. Voorbeelden daarvan zijn burgerkracht en
keukentafelgesprekken.
13
Buurtwerk als paraplu voor
burgerkracht
Burendag
Burgerkracht
Spelenkaravaan
Straathoekwerk
Speeltuinen
Keukentafelgesprekken
Buurtbemiddeling
§4.3 Idee: Keukentafelgesprekkken
In projectvorm hebben wij in 2012 en 2013 vele huisbezoeken gedaan bij ouderen.
Hiermee hebben wij zeer goede ervaringen opgedaan. Daarnaast zal Stichting
Welzijn Hattem zich steeds meer gaan richten op de eigen kracht van burgers, hun
netwerk/buurt, om de sociale cohesie te versterken.
In lijn hiermee stellen wij voor jaarlijks huisbezoeken uit te voeren bij alle inwoners
die dat jaar 75 jaar worden. Naar schatting betreft dat op dit moment circa 75-100
ouderen per jaar. Deze huisbezoeken hebben een sterk signalerend en preventief
karakter.
Stichting Welzijn Hattem heeft bewezen dergelijke opdrachten naar grote
tevredenheid uit te kunnen voeren tegen relatief lage kosten, mede door gebruik te
maken van reeds aanwezige expertise en een eigen netwerk.
Wanneer deze keukentafelgesprekken gecombineerd worden met het achterhalen
van bijvoorbeeld informatie die nodig is voor het WMO loket en het inzetten van het
sociale netwerk van betrokkenen om de kosten voor zorg te besparen is een
verschuiving van financiering het overwegen waard.
Wij stellen ons voor ieder jaar ons budget te bekijken en op basis daarvan te
beslissen hoeveel gesprekken er daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden. Daarbij
denken wij bovendien aan de inzet van een goed geschoolde stagiair HBO
(maatschappelijk werk en dienstverlening), onder begeleiding van een
beroepskracht. Dit zal de efficiëntie en het bereik van het aantal ouderen sterk
kunnen vergroten.
14
§ 4.4 Kans: Één locatie
De huisvestingsplannen zijn definitief, hetgeen betekent dat Stichting Welzijn
Hattem op één locatie gehuisvest gaat worden aan de Daendelsweg met ingang van
het seizoen 2013-2014. Dit zal de efficiency ten goede komen en biedt tevens
nieuwe kansen voor de inhoud van ons werk. Zo zien wij betere mogelijkheden op
het gebied van intergenerationeel werken, laagdrempeligheid voor ons
activiteitenaanbod en nieuwe plannen die daardoor nu uitvoering kunnen vinden.
§ 4.5 Idee: Project “OP KO€RS”
Steeds meer mensen hebben behoefte aan ondersteuning bij hun (financiële)
administratie. Er is een toename aan mensen met financiële problemen, het aantal
ouderen neemt toe, waarmee ook de groep kwetsbaren stijgt. Maar ook onder
jongeren groeit het aantal schulden gestaag. Dit in combinatie met een complexe
wet- en regelgeving, een economische recessie en een terugtredende overheid.
In opdracht van de gemeente heeft Stichting Welzijn Hattem in 2012 een globale
inventarisatie gemaakt van wat er momenteel geboden wordt in Hattem op het
gebied van financiële hulpverlening (zie rapport “Inventarisatie aanbod financiële
hulpverlening in Hattem, juli 2012”). Hieruit kwam naar voren dat er diverse
aanbieders zijn in de financiële hulpverlening. Zo houden wij ons bezig met
voorlichting op het gebied van inkomensondersteuning in groepsverband aan
jongeren en ouderen. In zijn algemeenheid constateren we dat er een versnipperd
aanbod is wat verspreid ligt over professionele en vrijwillige organisaties. Er ligt een
hiaat op het gebied van preventieve, laagdrempelige en langdurige financiële
ondersteuning. Ook werd geconstateerd dat de regie op dit gebied tot op dit
moment ontbreekt.
Stichting Welzijn Hattem is in overleg met Gemeente Hattem gestart met een pilot
van het project “OP KO€RS”, voor alle inwoners in Hattem ongeacht de leeftijd met
(beginnende) financiële problemen. Deze pilot loopt tot 1 januari 2015 en wordt
gedurende deze looptijd budgettair neutraal uitgevoerd door SWH. Ook fiscale
ondersteuning zou onderdeel moeten zijn van dit project ons inziens, wellicht als
onderdeel van een bredere formulierenbrigade.
Stichting Welzijn Hattem kan door haar netwerk, deskundigheid en vroegsignalering
doelgroepen goed bereiken. Door een uitvoering met behulp van getrainde en
geschoolde vrijwilligers kunnen de kosten van het project laag blijven.
Ook op dit terrein zullen burgers zoveel mogelijk burgers moeten helpen.
Voor het welslagen van dit project is goede samenwerking met andere partijen zoals
maatschappelijk werk, Triada en het WMO loket van belang. Het doorverwijzen van
cliënten naar elkaar is van belang om het project te laten slagen en te
15
bewerkstelligen dat reeds preventief dingen gebeuren. Het project biedt een
overzicht van de aanleiding, doelstellingen, aanpak en de verschillende onderdelen
waaruit het project kan gaan bestaan. Tevens is daarin opgenomen een werkwijze
en bijbehorend tijdspad. Bovendien voor de duur van het project volledig
gefinancierd vanuit eigen bestaande middelen. Stichting Welzijn Hattem maakt dit
mogelijk door een interne verschuiving.
§ 4.6 Idee: Dagbesteding met vrijwilligers
De AWBZ is in de loop der jaren behoorlijk uitgekleed, wat ook zijn weerslag had op
het aantal indicaties voor de dagopvang (zie project “Dagprogramma Senioren,
2010” van SWH). Dit aantal is fors afgenomen.
Verwacht wordt dat dit proces zich verder voortzet bij de transitie naar de
gemeenten. Niet alleen komen de nieuwe taken op de gemeente af, de
bezuinigingen op de budgetten zijn fors.
Welzijn is de enige partij die begeleiding verleent zonder enige vorm van indicatie.
Het project dagbesteding met vrijwilligers van Stichting Welzijn Hattem blijft een
uniek concept, wat voor een herstart uitermate geschikt is. Voortschrijdend inzicht
levert op dat essentiële voorwaarden voor een herstart zijn: doorverwijzing door
andere instanties als gevolg van een verdere terugloop van het aantal indicaties òf
een schaalvergroting over de gemeentegrenzen in combinatie met het organiseren
van vervoer met behulp van vrijwilligers voor de cliënten.
Voor dit project geldt eveneens dat de uitvoering met behulp van getrainde en
geschoolde vrijwilligers de kosten van een dergelijke dagbesteding laag houden. En
ook dit project is een voorbeeld van burgers die burgers helpen.
§ 4.7 Idee: Mobiliteit en boodschappen
Mobiel zijn betekent voor ouderen levenskwaliteit. Mobiliteit is van groot belang
voor de zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Nu de vergoedingen minder worden,
staat hun mobiliteit onder druk. Een oplossing kan gevonden worden in het beter
benutten van vervoer in de informele sfeer. Buurtgenoten en lotgenoten die wel
mobiel zijn zouden moeten worden geïntegreerd in een mobiliteitsnetwerk.
Met vervoer op eigen kracht willen we het vervoer dicht bij de mensen brengen die
minder mobiel zijn. Denk aan vrijwilligersvervoer en burenhulp om de mobiliteit van
ouderen en mensen met een beperking kwantitatief en kwalitatief te verbeteren.
Dit ligt in de lijn van de respijtzorg die Stichting Welzijn Hattem reeds aanbiedt. Wij
beschikken over een poule van vrijwilligers die op incidentele basis, al naar gelang
de vraag, ingezet kan worden ter ondersteuning van andere inwoners. Dit kan
gebeuren uit het oogpunt van mantelzorg, als ook ouderenwerk en burgerkracht.
In het kader van mobiliteit denken wij bovendien aan het doen van boodschappen
voor en/of mét ouderen. Eerder beschreven we al de bezuinigingen die Gemeente
16
Hattem moet maken op de huishoudelijke hulp. Een onderdeel hiervan is de het
doen van boodschappen voor ouderen, door hun thuishulp. Stichting Welzijn Hattem
heeft bij de Gemeente aangegeven dat zij mogelijkheden ziet om dit anders en
voordeliger in te vullen. Vanuit onze visie van burgerkracht zouden wij een
boodschappenservice voor ogen hebben die zowel voordeliger is, als aansluit bij het
versterken van eigen netwerken.
§ 4.8 Idee: Eén loket
Op dit moment beschikken we in Hattem over drie loketten te weten het WMO loket,
loket Werk en Inkomen en het CJG loket. Daarnaast biedt Stichting Welzijn Hattem
zelf informatie en advies, met name gericht op ouderen en mantelzorgers.
Alle ontwikkelingen bij elkaar in combinatie met de schaalgrootte van Hattem doen
ons vermoeden dat dit niet de ideale situatie is. Dit mede tegen het licht van onze
visie op het Sociaal Domein en de positionering van welzijnswerk bij de TOEGANG
(het loket, de indicatiestelling, keukentafelgesprekken, nulde – en eerstelijn).
Het samenbrengen van activiteiten onder gemeentelijke aansturing biedt kansen
voor een veel effectievere en efficiënter georganiseerde aanpak op het hele domein.
In eerste instantie moeten we inzetten op maatwerk leveren en toegankelijkheid.
Dit is preventief. Denk aan de keukentafelgesprekken.
Dit zal niet het huidige aanbod kunnen vervangen en is ook niet geschikt voor elke
situatie.
Naast het outreachende werk naar de mensen toe en kijken wat je in de buurt kunt
bereiken moeten we rond de transities toe naar één plek waar burgers als
vanzelfsprekend binnenkomen met hun vragen op terreinen als opvoeding, werk en
uitkering en maatschappelijke participatie. Dichtbij, voor de hand liggend en
onomstreden. Voorbeelden in het land laten zien dat dit niet per definitie in het
gemeentehuis zou hoeven plaatsvinden.
Zoals de huisarts altijd de eerste is waar je naar toe gaat als je een probleem hebt
op het terrein van je eigen gezondheid, zo is er een plek waar je vanzelfsprekend
naar toe kunt gaan als je vragen op het terrein van je eigen (sociale) leven hebt.
Maar ook een activeringsproject voor mensen met een uitkering maakt deel uit van
dit loket. Mensen die onder begeleiding, eenvoudige persoonlijke diensten
aanbieden of zinvolle klussen doen in de wijk.
Hierbij zou gedacht kunnen worden aan een intake volgens drie lijnen: nuldelijns,
eerstelijns, tweedelijns van eigenkracht tot specialistische hulp (zie Drie transities in
één beweging, mrt 2012 Stade Advies).
Één sociaal team in een loket met generalisten. Dit zijn mensen die de inwoners, de
omgeving, de buurt, het professionele speelveld, maar ook de civil society kennen.
De generalist is een professional die vanuit de leefwereld van burgers kan denken,
die naast de burger staat en zo nodig ook een professionele duw in de goede
richting kan geven. Iemand die tijdig ingrijpt, die de eigen kracht van burgers
17
aanmoedigt, die problemen licht oppakt, die de veerkracht in de samenleving
versterkt en als vangnet fungeert voor de echt kwetsbare burgers.
Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een loket waar mensen naar toe gaan om een
voorziening aan te vragen in verband met een beperking.
De rol van Stichting Welzijn Hattem in dit loket zien wij rond de nuldelijn, de eigen
kracht van burgers en de informele netwerken. Maar ook in de eerste lijn, de
toeleiding naar zinvol werk en antwoorden op sociaal-maatschappelijke problemen,
zijn onze medewerkers op hun plek.
Wederom geldt ook bij deze constructie dat wanneer je bij elk bezoek aan het loket
start bij de eigen kracht en het sociale netwerk van betrokkene waar nodig
aangevuld met het informele netwerk van Stichting Welzijn Hattem, de gemeente
vele kosten zal kunnen besparen.
18
5. De competente professional
§5.1 Algemeen
Het werkveld om ons heen is in beweging. Dit vraagt om het opnieuw bekijken van
de competenties van onze medewerkers opdat zij een bijdrage kunnen leveren aan
het realiseren van de doelstellingen van de nieuwe WMO.
Waar nodig kan dit leiden tot de noodzaak van scholing.
De belangrijkste doelstelling van de wet zijn zelfredzaamheid, participatie en sociale
samenhang. De professional ondersteunt burgers met hulpvragen vanuit deze
doelstellingen. Andersom stimuleren en ondersteunen sociaal werkers in de WMO
burgers om zich in te zetten voor sociale samenhang en participatie
(vrijwilligerswerk, burenhulp), waardoor anderen meer zelfredzaam worden.
§5.2 Competenties professionals
De competente professional:
 Verheldert vragen en behoeften
De sociaal werker luistert betrokken, actief en met open vizier naar burgers en biedt
hen vertrouwen. Hij bouwt op professionele wijze een vertrouwensrelatie op, geeft
ruimte en vraagt door naar verwachtingen, wensen en mogelijkheden.
De daadwerkelijke vraag is leidend.
 Versterkt eigen kracht en zelfregie
De sociaal werker begeleidt individuen, vrijwilligers, families en groepen bij het
vinden van eigen oplossingen voor hun vragen. Hij motiveert, ondersteunt,
informeert, adviseert en helpt hen om vaardigheden te ontwikkelen, keuzes te
maken, het eigen netwerk aan te boren en hun eigen kracht en die van hun
omgeving te versterken om tot gewenste resultaten te komen. Waar burgers niet in
staat zijn om de eigen kracht te benutten of geen netwerk hebben, blijft de sociaal
werker ondersteuning bieden of draagt hij de zorg over.
 Is zichtbaar en gaat op mensen af
De sociaal werker kent burgers en wordt door hen gekend. Hij is een toegankelijk
en laagdrempelig aanspreekpunt en gaat naar burgers toe in hun eigen leefsituatie
om latente of door anderen gesignaleerde vragen en behoeften te achterhalen en
hen daarbij te ondersteunen. Hij profileert zich zelfbewust met zijn kennis van de
19
lokale samenleving bij samenwerkingspartners en beleidsmakers op zijn werkgebied
en op aanpalende terreinen.
 Stimuleert verantwoordelijk gedrag
De sociaal werker bevordert dat afhankelijk gedrag omgebogen wordt in het nemen
van eigen verantwoordelijkheid. Hij helpt om belemmerende patronen te
doorbreken. Hij zoekt gezamenlijk naar oplossingen die binnen het vermogen van
burgers liggen en stimuleert tot het aanleren van effectief gedrag.
 Stuurt aan op betrokkenheid en participatie
De sociaal werker stuurt aan op betrokkenheid, verantwoordelijkheid en het
benutten van het vermogen van burgers om zelf hun situatie te verbeteren. Hij
stimuleert dat burgers eigenaar zijn van hun vragen op het gebied van
zelfredzaamheid, participatie en sociale samenhang. Hij zoekt de juiste balans
tussen zelfwerkzaamheid van de burger en het interveniëren als professional.
 Verbindt gezamenlijke en individuele aanpak
De sociaal werker verbindt individuele vragen en behoeften met vrijwilligers, actieve
burgers en organisaties. Hierdoor stimuleert hij wederkerigheid, sociale samenhang
en de gezamenlijke aanpak van vragen.
 Werkt samen en versterkt netwerken
De sociaal werker versterkt netwerken van burgers. Hij ontwikkelt en ondersteunt
samenwerkingsrelaties van burgers, professionals, verenigingen, ondernemers en
beleidsmakers zodat een integrale en doelmatige aanpak gerealiseerd wordt. Hij
heeft een breed netwerk. Hij deelt verantwoordelijkheden, maakt gebruik van
deskundigheid van anderen, draagt zijn eigen deskundigheid over en pakt taken op
in interdisciplinaire samenwerking.
§5.3 Het creëren van een flexibele schil
Het tempo van de veranderingen zal de komende periode alleen maar hoger worden
door wisselende behoeften en budgetten. Zorg voor voldoende flexibiliteit in de
organisatie om op veranderende vragen te kunnen inspelen. Dat betekent dat het
van belang is om een deel van de medewerkers voor bepaalde tijd of op flexibele
basis te binden. Vaste werknemers werken zoveel mogelijk in algemene dienst en
met een zo breed mogelijke functieomschrijving.
20
6. Besluit
In een sterk veranderende samenleving, wilt Stichting Welzijn Hattem mee bewegen
in de richting die nodig is. Zij gelooft sterk in verschuivingen richting burgerkracht,
ondersteund door flexibele professionals.
Het steviger maken van de inzet van vrijwilligers en burgers, vormt tegelijkertijd
een vangnet voor kwetsbaren. In Hattem is duidelijk de keuze gemaakt het
welzijnswerk voornamelijk te richten op deze groep kwetsbaren. Stichting Welzijn
Hattem heeft zich ontwikkeld tot een stabiele en professionele organisatie waar
burgers en organisaties op kunnen bouwen en vertrouwen. Dit willen wij graag
verder voortzetten. Vele taken kunnen dan ook met een gerust hart worden
uitbesteed aan Stichting Welzijn Hattem: een partij die de vanzelfsprekende partner
is bij de transitie. Onze daadkracht, flexibiliteit en vermogen veel te bereiken met
beperkte middelen, zijn de capaciteiten die juist in deze tijden goed benut zouden
moeten worden.
Reeds een groot deel van onze projecten, diensten en activiteiten is gebaseerd op
het principe van burgerkracht. Juist deze goede ervaring maakt dat wij dit nog
verder kunnen uitbreiden.
Op basis van onze goede kennis, inzicht en netwerk, zou Stichting Welzijn Hattem
dan ook de geschikte partner voor Gemeente Hattem zijn om uiteenlopende
vraagstukken binnen de gemeente te bespreken en op te lossen. Dit beleidsplan
vormt daarvoor een goede aanleiding.
Tot slot rest ons enkel te melden dat wij met een groot enthousiasme de komende
jaren in zullen gaan, vertrouwend op zowel de eigen daadkracht als die van de
Hattemse burgers. Over een aantal jaar kijken wij graag met veel genoegen terug
op dit plan, in de goede hoop hiervan nét zoveel gerealiseerd te hebben als van ons
vorige beleidsplan. Een mooie toekomst voor een stabiel en saamhorig Hattem
hebben wij voor ogen.
21
Download