kenmerk: 557015 onderwerp

advertisement
De raad van de gemeente Heemstede;
- gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Heemstede d.d. 20 december 2011;
- gelet op artikel 8, eerste lid onderdeel g en artikel 35 vijfde lid van de Wet werk en bijstand;
- gezien het advies van de Commissie Samenleving;
- overwegende dat vaststelling van een verordening maatschappelijke participatie wettelijk is
voorgeschreven.
Besluit vast te stellen:
De Verordening maatschappelijke participatie Wet werk en bijstand Heemstede 2012.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1.
Begripsbepalingen
a. wet:
b. maatschappelijke participatie:
c. belanghebbende:
d. voorziening:
e. ouder(s)/verzorger(s):
f. kind:
g. gezin:
h. Wtos:
i. schooljaar:
j. toetsingsinkomen:
k.laag inkomen:
l. bijstandsnorm
Wet werk en bijstand;
het deelnemen aan activiteiten met een sportief, educatief,
sociaal dan wel cultureel karakter;
de persoon van 18 jaar of ouder die een aanvraag
minimabeleid indient;
een vorm van financiële ondersteuning of ondersteuning in
natura, gericht op maatschappelijke participatie;
belanghebbende(n) die aanspraak kunnen maken op
kinderbijslag voor een eigen of aangehuwd of pleegkind
jonger dan 18 jaar;
ten laste komend kind van een ouder met een laag inkomen;
een gezin als bedoeld in artikel 4, eerste lid, sub c van de wet
Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
een schooljaar loopt van augustus tot en met juli van het
daaropvolgende jaar;
het verzamelinkomen dat belanghebbende en eventuele
gezinsleden hebben ontvangen in de maand waarin de te
declareren kosten zijn gemaakt;
een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde
bijstandsnorm;
de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet.
Artikel 2. Toepassingsbereik
De raad beschouwt het als zijn taak om de maatschappelijke participatie te bevorderen en het aantal
personen dat belemmeringen ondervindt in die participatie door hun financiële positie, terug te
dringen.
Artikel 3. Doel en strekking
Om vergroting van de maatschappelijke participatie mogelijk te maken, hebben degene die tot de
doelgroep behoren en aan de voorwaarden voldoen, recht op een bijdrage in de kosten hiervan.
Hoofdstuk 2. Voorwaarden
Artikel 4. Algemene voorwaarden
1. De belanghebbende moet ten tijde van het ontstaan van de kosten woonachtig zijn in de gemeente
Heemstede.
2. De belanghebbende moet beschikken over een laag inkomen.
3. Het toetsingsinkomen is het (maand)inkomen op het moment van het ontstaan van de kosten.
4. Voor de bepaling van het vermogen en de vermogensgrenzen wordt aangesloten bij het gestelde in
artikel 34 van de wet.
5. De vergoedingen worden betaald op declaratiebasis.
Hoofdstuk 3. Doelgroep (schoolgaande) kinderen
Artikel 5. Schoolkostenregeling
1. Ouders/verzorgers met schoolgaande kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs of op een
beroepsopleiding (MBO) in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar, met een laag inkomen, kunnen in
aanmerking komen voor vergoeding van de schoolkosten.
2. Voor kinderen in het basisonderwijs geldt een vergoeding van maximaal € 150, - per kind per
schooljaar.
3. Voor kinderen in het voortgezet onderwijs geldt een vergoeding van maximaal € 200, - per kind
per schooljaar.
4. Voor kinderen die een beroepsopleiding (MBO) volgen geldt een vergoeding van maximaal
€ 200,- per kind per schooljaar.
Artikel 6. Computerregeling voor gezinnen met kinderen in het voortgezet onderwijs
1. Ouders/verzorgers met schoolgaande kinderen in het voortgezet onderwijs of op een
beroepsopleiding (MBO) in de leeftijd van 11 tot en met 15 jaar, met een laag inkomen, kunnen in
aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf van een computer
met toebehoren.
2. De tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf van de computer met toebehoren bedraagt
maximaal € 400, -.
3. De tegemoetkoming in de kosten geldt per gezin en wordt maximaal één keer in de vijf jaar
verstrekt.
Artikel 7. Sociaal-culturele en sportieve participatie voor kinderen
1. Ouders/verzorgers met kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 17 jaar, met een laag inkomen,
kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding voor sociaal-culturele en sportieve participatie
voor kinderen.
2. Kosten in verband met deelname aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten komen voor
vergoeding in aanmerking.
3. De vergoeding bedraagt maximaal € 175, - per kind per kalenderjaar.
Hoofdstuk 4. Doelgroep andere belanghebbenden
Artikel 8. Sociaal-culturele en sportieve activiteiten
1. Personen die willen deelnemen aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten, met een laag
inkomen, kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding.
2. Kosten in verband met deelname aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten kunnen worden
vergoed.
3. De vergoeding bedraagt maximaal € 175, - per persoon per kalenderjaar.
4. Studenten die recht hebben op een beurs in de zin van de wet Studiefinanciering 2000 (WSF) zijn
uitgesloten van deze regeling.
Artikel 9. Gemeentelijke collectieve zorgverzekering minima.
1. Personen van 18 jaar en ouder met een inkomen van maximaal 110% van de toepasselijke
bijstandsnorm kunnen in aanmerking komen voor deelname aan een collectieve
zorgverzekering, aan te bieden door de gemeente.
2. De gemeentelijke collectieve zorgverzekering is een compleet pakket van basisverzekering en
aanvullende verzekeringen, met korting op de maandelijkse premie.
Deelnemers aan de gemeentelijke collectieve zorgverzekering ontvangen van de gemeente een
maandelijkse bijdrage van € 10,00 per polis. Voor chronische zieken, gehandicapten en 65-plussers
bedraagt de maandelijkse bijdrage € 20,00 per polis.
Hoofdstuk 5. Overige bepalingen
Artikel 10. Aanvraagprocedure
1. De aanvraag kan tot uiterlijk drie maanden na afloop van het schooljaar (voor de
schoolkostenregeling en computerregeling) en/of kalenderjaar (voor de sociaal-culturele en
sportieve activiteiten) worden ingediend.
2. Indien bij de aanvraag blijkt dat belanghebbende op geen enkele wijze in staat is de kosten zelf
vooruit te financieren, kan in het individuele geval een voorschot worden verstrekt op de
uiteindelijke vergoeding voor maatschappelijke participatie.
Artikel 11. Voorliggende voorzieningen
Er bestaat geen recht op een voorziening voor maatschappelijke participatie als een beroep gedaan
kan worden op een voorliggende voorziening in de zin van artikel 15, eerste lid van de wet.
Artikel 12. Terugvordering
Verstrekkingen die ten onrechte dan wel tot een te hoog bedrag zijn uitgekeerd, kunnen van de
belanghebbende worden teruggevorderd.
Hoofdstuk 6. Slotbepalingen
Artikel 13. Hardheidsclausule
Door het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de
belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing hiervan
tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 14. Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ”Verordening maatschappelijke participatie Wet werk
en bijstand Heemstede 2012”.
Artikel 15. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2012.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 januari 2012.
De voorzitter,
De griffier,
Algemene toelichting
Doordat in artikel 8 van de Wet werk en bijstand een onderdeel is toegevoegd worden gemeenteraden
verplicht regels op te nemen in een verordening over de wijze waarop meegewerkt wordt aan het
bevorderen van de maatschappelijke participatie. De gemeenteraden zijn gehouden om in ieder geval
in de verordening invulling te geven aan het begrip maatschappelijke participatie.
Maatschappelijke participatie van kinderen is van groot belang met het oog op een zelfredzame
toekomst. In dat verband is het gewenst dat inkomensondersteuning ten behoeve van die participatie
rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede komt.
Daarom heeft de regering er voor gekozen om de gemeenteraden voor te schrijven dat zij gehouden
zijn een verordening op te stellen met betrekking tot maatschappelijke participatie van ten laste
komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen. Dit is conform artikel 35 vijfde lid
Wwb.
Het college heeft ervoor gekozen om alle doelgroepen met een laag inkomen in deze verordening op
te nemen.
De regering heeft de mogelijkheid geboden om de bijstand in natura te verstrekken of in de vorm van
een geldelijke bijdrage. Vooralsnog kiest de gemeente ervoor om het in de vorm van een geldelijke
bijdrage te geven.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 :
In dit artikel worden definities gegeven van begrippen die in de verordening voorkomen en waarvan
het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan.
Met een laag inkomen wordt bedoeld maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm exclusief
vakantietoeslag.
Artikel 2:
Behoeft geen toelichting
Artikel 3:
Behoeft geen toelichting
Artikel 4:
Lid 3
Het toetsingsinkomen is het maandinkomen dat de belanghebbende en de overige gezinsleden
hebben ontvangen in de maand waarin de kosten zijn gemaakt .
Lid 5
De vergoeding wordt betaald op declaratiebasis. De vergoeding wordt verstrekt wanneer door middel
van bewijsstukken is aangetoond dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.
Artikel 5:
Onder schoolkosten worden onder andere verstaan: de ouderbijdrage, de kosten voor een
schoolactiviteit, materialen zoals schoolschriften, pennen en evt. sportkleding. De schoolkosten staan
beschreven in de lijst schoolkosten zoals die bij de Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken wordt
gehanteerd. Deze lijst betreft geen limitatieve lijst maar de kosten moeten qua soort worden gerekend
tot schoolkosten.
Kosten voor schoolboeken komen niet in aanmerking voor vergoeding omdat scholen met ingang van
het schooljaar 2009-2010 verplicht zijn om gratis schoolboeken te verstrekken aan ouders/verzorgers
met kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs.
Artikel 6:
De tegemoetkoming in de kosten van de aanschaf van een computer wordt maximaal één keer per vijf
jaar verstrekt. Dit betekent tevens dat wanneer de tegemoetkoming van € 400, - niet in zijn geheel
wordt benut, het restant niet alsnog op een ander moment kan worden opgemaakt. Pas na vijf jaar
kan men weer in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op grond van de regeling.
Het budget van € 400, - is voor kosten aanschaf computer en toebehoren. Onder computer en
toebehoren wordt onder andere verstaan: monitor, printer, router. Hieronder wordt in ieder geval niet
verstaan de kosten van een internetaansluiting.
Artikel 7:
Het wordt noodzakelijk geacht dat kinderen deelnemen aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten
om zich te ontplooien, te leren gezamenlijk activiteiten uit te voeren en de lichamelijke en psychische
gezondheid en ontwikkeling te bevorderen.
De hieruit voortvloeiende kosten komen daarmee tot een bepaald bedrag, voor vergoeding in
aanmerking. De vergoeding wordt verleend met betrekking tot de kosten in verband met de
maatschappelijke participatie van dat kind. Onder maatschappelijke participatie wordt verstaan
actieve deelname aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten in georganiseerd verband.
Peutergym of babyzwemmen wordt ook gezien als een sociaal-culturele en/of sportieve activiteit.
Artikel 8:
De vergoeding wordt verleend met betrekking tot de kosten in verband met de maatschappelijke
participatie. Onder maatschappelijke participatie wordt verstaan
actieve deelname aan sociaal-culturele en sportieve activiteiten in georganiseerd verband.
Het gaat om vergoedingen zoals abonnementen, contributies, deelname aan een cursus,
lidmaatschap bibliotheek, volkstuinvereniging, Linnaeushof, sportkleding van de vereniging of andere
benodigdheden voor de uitoefening van sport en culturele activiteiten.
Studenten die recht hebben op studiefinanciering (WSF 2000) worden uitgesloten. De reden hiervoor
is dat studenten door deelname aan een studie al voldoende participeren in de samenleving en evt.
(door een bijbaantje) ook zelf in deze kosten kunnen voorzien.
Artikel 9:
Voorbeelden van de doelgroep chronisch zieken zijn mensen met: cara (astma), diabetes mellitus,
epilepsie, reuma, lever- en darmziekten, spierziekten, migraine, nierziekten, hartafwijkingen, hemofilie,
cystic fibroses, chronische artritis, Crohn en kanker.
Hiernaast worden als chronisch ziek of gehandicapt beschouwd mensen die:
 langdurige thuiszorg behoeven;
 hulpmiddelen hebben voor wonen/werk (bijv. een WMO-voorziening);
 hulpmiddelen hebben voor vervoer en lopen (zoals rolstoel, autovoorziening,
invalideparkeerkaart ed.);
 een arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben naar een percentage van 80 - 100%
arbeidsongeschiktheid;
 aantoonbaar langdurig hoge meerkosten moeten maken als gevolg van ziekte of handicap.
Artikel 10:
Lid 2
Voorbeelden van ‘het op geen enkele wijze in staat zijn de kosten zelf vooruit te financiëren’ zijn:
- Roodstand;
- Hoogte van het te declareren bedrag, voornamelijk bij de computerregeling.
Artikel 11:
Een voorbeeld van een voorliggende voorziening is het volgende:
Kosten voor schoolboeken komen niet in aanmerking voor vergoeding omdat scholen met ingang van
het schooljaar 2009-2010 verplicht zijn om gratis schoolboeken te verstrekken aan ouders/verzorgers
met kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs.
Artikel 12:
We sluiten hier aan bij de terugvorderingsmethodiek van artikel 58 Wwb. In dit artikel staat de
bevoegdheid tot terugvordering.
Artikel 13:
Dit artikel maakt het mogelijk af te wijken van hetgeen in de verordening is vastgelegd. Hierbij moet
worden getoetst aan de normen van redelijkheid en billijkheid.
Artikel 14:
Behoeft geen toelichting
Artikel 15:
Behoeft geen toelichting
Download