Voorbereiding Toets 17 November

advertisement
Leerlingen,
Ik heb voor jullie dit document gemaakt als voorbereiding voor de toets
Woordenschat. Er staat alles in wat jullie moeten weten. Bestudeer het daarom
goed! Morris, je hebt de laatste les gemist, in dit document is ook de laatste les
samengevat. Succes!
Sophie
Woordenschat
Beeldspraak - Metoniem
1.
2.
3.
4.
Je zegt Oranje, je bedoelt het voetbalteam.
Je zegt de Chinees, je bedoelt het Chinese restaurant.
Je zegt Apple, je bedoelt je telefoon
Je zegt orang-oetan, je bedoelt de nieuwe President
LET OP: Een Metoniem kun je vervangen door het echte woord :
-
kas voor geld
bakkie voor koffie
Vermeer voor schilderij
bed voor patient
knappe koppen voor wetenschappers
Beeldspraak – Metafoor
1.
2.
3.
4.
5.
met modder gooien
een heksenjacht
op het kruispunt van zijn leven staan
In een dal zitten
koude douche
LET OP: Een metafoor is soms lastig van een Metoniem te onderscheiden.
Over de betekenis van een metafoor moet je altijd langer nadenken. Als je het
niet weet stel jezelf dan altijd de vraag of je het woord of de woordgroep waar je
mee te maken hebt, buiten de context nog steeds betekenis heeft.
Synoniemen:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Luguber – huiveringwekkend – bijzonder griezelig
Voorziene - verwachte
Schaarste – gebrek - tekort
Consumeren – nuttigen – eten – verbruiken – gebruiken
Voedzame – met voedende bestanddelen
Pleitbezorger - verdediger
Propageren – sterk aanraden – propaganda maken voor
Volstaan – voldoende zijn – genoeg zijn
Ingecalculeerd - meegerekend
10. Reductie - vermindering
11. Erkennen - toegeven
12. Instinctief - onberedeneerd
13. Fobie - angst
14. Metamorfose - gedaanteverwisseling
15. Realiseren zich - beseffen
16. Ingredienten - bestanddelen
17. Normen - grenswaarden
18. Gehalte – hoeveelheid van een bestanddeel die in iets aanwezig is
19. Culinaire – wat met kookkunst en lekker eten te maken heeft
20. Avant-garde – voorhoede – vooruitstrevende kunstenaars
21. Delicatesse – traktatie - specialiteit
22. Scala – groot en gevarieerd aantal - serie - reeks
23. Beklijven - standhouden
24. Ogen – uitzien - lijken
25. Ontmoedigen – moedeloos maken
LET OP: Indien je moet kiezen uit een rij woorden voor de juiste synoniem, en je
twijfelt, kijk dan de woorden na op wat voor soort woord het is. Is het een
zelfstandig naamwoord? Dan kan de juiste synoniem niet iets anders dan een
zelfstandig naamwoord zijn. Is het een bijvnw? Dan is de juiste synoniem ook een
bijvnw.
Download