Leerlingen, Ik heb voor jullie dit document gemaakt als voorbereiding voor de toets Woordenschat. Er staat alles in wat jullie moeten weten. Bestudeer het daarom goed! Morris, je hebt de laatste les gemist, in dit document is ook de laatste les samengevat. Succes! Sophie Woordenschat Beeldspraak - Metoniem 1. 2. 3. 4. Je zegt Oranje, je bedoelt het voetbalteam. Je zegt de Chinees, je bedoelt het Chinese restaurant. Je zegt Apple, je bedoelt je telefoon Je zegt orang-oetan, je bedoelt de nieuwe President LET OP: Een Metoniem kun je vervangen door het echte woord : - kas voor geld bakkie voor koffie Vermeer voor schilderij bed voor patient knappe koppen voor wetenschappers Beeldspraak – Metafoor 1. 2. 3. 4. 5. met modder gooien een heksenjacht op het kruispunt van zijn leven staan In een dal zitten koude douche LET OP: Een metafoor is soms lastig van een Metoniem te onderscheiden. Over de betekenis van een metafoor moet je altijd langer nadenken. Als je het niet weet stel jezelf dan altijd de vraag of je het woord of de woordgroep waar je mee te maken hebt, buiten de context nog steeds betekenis heeft. Synoniemen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Luguber – huiveringwekkend – bijzonder griezelig Voorziene - verwachte Schaarste – gebrek - tekort Consumeren – nuttigen – eten – verbruiken – gebruiken Voedzame – met voedende bestanddelen Pleitbezorger - verdediger Propageren – sterk aanraden – propaganda maken voor Volstaan – voldoende zijn – genoeg zijn Ingecalculeerd - meegerekend 10. Reductie - vermindering 11. Erkennen - toegeven 12. Instinctief - onberedeneerd 13. Fobie - angst 14. Metamorfose - gedaanteverwisseling 15. Realiseren zich - beseffen 16. Ingredienten - bestanddelen 17. Normen - grenswaarden 18. Gehalte – hoeveelheid van een bestanddeel die in iets aanwezig is 19. Culinaire – wat met kookkunst en lekker eten te maken heeft 20. Avant-garde – voorhoede – vooruitstrevende kunstenaars 21. Delicatesse – traktatie - specialiteit 22. Scala – groot en gevarieerd aantal - serie - reeks 23. Beklijven - standhouden 24. Ogen – uitzien - lijken 25. Ontmoedigen – moedeloos maken LET OP: Indien je moet kiezen uit een rij woorden voor de juiste synoniem, en je twijfelt, kijk dan de woorden na op wat voor soort woord het is. Is het een zelfstandig naamwoord? Dan kan de juiste synoniem niet iets anders dan een zelfstandig naamwoord zijn. Is het een bijvnw? Dan is de juiste synoniem ook een bijvnw.