Begeleiden van cognitieve functiestoornissen Cognitieve functiestoornissen zijn stoornissen in de informatieverwerking. Deze komen met name voor bij mensen met autisme en schizofrenie. Het gaat om defecten, die hooguit iets hersteld kunnen worden, maar niet fundamenteel. Dit betekend dat de omgeving aangepast zal moeten worden aan de persoon. Bij andere psychiatrische stoornissen kunnen ze ook voorkomen. Meestal zijn ze dan van voorbijgaande aard. We noteren hieronder puntsgewijs de belangrijkste cognitieve functiestoornissen. Het kennen van deze stoornissen versneld het herkennen ervan bij een werknemer. Vervolgens kun je je gedrag, met name je manier van uitleg geven hierop aanpassen. Daarvoor worden aan aantal tips gegeven. Het is in ieder geval belangrijk te beseffen dat het niet gaat om onwil, maar om onvermogen. De belangrijkste stoornissen: 1. onbelangrijke prikkels kan men niet op de achtergrond houden dit betekent dat alle prikkels evenveel aandacht vragen (het filter om prikkels te filteren ontbreekt) dit vraagt veel energie, daardoor is men sneller vermoeid 2. snel afgeleid worden immers alle prikkels zijn even belangrijk 3. men moet bewust nadenken bij alles / geen automatisme dus ook bij activiteiten die anderen automatisch doen dit vraagt veel aandacht, tijd en energie 4. men neemt alleen details waar en geen gehelen men ziet dus geen gezicht, maar een mond, twee ogen enzovoort het duurt voor hen dus veel langer om het geheel door te hebben 5. 1, 3 en 4 vragen voor deze mensen dus veel meer aandacht, dan voor gewone mensen; ze zitten dus ook veel eerder ‘vol’ en dan kan er dus niets meer bij; als er wel meer bij komt ontstaan er ‘storingen’ metafoor: de lopende band moet dus stilgezet worden nog een metafoor: het werkgeheugen van de computer heeft geen ruimte meer, de computer loopt vast bij extra commando’s gevolgen zijn: 6. slechts 15 minuten tijd aandachtig met een taak bezig kunnen zijn 7. delen van een gesprek kan men gaandeweg vergeten metafoor: om ruimte te maken voor nieuwe informatie wordt de oude informatie eerst gewist ©Hans Weevers, Veelkleurig; 2 oktober 2009, Wageningen 1 8. metafoor: als het werkgeheugen bijna vol is, kan er niet snel een ander programma opgestart worden; eerst moeten oude programma’s afgesloten worden andere metafoor: een raceboot is wendbaarder dan een mammoettanker men is dus niet flexibel gevolg: a. men kan niet snel omschakelen van de ene taak naar de andere taak meerdere taken tegelijk doen, is dus geen optie b. men kan niet snel omschakelen van het ene plan naar het andere c. men heeft moeite om te schakelen van de ene manier van werken naar de andere manier van werken men zal de neiging hebben een oude foute manier van werken te herhalen d. men heeft moeite zich te verplaatsen in een andere mening 9. een detail krijgt pas betekenis binnen het geheel waar het deel van uitmaakt dit vraagt het maken van een koppeling men heeft moeite betekenissen van details op een juiste manier te koppelen aan een geheel a. men zal niet snel het verband zien tussen de deeltaak die men uitvoert en het geheel van de totale opdracht b. zo kunnen ook uitspraken verkeerd begrepen worden omdat men het niet tegen de juiste achtergrond kan plaatsen beeldspraak wordt letterlijk opgevat c. iets wat gezegd wordt, wordt ook op een bepaalde manier gezegd we noemen dat de non-verbale communicatie men zal alleen reageren op wat letterlijk wordt gezegd en niet op de non-verbale communicatie 10. het categoriseren van informatie is verstoord metafoor: gelijksoortige bestanden sla je in de computer op in een map; doe je dit niet dan krijg je een brei aan bestanden, die je vervolgens slechts moeizaam terug kunt vinden 11. het zelf ontdekken van een sorteer principe lukt niet voorbeeld: ze komen niet zelf op het idee brieven in de map brieven te stoppen en financiële bestanden in de map financiën ©Hans Weevers, Veelkleurig; 2 oktober 2009, Wageningen 2 Tips in de omgang met cognitieve functiestoornissen: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • stel gesloten vragen daarmee verwacht je een gericht antwoord stel één vraag tegelijk stel geen dubbele vragen gebruik geen dubbele ontkenningen gebruik korte zinnen bied je informatie in kleine blokjes en met tussenpozen aan laat de werknemer in eigen woorden de opdracht herhalen maak werklijstjes maak stapsgewijze instructie op papier gebruik zo mogelijk pictogrammen zorg voor een prikkelarme omgeving plaats iemand niet in een werklijn waarin constante alertheid wordt gevraagd geef ruimte voor een extra pauze geef werkzaamheden waarbij het niet storend is, als men er even niet bij is verwacht niet dat men bepaalde (deel)taken automatisch uitvoert complexere taken zullen al snel te moeilijk zijn laat deze persoon niet tussendoor iets anders doen laat deze persoon rustig zijn taken afronden neem uitgebreid tijd voor de introductie van een nieuwe taak als de nieuwe taak slechts op één aspect anders is als de oude taak, leg dan niet alleen dat nieuwe aspect uit, want dat vraagt dat men de eerste taak als een automatisme eigen heeft gemaakt en dat men flexibel kan omschakelen naar dat ene nieuwe aspect leg dus de nieuwe taak in z’n geheel uit, alsof het een compleet nieuwe taak is leg de ander uit wat een handige en effectieve volgorde van werken is verwacht niet dat de persoon dit zelf kan bedenken blijf dingen herhalen wees geduldig ©Hans Weevers, Veelkleurig; 2 oktober 2009, Wageningen 3