Presentatie

advertisement
Persoonlijke
effectiviteit door
het veranderen van
gedachten
Dr. Miriam van Reijen
(praktisch) filosoof
Nive workshop, 4 juni
2014
Filosofie en wetenschap in de Oudheid
Inzet van filosofie = Ken u zelf!
Ken je eigen gedachten!
Onderzoek ze kritisch!
De taakverdeling tussen filosoof en
arts: respectievelijk zorg voor een
gezonde geest (zonder pijnlijke
gemoedsaandoeningen) en zorg voor
een gezond lichaam (zonder
lichamelijke klachten)
De belangrijkste bedreiging voor
geluk/levenskunst/effectiviteit
ligt in de passies
Oorzaak?
Mensen lijden nooit door de gebeurtenissen/mensen,
maar altijd alleen maar door hun opvattingen
over die gebeurtenissen/mensen
Epictetus (53 -135)
Passie = passief = lijdend voorwerp zijn
– iets overkomt je
– het is smartelijk
(vgl. de Matteus-passion)
Dus: hoe word je van een lijder een leider?
Actie= actief = initiatief nemen
– je kiest en doet het zelf
– vanuit rust en het voelt goed
Feitelijke kennis leert ons WAT
de oorzaak is: de concrete
oorzaak kennen én als 'goede
reden' erkennen doet de
passie automatisch
verdwijnen.
De afhankelijkheid van die
kennis en acceptatie blijft
Weten DAT er ALTIJD een
oorzaak is = onafhankelijk zijn
In de filosofie gaat het niet om symptomen
of effecten van iets, maar om DE
OORZAAK, dus ook om het ontstaan en
de aard van het lijden
In de filosofische cognitieve 'therapie' gaat
het alleen om de waarheid van de
gedachten en niet om het doel, nut, effect,
neven-effect, gevolg, sociale wenselijkheid
e.d. van de gedachten
Het A-B-C-D-E model op de filosofische manier:
A = aanleiding (dus NIET de oorzaak)
B = de eigen opvattingen over A: altijd minimaal
twee botsende gedachten (B1=het regent – en
B2=het mocht niet regenen)
C = gevolg: de emotie (irritatie)
D = kritische dialoog met zichzelf om B2 te
bestrijden/ onderuit te halen en te vervangen door
een redelijke en realistische gedachte
E = effect van aannemen van D geeft rust
E2 = actief en effectief handelen om A te
veranderen of een alternatief te bedenken
Spinoza (1632-1677)
Hoe de passies ontstaan
1. In al wat is werkt de drift zich door te
zetten
2. dit pogen kan (deels) lukken of niet
= deels adequate oorzaak zijn zijn of niet
3. betekent meer /minder volmaaktheid
4. bij besef daarvan (geest) = lust/onlust
5. idee van de oorzaak dáárvan –
kan niet adequaat (waar) zijn of wel
6. betekent resp. passie(f) of actie(f) zijn
Cognitieve opvatting van de passies/ emoties: een
adequate/ware of een inadequate/onware opvatting
bepaalt het verschil tussen passie(f) of actie(f) zijn
Dit onderscheid loopt niet parallel met prettig (+) of
storend (-)
Drie kenmerken van een passie:
1) storend gevoel (98%) of goed gevoel (2%)
2) altijd veroorzaakt door een onware gedachte
(normatief)
3) met hoog hoog ego-gehalte/ 'dikke ik'
Een prettig gevoel (actief) (98%)
3 kenmerken:
1) goed gevoel
2) gebaseerd op een ware
gedachte/niet-denken
3) met oog voor de ander en de
wereld
Twee misverstanden over de stoïcijnse
filosofie:
1. maakt ongevoelig. Nee: vervangt
alleen een vervelend gevoel
(lijden) door een goed gevoel
2. maakt berustend. Nee: de passies
vreten energie; vanuit
gemoedsrust effectief in actie
komen is juist het doel
De filosofische
opvatting over de
transformatie van
passie(f) naar actie(f),
ofwel van een lijder
een leider worden
is te beschouwen als
een moderne
motivatietheorie: van
extrinsieke naar
intrinsieke motivatie
Spinoza’s motivatietheorie.
•Alles draait bij Spinoza om actief (uit eigen
(denk-)kracht) versus passief (van buitenaf
gedwongen) zijn
•Ofwel: om intern versus extern gemotiveerd
•Vormen van externe motivatie zijn:
overmacht, indoctrinatie, sancties, chantage,
manipulatie, wetten, moraal, en: de passies
(woede, angst, schuldgevoel)
Maar Spinoza is geen rationalist:
• “de rede vermag niets tegenover een
aandoening, tenzij ze zelf tot aandoening
wordt….” (Ethica, deel IV, stelling 14)
• in de voorredes van Ethica III en V
bekritiseert Spinoza daarom expliciet
Descartes en de stoïcijnse filosofen
‘De geest is gewillig, maar het vlees is
sterk’
• de sterkste voorstelling of aandoening wint
• maar dit wordt vaak ervaren als een conflict
tussen geest (beter weten) en lichaam (de
verleiding)
• de ‘oplossing’: een interne verandering van
koele rede naar affectief beladen intuïtief weten
(inzicht, verinnerlijkt, eigen gemaakt)
Schuldgevoel ontstaat uit een denkfout:
– ik had anders gekund/ kon alles – ja, maar
alleen onder bepaalde voorwaarden (zie:
Schopenhauer)
– het kennen van de concrete oorzaak van
wat je hebt gedaan of niet helpt tegen
schuldgevoel, maar als je weet maar niet
noodzakelijk
Concrete tips:
• Verander ‘moeten’ (extern) in ‘liever willen’
(intern)
• Onderdruk de passie/emotie niet,
ondermijn haar!
• Zoek de onware gedachte onder de
emotie
• De oorzaak kennen neemt de emotie weg,
en nog beter: weten dat er altijd een
oorzaak is
Download