Deel 9: Financiële Planning op Korte Termijn 29) Financiële analyse en planning 30) Korte termijn financiële planning 31) Beheer van liquiditeiten 32) Kredietbeheer Hoofdstuk 29 Financiële Analyse & Planning Inhoudstafel • Financiële analyse • Financiële planning: wat? nut • Financieel planningsmodel • Planningsmodel op basis van een groei% • Intern groei% • Extern groei% • Factoren die groeicapaciteit beïnvloeden • Toepasbaarheid van het concept Financiële Analyse • Current ratio / Quick ratio # dagen voorraad; klanten- & leverancierskrediet • Schuldgraad • Rendement op activa & op eigen vermogen; • Dupont Systeem • Intrestdekking = (WVIB + afschrijvingen) / intresten vóór belastingen: mocht immers WVIB niet volstaan om intresten te dekken, dan zijn geen belastingen verschuldigd Financiële Planning: wat ? Totaal proces: analyseren van investeringsen financieringsopties gevolgen van huidige beslissingen onderkennen belissen omtrent alternatieven prestaties afzetten tegen doelen Plannen Voorspellen | meest waarschijnlijke scenario wat als… ? gevoeligheidsanalyse (bv. omzet door recessie) scenario-analyse (bv. idem + grondstoffenprijs & intrest) Financiële Planning: nut • gecombineerd effect van investeringen & financieringsbeslissingen ? • toont snel: gevolgen van alternatieven (bv. druk op winstmarge) • helpt financiële verrassingen voorkomen • geeft haalbaarheid aan van een bepaald groeipercentage • hoeveel vereiste externe financiering ? niet: welke vorm = beste Financieel Planningsmodel Input • huidige cijfers + voorspellingen naar toekomst • verwacht intrest%, belasting% Planningsmodel • vb. op basis van een groei% Output • Voorgecalculeerde overzichten (gebudgetteerde balans, resultatenrekening, kasstromen) • Financiële ratio’s Planningsmodel op basis van een groeipercentage werkhypothese: • alle posten uit de resultatenrekening variëren rechtstreeks met de omzet uitzonderingen: bv. afschrijvingen, intresten • idem voor groot aantal posten uit de balans uitz.: kapitaal, reserves, financiële schulden nuancering voor vaste activa: is er 100% capaciteitsbenutting ? nuancering voor vlottende activa + RR: basis = vast & daarboven variabel deel Financieel Planningsmodel: Executive Paper 1999 2000 20.00% 2200 1980 53.3 166.7 42.5 49.7 74.5 44.7 29.8 2640 2376 55 209.0 45 65.6 98.4 59.0 39.4 Vaste Activa (25% van omzet) 550 Vlottende Activa 900 Balanstotaal 1450 660 1080 1740 Eigen Vermogen Schulden 579.4 910 groeipercentage Omzet Kosten (90% van omzet) Afschrijv. (10% vaste activa) WVIB Intresten Belastingen (40%) Nettowinst Dividend (60%) Toename reserves 540 910 Financieel Planningsmodel: Executive Paper 1999 2000 20.00% 2200 1980 53.3 166.7 42.5 49.7 74.5 44.7 29.8 2640 2376 55 209.0 45 65.6 98.4 59.0 39.4 Vaste Activa (25% van omzet) Vlottende Activa Balanstotaal 550 900 1450 660 1080 1740 Eigen Vermogen Schulden VEF Balanstotaal 540 910 0 1450 579.4 910 250.6 1740 groeipercentage Omzet Kosten (90% van omzet) Afschrijv. (10% vaste activa) WVIB Intresten Belastingen (40%) Nettowinst Dividend (60%) Toename reserves Financieel Planningsmodel: Executive Paper 1999 2000 20.00% 2001 20.00% 2200 1980 53.3 166.7 42.5 49.7 74.5 44.7 29.8 2640 2376 55 209.0 45 65.6 98.4 59.0 39.4 3168 2851.2 66 250.8 61.2 75.8 113.8 68.3 45.5 Vaste Activa (25% van omzet) Vlottende Activa Balanstotaal 550 900 1450 660 1080 1740 792 1296 2088 Eigen Vermogen Schulden VEF Balanstotaal 540 910 0 1450 579.4 910 250.6 1740 624.9 910 553.1 2088 groeipercentage Omzet Kosten (90% van omzet) Afschrijv. (10% vaste activa) WVIB Intresten Belastingen (40%) Nettowinst Dividend (60%) Toename reserves Executive Paper: Conclusies • Sterke groei schept een groot probleem inzake Vereiste Externe Financiering (VEF) • Gevoeligheids- & scenario-analyse = wenselijk • Model lijkt simplistisch: maar let op om te veel complexiteit in te voeren (p. 835) er bestaat geen model om de beste financiële strategie te vinden = 3de wet van Brealey & Myers (p. 836) Intern Groeipercentage • maximale groei zonder externe financiering • intern groei% = reserves /activa • bewijs: VEF = (groei% * activa) - reserves 0 (bij het intern groei%) intern groei% * activa = reserves intern groei% = reserves /activa • via deze formule: activa aan begin boekjaar ! Intern Groeipercentage Executive Paper • intern groei% = reserves /activa = 29.8 / 1450 = 2.06% • proef: VEF = 0 ? groeipercentage Omzet Kosten (90% van omzet) Afschrijv. (10% vaste activa) WVIB Intresten Belastingen (40%) Nettowinst Dividend (60%) Toename reserves 2.06% 2200 1980 53.3 166.7 42.5 49.7 74.5 44.7 29.8 2245.3 2020.8 55 169.5 45 49.8 74.7 44.8 29.9 Vaste Activa (25% van omzet) Vlottende Activa Balanstotaal 550 900 1450 561.33 918.54 1479.9 Eigen Vermogen Schulden VEF Balanstotaal 540 910 0 1450 569.9 910 0.0 1479.9 Intern Groeipercentage Executive Paper opm. handboek p. 837: • berekening op basis van netto activa (= vaste activa + vlottende activa - VVKT) • vertrekt van hypothese: “ overige vlottende activa geven geen financieringsprobleem ” • in de oefeningen past het handboek dit echter niet consequent verder toe Intern groeipercentage: Dupont Analyse intern groeipercentage = reserves /activa = ( reserves /nettowinst) (nettowinst/eigen verm.) (eigen verm./activa) herinvesteringsratio (symbool: b ) rendement op eigen vermogen (REV) financiële zelfstandigheid Extern Groeipercentage • maximale groei: zonder bijkomend extern eigen vermogen bij gelijke financiële hefboom • • extern groei% = b * REV herinvesteringsratio boekhoudk. Rendem. op Eigen Verm. • via deze formule: EV aan begin boekjaar ! • Extern Groeipercentage Executive Paper = 0.4 * (74,5 / 540) = 5,52% (versus pagina 838) Extern Groeipercentage: proef . 1999 2000 5.52% 2200 1980 53.3 166.7 42.5 49.7 74.5 44.7 29.8 2321 2089 55 177.1 45 52.9 79.3 47.6 31.7 Vaste Activa (25% van omzet) Vlottende Activa Balanstotaal 550 900 1450 580.4 949.7 1530 Eigen Vermogen Schulden V E F Balanstotaal 540 910 0 1450 571.7 910 48.3 1530 EV / Balanstotaal 37% 37% groeipercentage Omzet Kosten (90% van omzet) Afschrijv. (10% vaste activa) WVIB Intresten Belastingen (40%) Nettowinst Dividend (60%) T oename reserves Extern groeipercentage: Dupont Analyse extern groeipercentage = b =b * REV * (nettowinst / EV) = b*(nettowinst/omzet) (omzet/activa) (activa/eigen vermogen) winstmarge omloopsnelheid activa equity multiplicator (financiële hefboom) terwijl: intern groeipercentage = b * REV * EV / activa Factoren die de groeicapaciteit beïnvloeden 1. % ingehouden winst of: dividenpolitiek 2. winstmarge of: bedrijfsefficiëntie 3. omloopsnelheid activa of: efficiëntie in kapitaalverbruik 4. verhouding VV/EV of: financieel beleid Toepassing Gegevens: VV/ EV = 0.5; omloopsnelheid activa = 6 Gevraagd: 1. Hoe hoog moet de winstmarge zijn om een extern groeipercentage van 10% te behalen ? 2. Hoeveel bedraagt in dat geval het intern groei%? Extern groei% = (nettowinst/omzet) (omzet /activa) (activa / EV) = = Intern groei% = = = externgroei% / (activa / EV) Toepasbaarheid van het concept van externe groei • Vaststelling: bedrijven groeien te barsten bij gebrek aan financiële middelen • bij reëel groei% > extern groei%: voortdurend nood aan extra financiering • aanvraag voor een tijdelijk krediet ter betaling van leveranciers, bij reële groei% > extern groei%: symptoom voor structureel probleem • voor levensvatbaarheid onderneming op LT: evenwicht tussen groei & rendabiliteit • illustreert samenhang tussen: • • • • bedrijfsefficiëntie (winstmarge) efficiëntie in gebruik van activa financieel beleid (EV / VV) dividendpolitiek (herinvesteringsratio) Bedenkingen bij deze aanpak: “ There is no finance in financial planning models ” • Louter gebaseerd op budgettering van “boekhoudkundige” staten • Geen actualisatie van (incrementele) kasstromen expliciete verrekening van risico • Toont wel de gevolgen van bepaalde beslissingen, maar helpt niet om uit te maken of die beslissingen optimaal zijn Eagle Sport Supply p.848 toepassing 32 kerngegevens: p. 847 a) VEF = ? bij dividendbetaling = 60% en groeivoet van 15% b) welke sluitpost indien geen kapitaalverhoging ? c) maximale kredietopname = 1100 => sluitpost = ? 1-jan-02 Activa 2700 2700 1-jan-03 Activa 3000 3000 Eigen Vermogen 1800 Schulden 900 2700 Eigen Vermogen 2000 Schulden 1000 3000 Opbrengsten 950 Kosten -250 WVIB 700 belastingen -200 nettowinst 500 dividend (60%) 300 toev. reserves 200 Eagle Sport Supply p.848 toepassing 33 kerngegevens: p. 847 a) intern groei% bij uitbetalingsratio van 60% b) extern groei% ? Intern groei% = = = Extern groei% = = = Hoofdstuk 30 Korte termijn Financiële Planning Inhoudstafel • Werkkapitaal & netto-werkkapitaal • Bedrijfsvoeringstraject • Verband LT- en KT-financiering • Kasplanning • KT financiële planningsmodellen • Financieringsbronnen op KT Werkkapitaal Eenvoudige exploitatiecyclus Liquiditeiten Voorraad grondstoffen Debiteuren Voorraad afgewerkt product Netto - werkkapitaal • Vlottende activa min kortlopende schulden • = Permanent vermogen (EV + LT schulden) min Vaste activa • wijzigingen in netto werkkapitaal: retraceren via staat van herkomst & besteding van middelen (p.855 - 857) Bedrijfsvoeringstraject • = periode tussen levering aankopen & inning vordering • levering goederen betaling aan leverancier opslagduur crediteurentermijn verkoop betaling door klant debiteurentermijn betalingstraject opslagduur = gem. voorraad / (kostprijs verkopen /365) debiteurentermijn = gem. debiteuren / (omzet / 365) crediteurentermijn = gem.lev./ (kostprijs verkopen / 365) Betalingstraject = periode tussen kasuitgave & inning vordering = bedrijfsvoeringstraject - crediteurentermijn bij: opslagduur en/of debiteurentermijn bij: crediteurentermijn • meestal positief financiering nodig • signalen bij betalingstraject • verouderende voorraad • problemen bij inning vorderingen Behoefte aan bedrijfskapitaal = cyclische behoefte min cyclische middelen voorraden + vorderingen(KT) niet-financiële schulden • omvangt hangt af: voorraadrotatie klantenrotatie leveranciersrotatie • meestal positief: • deel financieringsbehoefte exploitatiecyclus blijft ten laste • heeft een permanent karakter best financieren op LT • soms negatief: • uit exploitatiecyclus resulteren nieuwe middelen die het bedrijfskapitaal versterken Toepassing op bedrijfsvoeringstraject Gegeven: Balans: Voorraden Klanten Leveranciers 1 jan 500 100 250 31 dec 600 120 290 Resultatenrekening: Omzet: 5000 Aankoopprijs verkochte goederen: 4200 Gevraagd: 1. Betalingstraject = ? dagen 2. Welk is de impact op het betalingstraject van: a. wijziging voorraadrotatie naar 6 ? b. grotere voorraadaankopen tegen lagere prijzen? c. korting voor contante betaling? Verband LT- & KT-financiering Euro A B C Cumulatieve kapitaalbehoefte Jaar 1 Jaar 2 Tijd Rechten A,B en C tonen alternatieve niveaus van LTfinanciering • Strategie A: permanent cash overschot • Strategie B: KT beleggen deel van het jaar; KT lenen voor rest • Strategie C: permanente KT kredietopname Accommoderend restrictief Accommoderend (flexibel) restrictief hoge ratio vlottende activa /omzet (uitgebreide voorraad, soepel klantenkrediet, veel liquiditeiten) te verwachten: • productieverhogend, omzetverhogend • kostenverhogend (evt. deels doorrekenbaar) naarmate vlottende activa: aanhoudkosten • opportunity costs • gederfde inkomsten vlottende activa tekortkosten • • orderkosten kosten door te weinig voorraad Accommoderend restrictief Criteria bij de keuze: • men probeert “vervaldagen” te matchen tussen actief & passief • vaste activa: financieren op LT • behoefte aan bedrijfskapitaal: financieren op LT • comfort van accommoderend beleid financieel manager wordt niet betaald om comfortabel te zitten Kasplanning • Nut: brengt toekomstige liquiditeitstekorten & -overschotten aan het licht vormt een budget, waartegen reële prestaties kunnen worden afgezet • Onderdelen 1. Ontvangsten 2. Uitgaven 3. Kastekort of -overschot: hoe opvullen / herbeleggen ? Kasplanning Dynamic Mattress p.860 Kwartaal 1ste Debiteuren beginsaldo verkopen ontvangsten uit verkopen eindsaldo Kasplanning: Ontvangsten klanten andere totaal ontvangsten Uitgaven leveranciers personeel, diensten & div. goederen kapitaaluitgaven belastingen, intresten & dividenden totaal uitgaven Saldo Vereiste KT-financiering Liquiditeiten begin van de periode + saldo periode = liquiditeiten bij einde van periode Minimum beschikbaar Cumul vereiste financiering Opmerking: gevoeligheidsanalyse wenselijk bv. langere betalingstermijn 2de 3de 4de 30 87.5 78.5 116 131 0 0 12.5 0 65 30 32.5 4 60 30 1.3 4 55 30 5.5 4.5 50 30 8 5 5 5 5 5 5 Kasplanning Dynamic Mattress p.860 Kwartaal 1ste Debiteuren beginsaldo verkopen ontvangsten uit verkopen eindsaldo 30 87.5 85 32.5 Kasplanning: Ontvangsten klanten 85 andere 0 totaal ontvangsten 85 Uitgaven leveranciers 65 personeel, diensten & div. goederen 30 kapitaaluitgaven 32.5 belastingen, intresten & dividenden 4 totaal uitgaven 131.5 Saldo -46.5 Vereiste KT-financiering Liquiditeiten begin van de periode + saldo periode = liquiditeiten bij einde van periode Minimum beschikbaar Cumul vereiste financiering 5 -46.5 -41.5 5 46.5 Betalingstermijn klanten: 80% binnen de 15 dagen 20% binnen de 45 dagen 2de 3de 4de 32.5 30.7 78.5 116 80.3 108.5 30.7 38.2 38.2 131 128 41.2 80.3 108.5 0 12.5 80.3 121 128 0 128 60 30 1.3 4 95.3 -15 55 30 5.5 4.5 95 26 50 30 8 5 93 35 -41.5 -15 -56.5 5 61.5 -56.5 26 -30.5 5 35.5 -30.5 35 4.5 5 0.5 Financieringswijze Dynamic Mattress • Verborgen kosten leverancierskrediet • afhankelijkheid leverancier • twijfel aan kredietwaardigheid • Verslechteren ratio’s ? • Impact huidige keuze op gezonde financiering in toekomst? • (gedeeltelijke) LT-financiering ? • • • • hoofdregel van financiering minder druk op KT minder risico (cfr. Lernout & Hauspie) slechts tijdelijk; op termijn via autofinanciering • Gespreide betaling investering mogelijk ? • ? mogelijk: voorraden & klantenkrediet • alternatieven uitwerken & afwegen: via “trial & error” -> beste alternatief Korte termijn financiële planningsmodellen • Via rekenblad of maatwerk software • Simulatieprogramma’s • Optimalisatiesoftware (lineaire programmering) voor complexe problemen met vele onderlinge afhankelijkheden & restricties (=> trial and error geeft wellicht nooit de beste combinatie) • Belang van correcte assumpties Financieringsbronnen op KT 1. Commercial Paper • KT niet gewaarborgd effect • desintermediatie (tevens intrest op KT-krediet aan grote ondernemingen) • termijn: 2 à 9 maanden • intrestberekening soms via disconto 2. Medium Term notes • vanaf 9 maanden • geen uitgifteprocedure (zoals obligaties) maar verkoop op regelmatige basis (zoals commercial paper) Hoofdstuk 31 Beheer van Liquiditeiten Inhoudstafel • Float • Kasgeldconcentratie • Voorraadbeleid • Voorraadkosten • Optimale bestelgrootte • Optimale hoeveelheid liquiditeiten • Geldbeleggingen Float = beschikbaar saldo - boeksaldo ° ingevolge nog niet verwerkte cheques • uitgavefloat: ° door uitgeschreven, nog niet geïnde cheques = positief • incassofloat: ° door cheques ter incasso = negatief • nettofloat: S • float vermijden door te betalen via: • overschrijving • domiciliëring • debet- i.pl.v. creditkaart Kasgeldconcentratie • Gelden verzamelen op hoofdrekeningen van een onderneming • Internationaal: ook dagelijkse overdracht -> centrale rekening • Pooling (bij dezelfe bank) - sommen worden niet getransfereerd - debet- en creditbedragen worden wél extracomptabel samengevoegd voor intrestberekening Voorraadbeleid • Raakvlak: fin. beheer - inkoop - productie - marketing • Voorraadkosten: 1. Opslagkosten: • opportuniteitskost geïnvesteerd vermogen • magazijnkost / verzekering • veroudering, kwaliteitsverlies / diefstal 2. Tekortkosten: • bestelkosten (aanvulkosten • kosten van veiligheidsvoorraad (opportuniteitsverlies) • hogere aankoopprijs bij kleinere hoeveelheden • Economische Bestelgrootte (EBG) = bijbestelhoeveelheid met minimale voorraadkost Optimale voorraadgrootte Voorraadkosten in euro . Totale kosten Aanhoudkosten Bestelkosten Optimale bestelgrootte Bestelgrootte Economische Bestelgrootte H = hoeveelheid per bestelling H/2 = gemiddelde voorraad OK = opslagkost per eenheid BK = Bestelkost T = Totale hoeveelheid/jaaar • Totale kosten: (H/2)* OK + BK • waaruit: * (T/H) H = 2 (T.BK) /OK vermits opslagkost = bestelkost bij minimale totale kost • uitbreidingen: • veiligheidsvoorraden • levertijd Optimale hoeveelheid Liquiditeiten Uitgangspunt: als liquiditeiten ° uit verkoop effecten en vermits: EBG = 2 (T.BK) /OK Dan: optimale liquiteitenopname = 2 (jaarlijkse liq.uitgave * transactiekost verkoop) / i met i = rentevoet op KT Geldbeleggingen • Termijnrekening: • Euribor • vervroegde opname is in principe niet mogelijk • Depositocertificaten: • wél verhandelbaar, zeker bij restlooptijd < 3 ma • Commercial Paper • geen actieve trading meestal behouden tot vervaldag • Repo’s: Repurchase Agreements • gewaarborgde lening • je koopt obligaties met overeenkomst waardoor je op een latere tijdstip tegen een hogere prijs terug verkoopt (=intrest) • dikwijls met korte vervaldagen • Geldmarktfondsen Hoofdstuk 32 Kredietbeheer Inhoudstafel • Betalingsvoorwaarden & kredietafspraken • Kredietanalyse • Beslissing klantenkrediet toe te staan • Incassobeleid Betalingsvoorwaarden • cash bij levering / cash against documents • contant • vooruitbetaling (bv. bestellingen op maat) • netto 30 dagen of 1% korting contant • 60 dagen einde maand of 2% korting contant • effectieve kostprijs = (365/extra # dagen) 1 + (korting / prijs na korting) -1 voorbeeld: 2% korting contant (=10 dagen); netto 30 dagen 1 + (2/98)(365/20) -1 = 44.6% Krediettermijn • vanaf factuurdatum of leveringsdatum ? • looptijd: doorgaans maximaal bedrijfsvoeringstraject van de koper • beïnvloedende factoren: • • • • • • aard artikel (omzetsnelheid, bederfbaarheid,…) consumptieve vraag kredietrisico bedrag concurrentie type klant • korting contant als impuls tot snelle betaling Handelskredietinstrumenten • Wisselbrief • Documentair krediet • Accepten verkoop met uitgestelde eigendomsoverdracht (bv. huurkoop) Kredietanalyse • Relevante info: – – – – – betaalgedrag in het verleden handelsinlichtingen (Dun & Bradstreet, Graydon,…) ervaringen van andere leveranciers jaarrekeninganalyse ratings (genoteerde ondernemingen) • Kredietbeoordeling: – – – – – Character Capacity Capital Colleteral Conditions (type klant, bereidheid tot betalen) (mogelijkheden op basis van cashflow) (solvabiliteit) (zakelijke zekerheden) (sectoromstandigheden) Kredietscore • Meervoudige discriminantanalyse: techniek om gewicht van elke variabele vast te leggen bij het meten van solvabiliteit: Z-score • Formule van Altman Z= • 0.72 + 0.85 + 3.1 + 0.42 + 1.0 (nettowerkkapitaal /balanstotaal) (gereserveerde winst / balanstotaal) (WVIB / balanstotaal) (Eigen Vermogen / balanstotaal) (Omzet /balanstotaal) Z < 1.20: grote waarschijnlijkheid tot faillissement 1.20 < Z < 2.90: gevarenzone Kredietbeslissing CW bij beslissing al dan niet klantenkrediet toe te staan p = waarschijnlijkheid debiteur betaalt VP = verkoopprijs AP = aankoopprijs p * CW(VP – AP) – (1- p ) * CW(AP) = 0 p * CW(VP – AP) = (1- p ) * CW(AP) = CW(AP) - p * CW(AP) -p*CW(AP) + p*CW(VP) = -p*CW(AP) + CW(AP) p*CW(VP) = p CW(AP) = CW(AP) / CW(VP) toepassing: AP = 1000; VP = 1200, geen actualisatie nodig => verdergaan zolang waarschijnlijk is: 10/12de betaalt Kredietbeslissing Realiteit = complexer • bv. bepaalde debiteuren betalen constant te laat • individuele beoordeling rekening houdend met: • winstmaximalisatie enkel slechte betalers vermijden = afwegen t.o.v. winstmarge • toespitsen op risicovolle debiteuren & daarbuiten werken met kredietlijnen • hou rekening met LT-kansen • Kosten / baten volledig kredietonderzoek: • enkel volledig kredietonderzoek als order voldoende groot is • indien scoring leidt tot twijfel: meer diepgaand onderzoek Incassobeleid • Debiteurenbewaking: • gemiddelde incasso termijn • ouderdomsanalyse openstaande vorderingen • Incassoprocedure factoring • strikte & consequente rappelprocedure • incassobureau • gerechtelijke invordering • Afspraken tussen ‘ verkoop ’ & ‘financieel departement’ • eventueel commercieel handiger om incasso over te laten aan een derde partij (factoring)