Obstipatie bij kinderen

advertisement
Obstipatie bij kinderen
Chronische verstopping (obstipatie) ontstaat doordat de
knedende en voortstuwende bewegingen van de spierwand van
de dikke darm niet goed op elkaar zijn afgestemd.
De darminhoud wordt zo te lang vastgehouden. De dunne darm,
die zorgt voor de opname van de voedingsstoffen uit het
voedsel, werkt wel normaal. De inhoud van de dikke darm
wordt steeds droger en harder. Dat veroorzaakt ook de klachten.
Obstipatie komt voor bij ongeveer 3% van de kinderen. Meestal
wordt geen lichamelijke oorzaak gevonden. We spreken dan
van een functioneel probleem: functionele obstipatie. Bij een
groot deel van de kinderen blijkt obstipatie ook in de familie
voor te komen.
Gevolgen van obstipatie
Bij obstipatie komt de ontlasting meestal slechts tweemaal per week of
minder en is de poep hard en soms erg omvangrijk, waardoor het poepen
pijnlijk kan zijn. Dat kan ook scheurtjes veroorzaken in het slijmvlies
van de endeldarm of in de anus, fissuren genoemd. Deze scheurtjes
verergeren de pijn en kunnen bloedverlies bij de ontlasting veroorzaken.
Pijn bij het poepen kan vooral bij kleine kinderen ertoe leiden dat ze
proberen de ontlasting op te houden, bijvoorbeeld door staande en met
gekruiste benen de verkeerde kant op te persen. Zindelijkheidstraining
geeft in zo’n situatie natuurlijk problemen. Het kind is immers bang om
te drukken. Dwingen helpt niet en maakt het kind vaak nog angstiger.
Het kan ook voorkomen dat de stoelgang normaal is, terwijl er toch
te veel ontlasting in de dikke darm achterblijft. Dan is de belangrijkste
klacht vaak buikpijn. We spreken dan van occulte obstipatie.
Andere klachten zijn slechte eetlust, hangerigheid of druk gedrag,
herhaalde blaasontstekingen en overdag in de broek plassen.
Een andere uiting van functionele obstipatie is onzindelijkheid voor
ontlasting, ook wel fecesincontinentie of overloopdiarree genoemd.
Fecesincontinentie kan voorkomen zonder dat ooit is opgevallen dat uw
kind last heeft van obstipatie. Het wordt veroorzaakt doordat de
endeldarm constant overvol zit met harde ontlasting. Uw kind kan dan
geen aandrang meer voelen en de ontlasting loopt ongemerkt langs de
klonten harde ontlasting naar buiten. Straffen heeft dan ook geen zin:
uw kind doet het niet met opzet. De vieze geur en de strepen in het
ondergoed bezorgen uw kind vaak al genoeg problemen. Uw kind schaamt
zich misschien of wordt op school geplaagd.
Vaststellen van obstipatie
Het is soms niet gemakkelijk om erachter te komen dat de klachten van
een kind worden veroorzaakt door obstipatie. Als de ontlasting hard is
en niet vaak komt, als het poepen pijn doet en bij incontinentie voor
ontlasting is het meestal wel duidelijk. Als buikpijn de belangrijkste
klacht is, kan het echter lastig zijn. Het belangrijkste is dan dat aan de
mogelijkheid wordt gedacht.
Ook het lichamelijk onderzoek kan informatief zijn. De ontlasting is vaak
door de buikwand heen te voelen.
Bij het onderzoek wordt ook de anus bekeken en eventueel wordt met een
vinger in de endeldarm gevoeld naar afwijkingen en naar de aanwezigheid
van ontlasting.
2
Een enkele keer is extra informatie nodig om achter de oorzaak van de
klachten te komen. Dan wordt bijvoorbeeld een röntgenfoto van de buik
gemaakt, waarop de ontlasting te zien is die door de dikke darm wordt
vastgehouden. Als die foto wordt gemaakt nadat het kind een aantal
dagen capsules met kleine ringetjes heeft ingeslikt, kan worden uitgerekend
hoe lang de ontlasting erover doet om de dikke darm te passeren.
Ten slotte is het een heel enkele keer nodig om kleine stukjes slijmvlies
uit de endeldarm te onderzoeken. Daarmee kan worden vastgesteld of er
een (zeldzame) aangeboren oorzaak is voor de obstipatie. De behandelend
arts vertelt het u als hij verder onderzoek nodig vindt.
Behandeling
Als het erop lijkt dat de klachten van uw kind het gevolg zijn van obstipatie,
schrijft de behandelend arts medicijnen (laxeermiddelen) voor om de dikke
darm schoon te maken. De ervaring leert dat vezelrijke voeding als enige
behandeling bij kinderen met obstipatie onvoldoende resultaat heeft. De
laxeermiddelen die tegenwoordig meestal worden gebruikt, zijn erg veilig
en hebben zelden bijwerkingen. Ze kunnen zonder problemen langdurig
worden toegepast. Het effect van de behandeling kan worden nagegaan
met een poepdagboek. Die neemt u dan bij ieder bezoek aan de arts mee.
In de eerste weken moet worden gezocht naar de beste dosering van de
laxeermiddelen. Elk kind reageert namelijk anders op de middelen.
De bedoeling is dat uw kind dagelijks zonder moeite brijachtige tot normale
ontlasting produceert.
Op den duur moet de dikke darm het werk weer helemaal zelf gaan doen.
Het kan echter maanden en soms zelfs jaren duren voordat het zover is.
De laxeermiddelen die we gebruiken, maken de darm niet ‘lui’, maar de
spieren in de darmwand moeten een nieuw bewegingspatroon aanleren en
dat kost tijd.
Uw bijdrage
Obstipatie kan niet worden behandeld zonder laxeermiddelen. Wel zijn
er algemene maatregelen die ervoor kunnen zorgen dat de behandeling
sneller effect heeft. De volgende adviezen gelden natuurlijk niet voor
kinderen die daarvoor nog te jong zijn.
•Stuur uw kind regelmatig naar het toilet, waar het moet proberen
ontlasting te produceren. De beste tijden zijn direct na het ontbijt en
na het avondeten. Daarbij gaat het vooral om de poging. Laat het dan
ook niet te lang op het toilet zitten, bij voorkeur tussen vijf en tien
minuten. Prijs uw kind als het toiletbezoek effect heeft gehad.
3
•Zorg dat uw kind comfortabel op de toiletpot kan zitten. Het moet er
niet in ‘hangen’. Zorg eventueel voor een voetenbankje.
•Vezelrijke voeding, voldoende drinken en voldoende beweging zijn
belangrijk. De belangrijkste maatregel is om witbrood te vervangen
door bruinbrood of volkorenbrood. Te veel drinken is niet goed, dat
kan de eetlust bederven.
•Als uw kind onzindelijk is voor ontlasting, is het belangrijk om het te
motiveren. Houd samen het poepdagboek bij. Prijs uw kind als het een
dag schoon is gebleven en stel bijvoorbeeld een kleine beloning in het
vooruitzicht als het een week lang goed is gegaan.
•Geef de moed niet op. De behandeling van obstipatie en
fecesincontinentie neemt vaak veel tijd in beslag. Het is erg belangrijk
dat uw kind steeds wordt gestimuleerd om zijn best te doen. Dat geldt
ook voor het gebruik van de laxeermiddelen.
Laxeermiddelen
Er zijn verschillende soorten laxeermiddelen. De manier waarop een
laxeermiddel werkt, bepaalt of er kans op gewenning is. De bij kinderen
gebruikte middelen geven geen gewenning. Deze middelen zijn de suikers
lactulose en lactitol, die vooral vroeger veel werden gebruikt (en nu nog
voornamelijk bij zuigelingen) en macrogol (ook wel polyethyleenglycol
genoemd). Dat laatste middel wordt tegenwoordig het meeste gebruikt.
Het is veilig en erg effectief en kan zo nodig in hoge doseringen worden
gebruikt.
Een enkele keer wordt nog wel eens een ander middel voorgeschreven,
bijvoorbeeld magnesiumoxide of middelen die de darm activeren
(bisacodyl en picosulfaat). Sommige laxeermiddelen worden alleen bij
langdurig gebruik vergoed door de zorgverzekeraar. Bij de keuze van de
middelen proberen we daar rekening mee te houden, maar het is niet
altijd mogelijk om kosten te vermijden.
• Lactulose en lactitol trekken extra water aan en maken zo de ontlasting
zachter. Het zijn suikers die niet kunnen worden opgenomen in het
lichaam. Ze kunnen wel tandbederf veroorzaken. Laat uw kind na
inname dus de tanden poetsen of de mond spoelen met water. Deze
middelen worden door de darmbacteriën afgebroken. Daarbij treedt
ook gasvorming op. Dat hoort bij het werkingsmechanisme, maar het
kan wel buikpijn veroorzaken. Dat is een van de redenen dat lactulose
niet veel meer wordt gebruikt. Alleen bij jonge zuigelingen is het
officieel het enige middel dat mag worden gegeven.
4
• Macrogol is een vezelachtige stof die gemakkelijk water vasthoudt.
Daardoor wordt de ontlasting gladder en zachter. Macrogol wordt
niet afgebroken door bacteriën en geeft geen gasvorming. Het leidt
dan ook minder vaak tot buikpijn. Tegenwoordig wordt daarom
de voorkeur gegeven aan macrogol. Het mag officieel niet worden
gegeven aan jonge zuigelingen (onder zes maanden).
• Soms is het nodig om de behandeling te ondersteunen met klysma’s.
Dat gebeurt als de endeldarm zo vol zit met ontlasting, dat extra hulp
bij de verwijdering ervan nodig is. Het medicijn wordt dan via een
slangetje in de anus gespoten, wat een sterke prikkel geeft om te
poepen. Klysma’s zijn alleen een tijdelijk hulpmiddel voor een dag of
een paar dagen. Als zo’n behandeling langer nodig is, worden liever
darmspoelingen gegeven met water.
• Een andere behandeling bij ernstige obstipatie is darmlavage. Dan
wordt het kind kortdurend opgenomen in het ziekenhuis en wordt
gedurende een aantal uren via een neus-maagsonde een speciale
vloeistof toegediend. Daardoor wordt de dikke darm grondig
schoongespoeld. Ook dat is slechts een tijdelijke oplossing:
laxeermiddelen moeten voorkomen dat de darm weer snel volloopt.
Duur van de behandeling
De behandeling van obstipatie kost veel tijd. Hoe langer de obstipatie
heeft bestaan, des te langer duurt het voordat de dikke darm is hersteld
van de voortdurende overvulling. In het begin van de behandeling heeft
u frequent contact met de behandelend arts, meestal één keer per twee
tot vier weken. Als eenmaal de goede dosering is gevonden, zijn minder
frequente contacten nodig. Eventueel kan ook de huisarts dan de
begeleiding overnemen. De duur van de behandeling hangt ook samen
met de mate van therapietrouw. Zeker bij onzindelijkheid voor ontlasting is
goede motivatie heel belangrijk. Hoe ouder uw kind, hoe meer kans dat het
zelf de extra energie erin kan steken die het probleem doet verdwijnen.
5
Multidisciplinair team
Voor een kleine groep kinderen met obstipatie is bovenstaande behandeling
niet voldoende. Dat geldt vooral voor kinderen met een lichamelijke
oorzaak voor de problemen met poepen. In dat geval wordt de hulp
ingeroepen van andere deskundigen. De moeilijke gevallen worden
maandelijks besproken in een team van kinderarts-MDL (maag-, darmen leverziekten), kinderchirurg, kinderpsycholoog, fysiotherapeut en
incontinentieverpleegkundige. Zo kunnen we ook aan die kinderen zorg
op maat geven.
Tot slot
De oorzaak van obstipatie is niet goed bekend. De behandeling richt zich
dus vooral op de gevolgen. Bij de meeste kinderen verdwijnt het probleem
op den duur vanzelf. Een kind met chronische obstipatie wordt dus
meestal geen volwassene met chronische obstipatie. Hoe eerder de
behandeling begint en hoe beter die wordt volgehouden, hoe meer kans
op (snel) succes.
Vragen
Bij vragen, het maken of wijzigen van een afspraak kunt u bellen naar
polkliniek kindergeneeskunde,
telefoon (020) 444 1130, op werkdagen tussen 8.00 en 16.30 uur.
e-mail: [email protected]
6
7
303010
VU medisch centrum©
mei 2013
www.VUmc.nl
8
Download