Obstipatie bij kinderen (verstopping)

advertisement
Kindergeneeskunde
Obstipatie bij kinderen (verstopping)
Inleiding
Deze informatie is bedoeld voor ouders van wie hun kind, vanwege obstipatie, is
opgenomen op de kinderafdeling van het SKB.
Op de kinderafdeling worden regelmatig kinderen opgenomen met
obstipatieklachten.
Ontlasting wordt in de dikke darm ingedikt totdat uw kind aandrang voelt om te
poepen. Bij obstipatie (verstopping) blijft de ontlasting te lang in de dikke darm.
De poep hoopt zich op en wordt hard en droog.
Verschijnselen
De ontlasting komt minder vaak en wordt hard en pijnlijk. In de dikke darm kan zich
een grote hoeveelheid ontlasting ophopen. Soms zorgt al die opgehoopte
ontlasting ervoor dat uw kind ongewild wat ontlasting verliest. Dan ontstaan er
bruine vegen in het ondergoed ("remsporen"). Uw kind kan last krijgen van
darmkrampen, waarbij het de ontlasting niet meer kan ophouden. Het komt ook
voor dat er dunne ontlasting langs de harde ontlasting loopt ("valse diarree").
Naast buikpijn kan verstopping ook plasproblemen geven. Soms zijn er kloofjes
aan de binnenkant van de anus, waardoor het poepen vooral bij harde ontlasting
pijn doet.
Oorzaken
Waarschijnlijk speelt aanleg een belangrijke rol. Veel kinderen hebben als baby al
klachten. Vaak komt obstipatie ook bij andere familieleden voor. Het is maar zelden
dat er een lichamelijke oorzaak is voor de obstipatie. Vezelarme voeding, te weinig
drinken en te weinig beweging kunnen obstipatie geven. Het is niet zo dat uw kind
de ontlasting expres ophoudt of expres in zijn of haar broek poept. Soms nemen
kinderen gewoon niet de tijd om rustig op het toilet te gaan zitten. Ze denken er
gewoon niet aan om naar de wc te gaan. Of ze stellen het uit, bijvoorbeeld als ze
zich in een vreemde omgeving of zich op school niet op hun gemak voelen.
Adviezen
Veel drinken en vezelrijke voeding zijn erg belangrijk. Geef bruin brood, fruit en
verse groenten. Zorg er voor dat uw kind zich veel kan bewegen, bijvoorbeeld
buitenspelen, fietsen, zwemmen of sporten. Spreek met uw kind af dat het
regelmatig naar het toilet gaat: bij aandrang en bijvoorbeeld dagelijks na het ontbijt
en na het middag- en avondeten. Ook als uw kind geen aandrang heeft, kan het
enkele minuten proberen te poepen zonder te persen. Dit kunt u vergemakkelijken
door te zorgen dat uw kind niet in de toiletpot hangt. Met een kinderwc-bril en een
voetenbankje kan uw kind ontspannen op het toilet zitten.
1/2
Medicijnen
Als uw kind langdurig last heeft van verstopping, dan kunnen medicijnen helpen.
Soms heeft het kind eerst een zetpil of een micro-klysma nodig om te kunnen
poepen. Een micro-klysma is een kleine tube waarmee u een vloeistof in de anus
brengt. De vloeistof maakt de harde ontlasting zachter. Daarnaast krijgt uw kind
laxeermiddelen voorgeschreven. De medicijnen maken de ontlasting dunner.
Deze moeten regelmatig (dagelijks) en in de afgesproken hoeveelheid worden
ingenomen. De behandeling moet vaak weken tot maanden worden voortgezet.
Als in overleg met de arts besloten is de medicijnen te verminderen, dan moet dat
heel geleidelijk gebeuren. De darmen moeten er langzaam aan wennen het zonder
medicijnen te doen.
Soms is het noodzakelijk om de behandeling uit te breiden met begeleiding door
een fysiotherapeut en/of orthopedagoog.
Na de behandeling
Veel drinken, veel beweging en vezelrijke voeding blijven belangrijk. Als
verstopping opnieuw een probleem wordt, neem dan weer contact op met uw arts.
Vragen
Hebt u na het lezen van deze informatie nog vragen, aarzel dan niet om deze te
stellen. U kunt hiervoor contact opnemen met de kinderafdeling, 0543 54 44 95.
Toestemming voor een behandeling door kind en/of ouders
Volgens de WGBO (Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst) mag een
behandeling alleen worden uitgevoerd als daar toestemming voor is gegeven door
kind en/of ouders. Wie deze toestemming geeft is afhankelijk van de leeftijd van
het kind.
Om toestemming te kunnen geven moet een kind of jongere en zijn/haar ouders de
informatie van de behandelaar krijgen. Deze bespreekt in begrijpelijke taal:
• het doel en de aard van het onderzoek of behandeling
• de te verwachten resultaten
• de mogelijke risico’s
• eventueel alternatieve behandelingen.
Kinderen jonger dan twaalf jaar
• aan u èn aan het kind moet worden verteld wat er aan de hand is en wat er aan
kan worden gedaan
• het zijn de ouders die toestemming moeten geven voor een onderzoek of
behandeling.
Meer over toestemming en informeren
Naast rechten, heb je als patiënt ook plichten. U moet de zorgverlener altijd
voldoende informeren, zodat deze een goede diagnose kan stellen.
Meer informatie over deze rechten en plichten voor ouders, patiënten en
hulpverleners vindt u op:
• www.jadokterneedokter.nl
• www.kindenziekenhuis.nl (van Stichting Kind en Ziekenhuis)
en in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’, verkrijgbaar op de afdeling
en bij Patiënteninformatie in de centrale hal.
Vragen
Hebt u na het lezen van deze informatie nog vragen, aarzel dan niet om deze te
stellen. U kunt hiervoor contact opnemen met afdeling F0 (kindeenheid),
T 0543 54 44 95.
____________________________________
foldernummer: kin 553 versie december 2016
2/2
Download