De arboprofessional als ethische evenwichtskunstenaar Achtergrondinfo Noks Nauta en Walter Zwaard Inleiding Arboprofessionals belanden regelmatig in dilemma’s: situaties waarin niet duidelijk is wat een juiste handelwijze kan zijn. Het kenmerk van een dilemma is dat aan elke keuze zowel positieve als negatieve kanten zitten. Dat er morele waarden worden gesteund én geschonden. Een goede keuze maken is vaak lastig. In deze workshop gaan we vanuit een praktijksituatie te werk. Bij een analyse van de keuzemogelijkheden komen de perspectieven van verschillende belanghebbende partijen aan de orde, zoals de werkgever, de opdrachtgever en de werknemer. De methode ‘’Moreel beraad” is daarbij behulpzaam en biedt een handvat om dilemma’s op een ethische manier te analyseren en de mogelijke keuzes te beargumenteren, vooraf of achteraf. Onderstaande inleiding beschrijft in het kort wat ethiek is en geeft enkele theoretische en praktische handvatten voor het omgaan met ethische dilemma’s in de praktijk. Hier zal verder mee moeten worden geoefend. Voor nadere verdieping verwijzen wij aan het eind naar diverse boeken. Wat is ethiek? Ethiek is onderdeel van de filosofie. Ethiek is systematische reflectie op de moraal. Onder ‘moraal’ en ‘moraliteit’ verstaat men gewoonlijk het menselijk gedrag in relatie tot een stelsel van normen of cultureel bepaalde gewoonten of opvattingen. Je kunt ook zeggen: Moraal is het geheel van opvattingen, beslissingen en handelingen waarmee mensen uitdrukken wat zij goed of behoorlijk vinden. Binnen de ethiek bestaan drie invloedrijke modellen of theorieën. 1. Het consequentialistische model. Men vindt de goede handelwijze door te kijken naar de gevolgen van verschillende alternatieve handelwijzen, en die gevolgen te beoordelen met behulp van een (samenhangend) waardenstelsel. Hieronder valt bijvoorbeeld het utilisme: men drukt de gevolgen van de handeling uit in een waarde, zoals menselijk welzijn, geluk of genot. 2. De ‘plicht-en verplichting-ethiek’ ook wel genoemd de deontologische ethiek of beginselenethiek. Hierin zijn het de daden op zich die goed of slecht zijn, los van de dader en ook los van hun gevolgen. Het is je morele plicht dat je handeling overeenkomt met een norm, bijvoorbeeld: ‘wat gij niet wilt wat u geschiedt, doet dat ook een ander niet’. 3. De deugdenethiek. Het uitgangspunt is hier de goede eigenschap van de persoon die de handeling uitvoert, zoals moed of verantwoordelijkheid. Wat is een ethisch probleem? Ethische problemen zijn praktisch van aard. Het kenmerkende van het ethisch probleem (of dilemma) is dat er een conflict tussen waarden is. Bij elke keuze voor een handelswijze wordt er een morele waarde geschonden (men maakt altijd ‘vuile handen’). Er moet toch een keuze worden gemaakt. Men kiest een handelswijze op basis van de ethische analyse van de opties en vervolgens maakt men een weging van de morele waarden. Daarbij kiest men aan welke waarde(n) men prioriteit verleent. Voor de herkenning van ethische conflicten of dilemma’s is het dus nodig om de betrokken waarden te identificeren. Daarom eerst een uitleg over morele waarden. Morele waarden De volgende waarden zijn algemeen en wereldwijd geaccepteerd, bijvoorbeeld in de medische wereld: 1. Goed doen en niet schaden 2. Autonomie 3. Rechtvaardigheid / gelijkheid 4. Eerlijkheid Nationaal Arbocongres 19 juni 2008 Noks Nauta, bedrijfsarts en psycholoog; Walter Zwaard, chemicus en veiligheidskundige 1 Een korte toelichting: 1. Goed doen en niet schaden vormen een continuüm en gaan in elkaar over. Goed doen is het bijdragen tot het welzijn van anderen en voor dit doel positieve stappen zetten, niet schaden is het zich onthouden van schadelijke handelingen. Schaden kan alleen worden gerechtvaardigd in situaties waarin een andere morele waarde wordt nagestreefd. Denk aan het uitvoeren van een operatie. 2. Autonomie houdt in dat we andere mensen niet dwingen te leven en te handelen zoals wij dat zelf het beste vinden. Het heeft ook te maken met respect voor bijvoorbeeld geloofsopvattingen. Professionals menen dat zij op grond van hun professionele kennis en ervaring (deskundigheid) beslissingen mogen nemen. Vaak wordt de onderbouwing daarbij niet nader gegeven en baseert men zich alleen op de professionele autonomie. Bezwaar hiervan is dat het niet transparant is waarop men de beslissing baseert. 3. Rechtvaardigheid is het principe van ‘gelijke monniken, gelijke kappen’, mensen horen gelijk behandeld te worden, voor zover we ze als gelijken kunnen beschouwen. Rechtvaardigheid heeft te maken met de verdeling van lusten en lasten, voordelen en nadelen, rechten en plichten onder de mensen. Er zijn verschillende criteria voor rechtvaardigheid, als voorbeeld de volgende materiële criteria: - Ieder krijgt een gelijk deel; - Er is onderscheid naar behoefte of naar draagkracht; - Er is onderscheid naar de hoogte van de geleverde prestaties of naar verdienste; - Er is ordening volgens de vrije markt; - Etc De waarde ‘gelijkheid’ kan ook worden gezien als ‘solidariteit’: afhankelijke en kwetsbare mensen hebben er recht op dat in hun essentiële behoeften wordt voorzien. Rechtvaardig is een keuze, wanneer men in een gelijk geval dezelfde keuze zou maken. Rechtvaardigheid is een deontologische waarde. Immers: het gaat niet om de uitkomst van de beslissing maar om het daarbij gehanteerde principe. Is er bij de beslissing gebruik gemaakt van een rechtvaardigheidsprincipe en is dat een terecht principe? 4. Eerlijkheid wil zeggen: men moet de waarheid vertellen. De morele waarde 1 hoort vooral bij de consequentialistische benadering (kijken naar de gevolgen van de handeling), de andere waarden meer bij de deontologische benadering. Maar je kunt ze ook zien als passend bij de deugdenethiek. Dan zijn ze meer beschreven als eigenschap van de actor en minder als norm. Er zijn nog veel meer morele waarden te benoemen, zoals ‘zorgvuldigheid’, ‘verantwoordelijkheid’, ‘collegialiteit’. Bij het analyseren van een ethisch thema stelt men vast welke waarden in de casus in kwestie in het geding zijn. Waarden kunnen namelijk met elkaar in strijd zijn. Het dilemma bestaat eruit dat bij elke keuze die men maakt, bepaalde waarden gesteund en andere geschonden worden. Bij een andere keuze zal dat bij andere waarden het geval zijn. Er geen absolute hiërarchie van waarden, men zal dus een keuze moeten maken. De prima facie beginselen worden over het algemeen hiërarchisch hoger ingeschat dan de andere waarden. Maar steeds zal de afweging van waarden per casus plaats dienen te vinden. Belanghebbende partijen Beslissingen over zaken binnen ondernemingen gaan vaak veel mensen aan. Er zijn vele actoren en belanghebbende partijen betrokken bij ethische thematiek in de arbowereld. verzekeringsgeneeskunde. Houd daarbij voor ogen dat de diverse betrokkenen heel vaak niet dezelfde belangen hebben. Voorbeelden van belanghebbende partijen zijn: Werknemer (belanghebbende), werkgever, management, eigenaar van de onderneming Vakbondsvertegenwoordigers, verzekeringsmaatschappijen en instellingen voor sociale zekerheid Collega-arboprofessionals, werkers in de gezondheidszorg Gezinsleden van werknemers Belastingbetalers Rechterlijke macht Per dilemma kiest men de belangrijkste belanghebbende partijen voor de betreffende casus en past de analyse en de weging van de waarden op deze belanghebbende partijen toe. Nationaal Arbocongres 19 juni 2008 Noks Nauta, bedrijfsarts en psycholoog; Walter Zwaard, chemicus en veiligheidskundige 2 Informatie Informatie en transparantie zijn wezenlijke zaken. Ze horen bij de morele waarden ‘eerlijkheid’, ‘rechtvaardigheid’ en ‘zorgvuldigheid’ en zullen ook bijdragen aan ‘niet schaden’. Welke informatie moet aan wie worden gegeven over doelstellingen van de onderzoekingen, hun praktische inhoud, hoe de resultaten moeten worden toegepast, en wie toegang heeft tot die informatie? Hoe moeten de gegevens en andere informatie worden opgeslagen, en hoe wordt vertrouwelijke informatie beschermd? Welke onderzoekmethoden gaat men gebruiken, en wat is de validiteit ervan (sensitiviteit en specificiteit)? Naast veel juridische en praktische kanten zou hierbij de ethische kant zeker aan bod dienen te komen. Overeenkomst, verband en verschillen tussen recht en ethiek Overeenkomsten en verband: Beide zijn stelsels van regels om menselijk gedrag te beoordelen, zowel achteraf als vooraf; Recht is vaak op te vatten als ‘gestolde ethiek’: als men het in een samenleving eens is over bepaalde normen in een speciaal geval, legt men dat vast in een wet. Verschillen: Recht is niet op alle handelingen van toepassing; Recht komt op geformaliseerde manier tot stand; Recht is overwegend nationaal; Recht kan afgedwongen door sancties; Recht is sterk gestructureerd en kent nauwkeurige formuleringen. Literatuur Opmerking: Wetenschappelijke bronnen over ethische problemen in de arbowereld zijn schaars. Beauchamp TL, Childless JF. Principles of Biomedical Ethics (5th ed.). Oxford University Press. UK 2001. Beauchamps TL (ed). Philosophical Ethics. An introduction to moral philosophy. New York e.a.: McGraw-Hill Inc, 2nd ed, 1991. Bexell G, Andersson D-E (eds). Universal Ethics. The Hague London New York: Martinus Nijhoff Publishers, 2002. Forst L, Orris P (eds). Ethics in the workplace. Occupational Medicine: State of the Art Reviews, Vol. 17, No. 4, October-December 2002. Royakkers L, van de Poel I, Pieters A. Ethiek & Techniek. Baarn: HB uitgevers, 2006. Weel ANH, Kelder MJ, Nauta AP. Praktijkdilemma’s voor bedrijfs- en verzekeringsartsen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2004. Westerholm P, Nilstun T, Övretveit J (eds). Practical Ethics in Occupational health. Radcliffe Medical Publishers, UK, April 2004 Nationaal Arbocongres 19 juni 2008 Noks Nauta, bedrijfsarts en psycholoog; Walter Zwaard, chemicus en veiligheidskundige 3