Nieuwsbrief van de Vakcommunity Filosofie 1 november MMIX Inhoud Redactioneel KPMG vestigt aandacht op normen en waarden voor het bedrijfsleven Nieuwe website over de beoordelingspraktijk Conferentie Diversiteit door digitale didactiek Redactioneel Geachte leden van de vakcommunity filosofie, De maand november is door omroepvereniging KRO, Uitgeverij Ten Have en Dagblad Trouw uitgeroepen tot de maand van de spiritualiteit. Dit jaar is het thema wortel schieten. Dat thema zal niet zomaar zijn gekozen, want in deze zelfde maand zal de spritualiteit een extra verdiepingsslag maken wanneer de Goedheiligman weer zijn intocht maakt in ons land. Kinderen zullen massaal in een schoen een wortel achterlaten voor het paard van Sinterklaas. Godfried Bomans heeft ooit behartenswaardige zaken geschreven over het geloof in deze grote kindervriend. Een meisje van zeven had hem na afloop van het heerlijk avondje op de man af gevraagd of hij ook had gezien dat het oom Karel was. Bomans meende dat er niets meer te redden viel en antwoordde: `Ja`. Het meisje vervolgde echter opgewekt: `En tegelijkertijd was het Sinterklaas.` Kennelijk bestonden de realiteit en de mythe in haar denken naast elkaar. Deze manier van denken bracht hem naar zijn zeggen terug tot het dubbelspoor van het ware geloof. Op dit moment doet zich de spirituele bijzonderheid voor dat niet alleen de Goedheiligman te maken heeft met twee waarheden tegelijkertijd: hij bevindt zich in het gezelschap van premier Balkenende en het Mexicaanse griepvirus. Premier Balkenende is tegelijkertijd wèl en niet kandidaat voor een nieuwe Europese topfunctie. Het Mexicaanse griepvirus gaat wel en niet een pandemie veroorzaken. Zou de maand november dan een antwoord geven op al onze vragen? Inclusief het bestaan van Sinterklaas? Walfred Haans communitymanager 1 KPMG vestigt aandacht op normen en waarden voor het bedrijfsleven De afgelopen weken kwamen normen en waarden bij het bedrijfsleven in het nieuws. Er waren Kamervragen gesteld over de ethische vorming van jonge managers en de ondernemersorganisaties waren ontevreden met de antwoorden van de minister van Economische Zaken. De ruzie is inmiddels bijgelegd, maar de eigenlijke aanleiding is minder in de publiciteit gekomen: een onderzoek van het adviesbureau KPMG waaruit bleek dat het bedrijfsleven de ethische vorming van studenten onder de maat vond. Ik interviewde Martijn de Kiewit over de achtergronden. Hoe is KPMG tot dit onderzoek gekomen? Bij KPMG zijn we als accountants voortdurend bezig met regels en controles. Daarbij komen herhaaldelijk ook incidenten aan het licht. Het gaat erom een balans te vinden tussen regels en vertrouwen. Wij hebben onszelf de vraag gesteld wat wij daaraan konden doen. Daarom zijn we gaan verkennen hoe je meer zou kunnen sturen op vertrouwen in plaats van op meer regels. Zo zijn we tot het leadershipprogramma ‘Trust Rules’ gekomen. Op basis daarvan hebben we voor de hogescholen en universiteiten de onderwijstoolkit ‘Vertrouwen, Integriteit & Leiderschap’ ontwikkeld. Om vast te stellen of dit ook in een behoefte voorziet hebben we een onderzoek gedaan naar de meningen bij bedrijven over ethische en morele vorming van het personeel dat ze binnenhalen. Bijna 40 % van de bedrijven vond jonge managers minder strikt bij ethische vraagstukken. Nu zou je misschien kunnen menen dat de meerderheid nog altijd niet klaagt, maar als je een klantontevredenheid van 40 % zou hebben is er iets goed mis, dus er is wel degelijk iets aan de hand. Het is te zwart/wit gedacht dat geld en ethiek niet samen kunnen gaan. De meeste mensen en ondernemers willen immers eerlijk hun geld verdienen. Ook een bedrijf bestaat uit mensen die het goede willen doen. Onze eigen organisatie KPMG houdt zich bezig met accountancy en dat wil zeggen dat je wordt betaald voor je toezicht op integriteit en betrouwbaarheid. Zou ethische vorming beklijven als je daar pas mee begint in het hoger onderwijs? Eigenlijk is onze intentie dat er al op de basisschool en op de peuterspeelzaal aandacht is voor morele vorming. Dat wij nu zijn begonnen bij het hoger onderwijs heeft ermee te maken dat we zo aansluiten bij de young professionals. Met een beetje modificatie is onze toolkit echter al bruikbaar in het voortgezet onderwijs, mede dankzij de interactieve en modulaire opzet en de praktijkopdrachten. Docenten moeten altijd inspelen op de specifieke groep waaraan zij lesgeven. De toolkit biedt hen een bron waaruit zij hun lesmateriaal kunnen samenstellen. Als er in het voortgezet onderwijs aandacht wordt besteed aan ethische vorming, moet dat dan geschieden bij economie, management & organisatie of bij filosofie? Het maakt niet zo uit waar je het doet, als je het maar doet. Misschien zou het het meeste passen bij het vak filosofie, maar omdat het overal in de maatschappij van belang is, zou je een grotere groep jongeren bereiken als morele vorming ook bij andere vakken aan bod komt. Als er wordt geklaagd over de ethische vorming, dan vooronderstelt dit dat je mensen ethisch zou kunnen vormen. Hoe kijkt U daar tegenaan? Volgens mij is dat mogelijk. Ethiek in de praktijk is meer dan alleen ethiek in het persoonlijk leven en binnen de context van een organisatie doen mensen dingen waarvan ze achteraf misschien wel zouden zeggen dat ze dat niet zo hadden moeten doen. Onze onderwijstoolkit zet mensen over zulke zaken aan het denken. Leidt de onderwijstoolkit naar één specifieke richting? Zo diep filosofisch gaat de toolkit niet op de ethiek in. Ze is veel praktischer dan dat. De invalshoek is vertrouwen, integriteit en leiderschap, maar zijdelings komen daarbij conflicterende waarden en dilemma’s aan bod. In de jaren ’70 beschouwden veel mensen commercie als een immorele bezigheid waarbinnen sowieso geen plaats was voor morele vorming. Dat ziet U kennelijk anders. Waarom? 2 We hebben leuke voorbeelden uit de praktijk. Denk aan de subtiele druk die er binnen een organisatie bestaat om zich volgzaam op te stellen. onderwerp heeft heel veel aandacht gekregen. Aanvankelijk was de reactie vooral dat men naar elkaar ging wijzen, maar de minister gaat nu het debat aan met jonge managers en ondernemers. Zo’n discussie vind ik hartstikke goed. Heeft het KPMG-onderzoek iets teweeg gebracht? Of is de discussie verzand in een ruzie tussen de minister en de ondernemersorganisaties? Voor een eenvoudig onderzoek is er ontzettend veel tot stand gebracht. Het Interviewer: Walfred Haans Nieuwe website over de beoordelingspraktijk Er bestaat een nieuwe website over het geven van beoordelingen. Deze is ontstaan op vraag van leraren die aangaven dat ze meer wilden nadenken over hun eigen beoordelingspraktijk. Daarom heeft het Ruud de Moor Centrum (expertise centrum voor professionaliseren van onderwijsgevenden) samen met leraren deze site ontworpen. Het Ruud de Moor Centrum werkt op vraag van scholen aan projecten die middels co-creatie vorm krijgen. Met behulp van deze site kunnen leraren 1. de eigen beoordelingspraktijk in kaart brengen (korte checklist), 2. interessante artikelen lezen over beoordelen, 3. korte informatie krijgen over effect op beoordelen op de leerling, 4. activiteiten vinden om gezamenlijk aspecten van beoordelen te bespreken 5. en vooral zelf aangeven wat ze nog meer zouden willen of zelf aanreiken wat er nog meer in kan Gewoon even stilstaan bij; hoe zit het nu met mijn beoordelingen? U kunt hem vinden op; http://rdmc.ou.nl/kijkopbeoordelen Conferentie Diversiteit door digitale didactiek Het Platform Vakinhoudelijke Verenigingen VO (Platform VVVO) organiseert op 19 november a.s. in Utrecht een conferentie over ontwikkelingen rond digitale leermiddelen en de effecten hiervan op het didactisch handelen van leerkrachten. Deze conferentie is bedoeld voor besturen van vakverenigingen, redactieleden van vaktijdschriften en andere geïnteresseerde leden. 3