Nieuwsbrief 16

advertisement
Nieuwsbrief
van de
Vakcommunity Filosofie
1 november MMIX
Inhoud




Redactioneel
KPMG vestigt aandacht op normen en waarden voor het bedrijfsleven
Nieuwe website over de beoordelingspraktijk
Conferentie Diversiteit door digitale didactiek
Redactioneel
Geachte leden van de vakcommunity filosofie,
De maand november is door omroepvereniging KRO, Uitgeverij Ten Have en Dagblad Trouw
uitgeroepen tot de maand van de spiritualiteit. Dit jaar is het thema wortel schieten. Dat thema zal niet
zomaar zijn gekozen, want in deze zelfde maand zal de spritualiteit een extra verdiepingsslag maken
wanneer de Goedheiligman weer zijn intocht maakt in ons land. Kinderen zullen massaal in een
schoen een wortel achterlaten voor het paard van Sinterklaas.
Godfried Bomans heeft ooit behartenswaardige zaken geschreven over het geloof in deze grote
kindervriend. Een meisje van zeven had hem na afloop van het heerlijk avondje op de man af
gevraagd of hij ook had gezien dat het oom Karel was. Bomans meende dat er niets meer te redden
viel en antwoordde: `Ja`. Het meisje vervolgde echter opgewekt: `En tegelijkertijd was het
Sinterklaas.` Kennelijk bestonden de realiteit en de mythe in haar denken naast elkaar. Deze manier
van denken bracht hem naar zijn zeggen terug tot het dubbelspoor van het ware geloof.
Op dit moment doet zich de spirituele bijzonderheid voor dat niet alleen de Goedheiligman te maken
heeft met twee waarheden tegelijkertijd: hij bevindt zich in het gezelschap van premier Balkenende en
het Mexicaanse griepvirus. Premier Balkenende is tegelijkertijd wèl en niet kandidaat voor een nieuwe
Europese topfunctie. Het Mexicaanse griepvirus gaat wel en niet een pandemie veroorzaken.
Zou de maand november dan een antwoord geven op al onze vragen? Inclusief het bestaan van
Sinterklaas?
Walfred Haans
communitymanager
1
KPMG vestigt aandacht op normen en
waarden voor het bedrijfsleven
De afgelopen weken kwamen normen en waarden bij het bedrijfsleven in het nieuws.
Er waren Kamervragen gesteld over de ethische vorming van jonge managers en de
ondernemersorganisaties waren ontevreden met de antwoorden van de minister van
Economische Zaken. De ruzie is inmiddels bijgelegd, maar de eigenlijke aanleiding is
minder in de publiciteit gekomen: een onderzoek van het adviesbureau KPMG
waaruit bleek dat het bedrijfsleven de ethische vorming van studenten onder de maat
vond. Ik interviewde Martijn de Kiewit over de achtergronden.
Hoe is KPMG tot dit onderzoek gekomen?
Bij KPMG zijn we als accountants voortdurend
bezig met regels en controles. Daarbij komen
herhaaldelijk ook incidenten aan het licht. Het
gaat erom een balans te vinden tussen regels
en vertrouwen. Wij hebben onszelf de vraag
gesteld wat wij daaraan konden doen. Daarom
zijn we gaan verkennen hoe je meer zou
kunnen sturen op vertrouwen in plaats van op
meer regels. Zo zijn we tot het
leadershipprogramma ‘Trust Rules’ gekomen.
Op basis daarvan hebben we voor de
hogescholen en universiteiten de
onderwijstoolkit ‘Vertrouwen, Integriteit &
Leiderschap’ ontwikkeld. Om vast te stellen of
dit ook in een behoefte voorziet hebben we
een onderzoek gedaan naar de meningen bij
bedrijven over ethische en morele vorming van
het personeel dat ze binnenhalen. Bijna 40 %
van de bedrijven vond jonge managers minder
strikt bij ethische vraagstukken. Nu zou je
misschien kunnen menen dat de meerderheid
nog altijd niet klaagt, maar als je een
klantontevredenheid van 40 % zou hebben is
er iets goed mis, dus er is wel degelijk iets aan
de hand.
Het is te zwart/wit gedacht dat geld en ethiek
niet samen kunnen gaan. De meeste mensen
en ondernemers willen immers eerlijk hun geld
verdienen. Ook een bedrijf bestaat uit mensen
die het goede willen doen. Onze eigen
organisatie KPMG houdt zich bezig met
accountancy en dat wil zeggen dat je wordt
betaald voor je toezicht op integriteit en
betrouwbaarheid.
Zou ethische vorming beklijven als je daar pas
mee begint in het hoger onderwijs?
Eigenlijk is onze intentie dat er al op de
basisschool en op de peuterspeelzaal
aandacht is voor morele vorming. Dat wij nu
zijn begonnen bij het hoger onderwijs heeft
ermee te maken dat we zo aansluiten bij de
young professionals. Met een beetje
modificatie is onze toolkit echter al bruikbaar in
het voortgezet onderwijs, mede dankzij de
interactieve en modulaire opzet en de
praktijkopdrachten. Docenten moeten altijd
inspelen op de specifieke groep waaraan zij
lesgeven. De toolkit biedt hen een bron waaruit
zij hun lesmateriaal kunnen samenstellen.
Als er in het voortgezet onderwijs aandacht
wordt besteed aan ethische vorming, moet dat
dan geschieden bij economie, management &
organisatie of bij filosofie?
Het maakt niet zo uit waar je het doet, als je
het maar doet. Misschien zou het het meeste
passen bij het vak filosofie, maar omdat het
overal in de maatschappij van belang is, zou je
een grotere groep jongeren bereiken als
morele vorming ook bij andere vakken aan bod
komt.
Als er wordt geklaagd over de ethische
vorming, dan vooronderstelt dit dat je mensen
ethisch zou kunnen vormen. Hoe kijkt U daar
tegenaan?
Volgens mij is dat mogelijk. Ethiek in de
praktijk is meer dan alleen ethiek in het
persoonlijk leven en binnen de context van een
organisatie doen mensen dingen waarvan ze
achteraf misschien wel zouden zeggen dat ze
dat niet zo hadden moeten doen. Onze
onderwijstoolkit zet mensen over zulke zaken
aan het denken.
Leidt de onderwijstoolkit naar één specifieke
richting?
Zo diep filosofisch gaat de toolkit niet op de
ethiek in. Ze is veel praktischer dan dat. De
invalshoek is vertrouwen, integriteit en
leiderschap, maar zijdelings komen daarbij
conflicterende waarden en dilemma’s aan bod.
In de jaren ’70 beschouwden veel mensen
commercie als een immorele bezigheid
waarbinnen sowieso geen plaats was voor
morele vorming. Dat ziet U kennelijk anders.
Waarom?
2
We hebben leuke voorbeelden uit de praktijk.
Denk aan de subtiele druk die er binnen een
organisatie bestaat om zich volgzaam op te
stellen.
onderwerp heeft heel veel aandacht gekregen.
Aanvankelijk was de reactie vooral dat men
naar elkaar ging wijzen, maar de minister gaat
nu het debat aan met jonge managers en
ondernemers. Zo’n discussie vind ik hartstikke
goed.
Heeft het KPMG-onderzoek iets teweeg
gebracht? Of is de discussie verzand in een
ruzie tussen de minister en de
ondernemersorganisaties?
Voor een eenvoudig onderzoek is er
ontzettend veel tot stand gebracht. Het
Interviewer: Walfred Haans
Nieuwe website over de beoordelingspraktijk
Er bestaat een nieuwe website over het geven van beoordelingen. Deze is ontstaan
op vraag van leraren die aangaven dat ze meer wilden nadenken over hun eigen
beoordelingspraktijk. Daarom heeft het Ruud de Moor Centrum (expertise centrum
voor professionaliseren van onderwijsgevenden) samen met leraren deze site
ontworpen. Het Ruud de Moor Centrum werkt op vraag van scholen aan projecten
die middels co-creatie vorm krijgen.
Met behulp van deze site kunnen leraren
1. de eigen beoordelingspraktijk in kaart
brengen (korte checklist),
2. interessante artikelen lezen over
beoordelen,
3. korte informatie krijgen over effect op
beoordelen op de leerling,
4. activiteiten vinden om gezamenlijk
aspecten van beoordelen te bespreken
5.
en vooral zelf aangeven wat ze nog
meer zouden willen of zelf aanreiken
wat er nog meer in kan
Gewoon even stilstaan bij; hoe zit het nu met
mijn beoordelingen? U kunt hem vinden op;
http://rdmc.ou.nl/kijkopbeoordelen
Conferentie Diversiteit door digitale didactiek
Het Platform Vakinhoudelijke Verenigingen VO (Platform VVVO) organiseert op 19
november a.s. in Utrecht een conferentie over ontwikkelingen rond digitale
leermiddelen en de effecten hiervan op het didactisch handelen van leerkrachten.
Deze conferentie is bedoeld voor besturen van vakverenigingen, redactieleden van
vaktijdschriften en andere geïnteresseerde leden.
3
Download