Downloaden als DOC-bestand: "Infonota aan MDT`s

advertisement
Nummer: INF/MDT/1107
Brussel, 25 mei 2011
Aan
de
instanties
die
erkend
multidisciplinaire verslagen af te leveren
zijn
om
Aan de voorzitter en de leden van de permanente
werkgroep “Inschrijvingen en Evaluaties” en
“Individuele Materiële Bijstand en Universal Design”
Aan de voorzitter en de leden van de Bijzondere
Bijstandscommissie
Aan de organisaties die erkend zijn om de Personen
met
een
handicap
of
hun
gezinnen
te
vertegenwoordigen
Aan de voorzitter en de leden van de Provinciale
Evaluatiecommissies en de Adviescommissies
Aan de experts voor gespecialiseerde persoonlijke
adviesverlening.
Aan de voorzitter
Toezichtscomité
en
de
leden
van
het
Aan het Agentschap Inspectie
Vragen naar:
Dr. Annie Nouwen, T 02 225 85 04, e-mail : [email protected]
Betreft :
Overeenstemming attest met besluit wat betreft incontinentiemateriaal
Verduidelijking fecale incontinentie
Geachte mevrouw
Geachte heer
In deze infonota vindt u informatie over twee kleine aanpassingen aan het attest dat gebruikt wordt
voor het aanvragen van het incontinentieforfait bij het VAPH, aanvullend op de infonota 1105 van 28
maart 2011.
1
1. Overeenstemming attest met besluit wat betreft incontinentiemateriaal
Gezien het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 waarbij de manier van vergoeden
van incontinentiemateriaal voor personen met een handicap wijzigde, was de aanpassing van het
bestaande incontinentieattest noodzakelijk. De vergoeding gebeurt niet langer op basis van
ingediende facturen, maar gebeurt voor aanvragen vanaf 1 januari 2011 op forfaitaire basis.
Bij vraag 12: welk incontinentiemateriaal gebruikt de patiënt momenteel? Werd het woord
incontinentieverbanden gebruikt, terwijl in het Besluit sprake is van incontinentiemateriaal. Om geen
misverstanden te krijgen, wordt deze vraag als volgt aangepast:
Incontinentieverbanden wordt incontinentiemateriaal.
Het attest wordt dus als volgt gewijzigd :
o
Incontinentiemateriaal. Hoeveel verbruik gemiddeld?
 ……..luiers/plastic broekjes/wasbaar incontinentiemateriaal/overdag
 ……..luiers/plastic broekjes/wasbaar incontinentiemateriaal/nacht
2. Verduidelijking fecale incontinentie
Zoals beschreven in infonota 1105 :
Wanneer een incontinentieforfait voor kinderen tussen 3 en 5 jaar ?
Bij kinderen met een handicap, met een leeftijd van drie tot en met vier jaar, wordt enkel een
forfait gegeven:
1. bij fecale incontinentie (met of zonder urine-incontinentie) als de ontwikkelingsleeftijd
maximum 9 maanden bedraagt op het moment van de aanvraag. Objectieve
onderzoeksgegevens zoals een actueel psychomotorisch evaluatieverslag waarbij een
ontwikkelingsleeftijd van maximum 9 maanden na de derde verjaardag duidelijk is, moeten
bij het team voorhanden zijn. Concreet kan het hier gaan om een kind dat bijvoorbeeld niet
zelfstandig kan zitten, afhankelijk is van een zitschelp, niet kan stappen,…
2. bij fecale incontinentie (onvoldoende controle over de ontlasting) door fysieke niet te
verhelpen oorzaken. De lichamelijke onbehandelbare oorzaak van fecale incontinentie moet
duidelijk beschreven worden in vraag 15 en 16. Ook het invullen van vraag 27 tot en met 31 is
bij deze uitzondering zeker noodzakelijk. Een verslag van een gastro-enteroloog en/of
kinderchirurg in het vakgebied van de proctologie kan de aanvraag vervolledigen.
Dit forfait is zeer uitzonderlijk en niet bedoeld voor ieder kind met ontwikkelingsachterstand. Een
ontlasting één of twee keer per dag in een luier is geen voldoende reden om de aanvraag in te dienen
voor deze uitzonderlijke tussenkomst. Voor jonge kinderen zijn dit immers geen bijkomende
uitgaven. Het moet bij de kinderen jonger dan vijf jaar echt gaan om uitzonderlijke situaties ten
opzichte van andere kinderen met een tragere ontwikkeling.
Wat wordt bedoeld met “fecale incontinentie”?
Soiling is geen echte fecale incontinentie. Dit komt meestal voor bij obstipatie en is behandelbaar.
Onbehandelbare chronische diarree is zeker fecale incontinentie.
Bij het niet werken of niet gecontroleerd werken of bij afwezigheid van de sluitspier, kan er sprake
zijn van fecale incontinentie. Dit kan voorkomen bij sommige mensen met ernstig verstandelijke
2
handicap, ernstige neurologische aandoeningen, uitgebreide verlammingen en gebruik van veel
sondevoeding waarbij overvloedig stoelgang gemaakt wordt en waarbij iedere controle over de
sfincters ontbreekt. Als maatregelen zoals regelmatig een rectum- of colonspoeling of een andere
methode van leegmaken van het rectum, aangepaste medicatie of operatie niet mogelijk zijn, is het
gevolg een groter verbruik van incontinentieluiers. Dit blijkt ook uit de volgens facturen uitbetaalde
bedragen aan deze personen.
De artsen trachten aan de hand van het attest en de gegevens in het dossier het passende
incontinentieforfait vast te stellen op basis van de regelgeving zoals voorzien in het Besluit van de
Vlaamse Regering van 17/12/2010.
Om de fecale problematiek en de daaruit voortkomende meerkost beter te kunnen inschatten, komt
er op het attest bij vraag 15 een kleine aanpassing.
Het attest wordt dus als volgt aangevuld :
15. specifieer de eventueel aanwezige fecale problematiek
Normale stoelgang één tot twee keer per dag in de luier geeft geen aanleiding tot een verhoogd
forfait.
 Geen fecale incontinentie
 1 tot 2 keer per dag stoelgang in de luier
 anale afscheiding (lekkage of soiling)
 chronische onbehandelbare buikloop (diarree)
 overloop van stoelgang
 andere. Omschrijf de andere fecale problematiek.
Indien betrokkene niet akkoord kan gaan met het toegekende forfaitaire bedrag en meent dat de
regelgeving niet goed is toegepast, dan kan men op basis van de recente beslissing in beroep bij de
Arbeidsrechtbank.
Een andere mogelijkheid is na één jaar , bij een meerkost van meer dan € 250 boven het toegekende
forfait, een vraag Zeer Uitzonderlijke Zorg te stellen aan de Bijzondere Bijstandscommissie.
Dit kan op basis van het aantonen van de werkelijke kost. De uitgaven aan hand van nauwkeurig
bijgehouden bewijzen: rekeningen apothekers, facturen, ....staten instellingen dienen dan voorgelegd te
worden. Hierbij zal wel rekening gehouden worden met het federale incontinentieforfait dat mensen, die
volgens het RIZIV horen tot zwaar zorgbehoevenden, jaarlijks ontvangen, automatisch als er
thuisverpleging aan huis komt of op jaarlijkse aanvraag bij uw ziekenfonds als niet op thuisverpleging
beroep gedaan wordt of bij gebruik maken van een voorziening van het VAPH. Dit RIZIVincontinentieforfait bedraagt 459,59 euro per jaar (bedrag geldig vanaf 1 januari 2011).
De aangepaste versie van de infonota is op de website te vinden
http://www.vaph.be/vlafo/view/nl/589722-Formulieren.html
Met vriendelijke groeten
Laurent Bursens
Administrateur-generaal
3
Download