De Geo > Aardrijkskunde Hstuk 1, pgraaf 1 Opschuivende frontier

De Geo > Aardrijkskunde
Hstuk 1, pgraaf 1
Opschuivende frontier
 1492 > Amerika ontdekt > wonen een paar Indianen > immigranten leggen huizen en akkers
aan > kolonisatie
 13 koloniën aan Oostkust > 1776 > losmaken van Engeland > Verenigde Staten
 1800 – 1920 > oorlog, honger, werkloosheid, armoede > +30 miljoen Eu migranten > frontier
meer naar Westen
 1862 > Homedtead Act > elke migrant van 21+ krijgt 64 ha grond, spoorwegen strook land >
goldrush > goud in Californië
 Opschuivende frontier > Indianen de bergen in > in reservaten > nu nog steeds
Landschappen langs de veertigste breedtegraad
De Appalachen
- Middelgebergte 5001500
- Mount Mitchell 2038
- Oud gebergte afgerond
door erosie
De Interior Plains
- Landbuwgebied met
weinig reliëf
- Onder 500 meter,
laagvlakte
- Centrale Laagvlakte
- Cornbelt
De Great Plains
- Droger
- +500 meter
hoogvlakte
- Steppe
- Wheatbelt, hulp van
irrigratiewater
- Extensieve veeteelt
De Rocky Mounains (‘Rockies’)
- Jong gebergte
- Hoogrgebergte +4000
meter
- Eeuwige sneeuw
Grote Bekken
- Hoogvlakte met
plateuas ±1500 meter
- Kurkdroog, cactussen,
kale rotsen, dorre
grassen
De Central Vally
- In regenschaduw
- Verbouwen citrufruit
(sinaasappelen,
perziken), rijst en
groente
- Behulp van irrigratie
Begrippen:
-
Kolonisatie
het bewoonbaar maken en inrichten van een gebied
Koloniën
een overzees gebiedsdeel van een Europees land
Frontier
de opschuivende grens tussen het door Europeese klonisten
bewoonde gebied en het ‘wilde westen’ in de Verenigde staten
De Geo > Aardrijkskunde
Hstuk 1, pgraaf 1
-
Middelgebergte
Oud gebergte
erosie zijn afgerond
Erosie
wind
Reliëf
Laagvlakte
Hoogvlakte
Steppe
van grassen en lage struikjes
Extensieve veeteelt
Jong gebergte
Hooggebergte
Eeuwige sneeuw
Regenschaduw
-
gebied met toppen tussen 500 en 1500 meter
gebergte met toppen die in de loop van miljoenen jaren door
het afschuren en uitschuren van gesteente door water, ijs of
hoogteverschillen in het landschap
vlak gebied dat lager ligt dan 500 meter
vlak gebied dat hoger ligt dan 500 meter
droog gebied waar nog net genoeg regen valt voor de groei
veeteelt met weinig stuks per vee per hectare
gebergte met spitse toppen
gebergte met toppen hoger dan 1500 meter
gebied waar altijd sneeuw blijft liggen
ligging achter een gebergte, waardoor we weinig regen valt