Geologie van ons wandelgebied Inleiding We gaan lopen in het zogenaamde Leisteengebergte (duits: Rheinische Schiefergebirge), dat zich uitstrekt over delen van Duitsland, maar ook over delen van België en Frankrijk. Dat de Belgen dit Leisteengebergte ‘Ardennen’ en ‘Hoge Venen’ noemen en de Duitsers de namen ‘Eiffel’, ‘Taunus’, ‘Hunsrück’ en Sauerland (etc…) gebruiken (zie onderstaande figuur), heeft meer te maken met natuurlijke grenzen (vooral rivieren) en regionale verschillen (ander gesteente, andere hoogteligging) dan met de algemene ontstaansgeschiedenis. Geologisch gezien hebben deze gebieden namelijk een gezamenlijke geologische oorsprong. Op de volgende bladzijde is een overzichtje van de belangrijkste geologische gebeurtenissen opgenomen. Het deel van de Rijn dat door dit gebergte loopt, wordt ‘Mittelrhein’ genoemd. Het stukje van deze Mittelrhein (de Oben-Mittelrhein) waar wij langs lopen, is op de werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst, vanwege het bijzondere cultuurlandschap. 1 Geologisch tijdvak Wat gebeurde er in ons wandelgebied ? Voor het ontstaan van al het leven Niks wat je tegenwoordig ook aan de oppervlakte kan zien (4,6 miljard jaar geleden – 500 miljoen jaar geleden) Paleozoïcum (het eerste leven) (500 – 250 miljoen jaar geleden) 1) Botsing van Noord-Amerika met delen van Europa (ontstaan van Laurazië): De Schotse hooglanden en de Scandinavische gebergten ontstonden. Deze bergen sleten in de loop van vele miljoenen jaren en lieten via riviertjes zand en klei achter in ons huidige wandelgebied. Door de aanvoer van deze materialen schoof de kustlijn van Laurazie naar het zuiden en kwam ons gebied in ondieper water te liggen. In dit ondiepe water werd kalk afgezet (veel diertjes met een skelet zinken naar de bodem van de zee als ze sterven). Het zand, klei en kalk van deze periode bevindt zich nu aan het oppervlak (!) in de vorm van zandsteen, kleisteen en kalksteen. Door een volgende, ingrijpende gebeurtenis (zie 2) vond er echter nog een verandering in de structuur van het merendeel van de gesteenten plaats. 2) Botsing van Laurazië met Gondwana (Gondwana bestond uit Zuid Amerika, Afrika, delen van Azië, Australië en Antartica). Ontstaan van het supercontinent Pangeae. Door deze botsing ontstond o.a. de Eiffel, maar ook bijvoorbeeld het Centraal Massief. Bij deze botsing werd het zand en de klei in ons wandelgebied onder grote druk gezet, zodat het zand(steen) soms tot graniet werd omgevormd en de klei(steen) soms tot leisteen of schalie. Tevens werd het gebied, gelijk een gordijn dat je ’s ochtends openschuift, geplooid, waardoor grote hoogteverschillen ontstonden. Mesozoïcum (het middelleven) (250 – 65 miljoen jaar geleden) Kenozoïcum (het nieuwe leven) (65 miljoen jaar geleden – heden) Slijtage (verwering en erosie) van het gebergte door o.a. de insnijding van rivieren. Ondertussen drijven alle continenten richting hun huidige plek op de wereldkaart. Rond Europa vinden er geen botsingen plaats tussen continenten, zodat hier in het Mesozoïcum geen gebergtes ontstaan. Door de botsing van Afrika tegen Europa zijn de Alpen ontstaan, maar ook ons gebied is daardoor opnieuw omhoog gedrukt. De Rijn was er toen al. De erosie van de Rijn kon de zogenaamde opheffing van ons gebied bijhouden (dat heet officieel: een antecedente rivier) Vulkanische activiteit in o.a. de Hunsrück (bijv. in het Nahe-dal zichtbaar) Het hoogste topje is tegenwoordig 880 meter hoog in ligt ten oosten van de Rijn in het Taunusgebergte, nl. de Feldberg. 2 De bovenstaande tabel geeft wel een duidelijk overzicht, maar wat ontbreekt zijn plaatjes. Vandaar hieronder een extra toelichting op de tabel met wat beelden. Op plaatje 1(zie hieronder) zie je de situatie zoals die was na de vorming van Pangeae, het supercontinent (het gebergte dat toen ontstond, wordt ook wel Hercynisch gebergte genoemd). Een gedeelte van dat gebergte kwam onder nieuw materiaal (zand, klei en kalk) te liggen uit de geologische perioden 'Trias, Jura en Krijt' (subperioden in het Mesozoïcum), maar ons wandelgebied niet, want wij lopen precies op de zogenaamde ‘opheffing’ (plaatje 2). Toen de Afrikaanse plaat tegen Europa begon te duwen, werd dit gebergte opnieuw omhoog geduwd en ontstonden er tegelijkertijd breuken (plaatje 2). De steile rotswanden langs een gedeelte van de Boven-Rijn zijn breukvlakken, waarlangs een gedeelte van het gebergte is afgeschoven (het huidige Rijndal) (plaatje 3). Bij Bingen bevinden we ons in het uiterste noorden van dit breukvlak, waar het Rijndal veel breder is, dan als we verder naar het noorden lopen. Boven Bingen tot aan Koblenz lopen we langs een zeer smal rivierdal, waar geen breukvlakken zijn en de rivier de opheffing van het Schiefergebergte heeft kunnen bijhouden door insnijding. Toelichting: het Tertiair is een subperiode in het Kenozoïcum 3 Als je het gebied geologisch nog meer in detail gaat bekijken, wordt het natuurlijk veel ingewikkelder. In elke geologische (sub)periode worden verschillende gesteenten gevormd, zodat het noemen van deze perioden nog niks zegt over wat er nu daadwerkelijk voor gesteenten worden aangetroffen op onze wandeltocht. Hieronder zijn alleen de gesteenten toegelicht die we zullen tegenkomen. periode Paleozoïcum subperiode (onder) Devoon soort gesteente: Kwartsiet periode Paleozoïcum subperiode (onder) Devoon soort gesteente: voornamelijk Kleisteen en Grauwacke periode: Kenozoïcum subperiode: Pleistoceen soort gesteente: Los sediment (grind, zand, klei) Ons wandelgebied Toelichting: Grauwacke is een soort zandsteen kwartsiet is een door hoge druk en temperatuur, uit zandsteen ontstaan gesteente 4