Hoofdstuk 17: Epilepsie Epilepsie Herhaaldelijk optreden van epileptische aanvallen Epileptische aanval Stoornis van gedrag en/of bewustzijn door de neurofysiologische stoornis ter hoogte van de hersenschors. Paroxysmaal Plotseling verhevigen van een ziekte Oorzaak epileptische aanval Paroxysmale elektrische hyperactivitei van een cluster hersencellen. Verschijnselen epileptische aanval Hangt af van de …. van de elektrische stoornissen: Substantia reticularis Een netwerk van onderling nauw verbonden zenuwcellen. Dit netwerk ligt voor het grootste deel in de hersenstam, een onderdeel van de hersenen. 1. 2. 3. 4. Lokalisatie Uitgebreidheid Verspreiding Intensiteit Is verantwoordelijk voor de regulatie van de activatietoestand van het zenuwstelsel Convulsie Stuipen Abnormaal, ritmisch afwisselend aanspannen en ontspannen van de spieren van het lichaam. Kan leiden tot verkramping en schokken door het gehele lichaam Insult Toeval Aanval Symptomen: Als de abnormale elektrische ontlading vanuit de substantia reticularis de hele cortex innemen? 1. Bewustzijnsverlies 2. Convulsies 3. Veralgemeend insult 17.1 Soorten epileptische aanvallen Soorten epileptische aanvallen 1. Primair gegeneraliseerde aanvallen 2. Partiële aanvallen 3. Aanval enkel in de kindertijd 17.1.1 Primair gegeneraliseerde aanvallen Primair gegeneraliseerde aanvallen 1. Primair gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen (= grote aanval) 2. Typische absenses 3. Myoclonische aanvallen Extensoren Spieren die het gewricht strekken Stemspleet Ruimte tussen de stembanden Cyanose Blauwzucht = blauw kleuren van de huid Hypotoon Verlaagde bloeddruk Clonieën Lichaam verslapt, gevolgd door samentrekken van de spieren, … Typisch verloop primair gegeneraliseerde tonischclonische aanvallen? 1. Soms prodromen (verhoogde prikkelbaarheid, onrust of hoofdpijn) 2. Meestal plotseling bewusteloos neervallen 3. Tonische fase 4. Clonische fase 5. Postictale fase Tonische fase 1. Tonische contract van gehele lichaam vooral van de extensoren –> patiënt strekt lichaam uit 2. Krachtige uitademhaling + gesloten stemspleet + schreeuw 3. Mogelijk tongbeet 4. Tonische kramp ademhaling stopt even: cyanose 5. 10 tot 30sec. Clonische fase 1. Spanning van spieren gaat geleidelijk over in clonieën over het hele lichaam 2. Steeds grotere intervallen tussen 3. Schokken stoppen 4. 30 tot 60sec. Postictale fase 1. Volledig hypotoon 2. Mogelijk diepe slaap 3. Terug wakker: gedesoriënteerd + niet herinneren Status epilepticus 1. Aanvallen herhalen zich kort na elkaar 2. Geen bewustzijn ertussen 3. Levensbedreigend Typische absenses 1. 2. 3. 4. 5. 6. Myoclonische aanvallen Symmetrisch schokken in lichaamsmusculatuur (vooral gelaat en armen) zonder bewustzijnsverlies. Aanval van korte duur (10 tot 30sec.) Weinig motorische verschijnselen Kortdurende afwezigheid (~ leerstoornissen) Op jeugdige leeftijd Meer bij meisjes Nadien bezigheid gewoon terug oppakken (~ syndroom van juveniele myoclonische epilepsie) 17.1.2 Focale/partiële aanvallen Partiële aanvallen Focale aanvallen 1. Partiële aanvallen met elementaire symptomatologie 2. Partiële aanvallen met complexe symptomatologie Enkelvoudige partiële aanvallen Partiële aanvallen met elementaire/eenvoudige symptomatologie: 1. Focale motorische aanvallen 2. Focale sensibele aanvallen Parese Onvolledige verlamming van de spieren Paresthesie Stoornis in de gevoelssensatie (onprettig tintelend, prikkelend of brandend gevoel) Focale motorische aanvallen 1. Kramp in spiergroep, geleidelijke uitbreiding 2. Na aanval: voorbijgaande parese van spiergroepen Focale sensibele aanvallen Episodische paresthesieën in bepaald lichaamsgebied Complex partiële aanvallen Psychomotorische/temporale epileptische aavallen Oorzaak complex partiële aanvallen Probleem in de temporale kwabben Epigastrische aura Vreemd gevoel in buik of hoofd dat opstijgt naar hoofd. Affectieve aura Angst of gevoel van intense gelukzaligheid Amnestische stoornissen Cognitieve stoornissen Epileptische fugue Epileptische dwaling Soorten aura’s Voorgevoel 1. 2. 3. 4. 5. Symptomen complex partiële aanvallen 1. Begin: psychische, sensoriële, vegetatieve verschijnselen nadien herinnerd als een aura 2. Bewustzijnsindaling + automatisme 3. Ictale stadium 4. Postictale stadium Ictale stadium Lik of smakbewegingen, strijken over de kleren of over het haar, … Postictale stadium Complexere automatismen (vb. iets uit de kast nemen, zich aankleden, …) ~ soort van schemertoestand Epigastrische aura Sensoriële verschijnselen Veranderd waarnemen Amnestische functiestoornissen Affectieve aura kan lang aanhouden ~ epileptische fugue 17.1.3 Epileptische aanvallen in de kindertijd Aanval enkel in de kindertijd 1. Salaamkrampen 2. Koortsstuipen Salaamkrampen 1. Vooroverbuigen van hoofd en romp en het achteruittrekken van de armen 2. Enkele sec. 3. 3-12maanden 4. Meestal bij psychomotore achterstand Koortsstuipen Bij koorts door virale infectie 6maand – 4jaar, familiale dispositie Schade temporale kwab mogelijk Later: moeilijk behandelbare epilepsie Indeling epileptische syndromen volgens onderliggende oorzaak 1. Primair veralgemeende epilepsie 2. Symptomatische epilepsie Primair veralgemeende epilepsie 1. 2. 3. 4. Symptomatische epilepsie 1. Neurologische, pychische en EEG meten tijdens of tussen aanval kan beschadeging voorspellen 2. Verschillende oorzaken: Intra uteriene infecties of intoxicaties Onstekingen Tumoren Trauma Verwekingen of bloedingen Degeneratieve ziekten Intoxicaties Abstinentie van alcohol en psychofarmaca Reflexepilepsie Bepaalde sensibele of sensoriële prikkel die een aanval opwekt (vb. knipperlicht) Geen anatomische afwijking Oorzaak onbekend Erfelijkheid speelt een rol Vooral: gegeneraliseerde tonische-clonische aanvalle, abxences en myoclonieën 17.2 Differentiaal diagnose epileptische aanval Syncope 1. Kortstondige bewusteloosheid door onvoldoende zuurstofvoorziening (~ bloeddrukverlaging) 2. Vooraf: duizelig, bleek, zweet, zwart voor ogen, … 3. Indien lang aanhoudt kunnen clonische contracties + urineverlies Niet- epileptische aanval Aanvallen van personen met een persoonlijkheidsstoornis 17.3 Behandeling epilepsie Medicamenteuze behandeling 1. Acute behandeling 2. onderhoudsbehandeling 17.3.1 Eerste hulp bij een veralgemeende epilepsie aanval Wat te doen? 1. In clonisch stadium: beschermen voor verwondingen 2. Niets tussen tanden 3. Hoofd opzij 4. Indien niet vanzelf stoppen: benzodiazepine 17.3.2 Onderhoudsbehandeling met anti-epileptische medicatie Wat te doen? 1. Eerst diagnose 2. Anti-epilepticum afh. van aard aanvallen 3. Leefregels aanpassen Uitzonderlijke behandeling? Epileptische chirurgie mits grondig vooronderzoek Hoofdstuk 18: De ziekte van Parkinson Wat? 1. Eerst éénzijdig 2. Degeneratieve en progressieve aandoening van het extrapiramidale systeem (~dopamine) 3. Triade van symptomen (zie verder) 4. Prevalentie van 1-2%, 60jaar 5. Onbekende oorzaak 6. Afname neuronen in substantia nigra + intracellulaire inclusies in de overblijvende neuronen Lewy bodies Abnormale eiwitverdikkingen in de hersencellen. Daardoor wordt de productie van dopamine en acetylcholine verstoord. 18.1 Symptomen Triade aan symptomen 1. Akinesie 2. Rigiditeit 3. Rusttremor Bradkynesie Problemen met complexe motorisch taken (vb. aankleden, scheren, schrijven) Micrografie Heel klein schrijven Retropulsie Neiging om achterover te vallen Propulsie Plotseling versnellen van een beweging en deze niet meer kunnen stoppen. Festinatie Steeds sneller gaan lopen in kleine stapjes om te voorkomen dat de persoon valt Freezing Verstarren (rigide houding) Tremor Ongewilde, repetitieve, ritmische beweging van één of meer ledematen Aspecten van akinesie 1. Bradkynesie 2. Gebrek aan spontane bewegingen gebrek aan expressie, pokerface, monotone spraak, moeite met verandering van positie, afwijkende gang en stand Typische gang 1. 2. 3. 4. 5. Aspecten rigiditeit 1. NIET spasticiteit 2. Loden pijp rigiditeit 3. Tandradrigiditeit Tremor bij Parkinson 1. Voornamelijk bij de handen 2. Enkel aanwezig bij rust 3. Verminderd bij beweging Kleine stapjes en festinatie Verlies armzwaai Voorovergebogen lichaamshouding Retro- en propulsie Moeite met starten en draaien 18.2 Behandeling Behandeling Parkinson 1. Toename levensverwachting 2. Neuro-chemische balans herstellen: L-dopa L- dopa Voorloper van dopamine die voorbij de bloedhersenbarrière geraakt Centrale bijwerkingen Ldopa Confusie (verwarring) en hallucinaties Efficaciteit L-dopa Verminderd na 2.5jaar Bij langdurig gebruik dyskinesie Wearing-off On-off Wearing-off Dosissen leiden tot slechts kortdurende effecten On-off Wisselende toestand tussen effect van de medicatie en rigiditeit Dyskinesie Onwillekeurige bewegingen Welke medicatie helpt bijwerkingen L-dopa te verminderen? 1. 2. 3. 4. 5. Werking MAO-inhibitoren Blokkeren dopamine metabolisme Werking dopaminereceptro agonisten Nood aan behandeling met L-dopa uitstellen Werking COMTantagonisten Inwerken op metabolisme van L-dopa Werking anticholinergica Effectief voor tremoren Monoamino-oxidase (Mao-inhibitoren) Dopamine-receptor agonisten COMT-antagonisten Anticholinergica Diepe hersenstimulatie van bepaalde kernen Nood aan hogere dosis L-dopa verminderen MAAR bijwerkingen Werking diepe hersenstimulatie van bepaald kernen Kan extrapiramidale symptomen onder controle brengen Hoofdstuk 19: Multiple sclerose MS = 1. Inflammatoir letsel die afgezonderd voorkomen in tijd en ruimte in het centrale zenuwstelsel 2. Meest bij jonge mensen, vrouwen 3. Tast witte stof hersenen en ruggenmerg aan myeline beschadigd vermindering geleidingssnelheid Oorzaak MS? 1. Immuunmechanisme 2. Virale infecte bij genetisch gevoelig mensen Eerste verschijnsel MS Is vaak neuritis opticus Neuritis optica Ontsteking van de oogzenuw Oorzaak neuritis optica Inflammatoire demyelinesatie van één of beide nervi optici gezwollen discus opticus Symptomen van neuritis optica 1. 2. 3. 4. 5. Pijn rond ogen Wazig zicht Verlies kleurzicht Unioculaire blindheid Scotoom Inflammatoir Ontsteking Demyelinisatie Verlies van myeline Papillitis Gezwollen discus opticus Scotoom Centrale blinde vlek 19.1 Drie vormen van ziekte evolutie Drie vormen van evolutie 1. Relapsing-remitting 2. Secundair progressief 3. Primair progressief Relapsing-remitting Bijna volledige recuperatie van opstoten Secundair progressief Duidelijke progressie zonder herstel Primair progressief Geen duidelijke opstoten en recuperaties 19.2 Diagnose stellen Diagnose stellen Minstens twee opstoten van neurologische symptomen die gescheiden zijn in tijd en ruimte Hoe diagnose stellen? 1. MR plaques demyelinisatie aantonen 2. VEP vertraagde centrale conductie aantonen 3. Cerebrospinaal vocht afnemen ologoclonale banden aantonen 19.3 Behandeling Soorten behandeling 1. Aanvalsbehandeling 2. Ziekte remmende behandeling 3. Symptomatologische behandeling Aanvalsbehandeling = Symptomen van opstoot verminderen en sneller recuperen Corticoïden Ziekte remmende behandeling = Aantal opstoten en ernst ervan verminderen Interferon-beta Glatirameer-acetaat Natulizumab … Behandeling symptomen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Voor spasticiteit en flexiespasmen Voor spierzwakte en duizeligheid Voor cerebellaire tremoren Voor vermoeidheid Voor blaasontstekingen Zelfkatheterisatie Voor depressie Voor potentiestoornissen 9. Voor pijn Hoofdstuk 20: De dementies Dementie Verworven stoornis van de intellectuele functies o.b.v. organisch cerebrale aandoening bij een persoon met een intact bewustzijn Oorzaak dementie 1. Celverlies in de hersenschors 2. Functieverlies van de hersenen Ideopathis Zonder bekende oorzaak Seniele plaques Plaatsen waar je celverlies kan waarnemen onder de microscoop Vormen van dementie 1. Posttraumatische dementie 2. Postencefalitis dementie 3. Dementie na multipele herseninfarcten steeds vaker door vergrijzing bevolking 4. Ideopatische dementie Alzheimer 5. Dementie bij maligne tumoren 6. Dementie door alcoholgebruik 20.1 Ziekte van Alzheimer Alzheimer 1. Trisomie 21 2. Celverlies in forntontemporale regio’s 3. Ziekte van pik is de frontale variant Wanneer onstaat + verloop + symptomen? 1. Sluipend begin, 45-75jaar 2. Voortgang sneller 3. Beginstadium: inprentingstoornissen en geheugenstoornissen 4. Desoriëntatie plaats 5. Initiatiefverlies 6. Verlies belangstelling omgeving 7. Corticale uitvalsverschijnselen 8. Persoonlijkheidsverval 9. Bedlegerig en overlijden Corticale uitvalverschijnselen bij Alzheimer 1. 2. 3. 4. 5. 6. Hoe diagnose stellen? 1. CT-scan temporopariëtale corticale atrofie 2. Microscopisch onderzoek celverlies door zien van seniele plaques Oorzaak? Niet bekend, ook genetisch bepaald Behandeling? 1. Cognitieve achteruitgang vertragen: cholinesteraseremmende geneesmiddelen 2. Ondersteunende maatregelen Fatische stoornissen Woordvindingsstoornissen Echolalie Acalculie Appraxie (kledingsappraxie) Visuele agnosie (gezichten) 20.2 Multi-infarct dementie (MID) Wanneer onstaat + verloop? 1. 60-80jaar 2. Voorstadium depressief gekleurd 3. Schommelend verloop met plotse verergeringen Symptomen? 1. 2. 3. 4. 5. Hoe diagnose stellen? CT-scan toont multipele kleine infarcten of locale atrofie Behandeling? Verhelpen en stabiliseren van symptomen Inprentingsstoornis Veminderd beheersen van emoties Verminderd evenwicht Lichamelijke stresssymptomen Geleidelijke uitvalsverschijnselen Cerebellaire ataxie Lichte cysartrie Starre motoriek Pahlogische voetzoolrefexen Epileptische insulen