2.3 voorraad bewaken en bestellen UITWERKING begrip omschrijving 123-analyse Artikelindelingsmethode waarbij productvariëteiten of productgroepen worden onderverdeeld in veelgevraagde artikelen (groep 1-artikelen), middelmatig gevraagde artikelen (groep 2-artikelen) en weinig gevraagde artikelen (groep 3-artikelen). Pareto-analyse met als doel de artikelen te rangschikken op omzetbijdrage. 80-20-regel Hier: 20% van de artikelen is verantwoordelijk voor 80% van de omzet. abc-analyse Artikelindelingsmethode waarbij productvariëteiten of productgroepen worden onderverdeeld in veelgevraagde artikelen (aartikelen), middelmatig gevraagde artikelen (bartikelen) en weinig gevraagde artikelen (cartikelen). Pareto-analyse met als doel de artikelen te rangschikken op omzetbijdrage. abc-voorraadbeheer Voorraadbeheer waarbij de artikelen in de groothandelsonderneming worden ingedeeld in artikelklassen, die vervolgens op een verschillende manier worden behandeld (bijvoorbeeld verschillende bestelsystemen, differentiatie in inspanning van sturing en in de mate waarin automatisering voor het voorraadbeheer wordt gebruikt). afzet Verkopen uitgedrukt in aantallen. Het aantal stuks van een artikel dat (gemiddeld) per periode verkocht wordt. a-klasse goederen De belangrijkste (de eerste groep) artikelen met een omzetbijdrage van bijvoorbeeld 60%. anticipatievoorraad Seizoenschommelingen gaan gepaard met het aanhouden van extra voorraad. Deze extra voorraad wordt anticipatievoorraad of seizoenvoorraad genoemd. De anticipatievoorraad verhoogt tijdelijk de minimumvoorraad van een 1 begrip omschrijving artikel(groep). balansen Zie voorraadopname. bestelbescheiden Alle documenten of papieren die bij een bestelling gebruikt kunnen worden. besteleenheid De (minimale) hoeveelheid artikelen in één verpakkingseenheid tijdens het transport naar de groothandel. bestelformulier Standaardformulier dat gebruikt moet worden bij het plaatsen van een bestelling. bestelfrequentie Het aantal keren dat de groothandel in een bepaalde periode kan/mag/wil bestellen = orderfrequentie. bestelfrequentie (formule) Afzet ÷ bestelgrootte. bestelgrootte De hoeveelheid te bestellen artikelen = ordergrootte. bestelgrootte De hoeveelheid te bestellen artikelen = ordergrootte. bestelinterval Tijd die ligt tussen twee bestellingen. bestellen Het proces dat bestaat uit de voorbereiding, het bestellen zelf en de (administratieve) afhandeling. bestelmoment Het tijdstip waarop een bestelling geplaatst kan c.q. moet worden. bestelniveau Voorraadpositie waarbij een bepaalde minimumhoeveelheid artikelen nog in voorraad is en waarbij een nieuwe bestelling geplaatst moet worden = orderpunt = bestelpunt. bestelniveausysteem Situatie waarbij de detaillist op elk willekeurig moment een bestelling kan plaatsen. Hierbij is het bestelniveau op dat moment bepalend voor het plaatsen van een bestelling. bestelproces Het doorlopen van de volgende onderdelen: de voorbereiding, het bestellen zelf en de (administratieve) afhandeling. bestelpunt Voorraadpositie waarbij een bepaalde minimumhoeveelheid artikelen nog in voorraad 2 begrip omschrijving is en waarbij een nieuwe bestelling geplaatst moet worden = orderpunt = bestelniveau. bestelpunt/bestelniveau levertijd x afzet + veiligheidsvoorraad. (formule) bestelsystemen Voorraadaanvullingssystemen gebaseerd op twee uitgangspunten; het bestelmoment en de bestelgrootte. besteltijdstipsysteem Systeem van bestellen waarbij er altijd op een vast tijdstip besteld wordt. De hoogte van de voorraad op het moment van bestellen is bepalend of er wel of geen artikelen bijbesteld worden. Er wordt bijbesteld als de voorraad beneden een bepaald niveau dreigt te komen. Dit niveau wordt de signaalvoorraad genoemd. bijdragepotentieel De bijdrage die het artikel(groep) levert aan de totale omzet/afzet/brutowinst. b-klasse goederen De middelste groep artikelen met een omzetbijdrage van bijvoorbeeld 30%. blokken De artikelen of verpakkingseenheden in gemakkelijk te tellen “blokken” zetten bij de inventarisatie. BQ-systeem Bestelsysteem dat uitgaat van een vast bestelniveau (B) en een vaste bestelgrootte (Q [van Quantity]). Zodra de voorraad beneden het bestelniveau (B) komt, wordt een vaste hoeveelheid (Q) besteld. brutorendementsgetal Getal dat inzicht geeft in de winstgevendheid van een assortimentsonderdeel. (één euro geïnvesteerd in een bepaald assortimentsonderdeel levert op jaarbasis een xbedrag op). brutorendementsgetal omzetsnelheid x brutowinst(percentage) van de (formule) inkoop brutowinst in euro’s ÷ gemiddelde voorraad BS-systeem 3 Bestelsysteem dat uitgegaat van een vast begrip omschrijving bestelniveau (B). Zodra de voorraad dit niveau bereikt heeft, wordt er een aanvullingsbestelling geplaatst. De te bestellen hoeveelheid is nu echter niet vast, maar wordt iedere keer opnieuw berekend door de maximumvoorraad (=S [van Stock]) te verminderen met de aanwezige voorraad. b-systemen Bestelsysteem dat uitgaat van een vast bestelniveau (B) (bestelniveausysteem). buffervoorraad Soort veiligheidsvoorraad. om kleine fluctuaties in de vraag op te vangen. centraal magazijn Distributiecentrum, veelal centraal gelegen magazijn dat dient als verdeelcentrum voor de organisatie = doorvoermagazijn. c-klasse goederen De onderste groep artikelen met een omzetbijdrage van bijvoorbeeld 10% deming-cirkel Kwaliteitszorgcyclus die bestaat uit de volgende onderdelen: plan, do, check en act. derving Gemis/verlies uitgedrukt in geld. dervingbestrijdingsplan Overall plan gericht op het verminderen van alle vormen van derving. economische voorraad De voorraad waarover de groothandelsonderneming het risico van een prijsdaling of een prijsstijging loopt. economische voorraad Technische voorraad + voorinkopen - (formule) voorverkopen edi Elektronisch berichtenverkeer (EDI = electronic data interchange). elektronisch Uitwisselen van informatie via de elektronische berichtenverkeer snelweg, EDI = electronic data interchange. evaluatie balans Gesprek, nabespreking bedoeld om geconstateerde knelpunten en ervaringen van het inventarisatieproces bespreekbaar te maken. formule van camp Formule die toegepast kan worden om de optimale bestelgrootte te berekenen, gegeven de bestelkosten, de afzet en de voorraadkosten. formule van camp (formule) 4 √{(2 b x a) ÷ v} begrip omschrijving gemiddelde voorraad De som (optelling) van de waarden van de voorraad gedeeld door het aantal metingen in die periode. inkoopwaarde van de omzet De inkoopprijs van de verkochte goederen. inkopen Het afsluiten van een overeenkomst van “koop en verkoop” om, nu of later, een hoeveelheid goederen te krijgen tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden (inkoopvoorwaarden). Koopovereenkomsten sluiten ten behoeve van de continuïteit van de groothandelsonderneming. introductiefase De eerste fase in het begeleidingsproces waarin het winkelpersoneel zich op dat moment bevindt. Onder strikte begeleiding eenvoudige voorbereidende werkzaamheden uitvoeren en vooral kijken naar het wat en hoe. inventariseren Zie voorraadopname. kengetallen Verhoudingscijfers aan de hand waarvan markten, afnemers, assortiments- en artikelgroepen gekend en vooral beoordeeld kunnen worden. kwaliteitszorgcyclus Een regelkring waarin permanent bewaakt wordt of het beoogde resultaat ook daadwerkelijk bereikt wordt. De meest gebruikte regelkring bij procesbesturing is de PDCA–cirkel. Het concept is in de jaren vijftig ontwikkeld door dr. W. Edwards Deming en wordt daarom wel Demingcirkel genoemd. PDCA is een afkorting die staat voor de belangrijkste stappen uit de cirkel: Plan (maak een plan met de resultaten die je wilt bereiken), Do (voer het plan uit), Check (vergelijk de resultaten met wat je had willen bereiken), Act (bij afwijking: neem maatregelen/stuur bij om de resultaten alsnog te bereiken). leveringsbetrouwbaarheid De mate waarin de afgesproken levertijd met betrekking tot de uitlevering of ontvangst van goederen wordt nagekomen. Ook het goed leveren 5 begrip omschrijving van goederen valt onder de leveringsbetrouwbaarheid. leveringsfrequentie Het aantal keren dat een leverancier in een bepaalde periode de goederen kan leveren. leveringstijd De tijd die ligt tussen het plaatsten van de bestelling/order en de daadwerkelijke levering. levertijd De tijd die ligt tussen het plaatsten van de bestelling/order en de daadwerkelijke levering. maximumvoorraad Het aantal artikelen dat maximaal in het magazijn én in de verkoopruimte kan worden neergezet. minimumvoorraad Die voorraad waarbij opnieuw besteld moet worden. Ofwel: levertijd x afzet. moederlijst Een lijst waarop de nummers van de telbriefjes verwerkt zijn in de plattegrond van de winkel en van de opslagruimte. nee-verkoop Situatie die optreedt als niet uit voorraad kan worden geleverd. omzetduur De tijd die nodig is om de gemiddelde voorraad éénmaal om te zetten in geld. omzetduur 360 ÷ omzetsnelheid (formule) gemiddelde voorraad x 360 ÷ inkoopwaarde omzet omzetsnelheid Het aantal malen dat de gemiddelde voorraad in een periode (jaar) verkocht wordt. omzetsnelheid inkoopwaarde omzet ÷ gemiddelde voorraad (formule) (tegen inkoopprijzen omzet ÷ gemiddelde voorraad (tegen verkoopprijzen) afzet ÷ gemiddelde voorraad in aantallen ontkoppelingsvoorraad De voorraad die wordt aangelegd tussen twee opeenvolgende stappen in de goederenstroom, met de bedoeling afhankelijkheid ten opzichte van het voorgaande station te verminderen. optimale bestelgrootte De per keer te bestellen hoeveelheid artikelen, waarbij de optelsom van de totale voorraadkosten en bestelkosten minimaal is. orderfrequentie 6 Zie bestelfrequentie. begrip omschrijving ordergrootte Zie bestelgrootte. ordergroottevoorraad De voorraad die ontstaat doordat de productie of de levering batchgewijs (= in een bepaalde seriegrootte) plaatsvindt. Deze artikelen worden pas weer aangevuld wanneer de voorraad nul is = seriegroottevoorraad. orderpunt Voorraadpositie waarbij een bepaalde minimumhoeveelheid artikelen nog in voorraad is en waarbij een nieuwe bestelling geplaatst moet worden = bestelpunt = bestelniveau. pareto-analyse Een methode van onderzoek waarbij alle factoren die bijdragen tot een bepaalde gebeurtenis worden gerangschikt naar hun relatieve waarde. Dit heeft als doel dat men zich bij verder onderzoek kan beperken tot de belangrijkste factoren. De veralgemeende regel beschrijft dat 80% van de uitkomsten veroorzaakt worden door 20% van de oorzaken. In veel gevallen (en niet alleen in de logistiek) blijkt de bovenste 20% uit de totale verzameling van artikelen verantwoordelijk te zijn voor 80% van de totale waarde en aantallen (of percentages die hierbij in de buurt komen). pijplijnvoorraad De voorraad die tussen twee productieprocessen in zit, bijvoorbeeld artikelen die nog niet helemaal gereed zijn maar nog een bewerking moeten ondergaan (voorraad onderhanden werk). Tot de pijplijnvoorraad behoren ook de goederen die al een geografische bestemming hebben gekregen, maar nog niet zijn geleverd (de voorinkopen) = transportvoorraad. promotiefase De vierde fase in het begeleidingsproces waarin het winkelpersoneel zich op dat moment bevindt. Assisteren van de leiding bij de voorbereiding, controlerende taak van de leiding over te nemen. reorderpoint systeem Bestelprocedure waarbij de computer signaleert dat het bestelpunt voor een bepaald artikel bereikt is. Vervolgens “belt hij zelf met een 7 begrip omschrijving centrale” om bij te bestellen. scholingsfase De tweede fase in het begeleidingsproces waarin het winkelpersoneel zich op dat moment bevindt. Werkzaamheden worden aangeleerd en kunnen onder begeleiding worden geoefend. seizoenvoorraad Tijdelijke extra voorraad bedoeld om seizoenschommelingen op te vangen (= anticipatievoorraad). De seizoensvoorraad verhoogt tijdelijk de minimumvoorraad van een artikel(groep). seriegroottevoorraad Een seriegroottevoorraad ontstaat doordat de productie of de levering batchgewijs (= in een bepaalde seriegrootte) plaatsvindt. Deze artikelen worden pas weer aangevuld wanneer de voorraad nul is = ordergroottevoorraad. servicegraad De mate waarin een groothandelsonderneming in staat is om op elk moment verpakkingseenheden van de gevraagde goederen uit voorraad te leveren (uitgedrukt in een percentage van het totaal aantal geplaatste orders). servicegraad (formule) (aantal orderegels uit voorraad leverbaar ÷ totaal aantal orderegels per periode) x 100% signaalvoorraad De hoogte van de voorraad op het moment dat er besteld moet wordt. signaalvoorraad (formule) (bestelinterval + levertijd) x afzet + veiligheidsvoorraad speculatievoorraad Een extra voorraad die aanhouden wordt in verband met een verwachte prijsstijging. sQ-systeem Bestelsysteem waarbij op een vast tijdstip een vaste bestelhoeveelheid (Q) besteld wordt als de voorraad onder de signaalvoorraad dreigt te geraken. Er wordt echter niet besteld op het moment dat de signaalvoorraad (s) bereikt is, maar op vaste tijdstippen (bijvoorbeeld: iedere maandag of iedere 3e donderdag van de maand). sS-systeem Bestelsysteem waarbij op een vast tijdstip waarbij de te bestellen hoeveelheid steeds opnieuw wordt berekend. Besteld wordt het verschil tussen de 8 begrip omschrijving aanwezige voorraad en de maximumvoorraad (S). s-systemen Bestelsysteem waarbij de hoogte van de voorraad op het moment van bestellen bepalend is of er wel of geen artikelen bijbesteld worden. Er wordt bijbesteld als de voorraad beneden een bepaald niveau dreigt te komen. Dit niveau wordt de signaalvoorraad (S) genoemd. strategische voorraad De minimumvoorraad die nodig is om grote vertragingen in aanvoer op te vangen zodat de processen in de groothandelsonderneming niet stil komen te liggen. subadministratie (Los) onderdeel van de totale administratie. technische voorraad De werkelijke, fysieke voorraad die in het magazijn en in de verkoopruimte aanwezig is. telbriefje Voorraad- of inventarisatielijsten waarop de artikelen in dezelfde volgorde vermeld staan zoals deze in het schap, rek of vak staan. transportvoorraad Voorraad goederen die al een geografische bestemming hebben gekregen, maar nog niet zijn geleverd (de voorinkopen). uitvoeringsfase De derde fase in het begeleidingsproces waarin het winkelpersoneel zich op dat moment bevindt. Onder toezicht van ervaren winkelpersoneel werkzaamheden van “het balansen” verrichten tot de verantwoording dragen voor een deel van de winkel bij het inventariseren. variabel besteltijdstip De groothandel kan bestellingen plaatsen op willekeurige tijdstippen. variabele bestelgrootte De groothandel plaatst een bestelling waarvan de grootte afhankelijk is van de voorraad op een bepaald moment. vast besteltijdstip De groothandel kan alleen bestellingen plaatsen op tijdstippen die van te voren vastgesteld zijn. vaste bestelgrootte De groothandel plaatst een bestelling waarvan de grootte onafhankelijk is van de voorraad op het bestelmoment. 9 begrip omschrijving veiligheidsvoorraad De voorraad die dient om onvoorziene omstandigheden in de vraag op te vangen of goederen te kunnen blijven leveren bij het onverwacht uitlopen van de levertijd. Veiligheidsvoorraden worden aangehouden om er zeker van te zijn dat de voorraad van een artikel niet opraakt. vib-systeem Afkorting voor een voorraadinformatie- en bestelsysteem. voorraadaanvullingssystemen Zie bestelsystemen. voorraadadministratie Subadministratie die de waarde van de actuele voorraad weergeeft (het bijhouden van de grootte van de voorraad op artikelniveau). voorraadinformatie- en Volledig geautomatiseerd bestellen via een bestelsysteem voorraadinformatie- en bestelsysteem als onderdeel van een automatiseringspakket. voorraadopname Het tellen van de aanwezige voorraad. voorraadverschil Verschil tussen de werkelijke (getelde) voorraad en de administratieve voorraad. voorraadwaarde De waarde van de aanwezige voorraad (meestal tegen de inkoopprijs). 10