Cicade. Algemeen Cicaden of spuugbeestjes. Cicaden of spuugbeestjes zijn kleine insecten met een snavel waarvan er wereldwijd zo’n 40.000 beschreven zijn. In Nederland komen ongeveer 20 verschillende soorten voor in vaak de meest fraaie kleuren. Op de afbeelding hiernaast zie je de bloedcicade op de afbeelding er onder een ander fraai exemplaar. De Nederlandse soorten zijn 3 tot 10 mm groot. Van de kleur zie je vaak weinig omdat cicaden zich ineen soort spuug wikkelen om zich te beschermen tegen vijanden. Uit de eitjes, zo’n 600 per seizoen, komt na ongeveer zes weken een nimf* die zes keer vervelt. Soorten. Cicaden worden verdeeld in twee groepen, de lantaarndragerachtigen (Fulgoromorpha) en de zingcicadeachtigen (Cicadomorpha). Deze laatste groep is het bekendst vanwege de harde geluiden die de mannetjes maken. Lichaamsbouw. Cicaden hebben net als alle insecten een in drieën verdeeld lichaam, bestaande uit een kop, een borststuk of thorax en een achterlijf of abdomen . Het borststuk draagt drie paar poten aan de onderzijde en twee paar vleugels aan de bovenzijde, net als alle gevleugelde insecten. De vleugels bestaan uit twee verharde dekvleugels, welke aan de bovenzijde zijn gelegen en de voorvleugels worden genoemd. Hieronder zijn de achtervleugels aanwezig, die vaak doorzichtig en vliezig zijn en bij de meeste soorten kunnen worden gebruikt om mee te vliegen. Actief. - Cicaden zijn in het voorjaar actief tot begin zomer. Schade. - De nimfen van veel grotere cicades graven zich in de bodem en zuigen aan plantenwortels, ze bevinden zich vaak op een diepte van enkele decimeters. - Ze kunnen zich soms jarenlang ondergronds ophouden voordat ze ontwikkeld zijn. - Ze voeden zich met plantensappen maar scheiden net als luizen een zoete stof af. - De schade is over het algemeen gering. - Bepaalde soorten kunnen schade geven doordat ze virussen overbrengen of doordat ze via hun speeksel tijdens het zuigen toxische stoffen in de plant brengen die misvormingen veroorzaken; kromtrekken van scheuten, bobbelig worden van bladeren en bloemen raken misvormd. - Cicaden leven van plantensappen. En zuigen daarvoor aan bladeren en soms ook aan vruchten (paprika). De leeggezogen cellen vullen zich met lucht en krijgen daardoor een witgrijze kleur. - De vlekjes doen denken aan voedingsstippen van mineervliegen. De stippen kunnen verspreid voorkomen, maar ook in strepen. Wanneer de cicaden worden gestoord of op zoek gaan naar nieuwe voedselbronnen springen de volwassen dieren vaak weg. Natuurlijke bestrijding. - Sommige roofwantsen zuigen de nimfen uit door het schuim heen, en graafwespen zoeken gericht naar spuug en nemen de larve mee naar het hol voor het nageslacht. - Een aantal soorten die als nimf in planten leeft wordt beschermd door mieren. Net als bladluizen scheiden cicadennimfen suikers af terwijl mieren hier juist dol op zijn. De mieren blijven bij de cicades in de buurt en steeds als de cicade een druppel honingdauw afscheid wordt deze opgenomen door de mier. - Cicaden hebben een hekel aan de geur van lavendel. - Het schuim met water wegspoelen waarna de nimf ook wegspoelt of een prooi wordt voor belagers. - Cicaden worden door allerlei dieren gegeten, en hebben daarnaast te leiden onder verschillende ziekteverwekkers en parasieten. - De meeste cicaden worden gegeten door insecteneters die tot heel verschillende groepen kunnen behoren. Ze vallen ten prooi aan onder andere kleine Schuim met net uitgetreden larf. zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. - Ook vele ongewervelde dieren jagen op cicaden zoals spinnen, wantsen en sluipwespen. Deze laatste groep parasiteert op zowel de eieren, de nimfen en de volwassen cicaden. Geraadpleegde lectuur. Wikipedia Beeldenbank. Praktische encyclopedie voor ongedierte en ziekten.