Overlegcomité 358 26/02/2015 van 16.30h. tot 19.45h. Er werd ons

advertisement
Overlegcomité 358
26/02/2015 van 16.30h. tot 19.45h.
Er werd ons gevraagd dit bericht van de site te verwijderen maar omdat het
onze plicht is onze leden en zelfs ALLE politiemensen te informeren hoe en
voor wie er onderhandeld wordt werd na ruggespraak besloten dit bericht op
onze site te handhaven.
Waren aanwezig als vertegenwoordigers voor de overheid: Minister JAMBON, Joy DONNE en
Marianne MAES (kabinet B.Z.) – Marc DE MESMAEKER en Cynthia VERMEIRE (Sat. BZ) – John VAN
ERCK en Geert SMET (CPPL) – Stephanie VAN DAELE (DGA) – Alain LINERS en Grietje DEWILDE (DGRJur) – Alwin LOX (DGJ) – Els TRUYENS (DGR) – Koen VAN HEDDEGHEM (VVSG) – Kristof DE PAUW en
Bart DOMBRET (Sat. Justitie)
Voorstel van de ontwerpen door Jan JAMBON: art. 90 + project K.B. pensioenen (aangepaste functie
of verlof in non-activiteit voorafgaand aan het pensioen)
1. Technische uitleg door MDM:
Art. 90: (dat in feite een nieuw artikel 88/1 is): de regering wilde er een ruime lezing van maken: ze
heeft voorzien in de vrijwaring voor de politiemensen die de voorkeursleeftijd bereikt hadden op het
ogenblik van het arrest van het G.H. en toestaan dat diegenen die die voorkeursleeftijd nog niet
bereikt hadden maar die de aanvraag vóór het arrest wel hadden kunnen indienen, dit vooralsnog
zouden kunnen doen. Het is een overgangsregime dat slaat op een groter aantal mensen dan
diegenen die geviseerd werden in het arrest. Deze maatregel zou betrekking hebben op zowat 2500
politiemensen.
Project K.B. pensioen: de tekst is in twee delen opgesplitst:
a. Het einde loopbaan regime, met een aangepaste functie, ingelast in deel 6 van PJPol→ de
overheid de voorrang gegeven aan de reaffectatie boven de mobiliteit en heeft zich laten
inspireren door het PKB (= Project van Koninklijk Besluit) opgesteld als gevolg aan de
geweldpleging tegen politiemensen. De overheid is van mening dat reaffectatie een
geïndividualiseerde oplossing biedt terwijl de mobiliteit een oplossing is met concurrentie.
Deze reaffectatie kan plaatshebben binnen hetzelfde politiekorps als binnen een andere
politiezone of een dienst van de federale politie. Daartoe zal een databank worden opgestart
en beheerd door DGR-P met de in heel het land beschikbare aangepaste functies.
Een commissie samengesteld uit 2 personeelsleden van de betrokken eenheid en een
“deskundige gespecialiseerd in personeelsbeleid toegespitst op duurzame activering van de
personeelsleden” (die ook lid van de betrokken eenheid zal kunnen zijn) zullen een advies
geven vooraleer de politieke overheid beslist aan het personeelslid de aangepaste functie toe
te kennen.
Compte-rendu : CP Corinne YDE – secrétaire adjoint CPPL
b. Invoeging van een overgangsregime in deel 12 van PJPol: verlof in non-activiteit voorafgaand
aan het pensioen. Deze maatregel zou op ongeveer 3592 personeelsleden betrekking kunnen
hebben.
Deze non-activiteit is gebaseerd op de wil van het personeelslid met een leeftijdscorrectie
(58 jaar) en een loopbaanduur (38 jaar openbare dienst die bereikt moeten zijn op het einde
van het verlof in non-activiteit met een duur van maximaal 4 jaar).
Gecorrigeerd leeftijdscriterium: in het regeerakkoord was een leeftijd voorzien van 53 jaar op 10 juli
2014 maar de overheid stuit op een probleem met betrekking tot de verschillende
voorkeursleeftijden die in ons statuut bestaan. De overheid stelt voor een gecorrigeerd
leeftijdscriterium te behouden: de aanvraag tot verlof in non-activiteit zal kunnen ingediend worden
4,5 jaar vóór de voorkeursleeftijd en mits 33,5 dienstjaren.
Dit overgangsregime geldt tot 31.12.2019 (voorheen slechts tot 11.07.2019), vandaar de berekening
met 4,5 jaar.
Laatste § van punt 12.13.1 betreft de officieren van 58 jaar die moeten doorgaan tot 60 jaar.
Waarom?
Omdat alle officieren van de ex-Rijkswacht een inspanning moeten leveren: zij die een
voorkeursleeftijd van 54 jaar hadden moeten doorgaan tot 58 (dus + 4 jaar), die van 56 tot 58 (+ 2
jaar). Het is dus logisch dat zij die mochten stoppen op 58 jaar ook een inspanning van 2 extra jaren
zouden leveren.
Waarom 33,5 jaar?
Omdat een volledige loopbaan 38 jaar – 4,5 jaar bedraagt = 33,5 jaar.
Het wachtgeld zal verschillen volgens de in de openbare sector uitgeoefende loopbaan. Het zal
variëren van 72,5% tot 60,5 % (in functie van die duur) van de laatste activiteitswedde, t.t.z. de
laatste jaarlijkse bezoldiging toegekend voor volledige prestaties met uitzondering van de toelagen
en vergoedingen.
72,5% stemt nagenoeg overeen met het pensioenbedrag dat het personeelslid zal kunnen
ontvangen.
Deze overgangsmaatregelen zullen van jaar tot jaar verlengd worden zolang het debat over de zware
beroepen niet afgerond is.
De overheid verbindt er zich toe te voorzien in financiering aan de Politiezones en de Federale Politie
tot dekking van de kosten voor de verloven in non-activiteit + een stimulans voor diegenen die kiezen
voor een aangepaste functie (om een deel van de meeruitgaven te dekken en de vervanging van deze
personeelsleden toe te laten).
Jan JAMBON:
wat wij voorstellen is een overgangsregime voor 15% van de politiemensen, wat menselijk is. Alles is
gesteund op de keuze van het personeelslid en juridisch zit dit PKB veilig.
Compte-rendu : CP Corinne YDE – secrétaire adjoint CPPL
De minister verzekert ook dat in het debat over de pensioenen dat over de zware beroepen zal
handelen, prioritair is.
De minister stelt vervolgens een bespreking voor in twee delen: eerst de technische kwesties en
daarna een debat over de grond, daarna een onderbreking en vervolgens een beslissing waarvan hij
hoopt dat die dan definitief zal zijn.
2. Technische kwesties:
 ACV: het is niet duidelijk wat er juist verlengd wordt in geval van verlenging.
MDM: de overgangsmaatregelen zullen van kracht blijven zolang het debat over de zware beroepen
niet afgesloten is en de maatregelen zullen van jaar tot jaar verlengd worden (dus tot 31.12.2020 –
31.12.2021…)

SLFP: de cijfers waarover wij beschikken laten een veel groter verschil zien dan wat de overheid
laat uitschijnen tussen het bedrag van het pensioen en het bedrag van het wachtgeld. Het
verlies zou kunnen oplopen tot 200 € per maand.
MDM: Wij hebben de becijfering gemaakt voor een personeelslid van 58 jaar en met 38 dienstjaren
en 72,5%, wat nagenoeg overeenstemt met 75% van het bedrag dat het als pensioen zou ontvangen.

CSC: de reaffectatie in een ander korps: dat geldt voor lokale politie naar lokale politie, maar
geldt dat ook voor lokale politie-federale politie?
MDM: Ja, in de 3 richtingen Lokale Politie-Lokale Politie / Lokale Politie-Federale Politie / Federale
Politie-Lokale Politie.

CSC: kunnen er voor die reaffectaties ook functies in het leven geroepen worden die thans niet
bestaan?
Marianne MAES: Ja, we weten dat er noden bestaan die tot nog toe niet ingevuld zijn. We willen
echter ook vermijden om tot in het oneindige jobs te gaan scheppen. We zullen slechts aangepaste
functies in het leven roepen als er werkelijk nood toe bestaat. De korpschef kan ook de
arbeidsvoorwaarden voor het personeelslid wijzigen om er een aangepaste functie van te maken
zonder echt van job te veranderen.

CSC: Zal er voor de financiering een sterk signaal gegeven worden aan de eenheden om te
zorgen voor aangepaste functies? We weten dat de personen op het einde van de loopbaan ook
de duurste zijn.
MDM: We zullen een dotatie moeten voorzien om de loonkost voor de financiering van de
aangepaste functies te dekken en ook voor de verloven in non-activiteit. Het is niet de bedoeling te
besparen op de pensioenen maar wel om het pensioenregime in het regime van de actieven in te
brengen.
 CSC: Hebt u al een berekening gemaakt voor deze voorziene uitgaven?
MDM: Ja, maar het is de bedoeling bijkomende capaciteit te scheppen (door een deel van het loon te
dekken van de “oudere” die in een aangepaste functie geplaatst wordt om toe te laten hem te
vervangen door een jonge kracht)

CSC: De loopbaan van 38 jaar in de openbare sector: dat zal een deel van het personeel met een
gemengde loopbaan uitsluiten.
MDM: Deze 38 jaar dienst in de openbare sector behelzen eveneens de met openbare dienst
gelijkgestelde periodes (loopbaanonderbreking, ziekte,…)
Compte-rendu : CP Corinne YDE – secrétaire adjoint CPPL


CSC: Welke stimuli zullen er zijn voor een zone om in een aangepaste functie een personeelslid
te aanvaarden van een ander zone?
CSC: Wat betreft de samenstelling van de adviescommissie: die deskundige gespecialiseerd in
personeelsbeleid toegespitst op de duurzame activering van de personeelsleden!!!! Dat is een
onbestaand iemand!
Maar wat als we het nu eens hadden over een commissie waarin de syndicale organisaties
zouden zetelen? Hebt U daaraan gedacht?
MDM: Ja, maar we hebben een beslissing genomen. De commissie zal samengesteld worden door de
werkgever voor de zone waar de aangepaste functie zal voorzien worden.
Marianne MAES: Die commissie is iets nieuws; we hebben eraan gedacht de arbeidsgeneesheer erbij
te betrekken, maar nu nog niet.

CSC: Wat de databank betreft, zult u voldoende technische middelen inzetten om die op te
richten?
Jan JAMBON: het zal geen databank met miljoenen gegevens zijn. Technisch zal het niet moeilijk uit
te voeren zijn de nodige budgettaire middelen zijn niet enorm.
Marianne MAES: We publiceren nu al 5 keer per jaar de aanvragen voor het nodige personeel; we
zullen de aangepaste functies bij deze aanvragen kunnen betrekken. Er zal geen aanzienlijke
bijkomende kost zijn om dat te verwezenlijken.

CSC: Een aangepaste functie zal ook een administratieve functie kunnen zijn. Blijf ik als OPS dan
ook OPS?
MDM: Ja en daarom precies hebben we bij de definitie van de aangepaste functie de term “statutair”
toegevoegd om te vermijden dat een contractuele Calog zou ontslagen worden om in zijn plaats een
OPS in aangepaste functie te zetten.

CGSP: Het risico bestaat dat er discriminatie zal zijn voor diegenen die jaren private sector
hebben maar onvoldoende dienstjaren in de openbare sector om van de overgangsmaatregelen
te kunnen genieten.
Ander punt: Het pensioenfonds van de zones wordt door de zones gespijsd. Zij moeten de
pensioenen financieren. Welnu, als er transfers zijn voor de financiering van de non-activiteit
van het federale dan zullen de zones voor het federale opdraaien!
MDM – na een lange stilte, bevraging en nadenken - : We moeten nog zien hoe we die transfers
zullen doen die ook zullen gebeuren van het federale naar de zones.

SNPS: vraagt of er syndicale bijstand zal verzekerd worden voor het personeelslid dat voor de
adviescommissie verschijnt, met eerbied voor de syndicale wet.
MDM: Dat moet nagezien worden.

NSPV: Het is toch wel belangrijk want de korpschefs zouden kunnen druk uitoefenen op de
personeelsleden om een aangepaste functie te aanvaarden.
MDM: at denken de overige syndicaten van deze vraag voor een paritaire commissie?
→ Voor de SFLP is de aanwezigheid in de paritaire commissie geen noodzaak maar wel de
verdediging van het personeelslid.
→ De CGSP geeft de voorkeur aan paritaire besprekingen en vraagt dat dit zo zou blijven.
Compte-rendu : CP Corinne YDE – secrétaire adjoint CPPL

CSC: vraagt aan de CPPL advies aangaande de haalbaarheid om een catalogus op te stellen van
de aangepaste functies.
JVE: de CPPL heeft daar geen mening over. Wat de paritaire commissie betreft is het wel het
personeelslid dat de aangepaste functie kiest. Het is dus niet nodig een paritaire commissie te
hebben. De zone doet een aanbod en het personeelslid kiest.
NSPV: Maar soms bevindt het personeelslid zich in zo ’n moeilijke positie dat hij bijstand
nodig heeft om een weloverwogen keuze te maken.

VSOA: komt terug op het probleem van de voorwaarden van 58 jaar oud en 38 jaar openbare
dienst: er zijn mensen die nooit aan die twee voorwaarden zullen voldoen. Het is een
discriminatie ten overstaan van de mensen die later in dienst treden of die in de private sector
gewerkt hebben.
MDM: deze opmerking nemen we mee en we zullen erover nadenken.

SFLP: vraagt een nationale commissie veeleer dan een commissie per zone.
JVE: Neen, het is de korpschef die een aangepaste functie aanbiedt die erover moet beslissen wie hij
aanneemt. De commissie moet lokaal blijven. En uiteindelijk is het de overheid die de eindbeslissing
neemt. De commissie geeft enkel advies.

CGSP: Zal er slechts één commissie zijn op federaal niveau?
Jan JAMBON: Dat is het andere extreem tegenover het lokale. Wat denken de andere syndicaten
erover?
→ CGSP: Als we het bi het lokale niveau houden zal de paritaire aanwezigheid beletten dat er
vriendjespolitiek speelt en favoritisme,…
→ NSPV : Een nationale commissie zal geen garantie bieden want als een korpschef geen
gereaffecteerde wenst zal hij geen aangepaste betrekking aanbieden. Punt.
→ CSC: Heeft geen voorkeur maar voor een zekere en enige rechtspraak zou dat wel een
garantie kunnen zijn.
JVE trekt de parallel met de selectiecommissies voor de mobiliteit waarin de syndicaten zetelen om
er de onpartijdigheid van te waarborgen. Hetzelfde principe zou kunnen toegepast worden voor deze
adviescommissies.
MDM: deze commissie geeft enkel advies, het is de lokale overheid die beslist.

VSOA: Kan een personeelslid dat gekozen heeft voor een aangepaste functie achteraf nog
genieten van een verlof in non-activiteit?
Marianne MAES: Ja. Niets is definitief.

CGSP: Wat het vereiste van 38 jaar dienst betreft: bij de GP en de Gemeentepolitie kwam men
niet in dienst vóór 21 jaar. Men haalt dus nooit die 38 jaar. Er is dus een nieuwe discriminatie
voor een gedeelte van de personeelsleden.
Compte-rendu : CP Corinne YDE – secrétaire adjoint CPPL
Als men voor de lokale politie ook lokale commissies neemt, dan moet men voor de fedpol
ook gedecentraliseerde commissies nemen.
Er moeten ook kamers van beroep komen voor de personeelsleden die de gesolliciteerde
aangepaste functie niet krijgen.
Als iemand verlof in non-activiteit neemt en hij na enige tijd wil terugkeren, komt hij dan
naar zijn vroeger korps terug?
MDM: Ja.

CGSP: veeleer dan van een aangepaste functie zou men moeten spreken over een geblokkeerde
mobiliteit voor de leden van het Calog. Het risico bestaat dat de leden van het Calog geleidelijk
aan vervangen worden door OPS in aangepaste functie.
MDM: We zullen waakzaam moeten zijn. Maar de tijden veranderen, na de “calogisering” die we
gekend hebben, zullen we moeten waken over de bescherming van het hele personeel.

ACV: Een HINP met diploma boekhouden, kan die postuleren voor een betrekking als Calog
niveau B?
De voorwaarde van 38 jaar openbare dienst is werkelijk dom!
3. Debat te gronde:

ACV: Maakt zijn beklag over de wijze waarop de partners in dit dossier behandeld werden; geen
billijke behandeling ten opzichte van andere syndicaten.
Wat betreft het voorstel: dat is niet zoals wij het zien. Niet iedereen wordt op dezelfde wijze
behandeld. U roept een nieuwe discriminatie in het leven, zelfs in uw overgangsmaatregelen.
Op grond van de voorkeursleeftijden worden de ex GP en ex Gem; Pol. uitgesloten.
Men heeft geen rekening gehouden met ons voorstel. Zoals de regering het kon doen voor
de strafinrichtingen, vragen wij dat het bereiken van de 58 jaar vanaf 2018 voor de mensen
die een voorkeursleeftijd van 54 jaar hadden in stappen zou gebeuren (per trap van 6
maanden).
Tenslotte zou men aan het personeelslid dat wenst te genieten van een overgangsmaatregel
moeten toelaten zijn aanvraag in te dienen drie maanden vóór het bereiken van de leeftijd
waarop hij ervan kan genieten.
Marianne MAES: Als u ieder jaar 6 maanden toevoegt voor de mensen van 54 jaar dan moet u dat
ook doen voor diegenen die een voorkeursleeftijd van 56 en 58 jaar hebben.

NSPV: betreurt dat de onderhandelingen zo lang verwaarloosd werden en dat men drie lange
maanden heeft moeten wachten om nagenoeg dezelfde voorstellen terug voorgeschoteld te
krijgen.
Wat de 58 jaar betreft zijn wij van mening dat de voorwaarde van 38 jaar openbare dienst
daar niet moet aan verbonden worden. Wij waren er voorstander van geleidelijk aan naar
een redelijke pensioenleeftijd te gaan en niet zo meteen zoals het gebeurd is.
Compte-rendu : CP Corinne YDE – secrétaire adjoint CPPL
Het is goed dat men een verlof in non-activiteit kan vragen en dat men kan terugkeren als de
levensomstandigheden het vereisen, maar men moet zekerheid hebben aangaande de
bedragen die zullen toegekend worden gedurende dit verlof en hun verhouding tegenover
het bedrag van het pensioen.

SLFP: Vraagt dat het in 2001 gegeven woord zou nageleefd worden en ook de erkenning van het
beroep van politieman als gevaarlijk beroep. Wij hebben geen enkele garantie voor de
toekomst. Wij hebben wel een onrechtvaardige overgangsmaatreel voor de politiemensen die
er zouden kunnen van genieten want ze zouden er centen door verliezen.
De voorstellen zijn onaanvaardbaar en, wat ons betreft, zullen ij niet langer blijven en ook
pas terug aan tafel komen wanneer men aan onze eisen zal tegemoet komen.
SLFP verlaat de onderhandelingstafel om 18.45 u, wat niet op prijs gesteld wordt door de Minister
en door MDM.
→ MDM pleit ervoor dat Vincent Gilles toch minstens zou luisteren naar wat na de schorsing
van de zitting zal voorgesteld worden.
→ Vincent GILLES: Neen, we weten heel goed dat u niet verder zal gaan dan wat hier
voorgesteld wordt.

CGSP: beklaagt zich ook over een gebrek aan raadpleging van zijn vakbond. We hebben deze
tekst gisteren om 15.17 u ontvangen. Dus niet erg veel tijd om erover na te denken. De
overgangsmaatregelen hebben slechts op 15% van het personeel betrekking en men vergeet de
overige 85%. We zullen, ons dus beraden in onze instanties en u ons standpunt meedelen.
Schorsing van de zitting van 18.50 u tot 19.25 u
De overheid heeft zich in afzondering beraden over de bemerkingen van de vakbonden en de
mogelijkheden tot wijzigingen aan de voorgestelde teksten.
Hervatting van de zitting om 19.25 u
Jan JAMBON: wij hebben aandachtig kennis genomen van uw opmerkingen en stellen u het volgende
voor:
1. Het indienen van de aanvraag voor de overgangsmaatregel 3 maanden voorafgaand aan het
bereiken van de leeftijd waarop men er kan van genieten = O.K.
2. De vraag van de vakbonden om aanwezig te zijn in de adviescommissies: we zullen ons
inspireren op het model van de selectiecommissies voor de mobiliteit.
3. De vraag om het vereiste van 38 jaar openbare dienst af te schaffen: we hebben dat gehoord
maar het probleem ligt bij de financiering van het systeem. Ik kan hier en nu dus niets
garanderen. We zullen de mogelijkheden onderzoeken en we ontmoeten elkaar volgende
week terug , zo mogelijk met nieuwe voorstellen.
De eerste twee zaken zijn dus verworven, de derde moet nog onderzocht worden.
Compte-rendu : CP Corinne YDE – secrétaire adjoint CPPL

CGSP: vraagt wanneer ze over de aangepaste teksten zal kunnen beschikken om haar basis te
raadplegen.
Jan JAMBON: vanaf morgen, minstens voor de eerste twee punten.

NSPV: vraagt te beschikken over de bedragen die voorzien zijn voor het verlof in non-activiteit
voorafgaand aan het pensioen.
MDM: zal de bedragen bezorgen voor elke graad op zijn maximum anciënniteit en voor 58
jaar, met 72,5% van de laatste wedde.
Volgende onderhandeling voorzien op woensdag 4 maart om 16.00 u.
Compte-rendu : CP Corinne YDE – secrétaire adjoint CPPL
Download