Leadership in Europe: Euro-management or the footprint of history? Smith, P.B. (1997) European Journal of Work and Organizational psychology, 6, 375-86 Leadership in Europe • • • • • • Introductie Analyse van Trompenaars Project “Event Management” Implicaties voor individuele managers Training interventies Conclusie Introductie • Hofstede’s historische verklaring voor hoge PDI en UAI scores in Latijnse landen in Europe en Amerika. • EU Euromanagers? (homogeen maken van management culturen en praktijken) • EU managers in multinationals behouden nationale attitudes en benaderingen? • Recentere data nodig, inclusief Rusland en Centraal Europe Footprint of the Roman Empire • Latijnse landen in Europa (België) en Amerika (veroverd door Europese Latijnse landen) hebben hoge PDI en UAI. • Latijnse/Romaanse talen duiden op erfenis van Romeinse Rijk. • Invloed 1500 jaar overheersing is plausibel. • Hoge PDI vanuit oppermachtige Romeinse keizer en “pater familias” • Hoge UAI vanuit uniek Romeins systeem van wetten. EU over 3 scheidingslijnen: • Latijnse versus Germaanse (zie grenzen Romeinse Rijk) • Maritime versus continentale • Erfgenamen van Rome versus erfgenamen van Byzantium na val van Romeinse Rijk; loopt dwars door Balkan; Servië, Griekenland, Rusland hebben zeer hoge PDI en UAI en lage IDV. Analyse van Trompenaars (1) • Trompenaars (1993) 10 000 managers in ongeveer 50 landen met focus op Europa. • Recente en gedetailleerde (her)analyse (Smith, Dugan, Trompenaars, 1996):is er veel veranderd sedert Hofstede? • Onderzoek geeft breed beeld; bruikbaar voor grote lijnen management en leiderschap. Analyse van Trompenaars (2) • Trompenaars vond oorspronkelijk 7 dimensies. • Smith et al vonden de 2 belangrijkste dimensies : “hierarchy vs. equality” en “involvement vs. autonomy”. • Afgeleid van antwoorden individuele managers in elk land landgemiddelden. Hoog op hierarchy: • Aanvaarden van machtsverschillen • Verwachten van paternalisme • Toewijzen van jobs op basis van toegeschreven kwaliteiten • Directe medewerkers krijgen voorkeurbehandeling. Hoog op equality: • Jobevaluatie en -afspraken op basis van objectieve criteria die toegepast worden op alle personen zonder onderscheid. Hoog op involvement: • Ook wel loyal involvement genoemd. • Identiteit vanuit langetermijn betrokkenheid bij organisatie. Hoog op autonomy: • Ook wel utilitarian involvement genoemd. • Betrokkenheid bij job wordt afgewogen tegenover beloningen, loopbaanvooruitzichten en mogelijke alternatieven voor job en organisatie. Analyse van Trompenaars (3) • MDS Figuur 1 • Enige gelijkenis met Hofstede’s PDI en IDV continuïteit verschillende management benaderingen en globale variatie is er nog steeds. • Centraal en Oost-Europese landen scheiden de twee dimensies footprint of the Soviet Empire; dus anders dan bij Hofstede. Analyse van Trompenaars (4) • In Figuur 1 is West Europese “verstoord” door Centraal en Oost-Europa alhoewel enige scheiding tussen noord en zuid toch zichtbaar is Figuur 2 toont andere dimensies (vertikale niet te interpreteren). • Equality en autonomy hierarchy en involvement. • Duidelijke scheiding tussen noord en zuid. Analyse van Trompenaars (5) • Figuur 2 dekt zelfde Europese landen als Hofstede; zelfde noord-zuid scheiding als bij PDI en UAI. • Of deze noord-zuid scheiding al dan niet the footprint of the Roman Empire is, het is een feit dat deze scheiding nog steeds bestaat. Event Management (1) • Initiatief van Smith en Peterson (1988) • Leiderschap in termen van “event management” = reeksen van keuzes omtrent hoe bepaalde gebeurtenissen/situaties interpreteren en hoe ze dan managen. • 100 middenkader van 35 landen, verzameld in 1990s, 8 routine situaties en 8 manieren om ze te benaderen. Voorbeelden routine situaties: • Aanstelling nieuwe ondergeschikte • Introductie van nieuwe procedures • Hoe ondergeschikte die slecht presteert managen? • Zie ook beslissingslijst IDE Event management (2) • Verfijnde analyse van verschillen in benaderingen van managers; misschien relevanter dan gebruik van kleiner aantal cultuurdimensies? • 17 Europese landen in Tabel 1 met landen gegroepeerd volgens gelijk profiel van 2 meest gebruikte benaderingen. Event management (3) • Eigen ervaring en training typisch Europees goede beschrijving van Euromanager. • Variatie binnen Centraal en Oost Europa: CZE (specialisten), SLO & POL (bazen), HUN (collega’s), BUL & RUM.(normen). • Polarisatie noord-zuid > oost-west: NED, FIN, UK versus FRA, POR, GRE. • Bevestigt analyse van Trompenaars Implicaties voor ind. managers • Euromanagers nog niet erg talrijk. • Ervaring en training om (cultureel) verschillende benaderingen te managen. • Enkele voorbeelden (FIN, GER, SWE, FRA, UK) (UK, FRA) (BEL, CZE). • Zowel voor manager in multinational als werkend met medewerkers met verschillende culturele achtergrond. Training interventies • Zelfde betekenis aan zelfde actie. • Perceptie van doel van vergaderen. • Culturele verschillen zijn niet noodzakelijk tegengesteld aan effectiviteit. • Cultureel heterogene werkteams. Conclusie • Euromanagers nog niet talrijk maar • Zal echter niet leiden tot homogenisering van managementculturen in Europa in de nabije toekomst. • Eerder zullen nationale culture substantiële elementen van diversiteit behouden en zullen managers hiermee moeten leren werken. 8 benaderingswijzen (1): • Formele regels en procedures (gedepersonaliseerde betekenisbronnen) • Ongeschreven regels omtrent hoe we het hier doen (organisatiecultuur) • Specialisten (nieuwe regels maken of helpen bij interpretatie van ongewone situaties) 8 benaderingswijzen (2): • Ondergeschikten (bottom-up betekenisbronnen of standpunten) • Collega’s (team-based management) • Bazen (standpunten meer senior posities) • Eigen ervaring/training (zelf=betekenisbron) • Brede nationale normen