Therapieprogramma`s

advertisement
Complexiteit in afasietherapie:
Hoe toe te passen?
Evy Visch-Brink PhD, klinisch linguist
Het brein is een muteerbaar orgaan dat zich – tot op zekere
hoogte – kan reorganiseren en aanpassen aan nieuwe
vormen van zintuigelijke input, een verschijnsel dat
neuroplasticiteit wordt genoemd
Joshua Foer
Doel therapie
Patient optimaal stimuleren zodat
via zoveel mogelijk zelfwerkzaamheid in de kortste periode
het beste resultaat bereikt wordt op het hoogste niveau
zelfwerkzaamheid: oplossend vermogen aanspreken
hoogste niveau: zo complex mogelijke oefeningen
aanbieden
beste resultaat kortste periode: moeilijke oefeningen
generaliseren naar makkelijke oefeningen en niet vice
versa (via makkelijk naar moeilijk langere weg).
Optimale werking therapeutische input
 Kwaliteit oefeningen: aanpassing oefeningen bij stoornis
 Intensiteit
…en afhankelijk van de complexiteit van de oefeningen:
 Inspanning patient bij het uitvoeren van de oefeningen
 Mate waarin patient tot een goede oplossing komt
Rol complexiteit
Vaardigheden patient verkennen en optimaal aanspreken
a. door de gekozen oefeningen
b. de wijze van aanbieden
Complexiteitshypothese
Meer therapiewinst bij complex therapiemateriaal:
- Verbetering in hanteren complexe taaltargets
- Generalisatie naar niet-getrainde targets
Enige evidentie dat het trainen met complex materiaal een
sneller leerproces in werking zet dan het trainen met
eenvoudig materiaal > van belang in het streven naar een
effectieve behandeling in zo weinig mogelijk tijd.
Bewijsvoering stoornisgerichte therapie
 Fonologie
 Syntaxis
 Semantiek
Fonologie
Generalisatie van complexe fonologische structuren zoals
affricatieven (stop + fricatief) naar meer eenvoudige
gerelateerde fonologische structuren zoals fricatieven (en
niet vice-versa).
Dus van ‘tsaar’ ‘grootst’ en ‘klets’ naar ‘kroost’ ‘klus’ en ‘pet’
en niet van
‘pet’, ‘klus’ en ‘kroost’ naar ‘grootst’, ‘tsaar’ en ‘klets’
Gierut 2007
Fonologie
+ generalisatie van clusters naar enkele klanken ‘str’ naar
s, t en r (en niet vice versa)
+ generalisatie van clusters met een grote sonoriteit naar
clusters met een lagere sonoriteit van ‘kwal’ naar ‘blauw’
en niet van ‘blauw’ naar ‘kwal’
Gierut 2007
Syntaxis:
CATE, Complexity Account of Treatment Efficacy
‘Het trainen van complexe structuren generaliseert naar
minder complexe structuren als deze structuren gerelateerd
zijn met de getrainde structuren.’
Syntaxis:
dus:
het trainen van zinnen als
‘de piloot zag de man op wie zijn vrouw verliefd was’
generaliseert naar
‘Op wie is zijn vrouw verliefd?’ en
‘Dat was de man op wie zijn vrouw verliefd was’
En niet vice versa!
Thompson & Shapiro 2007
Semantiek
Het oefenen met atypische leden van een semantische
categorie, zoals: ‘riksja’ ‘kano’ > vervoermiddelen,
generaliseert naar de typische leden: ‘bus’, ‘trein’
De patient wordt gevraagd na te denken over de grenzen
van een semantische categorie, waardoor deze
categorieen goed worden afgebakend.
Kiran 2007
Hiervoor noodzakelijk….
 Inzicht in hierarchische structuur van de drie linguistische
niveaus, want …
de complexiteitshypothese gaat alleen op, als de nietgeoefende eenvoudige items gerelateerd zijn aan de
geoefende complexere items.
Effect aangetoond bij ….
 Semantiek, fonologie en syntaxis, maar ook bij verbale
apraxie en…….
buiten de taal: wiskunde, motorische vaardigheden.
In logopedische praktijk
 Geen oefeningen voorradig gegroepeerd volgens
uitgewerkte hierarchische systemen binnen de
verschillende linguistische niveaus.
Echter
- Benadering wel toepasbaar
In logopedische praktijk
 top-down principe: begin zo complex mogelijk
Fonologie (hardop lezen, nazeggen, woorden completeren):
- Meerlettergrepige ondeelbare woorden met clusters, zoals:
‘bibliotheek’
In logopedische praktijk
 top-down principe: begin zo complex mogelijk
Syntaxis (woorden ordenen tot zinnen, zinsconstructies
beoordelen)
- Aandacht juist voor samengestelde zinnen
Maak een samengestelde zin van: ‘het vliegtuig landde’ en
‘bij de vleugelpunt brak een brandje uit’
verbeter: ‘ik hoop het weer goed komt’
In logopedische praktijk
 top-down principe: begin zo complex mogelijk
Semantiek (woorden selecteren op basis van
betekeniseigenschappen)
Aandacht voor de ‘randjes’ van de semantische velden (en
voor samenstellingen (?) en abstracte woorden (?))
Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
‘vlinder, libelle, wesp, mier’
Wat is het goede woord:
‘luchtgast’ ‘varensgast’ ‘motorgast’
Factoren die complexiteit bepalen
 Woord-, zins-, tekstniveau
Op woordniveau: frequentie, voorstelbaarheid,
woordlengte, fonematische structuur
Op zinsniveau: zinslengte, grammaticale structuur,
informatieve lading
Op tekstniveau: informatieve lading, cohesie,
coherentie
 Modaliteit: hardop lezen, nazeggen etc.
Complexiteit in interactie met patient
 Tijdsdruk
 Hulp doseren bij onvermogen: zo weinig mogelijk hulp
bieden (cuing hierarchie: semantisch cuen via globale
associatie, specifiekere associatie, antonymen,
fonematisch cuen via aantal lettergrepen, 1e letter, 1e
lettergreep, nazeggen)
 Oefeningen kiezen die patient net aankan; bijvoorbeeld met
moeite 70 % goed
 ‘hard werken’ tijdens therapiesessie: pat. mag/moet
enigszins moe worden
Waarde complexiteitshypothese
 Resultaat van multiple-case onderzoek bij een relatief klein
aantal patienten
 Alleen onderzocht in relatie tot stoornisgerichte therapie
 Lijkt een zinvolle benadering, maar is niet meer dan dat,
niet evidence-based
 Kan logopedische behandeling op een ander spoor zetten,
buiten de geijkte paden van makkelijk naar moeilijk
 Ervaringen met patienten met een verschillende vorm van
afasie in verschillende ernstgraden gewenst!
Download