Woestijnvorming blijft wereldprobleem

advertisement
Woestijnvoorming
Woestijnvorming blijft wereldprobleem
Woestijnvorming blijft een prangend wereldprobleem. Door klimaatverandering dreigt het probleem
alleen maar nijpender te worden. Om onderzoek en onderwijs hierover aan te moedigen werd op
22 januari 2008 de “UNESCO Leerstoel voor Woestijnkunde” ingehuldigd aan de Universiteit Gent. Een
conferentie op 23 januari bracht – met de steun van DGOS - diverse wetenschappers bijeen. Even het
geheugen opfrissen: waar staat “woestijnvorming” voor?
O
Het verlies aan “waterhoudend vermogen” van de bodem is niet
zozeer een gevolg van een droger klimaat, dan wel van menselijke
activiteiten. Als mensen bomen en struiken kappen – om woningen
te bouwen, om aan landbouw te kunnen doen, als brandhout om
te koken - wordt de bodem niet meer vastgehouden. Als het vee
te veel grassen eet, gaat de graslaag verloren die beschermt tegen
erosie (= het verloren gaan van bodempartikels onder invloed van
onder meer wind en stromend water). Bevloeiingswater dat te lang
op het land blijft staan, verdampt en doet de bodem verzilten. Jaar
na jaar gewassen aanplanten zonder te bemesten put de bodem
uit.
De drijfveer achter deze menselijke activiteiten is meestal armoede. Arme mensen willen hun milieu niet aantasten, maar ze hebben
geen andere keuze: hun armoede dwingt hen om te kiezen voor
overleving op korte termijn. Zolang mensen in droge gebieden hun
inkomen niet zien toenemen, zal woestijnvorming een probleem
blijven. Klimaatverandering – die in de droge gebieden nog tot
meer droogte zal leiden – zal de situatie alleen verergeren.
Armoedebestrijding is dus één van de voornaamste manieren om
woestijnvorming tegen te gaan. Mensen moeten ook een beter zicht
hebben of ze hun stuk land gedurende lange tijd mogen gebruiken.
Technische oplossingen hebben vooral te maken met: 1. het verlies
van regenwater tegengaan (met hagen, stenen muren of terrassen); 2.
het waterhoudend vermogen van de bodem verhogen (bijv. door meer
organisch materiaal in de bodem te brengen); 3. water meer efficiënt
gebruiken (bijv. door meer specifieke bevloeiing).
Enkele feiten:
•485 miljoen Afrikanen – 65% van
de Afrikaanse bevolking – heeft met
woestijnvorming te maken.
•Jaarlijks gaat 12 miljoen hectare land
(ruim 3,5 maal België) verloren door
bodemaftakeling.
•90% van de bewoners van droge gebieden
leeft in ontwikkelingslanden.
•50 miljoen mensen zullen de komende
10 jaar op de vlucht moeten gaan, als het
ritme van woestijnvorming niet verandert.
•2,8 miljard mensen zouden tegen 2025
te kampen hebben met watergebrek of
waterstress.
•Jaarlijks zou 42 miljard USD inkomen
verloren gaan door woestijnvorming.
DGOS financiert verschillende projecten
die aan woestijnvorming proberen te verhelpen.
Bovendien vertegenwoordig t
DGOS
België
in de internationale onderhandelingen die geleid
hebben
tot
het
“Verdrag ter Bestrijding
van de Woestijnvorming
van de Verenigde Naties”
(www.unccd.int). Dit is
meer bepaald de taak van de dienst “Samenwerking met Sectorale
Programma’s en Fondsen”. Naast armoedebestrijding zijn de krachtlijnen van dit verdrag: het beter op elkaar afstemmen van de diverse
initiatieven tegen woestijnvorming; het betrekken van de mensen
zelf die met woestijnvorming te maken hebben; de traditionele kennis van die mensen benutten en aanvullen met moderne inzichten.
Die moderne inzichten vloeien voort uit onderzoek. Hieraan kunnen initiatieven als de UNESCO Leerstoel voor Woestijnkunde een
zeer zinvolle bijdrage leveren.
n
Chris Simoens
www.soilman.ugent.be/eremology
DIMENSIE 3 • HET BLAD VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING • 2/2008
13
© nasa earthobservatory
nder “woestijnvorming” of “verwoestijning” begrijpt men meestal
het geleidelijk voortschrijden van de
woestijnen. In werkelijkheid is het
meer als een huidziekte. Hier en daar ontstaan
plekken waar de bodem aftakelt. Dit betekent dat
de bodem het vermogen verliest om water vast te
houden, waardoor er geen planten meer kunnen
groeien. Vaak liggen die plekken ver uit elkaar, en zijn
ze soms duizenden kilometer verwijderd van de meest
nabijgelegen woestijn. Geleidelijk breiden de vlekken zich uit
en sluiten zich aaneen tot grotere woestijnachtige gebieden.
Download