Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906

advertisement
Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013
Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013
Indicator | 6 februari 2014
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met
recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken.
De jaargemiddelde temperatuur in Nederland is in de afgelopen honderd jaar met 1,5 oC
toegenomen. Wat betreft de seizoenen zijn de lente en de zomer met 1,8 oC het sterkst opgewarmd.
De andere seizoenen zijn minder opgewarmd; de gemiddelde temperatuur in de herfst ligt 1,3 oC
hoger en in de winter 1,1 oC hoger. Ook de wereldgemiddelde temperatuur is gestegen in de
afgelopen eeuw, namelijk met circa 0,9 oC.
[figuurgroep]
Download figuur [2]
Download data (xls) [3]
Pagina 1 van 12
Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013
Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
Download figuur [4]
Download data (xls) [5]
[/figuurgroep]
Temperatuurstijging in Nederland zet onverminderd door
De jaargemiddelde temperatuur in Nederland is trendmatig toegenomen en ligt nu 1,5± 0,5 oC hoger
dan een eeuw geleden. Deze opwarming is statistisch sterk significant. De afgelopen 20 jaar is die
stijging steeds ongeveer 0,03 oC per jaar geweest.
Temperatuur in Nederland stijgt in alle seizoenen, maar niet
gelijkmatig
Deze opwarming in Nederland blijkt verschillend verdeeld te zijn over de seizoenen. De sterkste
opwarming over de afgelopen 100 jaar vond plaats in de lente en de zomer. De minste opwarming
vond plaats in de winter (zie tabel 1 voor meer details):
Opwarming
Opwarming
Opwarming
Opwarming
in
in
in
in
de
de
de
de
lente: 1,7 ± 0,8 oC
zomer: 1,9 ± 0,7 oC.
herfst: 1,3 ± 0,6 oC
winter: 1,1 ± 1,2 oC.
Pagina 2 van 12
Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013
Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
Verder blijkt de variabiliteit van wintertemperaturen rond de langjarige trend veruit het grootst.
Koude winters kunnen daarom nog steeds voorkomen in het huidige Nederlandse klimaat.
Temperatuurrecords 2013
Als we de jaargemiddelde opwarming voor centraal Nederland in 2013 vergelijken met ander jaren in
de periode 1906-2012, dan blijkt 2013 met 9,7 oC relatief koud te zijn geweest, maar geen record.
De warmste jaren in Nederland waren 2006 en 2007, met een gemiddelde temperatuur van 11,0 oC.
Het koudste jaar was 1919 met een gemiddelde van 8,1 °C. De seizoenswaarden waren in 2013 vrij
gemiddeld, op die van de lente na. De lente van 2013 was zeer koud, namelijk 7,3 °C. Dat was de
koudste lente sinds 1984. De koudste lente in de hele meetreeks had het jaar 1958 met 7,0 °C. De
koude lente van 2013 is opmerkelijk omdat de sterkste opwarming juist plaats vindt in de lente. Zo
waren er vanaf 1990 11 jaren met lentetemperaturen boven de 10,0 °C en zelfs twee jaren met
temperaturen boven de 11,0 °C.
[figuurgroep]
Download figuur [6]
Download data (xls) [7]
Pagina 3 van 12
Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013
Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
Download figuur [8]
Download data (xls) [9]
Pagina 4 van 12
Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013
Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
Download figuur [10]
Download data (xls) [11]
Pagina 5 van 12
Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013
Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
Download figuur [12]
Download data (xls) [13]
[/figuurgroep]
Overigens is het noemen van records op zich geen bewijs voor klimaatverandering. Eén of meerdere
records aan het eind van een meetreeks kunnen ook door toeval daar optreden. Daarom is het
belangrijk om een goede inschatting te maken van langjarige trends (Visser en Petersen, 2012).
Herkomst KNMI-data
De jaargemiddelde temperatuur en seizoenstemperaturen zijn berekend op basis van de
zogenaamde CNT-reeks van het KNMI. Deze dataset bestaat uit vijf gehomogeniseerde meetreeksen
voor het midden van het land en bevat maandgemiddelde temperaturen over de periode 1906-2013
(zie technische toelichting onderaan deze pagina). Om de data en trends daarin vergelijkbaar te
maken, is voor alle reeksen het gemiddelde over de periode 1961-1990 berekend en afgetrokken
van alle data over de hele meetperiode 1906-2013.
De temperatuur stijgt ook mondiaal
De wereldgemiddelde temperatuur is over de periode 1913-2013 trendmatig gestegen met 0,9 ± 0,1
o
C. Daarmee is deze temperatuurstijging statistisch sterk significant.
Pagina 6 van 12
Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013
Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
De trend in de getoonde wereldtemperatuur laat zien dat de gemiddelde temperatuur nog steeds
stijgt, ook na het jaar 2000. Wel is het zo dat de jaarlijkse toename minder is dan bijvoorbeeld rond
1995.
Een onzekerheidsanalyse van de trend laat zien dat het trendverschil tussen 2013 en 2012 0,006 ±
0,017 oC bedraagt. Deze toename is wel positief, maar niet statistisch significant. Het trendverschil
tussen de jaren 1995 en 1994 is veel groter en wel statistisch significant, namelijk 0,021 ± 0,009 oC.
Als oorzaken voor de verminderde stijging (de zogenaamde "hiatus") in de laatste jaren worden een
verminderde zonneactiviteit en oceaanstromingen gegeven (Foster en Rahmstorf, 2011; IPCC, 2013 Chapter 2; Kosaka en Xie, 2013; Trenberth en Fasullo, 2013). In 1998 had de wereld te maken met
een sterke El Nino, die tot versterkte mondiale opwarming leidde, nu is er een La Nina. Vergelijkbare
schommelingen hebben zich ook vroeger in de tijdreeks voorgedaan.
Warmterecords
Wereldwijd was de afwijking van de jaargemiddelde temperatuur in 2013 relatief hoog : 0,49 oC ten
opzichte van de periode 1961-1990. Het jaar 2013 staat daarmee op een achtste positie in de rij van
warmste jaren sinds 1850. Het jaar 1998 is recordhouder. De acht warmste jaren vallen alle na het
jaar 1997.
Nederland warmt veel sneller op dan mondiaal
Tot nu toe werd verwacht dat de opwarming in Nederland (en omstreken) ongeveer even snel zou
verlopen als de stijging van de wereldgemiddelde temperatuur. Nederland ligt immers op middelbare
breedte en staan onder invloed van zowel land als van zee. De opwarming sinds 1950 in Nederland
is echter ruim twee keer zo groot als de mondiale opwarming (Oldenborgh et al. 2003, 2009; PBL,
2012). Die snellere opwarming wordt hoogstwaarschijnlijk niet veroorzaakt door natuurlijke
schommelingen. Wel komt dit doordat landmassa's meer opwarmen dan de oceanen. Verder heeft
Nederland -net als andere delen van West-Europa- sinds 1950 te maken met meer (zuid)westenwind
in de late winter en het vroege voorjaar, minder bewolking, stijgende temperaturen van het
Noordzeewater en een toename in de hoeveelheid zonnestraling (door schonere lucht) in het
voorjaar en de zomer (PBL, 2012).
Relatie met klimaatverandering
De belangrijkste reden voor de trendmatige toename van de gemiddelde temperatuur op aarde in de
laatste 50 jaar is waarschijnlijk het door de mens veroorzaakte versterkte broeikaseffect. Dit
versterkte broeikaseffect is een gevolg van de uitstoot van broeikasgassen in de atmosfeer.
Daarnaast zijn er ook natuurlijke processen die de gemiddelde jaarlijkse temperatuur op aarde
beïnvloeden. Dit zijn bijvoorbeeld variaties in de sterkte van de zonnestraling, het optreden van
vulkaanuitbarstingen, El Nino's en chaotische fluctuaties in het klimaat (IPCC, 2013).
Veel natuurlijke factoren die van invloed zijn op de mondiale temperatuur, zoals El Nino en La Nina,
hebben geen of zeer beperkte invloed op de temperatuur in Nederland. Die wordt veel meer bepaald
door circulatie-veranderingen in onze omgeving en door de temperatuur van de Noordzee (zie ook
Dorland et al, 2011).
Koeling?
Er is aandacht ontstaan in de pers voor het feit dat de wereldgemiddelde temperaturen na 1998
lijken te stabiliseren. Gesteld wordt dat het mondiale klimaat aan een 'koeling' begonnen zou zijn.
Zo'n afvlakking van de temperatuurstijging volgt inderdaad ook uit de hier boven vermelde
trendverschillen. Een koeling blijkt echter niet uit de data. Het is bij dit soort discussies belangrijk om
Pagina 7 van 12
Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013
Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
te vermelden dat conclusies over het wel of niet stagneren van de wereldgemiddelde temperatuur
sterk beïnvloed worden door de meetperiode waarover gekeken wordt. Kijken naar de laatste tien
jaar leidt bijvoorbeeld tot een andere conclusie dan kijken naar de laatste honderd jaar. Voor een
discussie over de interpretatie van deze data verwijzen we naar Strengers en Labohm (2010).Zie
verder ook de MetOffice website [14] over dit fenomeen en de artikelen daar genoemd.
Tabel 1 statistische analyse temperatuur in Nederland per seizoen
Trend-kengetallen
Nederland
Lente
(± 2*s)
o
C
Zomer
(± 2*s)
o
C
Herfst
(± 2*s)
o
C
Winter
(± 2*s)
o
C
Jaar
(± 2*s)
o
C
Trendverschil
0,04 ± 0,05
[μ2013 - μ2012]
Trendverschil
1,5 ± 0,7
[μ2013 - μ1953]
Trendverschil
1,7 ± 0,8
[μ2013 - μ1913]
standaard-deviatie
0,89
van residuen
Patroon trend
Stabiel tot
1906-2013
1970, daarna
snel stijgend
0,03 ± 0,05
0,013 ± 0,006
0,02 ± 0,04
0,03 ± 0,03
1,2 ± 0,7
0,8 ± 0,3
1,0 ± 1,0
1,2 ± 0,5
1,9 ± 0,7
1,3 ± 0,6
1,1 ± 1,2
1,5 ± 0,5
0,83
0,91
1,80
0,62
Stijgend tot Lineair stijgend
Stabiel tot Licht stijgend tot
1950, dan over hele periode 1970, daarna
1970 en snel
stabiel tot
licht stijgend stijgend daarna
1970, en
daarna snel
stijgend
Referenties
Bosatlas van het Klimaat [15] (2011). Noordhoff Atlasproducties/KNMI.
Dorland, R. van, W. Dubelaar-Versluis en B. Jansen (red.) ( 2011). De staat van het klimaat
[16]. Uitgave PCCC, De Bilt/Wageningen.
Cowtan, K. and R.G. Way (2014). Coverage bias in the HadCRUT4 temperature series and its
impact on recent temperature trends. Quarterly Journal of the Royal Meteorological Society,
doi:10.1002/qj.2297.
Foster, G. and S. Rahmstorf (2011). Global temperature evolution 1979-2010. Environmental
Research Letters 6, 044022.
IPCC, 2013. Climate change 2013. The physical science basis. Working group I contribution to
the Fourth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change (Eds. S.
Solomon et al.) [17]. Cambridge University Press.
Kosaka, Y. and Xie, S.P., 2013. Recent global-warming hiatus tied to equatorial Pacific surface
cooling. Nature 501, 403-407.
Morice, C.P., J.J. Kennedy, N.A. Rayner, and P.D. Jones (2012). Quantifying uncertainties in
global and regional temperature change using an ensemble of observational estimates: the
HadCRUT4 data set. J. of Geophysical Research, 117, doi:10.1029/2011JD017187.
Oldenborgh, G.J. van, and A. van Ulden (2003). On the relationship between global warming,
local warming in the Netherlands and changes in circulation in the 20th century [18],
International Journal of Climatology.
Oldenborgh, G.J. van, S. Drijfhout, A. van Ulden, R. Haarsma, A. Sterl, C. Severijns, W.
Hazeleger and H. Dijkstra (2009). Western Europe is warming much faster than expected
[19]. Climate of the Past 5, 1-12.
PBL, 2012. Effecten van klimaatverandering in Nederland: 2012 [20]. PBL-beleidsstudie
500193003.
Schrier, G. van der, A. van Ulden and G.J. van Oldenborgh (2011a). The construction of a
Central Netherlands temperature [21]. Climate of the Past 7, 527-542.
Schrier, G. van der, A. van Ulden and G.J. van Oldenborgh (2011b). De Centraal Nederland
Pagina 8 van 12
Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013
Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
Temperatuurreeks. Meteorologica 20(4), 10-15.
Strengers, B.J. en H.H.J. Labohm (2010). Wetenschapper versus scepticus. Verslag van een
weblogdiscussie tussen een klimaatonderzoeker en een klimaatscepticus [22]. PBL-rapport
500114017.
Thorne, P.W., J.R. Lanzate, T.C. Peterson, D.J. Seidel and P. Shine (2010). Tropospheric
temperature trends: history of an ongoing controversy [23]. Wiley Interdisciplinary Reviews:
Climate Change, doi: 10.1002/wcc.80.
Visser, H. (2004). Estimation and detection of flexible trends [24]. Atmospheric Environment
38, 4135-4145.
Visser, H. (2005). The significance of climate change in the Netherlands [25]. MNP/RIVM
rapport 550002007.
Visser, H. and A.C. Petersen (2009). The likelihood of holding outdoor skating marathons in
the Netherlands as a policy-relevant indicator of climate change [26]. Climatic Change 93,
39-54.
Visser, H. and A.C. Petersen (2012). Inferences on weather extremes and weather-related
disasters: a review of statistical methods [27]. Climate of the Past 8, 265-286.
Wall Street Journal (26 januari, 2012). Ingezonden brief plus Video-interview.
http://online.wsj.com/article/SB10001424052970204301404577171531838421366.html [28]
Relevante informatie
[indicator=nl0163]
[indicator=nl0164]
[indicator=nl0509]
[indicator=nl0508]
[indicator=nl0510]
[indicator=nl0229]
[indicator=nl0004]
[indicator=nl0329]
Climatic Research Unit [29].
Meer informatie over gevolgen van klimaatverandering op het weer [30] is te vinden op de
website van het KNMI.
Meer informatie over klimaatverandering en concentraties van broeikasgassen is te vinden
op de websites van het IPCC [31] (International Panel on Climate Change).
Technische toelichting
Naam van het gegeven
Temperatuur in Nederland en wereldwijd
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), auteur: Hans Visser
Berekeningswijze
Temperatuur in NederlandDe temperatuurreeks voor centraal Nederland is beschikbaar vanaf 1906,
Pagina 9 van 12
Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013
Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
en wordt afgekort als CNT-reeks. De data zijn te downloaden vanaf de volgende KNMI-site:
http://www.knmi.nl/klimatologie/onderzoeksgegevens/CNT/tg_CNT.txt [32]. De reeks is gecorrigeerd
voor effecten van verandering van meetlocaties, hoogte van de metingen, en effecten van
verstedelijking. Voor een toelichting op de CNT-reeks zie Schrier et al. (2011a, 2011b). De
jaargemiddelde en seizoensreeksen voor CNT zijn gecorrigeerd voor het gemiddelde over de periode
1961-1990. Voor de jaargemiddelde reeks is dit gemiddelde 9,3 oC. Voor de winters, lentes, zomers
en herfst en is dit gemiddelde respectievelijk 2,4 oC, 8,4 oC, 16,2 oC en 10,0 oC. Statistische
trendgegevens voor de vijf CNT-temperatuurreeksen zijn samengevat in de tabel. De trends zijn
weergegeven in de figuren. Daarbij zijn ook onzekerheden weergegeven. In bijgevoegde tabel is nog
meer onzekerheidsinformatie gegeven. Een trendwaarde in een jaar wordt in de tabel aangeduid
met de griekse letter μ. Dus het trendverschil [μ2013 - μ2012] betekent het trendverschil tussen de
jaren 2013 en 2012. De aangegeven onzekerheden zijn steeds 95%-onzekerheidsmarges (de
zogenaamde 2s-grenzen). Wereldgemiddelde temperatuur Voor de wereldgemiddelde temperatuur
is de "HadCRUT4" reeks gebruikt die elk jaar geactualiseerd wordt. De reeks kan gedownload worden
van de CRU-site [33]. [34] Op deze CRU-site staat ook een uitgebreide literatuurlijst. De CRU-reeks
is berekend ten opzichte van de periode 1961-1990. Het wereldgemiddelde over deze periode is
circa 15 oC. Overigens zijn er meerdere temperatuurreeksen voor de wereld beschikbaar. Naast de
CRU-reeks komen het NASA Goddard Institute for Space Studies in New York en het Amerikaanse
nationale klimaatdata-centrum NOAA met wereldgemiddelde temperatuurreeksen. Deze vertonen
een zeer grote gelijkenis met de reeks van het CRU, wat deels te verklaren is dat deze reeksen
gebruik maken van overlappende data van meteorologische stations. Verder is de CRU-reeks
recentelijk aangepast door Cowtan en Way (2014). Door interpolatie laten zij de Polen meer
meetellen dan in de CRU-reeks het geval is.
De onderlinge correlatie tussen de CRU-reeks, de NASA-reeks, de NOAA-reeks en de CRU-reeks zoals
aangepast door Cowtan en Way is zeer hoog en bedraagt in alle gevallen R= 0.99 (periode
1900-2013).Een vijfde reeks van temperatuurdata staat bekend onder de naam 'Berkeley Earth
Surface Temperature (BEST) team'. Ook deze reeks is gebaseerd op stationsdata, maar veelal
andere data (doordat ze gebruik maken van een andere interpolatiemethode). Deze laatste groep
heeft tot dusver alleen de wereldtemperatuur voor boven land gereconstrueerd. Een grafische
weergave van de veranderingen sinds het jaar 1800 worden door het BEST-team gepresenteerd in
de vorm van een animatie. Zie: http://berkeleyearth.org/movies/ [35]. De animatie laat zien dat
wereldtemperaturen boven land ook sterk zijn gestegen in de afgelopen eeuw.Tenslotte komen er de
afgelopen jaren ook steeds meer satellietdata beschikbaar. Deze beschrijven de temperatuur voor
de lagere atmosfeer, dus in algemeen hoger dan de stationsdata. Zie Thorne et al. (2010) voor een
vergelijking van een aantal reeksen.TrendmethodeDe trends in de temperatuurreeksen zijn geschat
met het zogenaamde IRW-trendmodel. Dit trendmodel heeft als groot voordeel dat naast een
trendschatting over de hele meetperiode ook onzekerheidsinformatie voor handen is. Het model
geeft niet alleen onzekerheidsbanden voor trendwaarden μt, met 't' het jaartal, maar ook voor
trendverschillen (zoals gegeven in de tabel). De flexibiliteit van de IRW-trend wordt bepaald door de
zogenaamde een-staps-vooruit-voorspelfouten. Voor elk punt in de tijd wordt een trendvoorspelling
gedaan voor het volgende jaar. Die voorspelling wordt vergeleken met de meetwaarde voor dat
zelfde jaar. Zo ontstaat voor elk jaar in de meetreeks een voorspelfout. De som van gekwadrateerde
voorspelfouten wordt nu zo klein mogelijk gehouden door het toegepaste Kalmanfilter. Voor details
zie Visser (2004, 2005), en Visser en Petersen (2009, 2012). Het zij opgemerkt dat er verschillende
methodes bestaan om trends in data te schatten. Naast de hier toegepaste IRW-trend geeft de
klimaatliteratuur ook andere methodes zoals glijdend middelen over bijvoorbeeld 10 jaar, LOESS
trends en polynoom-fits (Visser en Petersen, 2012). In veel gevallen zullen trendschattingen via
verschillende methodes hetzelfde patroon geven. Soms kunnen resultaten afwijken, vooral aan het
eind van de reeks
Basistabel
http://www.knmi.nl/klimatologie/onderzoeksgegevens/CNT/tg_CNT.txt [32].
Global temperature dataset HadCRUT4 [36]
Geografisch verdeling
Nederland, wereld
Pagina 10 van 12
Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013
Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
Verschijningsfrequentie
tweejaarlijks
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, Wageningen UR (2014). Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013 [37]
(indicator 0226, versie 11 , 6 februari 2014 ). www.compendiumvoordeleefomgeving.nl. CBS, Den
Haag; Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag/Bilthoven en Wageningen UR, Wageningen.
Bron-URL: http://www.clo.nl/indicatoren/nl022611
Links
[1] http://www.clo.nl/indicatoren/nl0226
[2] http://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/0226_002g_clo_11_nl.png
[3] http://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-0226-002g-clo-11-nl.xls
[4] http://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/0226_001g_clo_11_nl.png
[5] http://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-0226-001g-clo-11-nl.xls
[6] http://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/0226_005g_clo_11_nl.png
[7] http://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-0226-005g-clo-11-nl.xls
[8] http://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/0226_006g_clo_11_nl.png
[9] http://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-0226-006g-clo-11-nl.xls
[10] http://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/0226_007g_clo_11_nl.png
[11] http://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-0226-007g-clo-11-nl.xls
[12] http://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/0226_008g_clo_11_nl.png
[13] http://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-0226-008g-clo-11-nl.xls
[14] http://www.metoffice.gov.uk/research/news/recent-pause-in-warming
[15] http://www.klimaatatlas.nl/
[16] http://www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/Staat-van-het-klimaat-20102.pdf
[17] http://www.ipcc.ch/report/ar5/wg1
[18] http://www.knmi.nl/publications/fulltexts/circulation.pdf
[19] http://www.clim-past.net/5/1/2009/cp-5-1-2009.pdf
[20] http://www.pbl.nl/publicaties/2012/effecten-van-klimaatverandering-in-nederland-2012
[21] http://www.clim-past.net/7/527/2011/cp-7-527-2011.pdf
[22] http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/500114017.pdf
[23] http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/wcc.80/abstract
[24] http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1352231004004133
[25]
http://www.mnp.nl/nl/publicaties/2005/De_significantie_van_klimaatverandering_in_Nederland.html
[26] http://www.springerlink.com/content/97w85575622396q5/
[27] http://www.clim-past.net/8/265/2012/cp-8-265-2012.pdf
[28] http://online.wsj.com/article/SB10001424052970204301404577171531838421366.html
[29] http://www.cru.uea.ac.uk/
[30] http://www.knmi.nl/klimaatverandering_en_broeikaseffect/
[31] http://www.ipcc.ch/
[32] http://www.knmi.nl/klimatologie/onderzoeksgegevens/CNT/tg_CNT.txt
[33] http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=web
&cd=1&ved=0CC8QFjAA&url=http%3A%2F%2Fwww.cru.uea.ac.uk%2Ftemperature&
amp;ei=0CLVUt2_KonAswbg9YDoBA&usg=AFQjCNGU8wKhMUHYZjMGGVyBrHixX6GRbw
[34] http://www.cru.uea.ac.uk/cru/data/temperature/hadcrut3gl.txt
[35] http://berkeleyearth.org/movies/
[36] http://www.cru.uea.ac.uk/cru/data/temperature
[37] http://www.clo.nl/indicatoren/nl022611
Pagina 11 van 12
Temperatuurtrends in Nederland en mondiaal, 1906 - 2013
Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
Pagina 12 van 12
Download