caput primum - Lyceum Genk

advertisement
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
CAPUT PRIMUM
De uitspraak van het Latijn
1) Pegasus p. 12: het Latijn en zijn dochtertalen
Kaart 1 : Het Latijn (de taal van Latium) werd gesproken in het Romeinse rijk.
Kaart 3 : Het Latijn leeft voort in de Romaanse talen
................... , ..................... , .................... , ...................... , ...................
Kaart 2 : Verspreiding van de Romaanse talen over de wereld
2) Pegasus p.13-14: REGELS VOOR DE UITSPRAAK en oefeningen
3) Filmfragment: Augustus wordt door Caesar geadopteerd
- amici! / incipe legere / Gaius Iulius Caesar
- quid nobis relinquitur, nisi cum et isto et Cleopatra bellum gerere
- dent, dent operam consules ne quid res publica detrimenti capiat!
- populus, populus Romanus Aegyptiis bellum indicat facitque!
Klassieke Studiën
Caput 1
1/13
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
TAALSTUDIE
Veranderlijke en onveranderlijke woorden
Pegasus p. 18-19
- woorden die van vorm veranderen
: naamwoorden: vb. serv-us , serv-i
: werkwoorden: vb. labora-t, labora-nt
Het onveranderlijk gedeelte noemen we de .................
Het veranderlijk gedeelte noemen we de .....................
- onveranderlijke woorden
: voegwoorden
: bijwoorden
: voorzetsels
: (de meeste) telwoorden
Let op!
In het Nederlands herkennen we een zelfstandig naamwoord (substantief) aan het feit
dat we er een lidwoord (de, het, een) kunnen bijvoegen.
Het Latijn kent geen lidwoorden.
Overzicht van de woordsoorten in het Latijn
Naamwoorden
- Zelfstandige naamwoorden of substantieven
- Bijvoeglijke naamwoorden of adjectieven
- Voornaamwoorden
Werkwoorden
Deze woorden veranderen van vorm;
bij de onveranderlijke stam wordt een
veranderlijke uitgang gevoegd.
Voorzetsels
Bijwoorden
Voegwoorden
Deze woorden veranderen niet van
vorm.
Telwoorden
Sommige telwoorden veranderen van
vorm, andere niet.
Klassieke Studiën
Caput 1
2/13
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
1. Pegasus p. 19
2. Extra oefening: Noem de woordsoort (voor het Latijn mag je de woordenlijst
gebruiken)
roos
beker
rood
vijf
maar
altijd
uit
zwijgen
groot
stilte
bliksemen
ster
negen
ik
aqua
ibi
est
filius
aut
senex
apparere
nunc
miles
vox
semper
domi
et
vinum
Onthoud: Een Latijns woord heeft dezelfde woordsoort als de Nederlandse vertaling.
LECTUUR
Kennismaking met het gezin: Pegasus p. 16
TIPS BIJ HET VERTALEN
Het Latijn heeft geen LIDWOORD. Om een goede Nederlandse tekst te
schrijven moet je dus lidwoorden toevoegen.
De WOORDORDE is in het Latijn en het Nederlands niet altijd
dezelfde!!!
De persoonsvorm (vervoegde werkwoordsvorm) staat in het Latijn meestal
achteraan, in het Nederlands meer naar voor.
Klassieke Studiën
Caput 1
3/13
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
De woorden in de tekst hebben vaak niet de vorm waarin je ze in de
WOORDENLIJST geleerd hebt. Vraag je bij ieder woord af wat het grondwoord (in de
woordenlijst) is en wat de uitgang aanduidt.
Vb. servi: we kennen serv-us : slaaf; de uitgang –i wijst op het meervoud,
we vertalen dus ‘slaven’
Het onderwerp is niet altijd uitgedrukt maar moet soms worden afgeleid
uit de uitgang van de PV.
VERTALING
Klassieke Studiën
Caput 1
4/13
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
TAALSTUDIE
DE ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN (SUBSTANTIEVEN)
VAN DE EERSTE EN TWEEDE KLASSE
We hebben in de leestekst kennis gemaakt met een aantal Latijnse substantieven.
Noem vijf substantieven uit de tekst (met telkens een ander woordeinde):
Een substantief (zelfstandig naamwoord) noemt een ................., ..................,
.......................... of ............................... Ook eigennamen zijn substantieven.
Eigenschappen van substantieven.
in het Nederlands :
- Een substantief heeft vaak een lidwoord (de, het, een) bij zich.
de vriend een ezel het water de wijn
- Een substantief heeft een genus (woordgeslacht): mannelijk (m), vrouwelijk (v)
of onzijdig (o).
de vriend (hij) = m; de meesters (zij)= v; het gevaar (het)= o
- Een substantief heeft verschillende vormen voor het enkelvoud en het meervoud.
in het meervoud: ezels, vrienden, meesteressen, gevaren
In het Latijn :
- Het Latijn heeft GEEN LIDWOORDEN.
- Een substantief heeft een genus (grammaticaal geslacht): mannelijk (m),
vrouwelijk (v) of onzijdig (o).
- Een substantief heeft verschillende vormen voor het enkelvoud en het meervoud.
Substantieven veranderen van vorm als hun functie in de zin verandert. (uitleg
later!)
STAM en UITGANG
De vorm SERVUS komt voor naast de vorm SERVI. Toch gaat het om hetzelfde woord.
SERV- blijft in alle vormen onveranderd, dit deel noemen we ..................
Het woordeinde kan veranderen: -US komt voor naast -I. Dit deel noemen we ...............
Klassieke Studiën
Caput 1
5/13
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
De UITGANG bij substantieven geeft ons een aantal inlichtingen:
Het GETAL: enkelvoud of meervoud
De NAAMVAL ( wordt uitgelegd in hoofdstuk 2)
Soms kunnen we uit de uitgang ook het GENUS afleiden.
Klassen en verbuigingsmodellen
Op basis van de uitgangen die een substantief heeft, wordt het ingedeeld bij een groep. De naam die
we geven aan een dergelijke groep substantieven is KLASSE.
Om de uitgangen te leren en te onthouden kiezen we voor elke groep een aantal voorbeelden,
VERBUIGINGSMODELLEN.
De substantieven van de eerste klasse met verbuigingsmodellen
Een eerste groep substantieven wordt gevormd door de woorden die we in de
woordenlijst leren met als uitgang -us of -a of -um.
Pegasus p. 20
Bij de substantieven van de eerste klasse kunnen we het genus (woordgeslacht)
gemakkelijk afleiden uit de uitgang van de nominatief enkelvoud:
-us:....
-a:...
-um:....
Als we die uitgang weglaten, vinden we de stam: av- , ros- , don-
De substantieven van de tweede klasse met verbuigingsmodellen
Bij een tweede groep substantieven kunnen we niet zomaar een uitgang
herkennen. Ze hebben verschillende eindletters.
Pegasus p. 21
We kunnen het genus en de stam hier niet afleiden uit de uitgang. Daarom
worden ze in de woordenlijst gegeven in de tweede kolom en moeten we ze erbij
leren.
Pegasus p. 22
Klassieke Studiën
Caput 1
6/13
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
De uitgangen
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
van de eerste klasse (in de eerste naamval, de
nominatief)
Pegasus p.24
nominatief enkelvoud
m.
v.
o.
nominatief meervoud
m.
v.
o.
De verbuigingsmodellen voor de eerste klasse zijn AVUS, ROSA en
DONUM.
Vul de stam van de modellen aan met de uitgangen van de nominatief
enkelvoud
meervoud
mannelijk
av-
av-
vrouwelijk
ros-
ros-
onzijdig
don-
don-
1. Splits in stam en uitgang
viae
vinum
templa
femina
equi
amicus
2. Op welke naamval, getal en genus wijzen de volgende uitgangen ?
-i
-um
-us
-ae
-a!!!
3. Hoe weten we of –a wijst op een vrouwelijk enkelvoud of een onzijdig meervoud?
4. Noem naamval, genus en getal
rosae
via
avi
familia
dona
Klassieke Studiën
aqua
vinum
vita
columnae
pericula
provincia
fora
dominus
gladius
donum
Caput 1
7/13
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
De uitgangen
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
van de tweede klasse (in de eerste naamval, de
nominatief)
Pegasus p. 25
Enkelvoud: geen speciale uitgang, telkens andere eindletters
Meervoud: m. en v.:
o.:
We voegen die uitgangen van het meervoud bij de stam die we vinden in de tweede
kolom van de woordenlijst.
Nominatief enkelvoud
dux
corpus
Nominatief meervoud
duccorpor-
!!! De uitgangen van de mannelijke en vrouwelijke substantieven zijn hetzelfde. We
leren daarom maar 1 model voor de mannelijke en vrouwelijke substantieven samen.
1. Ga terug naar de substantieven van de tweede klasse in de woordenlijst en sorteer.
mannelijke substantieven vrouwelijke substantieven Onzijdige substantieven
die DUX volgen
die DUX volgen
die CORPUS volgen
2. Maak de oefeningen Pegasus p. 26
3. EXTRA
klasse
theatrum
tempus
Klassieke Studiën
genus
getal
klasse
genus
getal
corpora
caput
Caput 1
8/13
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
milites
filiae
dona
equi
viae
patres
caput
monumentum
http://lycipedia.lyceumgenk.be
voces
mater
capita
vinum
virgo
mercator
nox
sidus
LECTUUR
Dies et nox: Pegasus p. 23
VERTALING
Klassieke Studiën
Caput 1
9/13
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
TAALSTUDIE
LATIJNSE WERKWOORDEN VERVOEGEN
Pegasus p. 27-28
Ook werkwoorden veranderen van vorm. We kunnen ze splitsen in
- een onveranderlijk deel dat we .................. noemen.
- een veranderlijk deel dat we ...................... noemen.
! Soms wordt tussen de stam en de uitgang een ............................... gevoegd.
De vorm van het werkwoord in de woordenlijst is ........................................
In die vorm is het werkwoord onbepaald. Als we het werkwoord bij een onderwerp
voegen, past het zich aan dat onderwerp aan en dan spreken we van een PV of
........................................
Het onderwerp bepaalt dus de uitgang van het werkwoord. We vertrekken voor de vervoeging
van een werkwoord daarom altijd van het volgende schema:
Getal
persoon
Nederlands
Latijn
enkelvoud
1e
2e
3e
1e
2e
3e
ik
jij
hij,zij,het (of substantief)
wij
jullie
zij (of substantief)
-o of -m
-s
-t
-mus
-tis
-nt
meervoud
De uitgang van de 3e persoon enkelvoud is ......... en we vertalen met ..........................
De uitgang van de 3e persoon meervoud is ........... en we vertalen met .........................
Na een stam op -i wordt tussen de stam en de uitgang de bindklinker ....... gevoegd.
Het werkwoord ESSE is ONREGELMATIG omdat ...........................................................
Maak oefening 1 in Pegasus p. 29 ; Vertaal de zinnen p. 30
Klassieke Studiën
Caput 1
10/13
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
LECTUUR
Mostellaria: Pegasus p. 31
VERTALING
Klassieke Studiën
Caput 1
11/13
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
TAALSTUDIE
BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN (ADJECTIEVEN)
VAN DE EERSTE KLASSE
Pegasus p. 32-33
Een adjectief (bijvoeglijk naamwoord) geeft meer uitleg over een substantief
door ........................., ............................, ................................ aan te duiden.
Adjectieven zijn veranderlijke woorden en dat betekent dat we ze kunnen
splitsen in ............... en ..................
Het substantief waarbij een adjectief hoort, noemen we ....................
Een adjectief komt met zijn kern overeen in ............... en ...................
Een adjectief heeft dus geen vast genus maar kan mannelijk, vrouwelijk en onzijdig zijn.
Daarom wordt het in de woordenlijst altijd opgegeven in de mannelijke vorm en in de 2e
kolom staan dan de uitgangen van het vrouwelijk en het onzijdig.
Het verbuigingsmodel is BONUS:
De uitgangen van de adjectieven van de eerste klasse zijn dezelfde als die van de
substantieven.
nominatief enkelvoud
m.
v.
o.
bonbonbon-
nominatief meervoud
m.
v.
o.
bonbonbon-
Let op!
Adjectieven van de eerste klassen kunnen bij substantieven van de eerste klasse staan en dat is
gemakkelijk: de 2 woorden krijgen dan dezelfde uitgang. Voorbeeld: avi bon....
Maar adjectieven van de eerste klasse kunnen ook bij substantieven van de tweede klasse
staan en dan hebben ze wel dezelfde naamval en genus maar niet dezelfde uitgang!
voorbeeld: duces bon....
Pegasus p. 33 en 34
Klassieke Studiën
Caput 1
12/13
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
SPELEN MET LATIJNSE WOORDEN 1
Horizontaal
4. 'ils sont' in het Latijn
6. Romeins marktplein
7. slapen is hetzelfde in het Latijn als in het Frans maar duurt iets langer
9. van dit telwoord is de naam van onze kleinste munt afgeleid
12. van dit werkwoord is labeur, hard werk, afgeleid
13. wijn, vin, wine ... zijn afgeleid van het Latijn
14. de slaafse tegenspeler van de dominus
16. maakt een zin vragend
Verticaal
1. lid van de senaat
2. ontkenning in het Latijn
3. redengevend voegwoord
5. een getrouwde mulier
8. de vrouwelijke tegenhanger van pater
9. zo noemen we een hoofdstuk in ons handboek
10. verwar 1000 in het Latijn niet met soldaat
11. een schouwspel afgeleid van het Latijnse werkwoord voor 'bekijken'
15. tegenspeler van een iuvenis
Klassieke Studiën
Caput 1
13/13
Download