caput secundum

advertisement
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
CAPUT SECUNDUM
TAALSTUDIE
Werkwoorden vervoegen
1. De infinitief
In de woordenlijst vinden we de woorden altijd in dezelfde vorm. Deze vorm, die we het
grondwoord noemen, is voor een werkwoord de infinitief.
2. Persoonsvormen
Zodra ons werkwoord een onderwerp krijgt, gebruiken we niet meer de infinitief maar een
persoonsvorm.
Er zijn 3 'personen' die als onderwerp kunnen dienen en dat zowel in het enkelvoud als in het
meervoud. In het Latijn moet het onderwerp niet apart uitgedrukt worden, de uitgang volstaat
om de persoon en het getal te kennen.
Pegasus p. 46
Vul nu het schema aan.
Eerste persoon
Tweede persoon
Derde persoon
enkelvoud
ik
jij
hij, zij, het
uitgang
L.
L
L
meervoud
wij
jullie
zij
uitgang
L.
L.
L.
3. Vervoegingen
Werkwoorden kunnen allerlei vormen aannemen. Deze vormen drukken uit:
-
-
de persoon en het getal van het onderwerp
de wijze:
i. de indicatief: om te vertellen en mee te delen
ii. de imperatief: om te bevelen
iii. de infinitief: onbepaalde vorm
de tijd: tegenwoordig, verleden, toekomstig
actief of passief: het onderwerp doet de handeling of ondergaat ze.
De veranderingen van een werkwoord gebeuren, zoals bij naamwoorden, vooral in de
uitgang. Het deel dat niet verandert, is de stam.
Alle mogelijke vormen van een werkwoord samen noemt men een vervoeging. De vorm van
een werkwoord veranderen heet: een werkwoord vervoegen.
Klassieke Studiën
Caput 2
1/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
Een werkwoord vervoeg je altijd in groepjes (kolommetjes) van 6 vormen, altijd in deze
vaste volgorde: 1,2,3 enkelvoud en dan 1,2,3 meervoud. In het Latijn herken je deze 3 (of 6)
personen onmiddellijk aan de gebruikte uitgang, zonder ingewikkelde dt-problemen. We
weten al dat het niet eens nodig is het 0 in een apart woord te noemen, want het 0 zit (al) in
de uitgang van de PV.
E. 1
2
3
Mv.1
2
3
Inf.: -re (-se)
-o (of -m)
-s
-t
-mus
-tis
-nt
Vert. -en (-n)
ik
jij
hij,zij,het
wij
jullie
zij
REGELMATIGE vervoegingen
Werkwoorden die op dezelfde manier vervoegd worden, deelt men in groepen in. Zo heeft het
Latijn vijf regelmatige vervoegingen. We beginnen met de 1e, de 2e en 4e vervoeging.
Pegasus p. 47
infinitief
stam (inf. zonder -re)
einde stam
Eerste vervoeging
Tweede vervoeging
Derde vervoeging
Vierde vervoeging
Vijfde vervoeging
Eerste vervoeging:
Inf.
Vert.
E. 1
2
3
mv.1
2
3
Stamklinker a valt weg voor -o
Tweede vervoeging:
Inf.
Vert.
E. 1
2
3
mv.1
2
3
Klassieke Studiën
Caput 2
2/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
Vierde vervoeging:
Inf.
Vert.
E. 1
2
3
mv.1
2
3
Bindklinker !
!!! De tempel van het werkwoord: zie Phoenix p. 47
Pegasus p. 48-49
Sommige werkwoorden kunnen niet bij een regelmatige vervoeging ingedeeld worden. We
noemen ze dan onregelmatig.
Onregelmatige werkwoorden: ESSE en POSSE
Pegasus p. 50
Esse en posse zijn onregelmatige werkwoorden.
ESSE heeft 2 stammen: ............ en ............
Inf.
Vert.
E. 1
2
3
mv.1
2
3
Posse is een samenstelling van esse en komt van pot-esse (potis = bij machte, in staat; in
staat zijn = kunnen). Voor een -s verandert pot- in ............
E. 1
2
3
Mv.1
2
3
Inf.
pot-su-m
Klassieke Studiën
Vert.
pos-su-m
Caput 2
3/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
Overzicht van de samenstellingen van esse:
ab-esse:
ad-esse:
super-esse:
posse:
ESSE is een KOPPELWERKWOORD: het koppelt een onderwerp en een naamwoordelijk
deel van het gezegde ( zie p.
)aan elkaar
POSSE is een HULPWERKWOORD: het wordt bijna altijd aangevuld door een ............
Pegasus p. 51
!!!!
Extra oefeningen op de werkwoorden: Lycipedia bij
Pegasus1, Caput2 extra
LECTUUR
Hadrianus princeps in thermis: Pegasus p. 44-45
De PV komt overeen met het onderwerp in persoon en getal. Dit betekent ook
dat we het onderwerp kunnen afleiden uit de PV als het niet uitgedrukt is.
VERTALING
Klassieke Studiën
Caput 2
4/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
TAALSTUDIE
STRUCTUUR VAN DE ZIN:
ONDERWERP (O) en PERSOONSVORM (PV)
Om een zin te bouwen moet je altijd een vorm van een werkwoord hebben. Die vorm van het
werkwoord is niet de infinitief maar een persoonsvorm, d.w.z. een werkwoordsvorm met een
‘persoon’ als onderwerp.
Asterix dormit.
Servi laborant.
PERSOONSVORM (PV): de vervoegde werkwoordsvorm in een zin.
ONDERWERP (O): de persoon of zaak die de handeling van de PV uitvoert/ doet (in een
actieve zin). In het Latijn staat het O in de nominatief.
Hoe bepalen we de vorm van de PV?
DORMI-T: derde persoon enkelvoud: omdat…
LABORA-NT: derde persoon meervoud: omdat …
Klassieke Studiën
Caput 2
5/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
De PV krijgt persoon en getal van zijn onderwerp.
STRUCTUUR VAN DE ZIN:
HET GEZEGDE
Een zin wordt opgebouwd rond de PV die overeenkomt met een O (al dan niet
uitgedrukt).
Er zijn twee soorten gezegdes:
Het WWG (werkwoordelijk gezegde)
Voorbeelden:
Cleopatra in throno sedet. Cleopatra clamat.
in throno: op de troon
Obelix flet.
flere: wenen
Het NWG (naamwoordelijk gezegde)
Voorbeelden:
Cleopatra regina est.
Cleopatra irata est.
Idefix et Obelix sunt amici.
regina: koningin
Klassieke Studiën
Caput 2
6/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit 2 delen
- een naamwoord (substantief of adjectief) dat een eigenschap of een toestand van het
O noemt (naamwoordelijk deel NWD)
- de PV van een koppelwerkwoord dat het NWD koppelt aan het O. Voorlopig
kennen we in het Latijn als koppelwerkwoord alleen maar ESSE.
Het koppelwerkwoord en het NWD komen altijd samen voor en samen vormen ze het NWG.
Welke vorm krijgt het NWD?
Het naamwoordelijk deel krijgt de naamval en het getal (en genus) van zijn onderwerp.
Welke naamval krijgt het O?
.........................
Welke naamval krijgt het NWD? ?
.........................
Pegasus p. 54-55
LECTUUR
Minotaurus in labyrintho: Pegasus p. 52-53
VERTALING
Klassieke Studiën
Caput 2
7/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
1
TAALSTUDIE
De structuur van de zin: VOORWERPEN en BEPALINGEN
We weten al dat in een zin het GEZEGDE grammaticaal het belangrijkste zinsdeel is.
Het gezegde kan 2 vormen aannemen
- NWG (bestaat uit PV van koppelwerkwoord + NWD)
- WWG
Het gezegde wordt in de zin aangevuld met andere zinsdelen. Die zinsdelen kunnen
noodzakelijk zijn of niet. Dat hangt af van de betekenis van het gebruikte werkwoord. We
overlopen dit met een aantal voorbeelden.
NOODZAKELIJKE AANVULLINGEN bij het gezegde: ONDERWERP en VOORWERPEN
0. Af en toe kan het gezegde op zichzelf een zin vormen. Er is geen enkele verdere aanvulling nodig.
PLUIT: 'het' regent
Klassieke Studiën
Caput 2
8/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
1. Meestal vraagt het gezegde om verdere aanvullingen, in de eerste plaats om een ONDERWERP
waarmee de PV dan zal congrueren (overeenkomen in naamval en getal (en genus).
SERVI laborant.
2. Bij veel werkwoorden moet je niet alleen aanvullen wie/ wat de handeling uitvoert maar
ook wie/ wat de handeling ondergaat. We spreken dan van een LIJDEND VOORWERP (LV).
Obelix draagt ???
Asterix slaat ???
De Romeinen zien ???
3. Een aantal werkwoorden zoals "zeggen' en 'geven' vragen naast het LV ook naar een
persoon die 'meewerkt': ik kan niets geven als niemand het aanneemt. We spreken dan van
een MEEWERKEND VOORWERP (MV).
Obelix geeft bloemen AAN ???
Hoeveel noodzakelijke aanvullingen zijn er bij de volgende werkwoorden? Sorteer.
dormire, dare, aperire, respondere, videre, gaudere, narrare
geen
Klassieke Studiën
1
O
2
Caput 2
O + LV
3
O + LV + MV
9/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
NIET-NOODZAKELIJKE AANVULLINGEN in een zin: BEPALINGEN
1. Op het niveau van de zin: BIJWOORDELIJKE BEPALINGEN bij het gezegde
Het gaat om zinsdelen die een antwoord geven op vragen als : Wanneer? Waar? Hoe?
....
2. Op het niveau onder de zin: BIJVOEGLIJKE BEPALINGEN (niet bij het gezegde)
Dit alles wordt later uitgelegd!
DE STRUCTUUR VAN DE ZIN: Het LIJDEND VOORWERP
Pegasus p. 56
Het ............................... drukt uit wie/wat de handeling uitvoert.
Het ................................ drukt uit wie/wat de handeling ondergaat.
Pegasus p. 56
!!! In het Nederlands leren we het LV kennen door de plaats in de zin.
Het Latijn heeft een ander systeem: het woord dat LV is, krijgt een andere vorm!!!
NAAMVALLEN
We hebben al gezegd dat de uitgang van een substantief niet alleen het getal en het genus
uitdrukt maar ook de naamval. Een naamval vertelt ons welke functie het woord in de zin
heeft.
Pegasus p. 57
De uitgang van een naamwoord verandert als de functie verandert.
De verandering van vorm die verband houdt met de functie noemen we de naamval.
De vorm die we gebruiken voor het onderwerp en het NWD van het gezegde noemen we
...............................
De vorm die we gebruiken voor het lijdend voorwerp noemen we ...............................
Klassieke Studiën
Caput 2
10/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
NAAMVALLEN EN VERBUIGINGEN
We hebben tot nu toe kennis gemaakt met 2 naamvallen. In het geheel zijn er 6.
functie Onderwerp / deel van het naamwoordelijk gezegde
De nominatief
De accusatief
De genitief
De datief
De ablatief
De vocatief
LV en bijwoordelijke bepalingen met of zonder voorzetsel
bijvoeglijke (van-)bepaling
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepalingen met of zonder voorzetsel
aangesproken persoon
Voorlopig onthouden we:
Naamval: De verandering van uitgang die verbonden is met de functie
Nominatief: De naamval die gebruikt wordt voor
Accusatief: De naamval die gebruikt voor
De nominatief en de accusatief
Pegasus p. 58
De uitgangen van de eerste klasse:
m.enk.
v.enk.
o.enk.
m.mv.
v.mv.
o.enk.
m.mv. en v.mv.
o.mv.
nominatief
accusatief
De uitgangen van de tweede klasse:
m.enk. en v.enk.
o.mv.
nominatief
accusatief
DE MODELLEN
De modellen van de substantieven de eerste klasse
m.enk
nom.
av-us
mv
v. enk
mv
ros-a
o. enk
mv
don-um
acc.
Klassieke Studiën
Caput 2
11/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
de modellen van de adjectieven de eerste klasse
m. enk
nom.
v. enk.
o. enk.
m. mv
v. mv
o. mv
bon-us
acc.
De modellen van de substantieven van de tweede klasse
m. (en v.) enk.
nom.
m. (en v.) mv
o. enk
dux
o. mv
corpus
acc.
De persoonlijke voornaamwoorden: zie Pegasus p. 62
1e persoon
2e persoon
3e persoon
ENK nominatief
accusatief
MV nominatief
accusatief
Pegasus p. 59-63
OEFENING OP DE BEHEERSING VAN GRAMMATICALE BEGRIPPEN
Minotaurus monstrum est.
Minotaurus:
monstrum:
est?
naamval?
functie?
woordsoort?
getal?
woordsoort?
klasse?
functie?
naamval?
genus?
infinitief?
persoon en getal?
welk soort werkwoord?
Klassieke Studiën
Caput 2
12/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
Rex filiam habet.
rex:
filiam
habet?
klasse?
naamval?
functie?
genus?
getal?
model?
klasse?
naamval?
functie?
genus?
getal?
model?
stam?
woordsoort?
infinitief?
welke vervoeging?
model?
persoon en getal?
wijze?
tijd?
functie?
stam?
Ibi non homines habitant sed Minotaurus habitat.
ibi:
homines:
habitat
woordsoort?
klasse?
naamval?
functie?
genus?
getal?
model?
stam?
woordsoort?
infinitief?
welke vervoeging?
model?
persoon en getal?
wijze?
tijd?
functie?
stam?
sed:
woordsoort?
Klassieke Studiën
Caput 2
13/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
LECTUUR
VERTALING
Pegasus p. 61 Schuldig of onschuldig?
Pegasus p. 68 Cornelia et gemmae suae
Klassieke Studiën
Caput 2
14/15
Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk
Lycipedia: Beter leren
http://lycipedia.lyceumgenk.be
Spelen met Latijnse woorden
Klassieke Studiën
Caput 2
15/15
Download