Stedenbanden als nieuwe vorm van gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking Concreet stappenplan Door Frank Maes – ambtenaar Genk 1. FASERING (backtiming) FASE 5 Zusterband tussen Genk en stad of gemeente x FASE 4 Moment x (streefdatum) streefdoel najaar 2004 Campagne, bekendmaking (affiches, spots, evenement, KRC in hun kleuren,…) Officiële verankering - protocol Beslissing beleid FASE 3 Terugkoppeling bevindingen werkbezoek (beleid/ambtelijk/GCOS-ngo’s) Advies beleid Werkbezoek wederzijds Voorbereiding werkbezoek (inhoudelijk – organisatorisch) FASE 2 Keuze potentiële zusterstad (beleid/ambtelijk/GCOS-ngo’s) Research naar / inventaris van mogelijke zustersteden FASE 1 Vastleggen criteria (+verwachtingen) Voorbereiden profiel Genk - criteria zusterstad (beleid/ambtelijk/GCOS-ngo’s) NU Engagement Stad Genk in het kader van het Vlaams convenant Beleidsplan Genk – Beleidsnota GCOS 1 2. DETAILLERING FASE 1 (profiel Genk + criteria zustergemeente) Sneuvelnota – eerste aanzet Consultatie / Brainstorm GCOS-ngo’s Ambtelijk (staf sociale zaken) Beleid(college) Voorleggen aan adviesraden Toelichting gemeenteraadsleden (commissie – plenair) Terugkoppeling naar GCOS-ngo’s , diensten, college en managementteam Vastleggen criteria – beslissing college Toelichting algemene vergadering GCOS Aanvulling op GCOS-vergadering 21.05.03 : Proberen om in deze fase al aan een (minimale) netwerkvorming te werken door van bij het begin van het proces sleutelfiguren ‘steekproefgewijs’ te betrekken en te bevragen. Genoemde sectoren: onderwijs - educatie economie – ondernemers/KMO sociale economie gezondheidszorg - ZOL cultuur 3. PROFIEL STAD GENK We gaan een zuster kiezen. We gooien ons op de markt. We willen een goede en blijvende band. Maar wat zullen we zeggen als een van die mogelijke zusters - of de zuster die later echt onze zuster zal worden - aan ons vraagt wie haar mogelijke zuster dan wel is? Wie zijn wij, op welke vlakken profileren we ons, wat zijn onze sterke kanten en wat kunnen wij bieden? Stel: we komen op een blauwe maandag een toffe Afrikaanse zuster tegen en we proberen ons aan haar voor te stellen. Hallo, ik ben Henk en ik ben een stad waar… Het woord is aan u 2 4. CRITERIA ZUSTERGEMEENTE Het woord ‘zustergemeente’ dekt volgens mij vrij goed de lading (evenwaardigheid, wederzijds engagement, permanente band, je moet het echt niet altijd met mekaar eens zijn,…) en is communicatief bijzonder interessant (overdraagbaar want iedereen kent het, in beeld te brengen, Sergio zingt er zelfs liedjes over,…). Op één punt klopt het zusterbeeld echter niet: een zuster kies je voor zover ik weet zelden zelf. Wij kunnen dat nu wel doen, een luxe. Blauwe of bruine ogen, lang of kort, fragiel of sterk, een mooie stem, een elegante manier van lopen. Wij mogen beslissen. Zoals we allemaal weten zijn er ongeveer evenveel smaken als er mensen zijn, en is dit een zeer moeilijke materie om over te discussiëren. Je kan hier werkelijk eindeloos over doorgaan en het gebeurt dan nog uiterst zelden dat iemand alles heeft wat je leuk, tof, mooi vindt. Ik probeer een paar clusters van mogelijke criteria te maken. De lijst is zeker niet volledig en mag zeker niet opgevat worden als een ‘turflijst’ (wie het meeste punten haalt wint). Kan ik er goed mee praten? Lijkt ze een beetje op mij – of net niet ? Is ze eerlijk? Heeft ze mooie ogen? Ken ik ze van ergens? Is ze speciaal? Is ze creatief? Heeft ze ons nodig en wil ze werken aan een relatie? …. 1. Kan ik er goed mee praten? Is er een (relatief) vlotte communicatie mogelijk Taal – vertaling Bereikbaarheid (mail – post – telefoon – fax) Bereisbaarheid Bereidheid Uitwisselingsmogelijkheden – een ‘gezicht’ 2. Lijkt ze een beetje op mij – of net niet? Raakpunten, analogie Grootte Bevolkingssamenstelling Economisch Bestuurlijk Maatschappelijk Regionale rol 3. Is ze eerlijk? Democratisch gehalte Good governance en een zekere politieke stabiliteit Geen verrijking van een elite Zusterband niet louter materieel invullen Bestuur afspiegeling bevolking Openheid naar, inspraak van de bevolking 3 4. Heeft ze mooie ogen? Uitstraling Wat kan je er hier mee doen voor een zo groot mogelijke groep mensen Visibiliteit Overdraagbaarheid 5. Heeft ze mij nodig en wil ze werken aan een relatie? Relevantie – haalbaarheid – duurzaamheid Bereidheid om te investeren in een dialoog en een procesmatige aanpak 6. Ken ik ze van ergens, ken ik iemand die ze kent? Zijn er nu al contacten en contactpersonen 7. Is ze speciaal? Iets verrassend, vernieuwend, pakkend… 8. Is ze creatief? Een zusterband kan m.i. ook conceptueel of creatief worden ingevuld 4