LESVOORBEREIDINGSFORMULIER | ATELIER EN STAGE 2 Naam student (klas): Stageschool: Stageklas: 6de leerjaar Aantal lln.: 16 Mentor: Datum nazicht: Nagekeken door: aanpassen - herwerken Bachelor Leraar Lager Onderwijs CAMPUS DE VEST - tel: 015-369275 ZANDPOORTVEST 60 - 2800 MECHELEN goedgekeurd handtekening VAK/ACTIVITEIT: Lichamelijke opvoeding LESONDERWERP: Dans (pop) DATUM: maandag 11/05/2015 TIJDSTIP: 09.20uur - 10.10uur (effectieve lestijd 40 minuten) PLAATS: turnzaal DIDACTISCHE AANDACHTSPUNTEN 1. Betrokkenheidskansen: Welke van de volgende factoren heb je ingezet en op welke wijze? Leerlingactiviteit: De les start met een opwarming waarbij de leerlingen verschillende loop- en bewegingsvarianten moeten uitvoeren op het ritme van de muziek. Tijdens die opwarming wordt er zowel gebruik gemaakt van individueel werk als duowerk. De kern van de les is voldoende gebalanceerd. De leerkracht leert danspassen aan en de leerlingen mogen eigen danspassen verzinnen. Hierdoor worden de leerlingen gestimuleerd tot handelen en meedenken. Thema 3 bestaat uit groepswerk, de leerlingen verzinnen in groep hun eigen danspasjes. In die fase speelt samenwerking een belangrijke rol. De klasdans kan eventueel gepresenteerd worden tijdens het afscheidsfeest van het 6de leerjaar. Werkelijkheidsnabijheid: Zonder muziek is deze turnles niet compleet. De muziek is gekozen op basis van de leefwereld van de kinderen. ‘Uptown funk’ is een neutraal lied waar zowel jongens als meisjes graag op dansen. Leerlinginitiatief: In thema 3 krijgen de leerlingen de overhand. Zij bepalen welke passen ze willen gebruiken in hun dansje. Ook tijdens de opwarming mogen de leerlingen hun bewegings/loopvarianten kiezen. Aanpassing aan de individuele mogelijkheden: De leerkracht maakt op voorhand groepjes. Deze groepjes zijn geselecteerd op basis van samenwerking en coördinatie (grove motoriek). De jongens en de 1 meisjes zijn gemengd. In thema 3, waar de leerlingen hun eigen danspassen mogen verzinnen krijgen ze ondersteuning van kijkwijzers. Dit zijn bewegingen die de leerlingen als inspiratie mogen gebruiken. Sfeer en relatie: Heel de klas danst mee, dit geeft een samenhorigheidsgevoel. De liedjes zijn ook bekend onder de leerlingen waardoor ze sneller gaan bewegen. 2. Klasmanagement: Hoe zorg je in deze les voor een vlot klasverloop? - De leerkracht houdt rekening met de vaardigheden van de kinderen en past zich daaraan aan. Daarnaast stimuleert ze de motivatie en het welbevinden van de leerlingen: bevestigen, non-verbaal feedback geven , aandacht geven, respect tonen. - De leerkracht heeft op voorhand nagedacht over het grondplan, over de groeperingsvormen. Leerplandoelen: MC 2: Aanvoelen en omgaan met lichaamsopbouw en dynamiek van bewegen. MC 2.4: Bewegingen gelijktijdig en opeenvolgend uitvoeren. MC 2.3: Houdingen en bewegingen intimideren: enkelvoudige en meervoudige symmetrische + enkelvoudige en meervoudige asymmetrische. MC 6.33: Bewegingsvormen uitvoeren op een opgelegd ritme. MC 6.35: Een danscombinatie onthouden (een aantal bewegingspatronen na elkaar) en die zelfstandig uitvoeren, zonder aanwijzingen. MC 6.36: De leerlingen werken samen met anderen : - om een eenvoudig dansverloop op te bouwen. - op improviserend te reageren op elkaars beweging. Lesdoelen: 1.De leerlingen kunnen zich oriënteren in de turnzaal, d.w.z dat ze de ruimte van de turnzaal ten volle kunnen benutten. 2. De leerlingen kunnen bewegingsvormen uitvoeren op het ritme van de muziek. 3. De leerlingen kunnen loopvarianten op het ritme van de muziek verzinnen en uitvoeren. 4. De leerlingen kunnen bewegingen en houdingen imiteren. 5. De leerlingen kunnen danscombinaties verzinnen in groep en die zelfstandig uitvoeren op muziek. 6. De leerlingen kunnen samenwerken: danspasjes kiezen, een eenvoudig dansverloop opbouwen, improviserend reageren op elkaars bewegingen. 2 TIMING 10min. LESDOELEN THEMA 1 : omkleden + opwarming - Ruimteoriëntatie - Loopvaardigheid AANPAK - - Activiteitsverhouding: Speels Sociale context: individueel/ per twee Organisatie: vrij in de zaal Materialen: muziekspeler, cd-rom, fluitje Omkleden: Nadat de leerlingen zich hebben omgekleed gaan ze op hun turnlijn staan. 5 min. 5 min. R.O.: De leerlingen kunnen zich oriënteren in de turnzaal, d.w.z dat ze de ruimte van de turnzaal ten volle kunnen benutten. De leerlingen kunnen bewegingsvormen uitvoeren op het ritme van de muziek. Opwarming: “We gaan ons even opwarmen. Zo dadelijk lopen jullie door de zaal. Ondertussen zet ik muziek op. Wanneer ik fluit gaan jullie een danspasje doen. Ik toon het telkens voor en jullie doen mij na. Na het danspasje lopen jullie weer rond door de zaal, op het ritme van de muziek. Zorg dat je zo veel mogelijk de ruimte in de zaal gebruikt! Start!” Lopen en loopvarianten/ bewegingsvarianten. De leerlingen kleden zich snel om en gaan vervolgens op hun turnlijn staan. De lln. lopen door de zaal. Wanneer ze een fluitsignaal horen, voeren ze een bepaalde beweging uit. Muziekfragment: Tayler Swift – Shake it off De leerkracht toont bepaalde bewegingen en de leerlingen doen haar na. Ze doet dit een 6-tal keren. De leerkracht zet de muziek af. “Nu gaan jullie per twee achter elkaar staan.” De leerlingen kunnen loopvarianten op het ritme van de muziek verzinnen en uitvoeren. ACTIVITEITEN VAN DE LEERLINGEN De leerlingen staan even stil. Ze zoeken een partner en gaan achter elkaar staan. “Iemand is de leider en de andere is de volger. Wanneer de muziek weer start gaat de leider op het ritme van de muziek door de zaal lopen. Je kan dit al huppelend doen, met je voeten hoog in de lucht, … de leider mag dit zelf bepalen, maar je behoudt telkens dezelfde loopbeweging. De volger doet hem na. Wanneer ik fluit gaat de leider een andere loopbeweging uitvoeren en de volger doet hem nog steeds na. Als ik 2 keer fluit wissel je 3 van rol. Begrijpt iedereen wat ik bedoel?” (Indien het niet helemaal duidelijk is, doet de lkr. het voor.) De leerkracht zet een ander lied op. Muziekfragment: Fireball – pitbull Wanneer de leerkracht tweemaal fluit, zet ze even de muziek af. Zo krijgen de leerlingen tijd om van rol te wisselen. Vervolgens zet de leerkracht een ander liedje op. Muziekfragment: Another Day – Jamie Lidell Nadat iedereen vier keer een loopvariant heeft uitgevoerd zet de lkr. de muziek af. 15 min. THEMA 2: Dans aanleren - Coördinatie (grove motoriek) - Ruimteoriëntatie - Activiteitsverhouding: vormgevend - Sociale context: individueel - Organisatie: dambordpatroon - Materialen: muziekspeler en cd-rom De leerkracht laat de leerlingen in een dambordpatroon staan zodat iedereen de leerkracht goed kan zien. Ze wijst aan waar de lln. moeten gaan staan, rekening houdend met de groepsindeling. (zie beginsituatie) De leerlingen geven een seintje als er iets niet duidelijk is. Wanneer de muziek start beginnen de leerlingen in duo’s te lopen op het ritme van de muziek. Wanneer de leerkracht eenmaal fluit kiest de leider een ander loopvariant. Wanneer de leerkracht tweemaal fluit wisselen de leerlingen van leider. De ‘nieuwe’ leider loopt op het ritme van de muziek. De volger doet hem/haar na. Wanneer de leerkracht fluit kiest de leider een ander loopvariant. De leerlingen staan eventjes stil. dansbewegingen imiteren/nadoen. De leerlingen gaan in een dambordpatroon staan en luisteren naar de instructie van de leerkracht. “Jullie hebben jullie dansbenen al goed opgewarmd! Vandaag gaan we een klasdans maken. Ik doe het één keer helemaal voor, nadien gaan we het in stukjes oefenen.” Optioneel: de klasdans kan getoond worden tijdens het afscheidsfeest van het 6de leerjaar. De leerkracht zet de muziek op en toont wat de leerlingen De leerlingen kijken naar het dansje. 4 gaan leren. Muziekfragment: Uptown funk- Bruno Mars. De leerlingen luisteren naar de taakinstructie. De leerlingen kunnen bewegingen en houdingen imiteren. “We gaan stuk voor stuk de danspasjes opbouwen. Ik doe het telkens voor en jullie doen mij na. Als er iets niet duidelijk is, dan vraag je het. We schuiven regelmatig door van rij, zodat iedereen eens vooraan staat.” De leerkracht doet de passen voor en zegt ook telkens wat ze doet. Regelmatig wordt er met de muziek geoefend. zie bijlage ‘danspasjes’. De leerlingen doen de leerkracht na. Ze onthouden de bewegingen. Daarnaast vragen de leerlingen om verduidelijking als ze iets niet goed begrijpen. (Vanaf 2:55 zet de leerkracht de muziek af.) 15min. THEMA 3: Eigen danspasjes verzinnen -Ruimteoriëntatie -Samenwerking -Creativiteit - Activiteitsverhouding: vormgevend - Sociale context: groepjes (per 4) - Organisatie: vaste plaats in de zaal - Materialen: muziekspeler en cd-rom “Nu is het aan jullie! Wij hebben al veel passen geleerd, maar het lied is nog niet gedaan. Nu krijgen jullie de kans om zelf danspasjes te kiezen! Jullie gaan dit in 4 groepjes van 4 voorbereiden. Ik zet even de muziek weer op zodat jullie een idee hebben wat jullie nog moeten verzinnen.” De lkr. zet het lied op. Tijdens het lied zegt de leerkracht welke passages elke groep moet dansen. Bedenken van eigen danspassen De leerlingen luisteren naar het vervolg van het lied en bedenken al mogelijke bewegingen. GROEP 1: “Uptown Funk you up, Uptown Funk you up.” (4 tellen) “Uptown Funk you up, Uptown Funk you up.” (4 tellen) GROEP 2: “I said Uptown Funk you up, Uptown Funk you up.” (4 tellen) “Uptown Funk you up, Uptown Funk you up.” (4 tellen) 5 GROEP 3: “Come on, dance Jump on it If you sexy then flaunt it (4 tellen) If you freaky then own it Don’t brag about it, come show me.”(4 tellen) GROEP 4: “Come on, dance Jump on it If you sexy then flaunt it (4 tellen) Well it’s Saturday night and we in the spot Don’t believe me, just watch!” (4 tellen) De leerkracht maakt 4 groepjes, deze heeft ze op voorhand gemaakt. Vervolgens vraagt ze aan de klas: “Jullie hebben net gehoord wat jullie nog moeten verzinnen. Dit stuk van het lied gaan we opdelen in 4 groepen. Om de beurt gaat een groep zijn stukje dansen, de rest doet niets en kijkt. Wanneer de 4de groep zijn dansje heeft getoond dansen we allemaal tezamen weer het refrein, dat kennen we.” De leerlingen kunnen danscombinaties verzinnen in groep en die zelfstandig uitvoeren op muziek. “Nu mogen jullie beslissen welke groep op welk stukje van het lied zal dansen. Iedereen danst 8 tellen. De eerste 2 groepen hebben dezelfde tekst en de 2 laatste groepen hebben dezelfde tekst. Ik laat het nog eens horen en De leerlingen luisteren naar het muziekfragmentje nadien maken we een klassikale keuze.” en beslissen in groep welk deel van het dansje ze willen voorbereiden. De leerkracht laat nogmaals het fragment horen waarop de leerlingen zelfstandig een dans moeten verzinnen. Vervolgens beslist de leerkracht samen met de leerlingen welke groep op welke moment gaat dansen. Indien dit moeizaam verloopt, maakt de leerkracht de keuze. De leerlingen verdelen hun muziekfragment. “Probeer je fantasie te gebruiken, wees creatief! Moest je 6 De leerlingen kunnen samenwerken: danspasjes kiezen, een eenvoudig dansverloop opbouwen, improviserend reageren op elkaars bewegingen. weinig inspiratie hebben mag je hier vooraan een kijkwijzer nemen. Op deze kijkwijzers staan ideetjes die je kan gebruiken. Ik hoop dat jullie het toch niet gaan gebruiken, laat het vanuit je buikgevoel komen. Jullie krijgen 10 minuten om je stukje van 8 tellen voor te bereiden. Nadien tonen wij onze beste dansmoves aan elkaar. Starten maar!” Na 10 minuten tonen de groepjes hun voorbereidingen aan elkaar. Dit doen ze meteen achter elkaar op de muziek. 10min. THEMA 4: Klassikaal dansmoment - Coördinatie (grove motoriek) - Ruimteoriëntatie 5 min. 5 min. - Activiteitsverhouding: vormgevend - Sociale context: individueel / groep - Organisatie: dambordpatroon - Materialen: muziekspeler + cd-rom De leerlingen bedenken nieuwe passen. Ze leren ze aan elkaar aan. De leerlingen tonen op de muziek hun danspasjes aan elkaar. Toonmoment: dansje op het lied ‘uptown funk’ “Jullie hebben zeer leuke dansjes bedacht! Nu gaan wij alles achter elkaar doen, helemaal vanaf het begin. Is iedereen er klaar voor?” deze fase kan eventueel gefilmd worden door de leerkracht. “Ja!” Omkleden “Dat hebben jullie heel goed gedaan! Dikke proficiat! Nu mogen jullie je omkleden. Wacht aan de deur als je klaar bent.” De leerlingen kleden zich weer om. De leerlingen dansen op het lied ‘uptown funk’ waar ze verschillende danspasjes hebben geleerd, maar ook eigen danspasjes hebben verzonnen. DIDACTISCH MATERIAAL: - - muziekspeler CD-rom: Shake it off, Fireball, Another Day, Uptown funk. 7 BRONNEN: Youtube: - https://www.youtube.com/watch?v=nfWlot6h_JM (Shake it off) - https://www.youtube.com/watch?v=wL9nWJrzVeg (Fireball) - https://www.youtube.com/watch?v=89Qa5rNAeEs (Another day) - https://www.youtube.com/watch?v=OPf0YbXqDm0 (Uptown funk) GRONDPLAN LEGENDE: = leerling = leerkracht Grondplan Thema 1 opwarming: bewegingen imiteren (vrij in de zaal) Thema 2-3-4: dambordpatroon 8 Bijlage1 : danspasjes Intro: - knipperen rechts (4 tellen) - knipperen links (4 tellen) - armen gekruist, naar rechts leunen (4 tellen) - armen gekruist, naar links leunen (4 tellen) Refrein - 3 KEER : rollebollen + ‘oeh’ roepen (12 tellen) - op eigen plaats lopen (12 tellen) - armen naar beneden glijden (4 tellen) + 5de tel in de lucht springen Strofe 1: - luchtgitaar, afwisselend rechts - links (4 tellen) - armen gekruist, afwisselend rechts - links (2 tellen) - schouders afvegen, afwisselend rechts - links (2 tellen) - wijzen naar de lucht, afwisselend rechts - links (4 tellen) - armen gekruist, afwisselend rechts - links (2 tellen) - schouders afvegen, afwisselend rechts - links (2 tellen) - met rechtse vinger wijzer + met linkse vinger wijzen (8 tellen) - ‘woah!’ (4 tellen) - weegschaalsbeweging (4 tellen) - met rechtse vinger wijzer +met linkse vinger wijzen (8 tellen) - ‘woah!’ (4 tellen) - weegschaalsbeweging (4 tellen) Pre-refrein: - handen wapperen + naar voren springen (3 tellen) - duimen naar achter wijzen (4 tellen) - handen wapperen + naar achter springen (3 tellen) - duimen naar achter wijzen (4 tellen) - armen open wapperen + armen en benen sluiten (3 tellen) - rond eigen as draaien naar rechts (4 tellen) - armen open wapperen + armen en benen sluiten (3 tellen) - rond eigen as draaien naar links (4 tellen) - rechterarm ‘komkom’ (4 tellen) - linkerarm ‘komkom’ (4 tellen) - beide armen ‘komkom’(4 tellen) - beide armen in de lucht zwaaien (4 tellen) ‘STOP, wait a minute’ van plaats verwisselen op het ritme van de muziek. (6 tellen) herhaling strofe 1: - wijzen naar de lucht, afwisselend rechts - links (4 tellen) - armen gekruist, afwisselend rechts - links (2 tellen) - schouders afvegen, afwisselend rechts - links (2 tellen) herhaling pre-refrein Refrein Vanaf 2.55 inbreng van de leerlingen Bijlage 2: kijkwijzers Zie apart document 9