DE ZORG LEDENMAGAZINE VAN STICHTING IZZ Nummer 1 | Maart 2016 de Zorg voor je cliënt en tegelijk voor jezelf Rugpijn: bewegen is goed, stilzitten is héél slecht 14 De hele dag pijn. Kun je daarmee leren omgaan? 18 Bijzondere pilot arbeidsfysiotherapie 21 INHOUD 6 6 10 Door goed voor jezelf te zorgen, zorg je ook goed voor de cliënt 18 Wat is pijn? Voor cliënten zorgen: dit is vaak het enige dat telt voor zorgmedewerkers. Dat goede zorg voor de cliënt bij jezelf begint, gaat er vaak niet in. Het zorghart zit dan in de weg. ActiVite bedacht een werkwijze waarmee de medewerkers ook aan hun eigen veiligheid denken. 10 Bewust van eigen kwetsbaarheid Door een incident met een cliënt kwam Nils in de ziektewet terecht. Nu hij weer terug is op de werkvloer pakt hij het anders aan. Als hij denkt dat het nodig is, vraagt hij collega’s om hulp. 14 Bewegen op recept Zelfs mensen met chronische rugpijn moeten blijven bewegen. Hoogleraren Michiel Reneman en Sandra Brouwer benadrukken dat actief blijven een goed medicijn is tegen rugpijn. Sowieso waarschuwen ze met klem dat stilzitten zeer ongezond is. Dus: beweeg! Colofon de Zorg verschijnt vier keer per jaar voor leden van Stichting IZZ. Het volgende nummer van de Zorg verschijnt in juni 2016 2 DE ZORG 1 | 2016 Redactie Mirella Bulsink, Pieter van de Winckel en Bastiaan Schoel (Stichting IZZ), Lydia van Aert, Ed Coumans, Karin Giesen, Chris van der Hulst, Lucien Joppen, Petra Kruijt, Sabine de Lucht, Cindy Stello Fotografie Bart Nijs Fotografie, Getty Images / Sam Edwards, iStockphoto, Studio Oostrum, Henk Veenstra Illustraties: Roel Seidell, Gloedcommunicatie/Eva Stijnman Concept en realisatie Gloedcommunicatie, Nijmegen Vormgeving Wunderbar, Nijmegen Druk Enveloprint, Dinxperlo 14 Verhuisd? Wanneer u uw nieuwe adres aan de gemeente doorgeeft, ontvangen wij de wijziging automatisch. Verhuizing naar het buitenland moet u aan IZZ Zorgverzekeraar melden. Dat doet u met het wijzigings­formulier op www.izz.nl. Hoe pijn wordt ervaren, verschilt per persoon en situatie. Dat maakt het behandelen van chronische pijn lastig. Lang niet iedereen komt er vanaf. Specialist Anne Mieke Karsch over pijn. En verder 4 8 9 12 16 17 21 22 23 24 Kort nieuws: rugpijn komt vaak door stress Werkdag in kaart brengen met ‘werkdrukkruis’ Student in de zorg Au m’n rug! Wat nu? Test: let u goed op uw rug? Training Mindfulness Dit is de zorg: arbeidsfysiotherapie in het Laurentius te Roermond Goed geholpen Preventieve zorg, wordt dat ook vergoed? Hartstichting zoekt reanimeerders Aan de inhoud van deze uitgave ­kunnen geen rechten en verantwoordelijkheden worden ontleend. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen of illustraties kan alleen na schriftelijke toestemming van de redactie. Redactieadres Redactie de Zorg, Amersfoortseweg 15h, 7313 AB Apeldoorn Mailadres: [email protected] Wilt u de Zorg niet meer ont­vangen, meld u dan af via www.stichtingizz.nl/ afmelden-dezorg Leesproblemen? Voor mensen met ­leesproblemen verschijnt de Zorg ook op Daisy cd-rom. Bel voor deze gratis ­service ­rechtstreeks met Dedicon in Grave 0486 - 48 64 86. “Door op de juiste manier te (blijven) bewegen, voorkomt u dat de fysieke klachten erger worden” Fysieke klacht? Blijf actief! Na een inspannende werkdag hebt u wellicht het gevoel dat u genoeg beweging hebt gehad. Toch is werkbelasting niet het­ zelfde als gezond bewegen. Bent u de hele dag in de weer ge­ weest? Dan is het juist goed om na uw werk een ontspannen­ de wandeling te maken, even lekker te gaan fietsen of naar de sportschool te gaan. Uit onderzoek weten we dat werken in de zorg een flinke fysieke belasting vraagt. Gezond bewe­ gen, ook naast het werk, kan overbelasting voorkomen. Valt u tóch uit door fysieke klachten, of dreigt dat te gebeuren? Blijf ook dan nog zo actief mogelijk. Het is bewezen dat stilzitten niet bevorderlijk is voor het herstelproces. Door op een juiste manier te bewegen, voorkomt u dat de fysieke klachten erger worden en u mogelijk langere tijd niet kunt werken. Het is belangrijk dat u zoekt naar wat u nog wél kunt. Dat hoeft u niet alleen te doen. Begeleiding door een fysiotherapeut kan u daarin helpen. Ook uit persoonlijke ervaring weet ik dat verantwoord bewegen helpt om sneller van pijnklachten af te komen. Ik heb zo’n tien jaar last gehad van lagerugpijn. Onder sportmedische begeleiding ben ik toen gaan werken aan mijn conditie. Daardoor weet ik nu wat voor mij de juiste manier van bewegen is. Wilt u weten hoe IZZ sportmedisch advies en andere preven­ tieve zorg vergoedt? Ik zocht het voor u uit. U leest erover op pagina 23, in de rubriek Pieter zoekt uit. Pieter van de Winckel Community manager Stichting IZZ DE ZORG 1 | 2016 3 KOR T N IE U W S 3 op de 5 ONDERZOEK Stress = nekpijn? Vaak wel! Veel zorgmedewerkers hebben een zere rug, nekpijn of versleten knieën. Als de grote boosdoener achter deze klachten wordt vaak de fysieke arbeidsbelasting gezien: bijvoorbeeld tillen, duwen en lang staan. Toch klopt dit niet helemaal, want ook psychische klachten spelen een grote rol bij het ontstaan van klachten aan het bewegingsapparaat. Bijvoorbeeld stress of emotionele uitputting. Dit blijkt uit een recent onderzoek van Babette Bronkhorst van de Erasmus Universiteit Rotterdam onder tienduizend zorgmedewerkers in Nederland. Het valt daarbij op dat zorg­ medewerkers die zich emotioneel uitgeput voelen, hiervoor vaak geen hulp zoeken bij een zorgverlener. Die hulp zoeken ze pas als hun psychische klachten lichamelijke gevolgen hebben. zorgmedewerkers hebben in 2014 ten minste één keer rugklachten gehad. Meer informatie over dit onderwerp vindt u op pagina 12 en 13. TEST Zorgt u ook goed voor uzelf? Doe de test! Als zorgmedewerker hebt u fysiek en psychisch zwaar werk. U helpt graag andere mensen, maar denkt u ook aan uzelf? Hoe gezond bent u zelf eigenlijk? En werkt u nog met plezier? Het invullen van de gratis Sante-Q-vragenlijst biedt het antwoord! In slechts vijftien minuten beantwoordt u allerlei vragen over uw gezondheid, leefstijl en werk. Daarna volgt een persoonlijke feedback over mogelijke gezondheidsrisico’s én praktische tips voor uw gezondheid en leefstijl. Bijvoorbeeld over een beter slaapritme en het verminderen van (werk)stress. Gratis voor onze leden Gezond werken in de zorg is belangrijk, zodat u nu en in de toekomst goede zorg kunt blijven verlenen. Daarom bieden wij de vragenlijst gratis aan onze leden aan. Uw anonimiteit en privacy worden gegarandeerd. De Sante-Q-vragenlijst is ontwik­ keld door Evalua, een spin-offbedrijf van VU medisch centrum. MELD U NU AAN VIA: WWW.STICHTINGIZZ.NL/SANTE-Q 4 DE ZORG 1 | 2016 BOEKENTIP 47 redenen om niet in therapie te gaan Wel of niet naar de psycho­ loog? Zes van de tien Ne­ derlanders liggen wel een keer op de sofa van psy­ chiater of psycholoog. Op­ vallend is dat slechts twee van hen opknappen van de therapie. Martin Appelo schreef er het boek 47 redenen om niet in therapie te gaan over. Naast die 47 redenen geeft hij ook aan wanneer het wél de moeite is een afspraak te maken. Dit boek is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Het is geschreven voor zowel therapeuten als mensen die twijfelen of ze wel of niet in therapie moeten gaan. Benieuwd naar het boek? Stichting IZZ geeft vijf exemplaren weg. Meld u voor 1 april 2016 aan via www.stichtingizz.nl/boekentip. Winnaars krijgen persoonlijk bericht. WWW.STICHTINGIZZ.NL/BOEKENTIP ONTSPANNING Ben e lunchven en! Wat is de beste en meest ontspannende lunch? A Samen met collega’s uitgebreid lunchen in de kantine. B Doorwerken achter de computer met een bakje yoghurt. C Een ommetje maken met een boterham in de hand. Goed nieuws: alle antwoorden kunnen goed zijn. Uit onderzoek van een Canadese universi­ teit blijkt dat het niet uitmaakt wat, hoe of met wie je eet. Het gaat er wél om dat je het zelf voor het zeggen hebt in je lunchpauze. Het gevoel zelf te mogen beslissen, geeft mensen energie. AGENDA 19 april 2016 Congres over ouderenpsychiatrie Nederland telt de komende jaren steeds meer ouderen. Daarmee stijgt ook het aantal ouderen met psychische problemen. Dit merkt u waarschijnlijk ook in uw werk. Als zorgmedewerker hebt u een belangrijke rol in het herkennen van dit soort problemen. Wilt u hierover meer weten? Het congres ‘Ouderenpsychiatrie in de praktijk’ zoomt in op de verschillende stoornissen en infor­ meert over de verpleegkundige interventies die u kunt toepassen. Het congres Ouderenpsychiatrie in de praktijk vindt plaats op dins­ dag 19 april 2016 in de Reehorst te Ede. MEER INFORMATIE EN INSCHRIJVEN: WWW.NURSINGCONGRESSEN.NL/ OUDERENPSYCHIATRIE DE ZORG 1 | 2016 5 ZORGSUCCES ActiVite: van zwaar naar duurzaam werk Zorg ook goed voor jezelf Door de veiligheid van de cliënt te koppelen aan die van de medewerker, koos ActiVite voor een andere manier van werken 6 DE ZORG 1 | 2016 “Je probeert de cliënt zo goed mogelijk te helpen, denk je. Maar door even te tillen of te verplaatsen, weet je dat je je rug belast. Het zorghart, jezelf wegcijferen, zit veel verpleegkundigen en verzorgenden in de weg. Uiteindelijk krijg je daarvoor de rekening gepresenteerd.” Bianca Dokter werkt ruim tien jaar als thuiszorghulp bij ActiVite, een zorginstelling die in de noordelijke helft van Zuid-Holland, Amstelland en de Meerlanden actief is in de intra- en extramurale zorg. Dokter is, naast haar werk in de thuiszorg, ook lid van de Verzorgende Adviesraad van ActiVite. Vandaar dat ze nauw is betrokken bij een omwenteling binnen ActiVite die twee jaar geleden definitief in gang is gezet. Dokter’s collega Eva van den Berg, coördinator Arbo, Verzuim en Re-integratie, legt uit: “Het werken in de VVT kan lichamelijk zwaar zijn, ook vergeleken met andere zorgsectoren. Nu zijn er gelukkig tal van hulpmiddelen beschikbaar, maar onze ervaring was dat onze medewerkers deze in praktijk onvoldoende benutten.” Sneller werken Dokter knikt bevestigend. “Vaak denken verzorgenden dat ze sneller werken zonder hulpmiddelen. Heb je bijvoorbeeld een glijzeil nodig maar weet je dat niet zo snel te vinden, dan doe je even zonder. Ook zijn er cliënten die een hulpmiddel weigeren. Soms omdat ze zich dan kwetsbaar en afhankelijk voelen, soms omdat ze niet willen wennen aan een nieuw hulpmiddel. Dan zeggen ze: ‘we deden het altijd zus en zo, en dat ging toch altijd goed?’” “Daar wilden we een eind aan maken”, stelt Van den Berg. “Uiteindelijk leidt zo’n manier van werken tot hoger verzuim. Als verzorgenden elke dag dezelfde belastende handelingen verrichten, barst de bom een keer. Het punt was wel: hoe krijgen we zowel ons personeel als onze cliënten ‘om’?” Een moeilijke vraag, maar ActiVite kwam met het antwoord. “Het probleem was dat veel zorgmedewerkers arbeidsveiligheid zagen als een arboaangelegenheid. Dat was nu net voor veel medewerkers geen reden om veilig(er) te gaan werken”, zegt Van den Berg. “Zoals Bianca al zei, het zorghart maakt dat zorgmedewerkers vooral gericht zijn op het welzijn van hun cliënten. Waarom richten we ons dan niet op hun veiligheid, waarbij deze natuurlijk ook moet leiden tot veiligere arbeidsomstandigheden voor ons personeel? Immers, wat veilig is voor de cliënt, is vaak ook veilig voor de medewerker.” Dokter vult aan: “Je hoort vaker dat cliënten vragen om hen op de trap te volgen. Mochten ze vallen, dan kan iemand hen opvangen. In zo’n geval is zowel de veiligheid van de cliënt als de verzorgende in het geding, dat kun je je voorstellen.” cliënt. Met de Risicosignalering leggen we wel deze link tussen veiligheid voor zowel de cliënt als de medewerker.” De Risicosignalering is een checklist die cliënt en verzorgende samen doornemen. Het gaat daarbij onder meer over aan- en uitkleden, wassen, hygiëne en infectiepreventie. “Samen lopen we deze lijst langs”, legt Dokter uit. “Als we klaar zijn, bespreken we waar de cliënt hulp nodig heeft. De lijst vormt dus de aanleiding tot een gesprek. Omdat de focus ligt op de cliënt, zal hij meer open staan voor onze adviezen. Daar hoort ook het gebruik van hulpmiddelen bij. Vervolgens maken we afspraken die worden vastgelegd. Door het zwart-opwit te zetten, maak je het tast- en werkbaar. Overigens worden deze afspraken aangepast als de situatie van de cliënt daarom vraagt.” Gespreksvaardigheden Om de medewerkers te ondersteunen, heeft ActiVite een team van in totaal 24 “Wat veilig is voor de cliënt is vaak ook veilig voor de medewerker” Om een omslag te realiseren, koos ActiVite voor een andere manier van werken. Van den Berg: “We werken niet meer met de Arbocheck, maar met de Risicosignalering veilig aanbieden zorg in eigen woonomgeving. Het probleem van de Arbocheck: deze was puur gericht op de lichamelijke belasting van de medewerker, maar niet op het zorgproces en de veiligheid van de > Wat een succes! De werkwijze van ActiVite is benoemd tot een van de Zorgsuccessen van Stichting IZZ. Zorgsuccessen dragen bij aan gezond werken in de zorg, daarom deelt Stichting IZZ ze met de zorgsector. Zo inspireren deze Zorgsuccessen andere zorgorganisaties. Zo'n zorgsucces is bijvoorbeeld de bedrijfsfysiotherapie van Medisch Centrum Haaglanden. De therapeut heeft er enkele producten ontwikkeld zodat medewerkers nog betere bedrijfsfysiotherapie krijgen. KIJK VOOR ANDERE ZORGSUCCESSEN OP WWW.STICHTINGIZZ.NL/ZORGSUCCESSEN DE ZORG 1 | 2016 7 ZORGSUCCES ergocoaches (voor de intramurale zorg) en ergo-ondersteuners (extramuraal) geformeerd. Bianca is ook ergo-ondersteuner. “De naam zegt het al: ik zorg ervoor dat mijn collega's hulp krijgen als dat nodig is. Dat kan gaan over het gebruik van hulpmiddelen, maar ook over gespreksvaardigheden, bijvoorbeeld om cliënten te overtuigen van het nut van bepaalde hulpmiddelen. Tijdens het werkoverleg bespreken we deze cliëntsituaties.” Naast de Risicosignalering en de inzet van ergocoaches en ergo-ondersteuners vormt een regelmatige toetsing de derde poot van de integrale aanpak. “Standaard iedereen trainen doen we niet meer”, zegt Van den Berg ferm. “Medewerkers hebben de vaardigheden al opgedaan bij hun opleiding. Onze medewerkers krijgen eens in de drie jaar een toets over hun kennis en vaardigheden met hulpmiddelen. Halen ze deze niet, dan worden ze alsnog getraind.” “Onze medewerkers krijgen eens in de drie jaar een toets over hun kennis en vaardigheden met hulpmiddelen” Inmiddels werken de mensen van ActiVite een kleine twee jaar op deze manier. Zijn er al meetbare successen geboekt? Van den Berg: “We merken dat medewerkers op een andere manier zijn gaan kijken naar de veiligheid van de cliënt en de risico’s die ze zelf lopen. Wat ook opvalt, is dat sommige cliënten meer kunnen dan ze denken. Nu trekken circa tachtig cliënten in de wijk van Bianca zelf hun steunkousen aan met een hulpmiddel. Eerst deden Bianca en haar collega's dat. Het is een gedeeld belang om onze cliënten op een zo veilig mogelijke manier zelfstandig te laten wonen. Zij hebben er baat bij en onze medewerkers worden ontlast. We willen uiteindelijk van zwaar werk naar duurzaam werk.” 8 DE ZORG 1 | 2016 Groen, oranje, rood: hoe druk was het vandaag? Bij Noordwest Ziekenhuisgroep werken sinds begin 2015 enkele verpleegafdelingen met het ‘werkdrukkruis’. Na afloop geeft het team een kleurcode aan de dienst: groen, oranje of rood. Een eenvoudig en doeltreffend hulpmiddel. Was het een groene, oranje of rode dienst? Vaak zijn alle verpleegkundigen het over de kleur eens, soms ook niet. Dat laatste vindt Kristy Carnas, unithoofd chirurgie en orthopedie bij Noordwest Ziekenhuisgroep, het interessantst. “Dan komt er een gesprek op gang waarom de beleving van de werkdruk verschilt. Heeft iemand te weinig om hulp gevraagd bijvoorbeeld, of was de verdeling van de zorgvraag niet goed? Zo’n evaluatiegesprek is zeer leerzaam.” Naast het inkleuren van het werkdrukkruis kan het team een toelichting geven bij de reden van een kleurkeuze. Die toelichting is vooral relevant voor de unithoofden. “We hoeven niet direct conclusies te verbinden aan één rode dienst”, zegt Carnas. “Dat kan gebeuren doordat er bijvoorbeeld die dag een spoedgeval was, een situatie die niets te maken heeft met roostering of taakverdeling. Maar als blijkt dat een bepaald dagdeel vaak rood is, is het wel relevant om te kijken naar de reden.” Zo bleek dat de nachtdienst meestal als heel druk werd ervaren. Naar aan­leiding daarvan is ervoor gekozen de helpende in de dagdienst eerder te laten beginnen, zodat die het einde van de nachtdienst kan ondersteunen. Carnas: “We doen daadwerkelijk iets met de verzamelde gegevens, en dat waarderen medewerkers.” De meeste afdelingen gebruiken het werkdrukkruis tijdelijk in het LEAN-traject, maar de twee chirurgische verpleeg­afdelingen behouden het als vast evaluatiemoment. “Het duurt maximaal vijftien minuten en levert veel informatie en leermomenten op”, zegt Carnas. “Voor zo’n eenvoudig hulpmiddel is het verbazingwekkend doeltreffend.” WAT VINDEN DE MEDEWERKERS ZELF VAN HET WERKDRUKKRUIS? U LEEST HET OP WWW.STICHTINGIZZ.NL/WERKDRUKKRUIS Het werkdrukkruis, dat medewerkers dagelijks na elke dienst invullen STUDENT IN DE ZORG Magda Koopman “Ik doe nu veel meer dan alleen behandelen” Het totaalplaatje “Uit onderzoek blijkt dat medewerkers in de zorg vaker ziek zijn. Dat verzuim komt vooral door psychosociale en fysieke belasting. Bij het maken van een probleemanalyse kijk ik daarom naar het totaalplaatje. Is er sprake van fysieke belasting of zijn werkdruk en werkstress het achterliggende probleem. Ruim 40% van de medewerkers in de gezondheidszorg geeft aan dat zij te maken hebben met een te hoge werkdruk. Het lijkt er soms op dat de klok en de tijdsbesteding per behandeling belangrijker is geworden dan de uitvoer van de werkzaamheden. Ook gebrek aan regelmogelijkheden en vrijheden kunnen mensen ziek maken. Daarnaast is het werken in onregelmatige diensten en op afwijkende tijden extra belastend. Het biologisch en sociaal ritme raken verstoord. Dienstroosterplanning met extra aandacht voor de werk-privébalans is daarom belangrijk. Er moet ruimte zijn voor lichamelijk herstel, maar ook voor een zo goed mogelijk sociaal leven. Organisaties en medewerkers hierover adviseren is een mooie uitdaging voor mij.” “Na een 30-jarige loopbaan als fysiotherapeute was ik toe aan een volgende stap in mijn werkzame leven. Ik wilde mensen adviseren vóórdat ze klachten krijgen. Uiteindelijk kwam ik bij Ortis paramedische praktijken terecht. Daar kreeg ik de kans om naast mijn werk de Master Arbeid & Gezondheid te volgen aan de Saxion Hogeschool.” Zorg goed voor jezelf Meer preventief “Momenteel zit ik in het laatste jaar. Mijn werk als fysiotherapeut is nu veel meer preventief van aard. Ik begeleid medewerkers in de zorg en geef adviezen, ook aan de organisatie, hoe ze veilig, gezond en met plezier kunnen blijven werken. De zorgvraag en zorgzwaarte zijn de laatste jaren toegenomen. Preventief beleid gericht op duurzame inzetbaarheid is daarom belangrijk.” “Het volgen van een masteropleiding naast mijn werk en privéleven, vraagt veel energie. Ook voor mij is het soms lastig om de juiste balans te vinden. Ik heb veel leuke nieuwe mensen ontmoet en mijn werkplezier is toegenomen. Ik probeer goed voor mijzelf te zorgen. Naast een goed ingestelde bureauwerkplek neem ik regelmatig een korte pauze of ga een uurtje hardlopen. Maar mijn sociale contacten heb ik de laatste drie jaren een beetje verwaarloosd en die zijn toch ook uitermate belangrijk voor je gezondheid. Ik zie er naar uit wanneer daar straks weer meer tijd voor is.” DE ZORG 1 | 2016 9 DE ZORG & IK Nils is zich bewust van zijn kwetsbare rug en vraagt daarom op tijd hulp aan zijn collega’s 10 DE ZORG 1 | 2016 Vraag op tijd om hulp Het zal je maar gebeuren: een cliënt laat zich bovenop je vallen. Het overkwam Nils Fokken (42). Hij begeleidt bij Prisma cliënten met een ernstig verstandelijke handicap en gedragsstoornissen. Als een van hen Nils op een dag aanvalt, loopt hij zware rugklachten op en komt hij in de ziektewet terecht. “De cliënten met wie ik werk, weten niet altijd goed hoe ze met een lastige situatie moeten omgaan. De begeleiders proberen ze daarin te onder­ steunen en zorgen dat hun wereld overzichtelijk blijft. Helaas lukt dat niet altijd en soms vertonen ze dan agressief gedrag. Op een dag viel een cliënt mij plotseling aan en liet zich met haar volle gewicht boven op mijn rug vallen. Meteen voelde ik dat het mis was, ik kon ook niet meer overeind komen. Mijn leidinggevende heeft me naar huis gebracht. Daar ben ik met paracetamol op bed gaan liggen. Toen ik de volgende ochtend een kopje wilde oppakken, schoot het meteen weer in mijn rug. Ik heb een halfuur op de grond gelegen, kon niks meer. Contact met werk houden Via de huisarts kwam ik bij een fysiotherapeut terecht met de diagnose spit. Ik kreeg zware pijn­medicatie en moest oefeningen doen. Onder­t ussen gaf mijn werkgever mij de gelegenheid om vanuit huis in te loggen in het netwerk, zodat ik ad­ministratieve werkzaamheden kon doen. Dat was fijn, want zo bleef ik in contact met het werk en de collega’s. Toen de fysio­t herapie niet aansloeg, heb ik een manueel therapeut geprobeerd. Dat werkte beter. Na twee maanden thuis, ben ik voorzichtig begonnen met het coachen van minder ervaren collega’s. Mijn rug was nog niet sterk genoeg om met cliënten te werken. Het heeft nog “Als ik agressie van een cliënt zie aan­ komen, vraag ik een collega mij te helpen bij het begeleiden” vrienden bereid mij te ondersteunen. Met boodschappen bijvoorbeeld: ik ben vrijgezel en kon zelf niet naar buiten. Ook kon ik goed met ze praten over mijn klachten. Het is belangrijk om positieve mensen om je heen te hebben. Zo voorkom je dat je in zelfmedelijden blijft hangen. Bewuster met houding omgaan Mijn houding tegenover het werk en de officiële protocollen is niet veranderd. Agressie-incidenten zijn niet altijd te voorkomen. Ik ben me nu wel veel bewuster van mijn kwetsbaarheid. Als ik agressie zie aankomen, vraag ik een collega om mij te helpen in het begeleiden van een cliënt. Ook thuis ga ik bewuster met mijn houding om. Moet ik iets tillen? Rug recht en door de een poosje geduurd eer ik dat weer kon. knieën. Is het te zwaar? Dan vraag ik Om aan mijn herstel te werken heb ik de om hulp.” oefeningen die ik kreeg voor thuis trouw gedaan. Toen ik weer aan het werk ging, heb ik meteen met mijn collega’s besproken dat mijn rug nog zwak was, en gevraagd of ze daar rekening mee wilden houden. Ik kon aangeven wanneer mijn rug minder goed voelde. Lastiger vond ik het om hulp aan mijn omgeving te vragen toen ik nog veel pijn had. Gelukkig waren verschillende DE ZORG 1 | 2016 11 GEZOND WERKEN IN DE ZORG Rugklachten? Blijf er niet mee zitten! Rugpijn is een nare en veelvoorkomende aandoening. Wat kunt u het beste doen bij rugpijn? En wat beter niet? NEE U hebt geluk. Zes van de tien zorgmedewerkers in Nederland zeggen in het afgelopen jaar minstens één keer last te hebben gehad van rugpijn. Dat is bijna twee keer zoveel als het landelijk gemiddelde. Veel rugklachten zijn aspecifiek. Dit wil zeggen dat er geen duidelijk aanwijsbare oorzaak is van de pijn. START Hebt u last van rugklachten? JA Probeer in beweging te blijven. Dat is het beste advies bij acute oftewel plotseling opkomende rugklachten. Vermijd belasting en bewegingen die de pijn erger maken, maar houd geen langdurige bedrust. Voer de belasting van uw lichaam na een paar dagen weer op. Meestal is er niets ernstigs aan de hand en verdwijnen de klachten binnen een paar dagen tot enkele weken. Vertrouwt u het niet? Of wordt de pijn niet minder? Neem dan contact op met uw huisarts of therapeut. Zij kunnen beoordelen wat voor u de beste behandeling is. Kunt u werken? Bespreek de situatie met uw leidinggevende en eventueel uw collega’s. Wacht daar niet mee en geef meteen aan wat u wel en niet kunt doen. Vertel wat u nodig hebt om aan het werk te kunnen blijven. U bent niet verplicht te vertellen wat u mankeert, maar openheid helpt wel om aan het werk te kunnen blijven. Door er niet over te praten, loopt u ook het risico dat u te veel doet. Hierdoor kunnen de klachten erger worden en neemt de kans op uitval toe. HEBT U LAST VAN FYSIEKE KLACHTEN, ZOALS RUGKLACHTEN? KIJK OP WWW.STICHTINGIZZ.NL/FYSIEKE-BELASTING VOOR MEER INFORMATIE, TIPS EN ADVIEZEN 12 DE ZORG 1 | 2016 GEDEELTELIJK JA Werken in de zorg kan behoorlijk zwaar zijn. Daarom zijn er diverse maatregelen en richtlijnen voor verstandige belasting van het lichaam. Ook kunnen hulpmiddelen uw werk lichter en makkelijker maken. Daarnaast hebt u een eigen verantwoordelijkheid om uw lichaam op een verstandige manier te gebruiken en u te houden aan werkafspraken. NEE Misschien kunt u tijdelijk minder of ander werk doen. Bespreek dit samen met uw leidinggevende en bedrijfsarts. Kies niet meteen voor volledig thuis blijven, dat helpt u meestal niet sneller van uw rugklachten af. Blijft u thuis, dan wordt ook de kans op langdurig verzuim groter. Als u niet kunt werken, blijf dan toch in contact met uw werk. Bespreek hoe uw collega’s geïnformeerd worden over uw afwezigheid en hoe u contact met hen wilt houden. Dat is fijn voor u en voor de mensen op uw werk. JA Het is voor u het beste als u aan het werk blijft. Naast inkomen, biedt werk voldoening, plezier en zingeving. Ook uw werkgever heeft er belang bij dat u kunt werken en dat u zich lekker voelt in uw werk. Uw leidinggevende doet er verstandig aan uw situatie en klachten serieus te nemen. Ga samen om de tafel en bespreek hoe u, eventueel gedeeltelijk, aan het werk kunt blijven. Is er op uw werk genoeg aandacht voor fysieke overbelasting zoals rugklachten? NEE Werkgevers zijn verplicht een arbobeleid te voeren, zodat werknemers veilig en gezond kunnen werken. U kunt uw werkgever daar altijd op aanspreken. Probeer uw leidinggevende (en collega’s) te betrekken bij uw situatie of zorgen daarover. Als anderen weten wat er speelt, is er veel meer mogelijk. Denkt u dat de rugklachten te maken hebben met uw werk? Bespreek dit dan met uw leidinggevende en de bedrijfsarts. Samen kunt u zoeken naar passende oplossingen. DE ZORG 1 | 2016 13 DE S P E C IA L IS T Actief blijven is een goed medicijn tegen rugpijn Nog lang niet alles is bekend over de oorzaken en beste behandeling van rugklachten. Wél is duidelijk dat mensen met rugpijn actief moeten blijven. Met Michiel Reneman en Sandra Brouwer, beiden hoogleraar aan het Universitair Medisch Centrum in Groningen, bespreken we een aantal fabels en feiten over rugklachten. Feit: De meest voorkomende rugklacht is lagerugpijn Lagerugpijn is een verzamelnaam voor verschillende pijnklachten aan de rug, aldus Brouwer en Reneman. Zo'n 84% van de volwassenen in westerse landen heeft weleens last van lagerugpijn, met of zonder uitstraling naar de bil of het been. Bij een op de vijf volwassenen is de rugpijn chronisch. Fabel: Rugklachten worden veroorzaakt door zwaar lichamelijk werk Reneman: “Er is nog veel onbekend over het ontstaan van rugklachten. Waarom krijgt de een wel rugklachten en de ander niet? Vaak wordt dit gekoppeld aan fysieke belasting. Dat is zeker niet altijd het geval. Rugpijn kan bij iedereen voorkomen, ook bij mensen die fysiek licht werk doen. Opmerkelijk is dat aan de ene kant gedacht wordt 14 DE ZORG 1 | 2016 dat fysiek zwaar werk niet goed voor ons is. Aan de andere kant beulen we ons af in de sportschool, omdat we ervan overtuigd zijn dat dit gezond is. En dat is ook zo, mits we bewust en verantwoord bewegen. Veel en lang achter elkaar zitten daarentegen, is níét goed voor ons: zitten is het nieuwe roken!” In de werksituatie helpen de Arbowet en diverse richtlijnen bij de preventie van overbelasting. Deze maatregelen bieden echter geen garantie voor het voorkomen van rugklachten. Brouwer: “Het allerbelangrijkste is dat mensen zich bewust zijn van hun lichaam en dit verstandig gebruiken. Te zwaar tillen, te vaak buigen en draaien van het bovenlichaam of te lang werken in dezelfde werkhouding, vergroten de kans op lagerugpijn. Ook technologische hulpmiddelen, zoals tilliften en ergonomische stoelen, kunnen helpen om overbelasting te voorkomen.” Fabel: Bij rugpijn moet u rust nemen Reneman: “Bij acute rugpijn is het meestal verstandig tijdelijk minder te bewegen, maar vooral níét dagenlang stil te gaan zitten of liggen. We adviseren de belasting aan te passen op de pijn, even rustig aan te doen dus. Bij chronische pijn is deze relatie niet meer zo duidelijk. Dan adviseren we te bewegen en werken óndanks de pijn. Voor (bedrijfs)artsen en therapeuten is dat soms een lastige boodschap aan hun patiënten.” Reneman en Brouwer benadrukken dat in 95% van de klachten over acute rugpijn er niets ernstigs aan de hand is. Bij acht van de tien mensen met acute rugpijn gaan de klachten na enkele dagen of hooguit een paar weken weer weg. Iemand die denkt dat er iets ernstigs aan de hand is met zijn rug, kan de huis- of bedrijfsarts dat laten beoordelen. Zij kunnen ook goed verwijzen naar een specialist, als dat nodig is. “Veel zitten is niet goed voor ons: zitten is het nieuwe roken” Prof. dr. Michiel Reneman is hoogleraar revalidatie­ geneeskunde. Prof. dr. Sandra Brouwer is hoogleraar sociale geneeskunde. Beide wetenschappers werken sinds juli 2015 aan een langlopend onderzoek naar het verloop van klachten en de meest effectieve behandeling van chronische lagerugpijn. Feit: Voldoende bewegen houdt u gezond en fit De Nederlandse norm voor gezond bewegen is iedere dag minimaal een halfuur matig intensief bewegen, bijvoorbeeld (stevig) wandelen of fietsen. Naast voldoende bewegen, is ook fit blijven belangrijk. Aan uw fitheid werkt u door ook minimaal driemaal per week twintig minuten intensief te bewegen, bijvoorbeeld door te sporten. Deze beweegnormen gelden voor iedereen, dus ook voor mensen met chronische rugklachten. Als mensen door rugpijn niet aan de beweegnorm kunnen voldoen, kunnen zij naar een eerstelijnsfysiotherapeut gaan. Fysiotherapeuten werken met een speciale richtlijn om mensen met chronische (rug)pijn te helpen zelf voldoende te bewegen. Feit: Werk is een goed medicijn tegen rugpijn Rugpijn is niet per se een signaal om bij het werk weg te blijven. Een belangrijk deel van de oplossing ligt volgens Reneman en Brouwer in goed zelfmanagement, ook tijdens het werk. Dus: hoe kan ik met de pijn omgaan, zodat ik zo prettig mogelijk kan werken? En wat kunnen anderen daarin voor mij betekenen? Zelfmanagement betekent niet dat u er alleen voor staat. Diverse mensen in uw omgeving kunnen helpen om uw rugklachten te verlichten of het werk weer beter aan te kunnen: bijvoorbeeld de leidinggevende, bedrijfsarts, specialist of fysiotherapeut. Reneman: “We hebben de ultieme aanpak voor werken met pijn nog niet gevonden. Wat we wél zien, is dat mensen met rugpijn die aan het werk blijven, anders omgaan met zowel hun lichaam als de pijn dan degenen die thuisblijven. Zij hebben het gevoel en vertrouwen dat ze meer aankunnen. Deze groep zoekt soms geen of minder medische hulp. Een aantal van hen gaat bijvoorbeeld alleen een paar keer per jaar naar een masseur. Juist dát houdt hen op de been.” DE ZORG 1 | 2016 15 TEST Zorgt u goed voor uw rug? Wat is goed voor uw rug en wat niet? In dit magazine kunt er veel over lezen. Tijd voor een test! Zorgt u goed voor uw eigen rug? 1)Wat doet u als u rugpijn hebt? A Meteen plat liggen. B De sportschool in. C Actief blijven, maar ik let op dat ik niets forceer. D Een paar pijnstillers innemen. 3)In welke positie ligt u in bed? A Op mijn rug. B Met opgetrokken knieën op mijn zij. C Op mijn buik. D Dat verschilt: dan weer op mijn zij en dan weer op mijn rug. 2)Hoeveel beweegt u? A Ik sport 1 keer in de week, verder be­ weeg ik niet veel. B Weinig, ik zit liever op de bank. C Zeker 5 dagen in de week een halfuur. D Alleen op het werk, daar loop ik heel wat af. 4)Ik til … A met een bolle rug en rechte benen. B met een bolle rug en gebogen knieën. C met gebogen knieën en een rechte rug. En als het nodig is, gebruik ik de tillift. D met gebogen knieën en een rechte rug. Een tillift gebruik ik nooit, dat kost me te veel tijd. Kijk op www.stichtingizz.nl/gezondheid-en-preventie voor nuttige informatie. Daar vindt u ook handige tips over gezond werken in de zorg. Zorgt u goed voor uw rug? Tel de punten die bij uw antwoorden horen bij elkaar op. Vraag 1: A=1, B=2, C=4, D=3. Vraag 2: A=4, B=1, C=4, D=2. Vraag 3: A=2, B=4, C=1, D=3. Vraag 4: A=1, B=2, C=4, D=3. 12-16 punten U let actief op uw houdingen en bent veel bezig met uw gezondheid. De kans op rugklachten is bij u kleiner. Ga zo door! 8-11 punten U zit op de goede weg! In de meeste gevallen zorgt u goed voor uw rug. Maar zet nog even de puntjes op i. Kijk eens kritisch naar hoeveel u beweegt en op welke manier u zit of staat. DE ZORG 1 | 2016 4-7 punten De kans dat u rugpijn krijgt of hebt gehad is groot. Probeer wat meer te letten op uw houding en neem niet gelijk bedrust als u last hebt van uw rug. Probeer dan juist een rondje te wandelen. Blijf in ieder geval actief. 16 Online basistraining Mindfulness Niet meer op de automatische piloot Piekert u veel of hebt u last van stress? Dan is mindfulness iets voor u. Want mindfulness­ therapie kan helpen bij het verminderen van een actuele depressie, zo blijkt uit onderzoek. Met de online basistraining Mindfulness leert u bewuster keuzes maken die goed zijn voor u. En daar hebt u zowel op het werk als privé baat bij. Twee leden van Stichting IZZ volgden de training en vertellen erover. Martien: Jolanda: ‘Patiënten bedanken me voor mijn aandacht’ ‘Ik sta meer open voor het leven’ Martien van den Elzen is polikliniekassistent orthopedie bij het Elkerliek-ziekenhuis in Helmond. Hij rondde de onlinebasistraining Mindfulness onlangs af. “Het belangrijkste wat ik heb meegenomen uit de training? Ik sta nu bewuster in het leven en dat maakt het leven makkelijker en leuker! Voorheen was ik tijdens gesprekken met patiënten op de polikliniek vaak al in gedachten bezig met wat ik daarna nog allemaal moest doen. Daardoor was ik er met mijn hoofd niet bij. Dankzij mindfulness ben ik er juist wél met mijn hoofd bij. Nu verlopen de gesprekken veel prettiger. Ik krijg zelfs bedankjes en complimenten van patiënten omdat ik zo rustig en aandachtig ben. Ook privé heb ik baat bij mindfulness. Ik verwerk het makkelijk in mijn dagelijkse bezigheden. In de auto naar huis doe ik bijvoorbeeld een ademhalingsoefening, zo kom ik rustiger thuis. En ik heb gemerkt dat ik er beter door slaap. Heel positief dus!” Jolanda Haast had enkele problemen op haar werk in de ouderenzorg. Ze had het gevoel dat ze zelf moest veranderen om die problemen op te lossen en kwam daarvoor uit op mindfulness. “De psycholoog en huisarts dachten dat deze vorm van bewustwording mij zou helpen. En ik moet zeggen dat ze gelijk hebben. Het mooie van mindfulness is dat het niet méér tijd kost. Je kunt dingen bewust doen of op de automatische piloot, dat maakt qua tijdsinvestering geen verschil. Wat wél verschil maakt, is dat dingen mindful doen meer plezier en een beter gevoel op­­ leveren.” Intussen is ze werkloos, dus of de training haar in haar werk helpt, kan ze nog niet zeggen. “Wel sta ik sinds de training meer open voor het leven. Voorheen was ik in mijn hoofd met van alles en nog wat bezig. Nu focus ik me op wat er hier en nu gebeurt. Dat is bevrijdend.” OP WWW.STICHTINGIZZ.NL/MINDFULNESS ONTDEKT U WAT DE NEGEN SESSIES VAN DE ONLINE BASISTRAINING MINDFULNESS VOOR U KUNNEN DOEN. VOOR LEDEN KOST DE TRAINING SLECHTS € 19,95 DE DEZORG ZORG11| |2016 2016 17 17 Au! Pijn is voor iedereen anders 18 DE ZORG 1 | 2016 Pijn is subjectief. En dus voor iedereen anders. “Pijn is niet te meten en niet met bloedonderzoek of röntgenfoto’s vast te leggen”, vertelt anesthesioloog-pijnspecialist Anne Mieke Karsch. “Hoe iemand pijn beleeft en ermee omgaat, verschilt per persoon en situatie. Als een patiënt dan ook nog eens altijd pijn heeft, is het lastig ermee te leren leven.” Wat dan? Pijn heeft vaak een duidelijke lichamelijke oorzaak. Door bijvoorbeeld een snee in je vinger gaan er cellen kapot. Daardoor komen er stofjes vrij die een zenuw prikkelen. Die prikkel gaat via de zenuwen naar de hersenen. Pas als de prikkel in je hersenschors aankomt, voel je pijn. De klacht is chronisch als de pijn langer duurt dan drie tot zes maanden. Of als ze langer duurt dan verwacht zou worden op basis van de oorzaak. De pijnklacht kan dan meestal niet alleen lichamelijk verklaard worden. Pijnspecialisten gaan ervan uit dat chronische pijn wordt veroorzaakt en in stand gehouden door meerdere factoren. Zo’n factor is de psychologische dimensie: hoe je de pijn beleeft. Anne Mieke Karsch van de polikliniek voor pijnbehandeling van UMC Utrecht licht toe: “Zo ervaart iemand met pijn in zijn rug misschien dat hij er prima mee kan werken. Maar een ‘verplicht’ familiebezoek kan voor diezelfde persoon als te belastend aanvoelen. De pijnbeleving verschilt per situatie en van persoon tot persoon.” De keuze die iemand maakt hoe met pijn om te gaan, is een derde dimensie: de sociale of gedragsdimensie. Ga je bijvoorbeeld toch op familiebezoek? Teleurstellende boodschap Ruim twee miljoen Nederlanders hebben chronische pijn. Als de oorzaak niet gevonden kan worden of niet behandelbaar is, kan een patiënt verwezen worden naar een pijnpolikli- niek. Bijvoorbeeld in het UMC Utrecht, waar Karsch werkt. Patiënten hebben vaak al een flink aantal specialisten gezien voordat ze bij de pijnpoli komen. Alle hoop is dan op de pijnpoli gevestigd: die zal de pijn eindelijk wegnemen. De boodschap die Karsch en collega’s brengen, stelt patiënten echter vaak teleur. “De patiënt hoopt op een pil of prik om van zijn pijn af te komen. Zo simpel werkt het helaas niet. Chronische pijn reageert lang niet altijd goed op pijnmedicatie en bijwerkingen kunnen belastend zijn. Geen enkele patiënt kijkt ernaar uit om chronisch pijnstillers te gebruiken. Een andere behandelmethode is een zenuwblokkade, waardoor minder pijnprikkels naar de hersenen gaan. Maar zo’n zenuwblokkade is lang niet altijd geïndiceerd en wordt ook niet altijd vergoed door de zorgverzekering. Kortom, we kunnen niet beloven dat we alle pijn kunnen wegnemen. Uiteraard doen we er wel alles aan om de pijn zo draaglijk mogelijk te maken.” Hoe pakt de pijnpoli chronische pijn aan? Alle pijndimensies – lichaam, geest en gedrag – krijgen aandacht van Karsch en haar collega’s. Hun doel is de pijn hanteerbaar maken, zodat deze iemand zo min mogelijk beperkt in zijn leven. Bij zo’n brede aanpak hoort een uitgebreide intake. De patiënt vult voorafgaand aan het eerste polikliniekbezoek twee vragenlijsten in. Tijdens het eerste bezoek – dat een halfuur tot drie kwartier kan duren – worden de klacht en eerdere behandelingen besproken. Ook is er tijdens deze intake Tips voor uw werk met pijnpatiënten Ook al hebt u zelf geen chronische pijn, met ruim twee miljoen Nederlanders die dat wel hebben, is de kans heel groot dat u er in uw werk mee te maken krijgt. Hoe gaat u om met een patiënt of cliënt met chronische pijn? Anesthesioloog-pijnspecialist Anne Mieke Karsch geeft enkele tips: 1 Ga met de patiënt in gesprek over de pijn. Vraag of een andere zorgverlener er al aandacht voor heeft. Zo niet, adviseer de patiënt om het met de huisarts te bespreken. 2 Informeer waar de patiënt tegen aanloopt en wat zijn beperkingen zijn. Dan kunt u daar rekening mee houden. Rekening houden met pijn betekent niet dat u alle taken uit handen neemt, ook al bedoelt u dat goed. De patiënt of zijn behandelend arts weet wat nog wel kan en wat niet. 3 Zeg nooit: “U hoeft in deze tijd geen pijn meer te lijden.” Helaas kunnen ook de pijnspecialisten niet alle pijn verhelpen. > DE ZORG 1 | 2016 19 “Wij vragen de patiënt welke gevolgen de pijn heeft, bijvoorbeeld of zijn stemming en functioneren erdoor worden beïnvloed” Anne Mieke Karsch aandacht voor de psychologische en sociale gevolgen van de pijn. Karsch licht toe: “Wij vragen de patiënt welke gevolgen de pijn heeft, bijvoorbeeld of zijn stemming en functioneren erdoor worden beïnvloed. En of hij door de pijn dingen niet meer kan doen. Meestal “Veel mensen met chronische pijn werken gewoon, eventueel met de nodige aanpassingen” kunnen we na dit eerste gesprek een concreet behandelplan opstellen. Daarbij zijn naast de anesthesioloogpijnspecialist desgewenst ook de pijnverpleegkundige, psycholoog, maatschappelijk werker of psychiater betrokken. De behandeling is voor iedere patiënt anders: vaak met medicatie, soms met zenuwblokkades en altijd met aandacht voor de gevolgen van de chronische pijn. Wij behandelen de patiënt dus in zijn geheel: de pijn, de pijnbeleving én de pijngerelateerde gevolgen en beperkingen.” 20 DE ZORG 1 | 2016 Beweging is voor iedereen belangrijk, ook voor mensen met chronische pijn. Toch is de stap om te (blijven) bewegen voor sommige patiënten lastig te zetten. “Als bewegen pijn doet, is de patiënt eerder geneigd ermee te stoppen en het voortaan rustig aan te doen. Hij is dan bang dat bewegen schade aanbrengt in plaats van goed doet. Terwijl beweging juist bijna altijd goed is! Als stelregel hierbij geldt: bewegen mag best even pijn doen, als de pijn maar wegzakt na een tijdje.” Dat kan lastig in te schatten zijn voor de patiënt. Het is vaak zoeken naar wat wel kan en wat niet. De pijnpoli verwijst dan ook geregeld door naar een fysiotherapeut of revalidatiearts. Die werken met het programma Graded Activity. De patiënt bouwt zijn (bewegings)activiteiten geleidelijk op, doorbreekt zijn bewegingsangst, leert omgaan met de pijn en richt zich op mogelijkheden in plaats van beperkingen. En werk? Werk is ook een vorm van bewegen. Maar Karsch en collega’s adviseren niet over al dan niet werken met chronische pijn. “Dat is niet onze deskundigheid: het hangt af van de persoon, de persoonlijke situatie en het soort werk. De een is blij dat het werk afleidt van de pijn, de ander gaat niet met plezier naar het werk en ervaart mede daardoor misschien wel meer pijn. Niet kunnen werken of niet willen werken liggen soms dicht bij elkaar, merken wij. Veel mensen met chronische pijn werken gewoon, eventueel met de nodige aanpassingen. De belasting die zij ervaren door het werk is goed in evenwicht met hun belastbaarheid, met hoeveel ‘last’ zij kunnen dragen. Veel werkplezier vergroot die belastbaarheid bijvoorbeeld. Maar wat als een medewerker ineens ook mantel­zorger wordt? De belasting kan dan te groot worden. De bedrijfsarts en leidinggevende kunnen in dit soort situaties adviseren en helpen om een goede balans in belasting en belastbaarheid te houden.” NOG MEER HOREN OVER CHRONISCHE PIJN EN DE BEHANDELING ERVAN? BEKIJK DE VIDEO MET UITLEG VAN NEUROCHIRURG MARTIJN MALESSY VIA WWW.STICHTINGIZZ.NL/PIJN DIT IS DE ZORG 18-02-2016 11:25 uur, arbeidsfysiotherapie in Laurentius Ziekenhuis, Roermond Ze is fysiotherapeut, maar Judith Belfroy doet meer dan alleen lichamelijke klachten behandelen. In de pilot arbeidsfysiotherapie gaan Belfroy en haar collega’s van het Roermondse Laurentius Ziekenhuis dieper in op de oorzaak van de klachten. “In plaats van alleen fysiotherapie te bieden, gaan we uitgebreider met patiënten in gesprek. Dat leidt tot nieuwe inzichten.” Belfroy is en blijft een fysiotherapeut. Het is haar doel om fysieke klachten weg te nemen. Maar ze wil ook graag dat de klachten weg blijven. “Daarom beginnen we met een uitgebreid intakegesprek. Dat gaat onder andere op basis van een vragenlijst die de ziekenhuismede­ werker voorafgaand heeft ingevuld. We bespreken van alles: van iemands gezondheid en karakter – bijvoorbeeld de manier waarop hij omgaat met tegenslag – tot aan carrièreambities en iemands privésituatie. Er zijn talloze dingen die kunnen leiden tot bijvoorbeeld nekklachten. En diverse situaties die een klacht in stand kunnen houden. Daar komen we nu steeds meer achter.” Vertrouwelijk Het duurde even voordat medewerkers tegenover haar open durfden te praten over persoonlijke onderwerpen. Het is ook niet echt gebruikelijk om met de fysiotherapeut van je werk je thuissituatie te bespreken. “Het is belangrijk om te weten dat alle gesprekken vertrouwelijk zijn. Mijn rol is adviserend: als ik iets signaleer, vertel ik dat aan de patiënt zodat hij er iets mee kan.” Het vervolg kan bijvoorbeeld een eenvoudig werkplekonderzoek zijn, maar ook gesprekken met een psycholoog. Zolang mensen er maar baat bij hebben. “Het doet mij vooral goed dat ik nu in sommige gevallen meer kan bieden dan symptoom­bestrijding.” Initiatief van Stichting IZZ Deze pilot is een initiatief van Stichting IZZ. We hopen dat met deze aanpak zorgmedewerkers zich sneller gezonder voelen. De pilot loopt bijvoorbeeld ook in het Zeeuwse ziekenhuis ZorgSaam. DE ZORG 1 | 2016 21 IZZ ZORGVERZEKERAAR: GOED GEHOLPEN ‘Ik kon meteen terecht’ Thuiszorgmedewerker Jacques Verburgh heeft baat bij fysiotherapie De dag voordat hij op vakantie zou gaan, maakte IZZ-verzekerde Jacques Verburgh (65 jaar) een verkeerde beweging waardoor het in zijn rug schoot. De schade viel mee, dus hij ging toch op pad. Helaas kreeg hij tijdens zijn vakantie opnieuw last van zijn rug. Bij thuiskomst ging Verburgh direct naar de fysiotherapeut. Snel er weer bovenop komen, was zijn doel. “Vanaf mijn vakantieadres heb ik al contact opgenomen met de fysiotherapeut”, vertelt Verburgh. “Ik wilde zeker weten dat ik meteen terechtkon zodra ik terug was. En dat kon: de dag nadat ik terugkwam, zat ik al in de behandelkamer.” Hij bleek te kampen met een overbelasting van de dwarse spieren en het sacro-iliacale gewricht, oftewel klachten in de lage rug. Die had hij niet opgelopen door zijn werk, maar juist in zijn vrije tijd. “Ik heb tot aan mijn pensioen in het ziekenhuis gewerkt en heb nu een nulurencontract Hoe helpt Stichting IZZ? Stichting IZZ vindt het belangrijk dat Jacques Verburgh, u en andere zorgmedewerkers met fysieke klachten goede zorg krijgen. Daarom heeft de IZZ Zorgverzekering prima vergoedingen en services om klachten te voorkomen of snel te verhelpen. Welke preventieve zorg u vergoed krijgt, leest u op de pagina hiernaast. 22 DE ZORG 1 | 2016 als verpleegkundige in de terminale nachtzorg, omdat ik graag actief wilde blijven. Ik weet dankzij die jarenlange ervaring hoe ik werkgerelateerde fysieke klachten kan voorkomen. Helaas was ik privé niet zo oplettend.” Ver­ burgh let er bijvoorbeeld goed op hoe hij de auto in- en uitstapt, iets wat veel collega’s in de thuiszorg verkeerd doen. De juiste manier? Verburgh laat het zien: “Bij het instappen ga ik eerst zitten, terwijl mijn voeten nog op de stoep staan. Ik zit dan dus een kwartslag gedraaid ten opzichte van het stuur. Daarna draai ik romp en benen als één geheel naar binnen, met de benen tegen elkaar.” In beweging blijven Hij schroefde tijdelijk zijn werk terug om te herstellen, wat dankzij zijn nulurencontract makkelijk kon. Zijn klachten werden behandeld met een combinatie van fysiotherapie en acupunctuur. Verburgh: “Ik had nooit eerder acupunctuur gehad, maar de fysiotherapeut raadde het aan. Het prettige is dat ik met mijn aanvullen­ de verzekering ook dat vergoed krijg. Ik ben er dus voor gegaan, en daar heb ik geen spijt van.” Terecht, want hij is volledig hersteld. Alleen langdurig zitten valt hem soms nog zwaar. “Ik moet in beweging blijven, dan gaat het goed. Gelukkig komt er in mijn werk toch weinig terecht van zitten!” MEER INFORMATIE? LEES MEER OP WWW.IZZ.NL/VERGOEDINGEN/FYSIOTHERAPIE PIETER ZOEKT UIT Hoe helpt de zorgverzekering mij gezond te blijven? Als belangenbehartiger van zorgmedewerkers met een IZZ Zorgverzekering willen wij weten wat er leeft bij onze leden. Community manager Pieter van de Winckel gaat op pad om prangende vragen van onze verzekerden te beantwoorden. Zoals: hoe helpt de IZZ Zorgverzekering je gezond te blijven? Met senior klantadviseur Meriam Poppe zoekt Pieter uit welke preventieve zorg vergoed wordt in het pakket Zorg voor de Zorg. Pieter: “De uitspraak ‘voorkomen is beter dan gene­ zen’ geldt dubbel en dwars voor zorgmedewerkers. Waarom eigenlijk?” Pieter: “Wat houdt de Leefstijl Check in?” Meriam: “Dat komt door de aard van het werk: door de fysieke belasting is de kans op klachten als rug- en nekpijn groter. Gelukkig groeit het bewustzijn onder de IZZ-verzekerden: we krijgen steeds meer vragen over het voorkomen van gezondheidsproblemen.” Meriam: “Bij de IZZ Leefstijl Check neemt een geselec­ teerde zorgaanbieder je gezondheid onder de loep. Van bloedonderzoek tot fietstest en van gehoor tot longfunctie, álles komt aan de orde. Na afloop krijg je uitgebreid advies over je leefgewoonten. De test kan helpen ziektes of aandoeningen vroegtijdig op te sporen, en de ontwikkeling zo veel mogelijk te keren.” Pieter: “Zorgdiensten en -producten die je helpen gezond te blijven, vallen onder de noemer preventieve zorg. Krijgen zorgmedewerkers met een IZZ Zorgverze­ kering preventieve zorg vergoed?” Pieter: “De Leefstijl Check is dus een nuttig instrument om je gezondheid in kaart te brengen en hier actie op te ondernemen. Maar hoe zit dat met het Sport Medisch Advies, is dat niet overdreven?” Meriam: “Ja, als zij gekozen hebben voor het aanvul­ lende pakket Zorg voor de Zorg. Dat geldt voor acht op de tien IZZ-verzekerden. Vergoed worden bijvoorbeeld een IZZ Leefstijl Check, bezoek aan de diëtist of Sport Medisch Advies.” Meriam: “Integendeel. Een bezoek aan een sportarts is geen overbodige luxe als je na lange tijd de baan of het veld weer opgaat. Sporten is een geweldige manier om de kans op chronische fysieke klachten te verkleinen, maar loop niet te hard van stapel. De sportarts adviseert over een gezond beweegpatroon, zodat je het risico op bijvoorbeeld blessures minimaliseert.” Pieter: “Hoe kom ik erachter welke preventieve dien­ sten vergoed worden?“ Meriam: “Dat vind je in de voorwaarden van de IZZ Zorgverzekering, kijk op de website: www.izz.nl/vergoedingen/preventieve-zorg. En je kunt ons altijd bellen of e-mailen. Want je weet het: voorkomen is beter ...” WELK ONDERWERP BINNEN DE IZZ ZORGVERZEKERING WILT U GRAAG UITGELEGD ZIEN? LAAT HET PIETER WETEN VIA WWW.STICHTINGIZZ.NL/PIETER-ZOEKT-UIT DE ZORG 1 | 2016 23 Hartstichting zoekt reanimeerders: doet u mee? Als zorgmedewerker weet u hoe belang­ rijk snelle, adequate hulpverlening is. Bij een hartstilstand zijn de eerste zes minu­ ten cruciaal. In die zes minuten kan een ambulance meestal niet ter plekke zijn. Per dag overlijden daardoor 35 mensen in Nederland aan een hartstilstand. De Hart­ stichting roept daarom mensen met een reanimatiecertificaat op zich aan te mel­ den voor een oproepsysteem. Zodat zij die eerste, cruciale hulp kunnen bieden. Hoe werkt het? Als de 112-meldkamer een melding krijgt over een hartstilstand, schakelt zij het oproepsysteem in. Via dit systeem krijgen de mensen in de buurt van het slachtof­ fer een bericht op hun mobiele telefoon. Deze burgerhulpverleners reanimeren het slachtoffer tot de ambulance arri­ veert. Ook u als zorgmedewerker kan het verschil maken! Meld u dus aan voor het oproepsysteem van de Hartstichting. MEER WETEN OF AANMELDEN? WWW.STICHTINGIZZ.NL/HARTSTICHTING Wij zijn de zorg 24 DE ZORG 1 | 2016