De metafoor van de ‘anti-kapper’ V oor deze nieuwsbrief ga ik de laatste keer op zoek hoe mensen binnen hun organisatie inhoud geven aan het begrip kwaliteit. Dit maal is het woord aan Hugo Christiaan van der Molen, gerenommeerd kapper. Al knippende gunt hij mij een blik in zijn rijke historie en ervaringen. Kwaliteit met de hoofdletter K! De historie In 1971 ben ik als assistent begonnen bij Elizabeth Arden in Den Haag. De volgende stap was een training bij Vidal Sassoon in Londen die inmiddels toonaangevend was geworden. Niet lang daarna werd ik uitgenodigd door Christiaan in Amsterdam om voor hem de nog te openen vestiging in Den Haag te gaan runnen. Ik beschikte zelf niet over de middelen om een eigen zaak volgens de Vidal Sassoon-filosofie te starten. Christiaan zat op dezelfde golflengte en zo kreeg ik een gouden kans aangereikt om mijn droom te verwezenlijken. Allereerst heb ik toen voor Christiaan in Amsterdam gewerkt. Ik heb toen veel geleerd op het allerhoogste niveau. Ik beschouw Christiaan nog steeds als een van de tien beste kappers ooit. Terugblikkend denk ik dat ik gewoon geluk heb gehad. Het voelt alsof het geschonken is. Onderscheidend vermogen Eigenlijk ben ik een ‘anti-kapper’ in die zin dat mijn werk er zich op richt om klanten hun eigen haar te laten hebben en niet zozeer om trendy kapsels te ontwerpen. Een kapsel is geen ding op zich. Het kapsel is onlosmakelijk verbonden met de persoon die het draagt. Het mooiste resultaat krijgen door met het karakter van het haar te werken. Ik noem dat de vrijheid te maken wat gemaakt wil worden. Met andere woorden: het haar wijst me de weg. Op deze manier verkrijg je een natuurlijk en duurzaam kapsel. Want het is wel de bedoeling dat de klant de volgende dag het haar zelf ook goed in model kan brengen. Het haar van vandaag mag niet conflicteren met het kapsel dat de kapper gisteren heeft gemaakt. Het mag niet alleen een kunstje van de kapper zijn. Het is helemaal niet zo belangrijk welke techniek of welk gereedschap we gebruiken. Wat voorop staat is het beeld op te roepen, het resultaat wat ons voor ogen staat goed te krijgen en de sfeer, het gevoel neer te zetten. Het is beter een fout te maken in de techniek dan in de modelkeuze. Je moet voorkomen dat je een kapsel creëert dat niets meer te maken heeft met de persoon die het draagt. Waar kwaliteit om draait Kwaliteit draait in mijn beleving om vakmanschap en toewijding. Vakmanschap om de technische finesses van het vak onder de knie te krijgen. Zodra dit het geval is ontstaat de rust om het samenspel tussen de mens en de groei van haar te leren zien. Vakmanschap is breder dan de techniek. In mijn vak is het belangrijk om de esthetische lijnen tussen de natuurlijke groeibeweging van het haar en de drager van het haar te zien. 6 nieuwsbrief kwaliteit Omdat dit aspect in de traditionele vakopleiding ontbreekt, heb ik op advies van een van mijn leermeesters een opleiding gevolgd aan de kunstacademie. Bij het beeldhouwen en schetsen leerde ik kijken op een manier waarbij je echt gaat zien. Ik vind het jammer te constateren dat dit nog steeds geen deel uitmaakt van de vakopleiding. We denken te vaak in regels, stappenplannen en dergelijke. Bij vakmanschap en toewijding gaat het daar op een gegeven moment niet meer om. Mijn ervaring is dat de beste resultaten intuïtief tot stand komen. Je beheerst het vak en je ziet ‘gewoon’ wat er moet gebeuren. In die zin ben ik overtuigd van de kracht van goed leermeesterschap. Ik ervaar in elk geval overduidelijk de meerwaarde van mijn eigen leermeesters. De klanten Mijn klanten zijn vaak hoog opgeleid en zijn ook vaak artistiek. Ik neem de tijd voor mijn klanten. Je zou kunnen zeggen dat er geen tijd voor haast is. Vanaf 2009 huren we bedrijfsruimte bij het Huis van Groen Kappers van René Slierendrecht. Dat is een ervaring op zich. Het is er rustig en gezellig tegelijkertijd, de sfeer is aangenaam en je waant je even in een andere wereld. De klantenkring selecteert zich eigenlijk vanzelf. Want als er geen chemie is, dan werkt het ook niet. In die zin zijn de klanten uiteindelijk een reflectie van mezelf. Klant­reacties? Ach, uiteindelijk hoor je alleen de goede. Toch is het leuk om te horen als men zegt: ‘eindelijk iemand die mij begrijpt’ of ‘ik ben blij dat als ik thuis net terug ben van de kapper, niet meteen mijn haar hoef te wassen om het weer normaal te laten zijn’. [DUURZAAMHEID] Tot slot De metafoor van de ‘anti-kapper’ geeft ons diverse inzichten. Een kleine greep: • De groeirichting van het haar staat symbool voor de onderstroom van de organisatie. Hier zit de oorsprong van beweging en werking van de organisatie. Dit correspondeert met de opvatting dat de organisatie geen ding is, maar een levend organisme dat gedijt in constructieve en evoluerende wisselwerking met zijn omgeving. • Vakmanschap is kunst en geen kunstje: het resulteert in duurzaamheid, onderscheidend vermogen en interactie met de klanten. Dat geldt ook voor kwaliteit. • Het belang van goede leermeesters: regels zijn goed om basisfinesses in de vingers te krijgen, maar het ware prestatievermogen schuilt in het intuïtieve zien en het vermogen de daaruit voortvloeiende verbeelding te realiseren. Dat vergt veel ervaring, inzicht, passie en toewijding. • Bewust kijken om te zien: een organisatie in beweging vraagt om intensieve observatie van hoe die organisatie nu beweegt. Waar de kracht (en de zwakte) van de organisatie zich bevindt. De organisatie is immers een reflectie van de mensen binnen die organisatie en de klanten zijn op hun beurt een reflectie van de organisatie. Hugo Christiaan ziet individuele vormen en karakters. Organisaties moet je niet in een uniform keurslijf stoppen. Elke organisatie is uniek. Laten we dat vooral zo houden, want juist de eigenheid is de basis van het onderscheidend vermogen. Ton Soons www.alterlogic.nl Unilever stelt harde duurzaamheidsdoelstellingen U nilever wil zijn milieuvoetafdruk in 2020 halveren en tegelijkertijd dubbele groei bereiken. De onderneming wil dat bereiken door de broeikasgasuitstoot, het waterverbruik en het afval veroorzaakt door haar eigen activiteiten te halveren. Een tweede belangrijke doelstelling die het levensmiddelenconcern in het wereldwijde duurzaamheidsplan heeft neergelegd is dat het alle landbouwgrondstoffen zal betrekken uit duurzame landbouw in 2020. Om deze doelstellingen te halen maakte Unilever een levenscyclusanalyse van zo’n 1600 producten wereldwijd die zijn te extrapoleren naar de rest van het productportfolio. Door de analyse weet de multinational precies waar ze staat als het gaat om duurzaamheid en waar zaken verbeterd moeten worden. Om vrijblijvendheid te voorkomen zal de onderneming ieder jaar rapporteren over de vorderingen van de vijftig doelstellingen in het duurzaamheidsplan. Zie www.sustainable-living.unilever.com voor het plan van aanpak van Unilever. [DUURZAAMHEID] Lean Six Sigma moet vooral duurzaam zijn D e meeste Lean Six Sigma-trajecten zijn verkapte reorganisaties. Pas wanneer het kwaliteitssysteem voortkomt uit de visie en strategie van de onderneming en onderdeel wordt van de cultuur, ontstaat duurzame verbetering, volgens Jeroen van Breda Vriesman, lid van de Executive Board van Achmea, in het blad Management Executive. Als aan deze voorwaarde niet wordt voldaan is lean management net elastiek, volgens de topman. Als je eraan trekt, kun je het uitrekken in de gewenste richting, maar als je het loslaat, schiet het vaak meteen weer terug. Dit laatste is volgens Van Breda Vriesman vaak het geval. Lean Six Sigma is een systeem voor kwaliteits­ management dat zich richt op verbetering van de operationele prestaties door het doorlichten en optimaliseren van bedrijfsprocessen. In veel ondernemingen leidt het kwaliteitsconcept echter tot een verkapte reorganisatie. Om dit te voorkomen is het kwaliteitssysteem dat bij Achmea wordt gehanteerd gebaseerd op de principes van Lean Six Sigma, verbeterd met houdings- en gedragscomponenten. Bron: Management Executive nummer 8 • december 2010 7