De nieuwe thematentoonstelling in Het Depot

advertisement
Fragment
NUMMER 11 | NAJAAR 2016
SPREKENDE
BEELDEN
De nieuwe thematentoonstelling
in Het Depot
MYTHOLOGIE, VERHALEN
EN BIBLIOTHEKEN
HET DEPOT
Tentoonstellingen, evenementen
en andere activiteiten
HENK SPREEUWENBERG
zondag 25 februari 2017 tot en met
zondag 28 mei 2017
WELKOM
bij Het Depot
Welkom bij Het Depot, de bijzondere beeldengalerij in Wageningen.
Welkom ook bij Fragment, het tijdschrift van Het Depot.
SPREKENDE BEELDEN
De nieuwe thematentoonstelling in Het Depot gaat over mythologie, mythologische verhalen en natuurlijk over beelden in de
mythologie. De tentoonstelling heeft als titel Sprekende Beelden.
Nu vinden wij dat de beelden van onze collectie altijd sprekend
zijn, maar deze keer spreken ze echt! Ze vertellen zelf met een
gesproken woord de geschiedenis die hen overkwam.
Fragment
2
Imme Dros, in de wereld van de Griekse mythologie voor velen
geen onbekende, schreef die verhalen. Danaë vertelt haar ontroerende, maar ook angstige liefdesgeschiedenis met Zeus. Aphrodite
heeft het over de liefde, de liefde waarvan het geheim in duizenden jaren niet veranderde. Icarus maakt u deelgenoot van het
bloedstollende verhaal waarin hij samen met zijn vader Daidalos
een poging doet om te kunnen vliegen. U kunt horen hoe het afliep.
Prometheus vertelt hoe hij op een gruwelijke manier gestraft
werd door Zeus… Hermes tenslotte (in de Romeinse mythologie
Mercurius) vertelt de geschiedenis hoe een geheime liefde uiteindelijk toch nog goed afliep en hoe de pauw aan al die prachtige
ogen in zijn staart is gekomen.
Op de tentoonstelling besteden we aandacht aan bibliotheken, de
plek waar verhalen worden bewaard. En over verhalen gaat ook
deze tentoonstelling.
Binnen het thema van deze tentoonstelling geeft Hein van Dolen
een lezing over de beeldvorming van de goden in de Griekse
mythologie. Joke Hermsen komt spreken over het begrip tijd en
alle filosofieën die daarmee samenhangen. En we organiseren
weer twee concerten die binnen het thema van de tentoonstelling
passen. In dit nummer van Fragment leest u er meer over.
In dit nummer ook aandacht voor een solotentoonstelling in
Villa Hinkeloord van Henk Spreeuwenberg, een dubbeltalent; een
beeldhouwer en tegelijk architect, maar ook een architect die
beeldhouwer is. Ter gelegenheid van de tentoonstelling verschijnt
een brochure over zijn persoon en zijn werk.
Loek Dijkman, voorzitter Stichting Het Depot
Stichting Utopa
De moederstichting van Het Depot is Stichting Utopa. De doelstelling van deze stichting is het actualiseren en stimuleren van
creatieve talenten van mensen, daar waar de aanleg van enkelingen, om welke reden dan ook, geen kans krijgt.
Het Depot biedt beeldhouwers een opstap of een steuntje in de rug waar dat nodig of wenselijk is, zodat ze zich beter kunnen
ontplooien. Het Depot wil een podium voor beeldhouwers zijn. Juist omdat het om mensen gaat, heeft Het Depot gekozen voor
sculpturen van torsen en fragmenten als hoofdthema. De tors is een bij uitstek menselijke figuur en laat ruimte voor fantasie.
Het Depot richt zich niet alleen tot het museum- en galeriepubliek, maar ook tot andere publieksgroepen die we met de beelden
in Het Depot een plezier kunnen doen. Daarbij is het niet uitsluitend van belang of dat publiek koopkrachtig is. Juist ook mensen die niet zo gemakkelijk of niet zo dikwijls naar kunst kunnen of komen kijken, zijn van harte welkom. Kinderen, studenten,
blinden, ouderen en mensen met een beperking.
Het Depot is van mensen voor mensen. Het biedt binnen een museale omgeving, op meerdere locaties, wisselende tentoonstellingen over hedendaagse beeldhouwkunst. Het geheel ligt binnen de arboreta De Dreijen en Hinkeloord. Volop natuur, volop
fascinerende architectuur en ons restaurant Linnaeus met volop groentenspecialiteiten. Voor schoolkinderen is er educatie op
het gebied van kunst en natuur in Villa Vleermuis. Meer informatie voor scholen is beschikbaar op onze website.
Fragment
3
INHOUD
6
AGENDA SEPTEMBER 2016 T/M FEBRUARI 2017
82
HENK SPREEUWENBERG, EEN RETROSPECTIEF
Wat vindt er wanneer plaats in Het Depot?
Twee passies, Architectuur en beeldhouwen
Mythologie, verhalen en bibliotheken
28
CONCERT
96UIT DE KEUKEN VAN RESTAURANT LINNAEUS
8SPREKENDE BEELDEN
62
30
‘Amor in mineur’
30VERHALEN, DE ZIEL, BEZIELING EN UTOPIE
Sprekende beelden
40CONCERT
8
‘Die Seele’
42BIBLIOTHEKEN, PLAATSEN VAN WETENSCHAP
EN VERHALEN
48EEN VRAAGGESPREK MET IMME DROS
54
52
LEZING
60LEZING
4
42
Joke Hermsen – Kairos, een nieuwe bevlogenheid
62MYTHEN, GODEN EN GRIEKEN OP DE
PELOPONNESOS
Een reisverslag met herinneringen
78WOUTER LEIDT ZIJN VADER REMCO ROND
IN HET DEPOT
42
8
Een volledig vegetarisch-veganistische kaart
Recept kapucijner-falafel
98MÉÉR DAN OLIJFOLIE
102 NIEUWS UIT DE WINKEL
van Beeldengalerij Het Depot
105RONDWANDELING
met gids in Arboretum De Dreijen
106JEROEN MEIJS
Te zien tot en met zondag 22 januari 2017
112LIEVER LAURIER
Hein van Dolen – De Griekse goden bij Homerus
54BOMEN IN DE GRIEKSE MYTHOLOGIE
Fragment
94LINNAEUS WORDT NOG GROENER
Lezersservice
Informatie voor bezoekers
108HET DEPOT
Doelstelling en werkwijze, contact- en adresgegevens
Stichting Utopa
Vernieuwde site
Colofon
Fragment
5
AGENDA
HET DEPOT: TENTOONSTELLINGEN,
EVENEMENTEN EN ANDERE ACTIVITEITEN
17
SPREKENDE BEELDEN
Mythologie, verhalen en bibliotheken
Zondag 2 oktober 2016 tot en met
zondag 19 maart 2017
De opening (14.30 uur) zal worden verricht
door prof. dr. Herman Brijder.
Thematentoonstelling
Het Depot
Fragment
6
Op de nieuwe thematentoonstelling staan
een aantal sprekende beelden tentoongesteld. Zij vertellen hun eigen verhaal, via
nieuwe verhalen van schrijfster Imme Dros.
Kom en luister naar Zeus, Aphrodite en
andere goden. Bewonder de sfeer van
bibliotheken waar eeuwenlang de verhalen
van de Griekse goden gekoesterd werden.
HENK SPREEUWENBERG
zondag 25 februari 2017 tot en met
zondag 28 mei 2017
De opening (14.30 uur) zal worden verricht
door Loek Dijkman en Johan Luijmes (resp.
voorzitter en artistiek leider van Het Depot)
Solotentoonstelling
Villa Hinkeloord benedenzaal
Henk Spreeuwenberg is met recht een
dubbeltalent: zowel architect als beeldhouwer. Dat is niet altijd zo eenvoudig. Bij de
tentoonstelling verschijnt een speciale
brochure over zijn persoon en zijn werk als
beeldhouwer en als architect.
27
82
DE TORS IN NEDERLAND
Tot en met zondag 18 september
EJA SIEPMAN
VAN DEN BERG
Thematentoonstelling
Het Depot
Permanente tentoonstelling
Villa Hinkeloord
Op de tentoonstelling zijn ruim 50 torsen te
zien, waaronder 6 beelden die vijfentwintig
jaar geleden in Dordrecht te zien waren.
Deze werken zijn inmiddels in de collectie
van Het Depot opgenomen.
Sinds enkele jaren is het prachtige gebouw
van Villa Hinkeloord het onderkomen van
een permanente tentoonstelling, geheel
gewijd aan het werk van Eja Siepman van
den Berg. Het werk van Siepman van den
Berg is van alle tijden. De herkenbare
beeldtaal en strakke lijnen vormen samen
met de 19de-eeuwse villa een mooi contrast.
JEROEN MEIJS
Tot en met zondag 22 januari 2017
Solotentoonstelling
Villa Hinkeloord benedenzaal
Meijs heeft een boodschap met zijn werk:
“Eén van de belangrijkste dingen in de
maatschappij is de kunst. Ik ga ervan uit dat
mensen heel veel missen. Wat dat betreft
heb ik een somber wereldbeeld. Als we
opgroeien kunnen er maar een paar
kwaliteiten tot ontwikkeling komen;
kwaliteiten waaraan de materialistische
maatschappij appelleert. In kunst worden
dingen aangesproken die je je in het gewone
leven niet bewust bent. Met mijn beelden wil
ik mensen raken waardoor ze, al is het maar
voor even, een vollediger mens worden.”
In de winkel van Het Depot zijn diverse
door Het Depot uitgegeven publicaties
over het werk van Eja Siepman van den
Berg verkrijgbaar.
TENTOONSTELLING
ARBORETA DE DREIJEN
& HINKELOORD
Permanente tentoonstelling
Het Depot
Vanaf de opening van Het Depot in de nieuwe
gebouwen is er een vaste tentoonstelling
over de arboreta De Dreijen en Hinkeloord
te zien. Stichting Utopa, die al deze activiteiten mogelijk maakt, heeft een grote
affiniteit met mensen. Het leidende thema
van de tentoonstelling over de arboreta is
dan ook de relatie tussen bomen, planten
40
106
52
18
en mensen. Een bijzonder aspect van de
tentoonstelling is een speciaal gemaakte
documentaire over de arboreta.
maar ook een duurzamer en evenwichtiger
samenleving ontstaat? Daarover schreef zij
in Kairos.
CONCERTEN EN
LEZINGEN
Vrijdag 3 februari 2017 20.15 uur
‘Die Seele’
Willem de Vries, bariton / David Bollen,
piano
Vrijdag 4 november 2016 20.15 uur
‘Amor in mineur’
Heleen de Witte, fluit / Rob van Heck,
piano / Paul Groos, verteller
Het trio Mythisch met Muziek neemt u mee
in een programma met verhalen en muziek.
U hoort delen uit de Metamorfosen van
Ovidius, waaronder de geschiedenis van
Pygmalion en Galathea over de beeldhouwer
die verliefd wordt op zijn eigen kunstwerk,
Pan en Syrinx en Orpheus en Eurydice.
Tijdens en tussen de vertellingen klinkt
muziek voor fluit en piano van o.a. Christoph
Willibald Gluck, Georg Friedrich Händel,
Claude Debussy en Albert Roussel.
Vrijdag 18 november 2016 14.00 uur
Joke Hermsen over Kairos In 'Stil de tijd' noemde Joke Hermsen stilte,
rust, traagheid en verveling voorwaarden
voor werkelijke creativiteit en helder
nadenken. Zij pleitte voor niets minder dan
een langzame toekomst. Maar wat gebeurt
er na de rust? Welke nieuwe denkrichting
moet er gekozen worden opdat er werkelijk
iets verandert en er niet alleen een rustiger,
In een liedrecital dat gewijd is aan teksten
en muziek over de ziel hoort u onvergetelijke
liederencycli van Schumann op teksten van
Heinrich Heine en Joseph von Eichendorff.
Op het programma staan Liederkreis op. 24
en 39. Liederen met titels als: Es treibt mich
hin, Anfangs wollt ich fast verzagen,
Wehmut en Zwielicht beloven een avond van
melancholie en verlangen.
Vrijdag 10 februari 2017 14.00 uur
Hein van Dolen
De Griekse goden bij Homerus
In deze lezing wordt ingegaan op het beeld
over de goden dat Homerus ons heeft
nagelaten. Maar ook de cultus, gebed en
offers, en de functie van priesters en
priesteressen komen aan de orde. Evenals
de latere ontwikkeling waarin kritiek op
Homerus wordt geleverd en het ontstaan
van de mysteriegodsdiensten.
Voor de concerten en lezingen dient u zich
aan te melden via onze site.
48
Fragment
7
SPREKENDE
BEELDEN
MYTHOLOGIE, VERHALEN
EN BIBLIOTHEKEN
Opening zondag 2 oktober 2016 om 14.30 uur
door prof. dr. Herman Brijder
Fragment
8
DE NIEUWE THEMATENTOONSTELLING IN HET DEPOT GAAT OVER
MYTHOLOGIE, MYTHOLOGISCHE VERHALEN EN NATUURLIJK OVER
BEELDEN IN DE MYTHOLOGIE. DE TENTOONSTELLING HEEFT ALS
TITEL SPREKENDE BEELDEN. NU VINDEN WIJ DAT DE BEELDEN
VAN ONZE COLLECTIE ALTIJD SPREKEND ZIJN, MAAR DEZE KEER
SPREKEN ZE ECHT! ZE VERTELLEN ZELF MET EEN GESPROKEN
WOORD DE GESCHIEDENIS DIE HEN OVERKWAM.
Imme Dros, in de wereld van de Griekse mythologie voor velen
geen onbekende, schreef die verhalen. Danaë vertelt haar ontroerende, maar ook angstige liefdesgeschiedenis met Zeus. Aphrodite
heeft het over de liefde, de liefde waarvan het geheim in duizenden jaren niet veranderde. Icarus maakt u deelgenoot van het
bloedstollende verhaal waarin hij samen met zijn vader Daidalos
een poging doet om te kunnen vliegen. U kunt horen hoe het afliep.
Prometheus vertelt hoe hij op een gruwelijke manier gestraft
werd door Zeus… Hermes tenslotte (in de Romeinse mythologie
Mercurius) vertelt hoe een geheime liefde uiteindelijk toch nog
goed afliep, en hoe de pauw aan al die prachtige ogen in zijn staart
is gekomen.
Fragment
9
Op de tentoonstelling besteden we aandacht aan bibliotheken, de
plek waar verhalen worden bewaard. En over verhalen gaat ook
deze tentoonstelling.
De tentoonstelling wordt geopend door prof. dr. Herman Brijder.
Herman Brijder was jarenlang verbonden aan de UvA en directeur
van het Allard-Pierson Museum in Amsterdam. Meer dan tien jaar
ondersteunde Stichting Utopa prof. Brijder en zijn promovendi
bij hun archeologisch onderzoek in Griekenland. Het was ook
Herman Brijder die op 25 september 2004 Villa Hinkeloord
opende. Dat was het begin van Beeldengalerij Het Depot in
Wageningen. Toen noemde hij Het Depot een waar ‘Museion’,
een echt huis van de Muzen.
136 • Helaine Blumenfeld, Pleiades, 1995, Macedonisch marmer, 68 cm
99 • De Nikè van Samothrakè, gips, 300 cm
Origineel: Louvre, Parijs. Wit Parisch marmer van eiland Paros,
waarschijnlijk gemaakt door Polycharmos van Rhodos, omstreeks
190 v. Chr.
Fragment
10
Het origineel van deze kopie in Beeldengalerij Het Depot van
de gevleugelde overwinningsgodin Nikè was het belangrijkste
onderdeel van een monument, opgericht ter herinnering aan
overwinningen van de bewoners van het eiland Rhodos in de
zeeslagen tegen Antiochos. Het was oorspronkelijk opgesteld op
een hoge voorplecht van een oorlogsschip van grijs marmer uit
Rhodos, in een waterbassin. Dit bassin bevond zich in een rechthoekige nis met uitzicht op het ‘Heiligdom van de Grote Goden’
op Samothrakè, het eiland in het noordoostelijk deel van de
Aegeïsche Zee. Het beeld is in 1863 naar het Louvre overgebracht
en de scheepsplecht in 1891.
De rechtervoet van de godin raakt net het schip. Haar linker heup
is naar achteren gedraaid, schouders en borsten de andere kant
op. Hierdoor ontstaat een krachtige draaiing. Ze draagt een dunne
chiton, die onder haar borsten met een koord is gesnoerd, en een
dikke mantel die over haar rechterbeen valt en achter haar in de
lucht fladdert. De draperie is buitengewoon beweeglijk – bijna
vibrerend – en zorgt ervoor dat de overwinningsgodin als het ware
‘werkelijk’ verschijnt. Het geheel brengt een krachtige beweging
naar voren tot uitdrukking. De Nikè was oorspronkelijk met haar
rechterbeen naar voren opgesteld, en daarmee bedoeld om van
haar linker driekwart aanzicht bekeken te worden. Het beeld is
een prachtig voorbeeld van het hoogtepunt van de zogenaamde
Hellenistische Barokke stijl.
Fragment
11
Afrodite
“Liefde is een last voor mensen en goden.
Ik, Afrodite, durf dat als godin van de liefde te zeggen.
Mensen en goden maak ik verliefd als ik dat wil.
En dan doen ze wat ze nooit deden.
Dan denken ze wat ze nooit dachten.
Dan dromen ze wat ze nooit durfden dromen.
Die macht heb ik over mensen en goden.”
Fragment
Fragment
12
13
De sprekende Afrodite.
Deel van de tekst van Imme Dros
135 • Helaine Blumenfeld, Aphrodite,
2007, cederhout, 165 cm
Aphrodite is geïnspireerd op de
Griekse godin met dezelfde naam.
Ze is de verpersoonlijking van de
liefde, schoonheid en seksualiteit.
Het beeld is uit één stuk hout
gebeeldhouwd.
194 • Eppe de Haan, Icarus, 2003, marmer, 125 cm
De Haans Icarus vertelt het gelijknamige verhaal van godenzoon Icarus en zijn
mislukte ontsnapping van het eiland Kreta. Het tragische verhaal is een voorbeeld
van hybris, het Griekse woord voor overmoed. Door zijn vaders instructie om niet te
dicht bij de zon te vliegen te negeren, smolt de was aan Icarus’ vleugels waarna hij
in zee neerstortte.
De Haans Icarus toont het fragment van een liggende mannenfiguur. De vormgeving van het lichaam verraadt dat de figuur groot en gespierd moet zijn geweest.
De fijne tekening in de huid van het marmer geeft de figuur iets bovennatuurlijks.
Fragment
Fragment
14
15
347 • Eja Siepman van den Berg, Venus 102, 2010, brons, 150 cm
Het gitzwarte patina, waarmee Siepman haar beelden meestal
afwerkt, weerkaatst licht op de verschillende rondingen.
Siepman heeft deze Venus in Italië ook laten hakken in
Bardiglio marmer. Dit beeld is afgewerkt met de egg-shell
schuurmethode waardoor het marmeroppervlak mat blijft.
Dit heeft als effect dat de huid van het beeld heel zacht wordt.
Deze marmeren versie staat in Villa Hinkeloord.
Ikaros
“Mijn vader is geniaal.
Maar oud.
En nu werd hij nog kinds ook.
Dacht ik.
Hij bestelde veren, bijenwas, touwen.
En hij kreeg het!
Niemand had argwaan.
Hij tekende en rekende
Fragment
16
‘Dit is het moeilijkste wat ik ooit deed,’ zei hij
Fragment
17
Maar hij kreeg het gedaan.
Trots spreidde hij de enorme vleugels uit.”
De sprekende Ikaros.
Deel van de tekst van Imme Dros
276 • Gerrit Offringa, Le peau d’Icare, 1992, kunststof, hout en metaal, 120 cm
Le peau d’Icare verbeeldt de Griekse mythe van Icarus, zoon van uitvinder Daedalus. In een poging van
het eiland Kreta te ontsnappen verliest hij de vleugels die zijn vader had gemaakt van was en veren door
te dichtbij de zon te vliegen. Hij stort in de Icarische zee, onderdeel van de huidige Middellandse zee.
Offringa verwijst op subtiele manier naar Icarus’ goddelijke afkomst door een glimmende, wit-porseleinen huid. Veren en abstracte verwijzingen naar Daedalus’ constructie liggen om Icarus’ lichaam heen.
Offringa hanteert net als Daedalus een ingenieuze combinatie van technieken en materialen.
Prométheus
“Als titaan ben ik oersterk.
Sterker dan de goden.
Alles kan ik aan, ik verzet bergen.
En ik ben verstandig, ik denk voordat ik doe.
Maar ik heb een groot zwak.
Een klein hartje.
Ik ga gebukt onder medelijden.
Een ziek vogeltje, een vlieg in een web.
Fragment
Fragment
Ik kan er niet tegen.
18
Ik moet helpen.”
De sprekende Prométheus.
215 • Peter Keizer, De Vuurbrenger, 2007, hout/keramiek, 200 cm
De Vuurbrenger verbeeldt de Griekse mythe van Prometheus, de reus die volgens
de mythe het vuur van het intellect aan de mens zou hebben gegeven. Keizer
heeft Prometheus in dit werk verbeeld als een hondje met een vurig gouden tong.
Bijzonder aan dit beeld is dat de vrouwfiguur echt verguld is. De twee handen
symboliseren een gevoel van tederheid en beminnen. De bewerking van de
keramiek suggereert een oppervlakte van dikke dotten verf.
Deel van de tekst van Imme Dros
19
Hermes
“Mijn vader Zeus de god van de donder riep me:
‘Hermes, je moet me helpen.’
Fragment
20
Er was weer iets met een meisje of een nimf.
Fragment
21
Mijn almachtige vader houdt van meisjes en nimfen.
Mijn moeder Maia was ook zo’n nimf.
En je ziet aan mij wat daar van kwam.”
De sprekende Hermes.
Deel van de tekst van Imme Dros
358 • Henk Spreeuwenberg,
De boodschapper, 2005, brons, 160 cm
De boodschapper toont een grote, bronzen mannenfiguur zonder schouders,
hoofd en armen. Spreeuwenberg heeft
de nadruk gelegd op lange benen en
een voorwaartse richting in het beeld.
De titel verwijst naar Mercurius: de
boodschapper van de Goden in de
Romeinse mythologie. De goudbruine
kleur van het brons benadrukt de goddelijke afkomst van De boodschapper.
313 • Aart Schonk, Weerspiegeling, 2004, marmer, 144 cm
Weerspiegeling vertelt een mythologisch verhaal uit de ‘Metamorfosen’
van de Romeinse dichter Ovidius. In dit beeld heeft Schonk een magisch
moment vastgelegd: het samensmelten van godenzoon Hermafroditus en
de waternimf Salmacis tot een tweeslachtig wezen, de hermafrodiet. Deze
mythe van Ovidius is een geliefd onderwerp in de kunstgeschiedenis.
Fragment
Fragment
22
23
470 • Jan Aldenhoven, Freya, 2009,
lindehout, 170 cm
In de Germaanse mythologie was de
lindeboom gewijd aan Freya, de godin
van de liefde en vruchtbaarheid.
Lindehout wordt van oudsher veel
gebruikt voor het maken van beelden
en houtsnijwerk. Het is gemakkelijk te
snijden en heeft een vaste structuur.
Freya is vormgegeven door middel van
de taille direct methode. Bij dit beeld
is Jan Aldenhoven gestart met een geboetseerd werkmodel op schaal. Daarna
heeft hij de maten en verhoudingen
overgebracht op de boomstam waarna
hij het beeld met de kettingzaag
grofweg uitsneed. De huid van Freya
laat de sporen zien van houtgutsen.
Danaë
“En mij sloot hij op in een kelder.
Daar was het altijd donker.
Wel kreeg ik een lampje.
Maar nooit zou ik het daglicht meer zien.
Op een nacht ging de lamp uit.
Er vielen gouden druppels op me.
Vreemd genoeg was ik niet bang.
Er was iemand bij me.
Fragment
Fragment
En een stem zei: ‘Ik ben Zeus, de god van de donder,
24
de heerser van mensen en goden.’
279 • Gerrit Offringa, Zeus en Danaë,
1986/2010, kunststof, 210 cm
In de hoop zijn dochter kinderloos te houden,
besluit de mythische koning Acrisius haar op
te sluiten. Ondanks Danaë’s gevangenschap
weet de Griekse oppergod Zeus bij haar te
komen in de vorm van gouden regen. Ze raakt
zwanger en baart een zoon, Perseus, die de
voorspelling van een orakel laat uitkomen
en koning Acrisius ombrengt. Offringa heeft
de oppermachtige Zeus gestalte gegeven
met opvallend materiaal: gekleurd kunststof
schuim. In de fijne, kwetsbare draadcon­
structie is een imposante mannenfiguur
te ontwaren.
Het donker omsloot me met zachte armen.”
De sprekende Danaë.
Deel van de tekst van Imme Dros
25
Danaë
Fragment
26
Toen ik klein was huilde ik in het donker.
Ik was bang en wist niet waarom.
Voelde ik toen al wat er zou komen?
Ik ben de dochter van een koning.
Maar wat betekent voor een koning een dochter.
Zoons wil een koning, zoons om hem op te volgen
Zoons om te zorgen dat zijn naam niet verloren gaat.
Mijn vader kreeg geen zoons.
Alleen mij.
Hij ging naar wichelaars en waarzeggers.
‘Krijg ik zoons? ‘
Ze zeiden niet ja en niet nee.
Hij ging naar het beroemde orakel in Delfi,
waar mensen uit alle windstreken heen reisden om zich
de toekomst te laten voorspellen
‘Krijg ik een zoon?’
Er kwam een akelig antwoord:
‘Geen zoon, een kleinzoon en die zal u doden.’
Na die woorden lachte mijn vader nooit meer.
En mij sloot hij op in een kelder.
Daar was het altijd donker.
Wel kreeg ik een lampje.
Maar nooit zou ik het daglicht meer zien.
Op een nacht ging de lamp uit.
Er vielen gouden druppels op me.
Vreemd genoeg was ik niet bang.
Er was iemand bij me.
En een stem zei: ‘Ik ben Zeus, de god van de donder,
de heerser van mensen en goden.’
Het donker omsloot me met zachte armen.
Na negen maanden werd mijn zoontje geboren.
Ik noemde hem Perseus.
Een kindje stil houden kan niemand.
Mijn vader hoorde hem huilen onder zijn voeten.
Schreeuwend liet hij me uit mijn gevangenis halen.
‘Danaë, wie is dat kind en wie is de vader.’
Ik noemde de naam.
‘Zeus.’
Mijn vader geloofde me niet.
Hij dacht dat zijn gehate tweelingbroer me verleid had.
‘Je oom zit erachter.
Hij wil me door dat kind laten vermoorden.’
Om van ons af te komen liet hij een kist maken.
Daarin sloot hij mij en Perseus op.
En ‘s nachts werd de kist in zee gegooid.
De golven wiegen de kist.
Perseus slaapt in mijn armen.
En ik bid om hulp aan Zeus de god van de donder,
de heerser van mensen en goden
Hij kan ons redden, hij moet ons redden, hij zal ons redden!
Nog nooit is het donker zo zwart geweest.
Maar ik ben niet bang.
Imme Dros
Emile van der Kruk, Europa en de stier, 2010, populierenhout, 280 x 74 x 171 cm
Het verhaal gaat dat Europa, een jong meisje, op een dag samen met een aantal
vriendinnen op het strand speelde. De oppergod Zeus viel voor haar schoonheid.
Om haar niet af te schrikken maar ook om zijn vrouw, de godin Hera, te misleiden,
veranderde hij zichzelf in een prachtige witte stier. Europa klom op het vriendelijke en verleidelijke beest. Daarop zette de stier het op een lopen en zwom in één
ruk met haar naar het eiland Kreta. Daar aangekomen presenteerde hij zich in zijn
oorspronkelijke gedaante en had gemeenschap met haar. Het verhaal gaat dat de
vrijpartij in de schaduw van een plataan gebeurde…
Fragment
27
MUZIEK EN LEZINGEN IN HET DEPOT
VRIJDAG 4 NOVEMBER 20.15 UUR
‘AMOR IN MINEUR’
Heleen de Witte, fluit
Rob van Heck, piano
Paul Groos, verteller
Fragment
28
Datum:
Vrijdag 4 november 2016
Aanvang 20.15 uur
Vooraf:Vóór het concert is het
restaurant Linnaeus
geopend voor diner.
Reserveren noodzakelijk,
tel. 0317 467736
Toegangsprijs: € 20,00 inclusief koffie
en thee
Locatie:Beeldengalerij Het Depot,
Arboretumlaan 4,
Wageningen
Het trio Mythisch met Muziek neemt
u mee in een programma met verhalen
en muziek. U hoort delen uit de Metamorfosen van Ovidius, waaronder de
geschiedenis van Pygmalion en Galathea
over de beeldhouwer die verliefd wordt op
zijn eigen kunstwerk, Pan en Syrinx en
Orpheus en Eurydice. Tijdens en tussen de
vertellingen klinkt muziek voor fluit en
piano van o.a. Christoph Willibald Gluck,
Georg Friedrich Händel, Claude Debussy
en Albert Roussel.
Aanmelden via de website van Het Depot.
Daar kunt u ook zien of er nog plaatsen
beschikbaar zijn.
Fluitiste Heleen de Witte speelde jarenlang in Het Gelders Orkest. Daarnaast is ze
actief als coach en docent en legt ze zich
toe op het uitvoeren van kamermuziek. Zij
studeerde onder meer bij William Bennett.
Fragment
29
Rob van Heck studeerde piano bij Fréderic
Meinders aan het Maastrichts conservatorium. Hij is vooral actief als kamermusicus. Daarnaast is hij werkzaam als docent
en begeleider.
Paul Groos is verhalenverteller en classicus. Hij vertelt graag verhalen die al lang
meegaan, maar die gaan over herkenbare
menselijke emoties en dilemma’s. Hij is
actief in het voortgezet onderwijs en
volgde daarnaast lessen op de Vertelacademie, waar hij in 2015 afstudeerde.
Verhalen, de ziel,
bezieling en utopie
Sprekende beelden
Sylvia de Munck
De verbinding van de woorden ‘spreken’ en ‘beelden’ lijkt een contradictio in terminis.
De titel van de tentoonstelling Sprekende Beelden roept bij mij dan ook meteen
meerdere vragen op. Hoe kunnen beelden spreken? Wat heeft een beeld in zich, dat het
kan spreken? En waarover spreekt een beeld dan? En in welke vorm?
Fragment
Fragment
30
31
Eén van de oudste voorbeelden die mij te binnen schiet bij ‘sprekende beelden’, zijn de twee reusachtige standbeelden in Egypte,
de Kolossen van Memnon: restanten van een dodentempel op de
westelijke oever van de Nijl tegenover Luxor. In de oudheid werden
de kolossen foutief toegeschreven aan de Ethiopische koning
Memnon. Tegenwoordig staan ze bekend als beelden van de
farao Amenhotep III. De beelden zijn ongeveer 3400 jaar geleden
gemaakt en zijn zo’n 18 meter hoog. Het ‘spreken’ zou je bij deze
beelden bijna letterlijk kunnen nemen, want in 27 v.Chr. raakte één
van de beelden zodanig beschadigd door een aardbeving, dat het
bij zonsopgang een fluitend geluid liet horen. Dat een beeld sprak
was, en is, een uitzonderlijk fenomeen, en zo waren de twee beelden toen al een toeristische attractie. Vele Griekse en Romeinse
geschiedschrijvers hebben dan ook destijds over dit beeld, over
deze ‘zingende steen’, verhalen geschreven.
Een beeld op zichzelf verwondert ons al zónder te spreken. Het
prikkelt de fantasie en stelt ons vragen over onszelf en over de wereld om ons heen. Als we dan denken aan een ‘sprekend’ beeld, dan
LUXOR (EGYPTE): DE KOLOSSEN VAN MEMNON
MARC RYCKAERT
volgt meteen de vraag: “Waarover spreekt het beeld? Welk verhaal
wordt er verteld?”. In de tentoonstelling Sprekende Beelden wordt
er dan ook een verband gelegd met verhalen in de mythologie.
VERHALEN VERBINDEN MENSEN
Een verhaal, een vertelling, is een weergave van echte of fictieve
gebeurtenissen. Het vertellen ervan is naar alle waarschijnlijkheid
de oudste vorm van vermaak van de mensheid. De vorm waarin dit
vertellen gebeurt kan verschillen. In de oudheid werden verhalen
vaak verteld in de vorm van een gedicht om het verhaal beter
te kunnen onthouden. Zo zijn er heldendichten, mythen, sagen,
legenden en balladen. Een verhaal kan zowel mondeling als schriftelijk verteld worden.
Een ‘mythe’ betekent oorspronkelijk in het Grieks ‘gesproken
woord, verhaal’, over goden of halfgoden. Het geheel van verhalen
en denkbeelden is een ‘mythologie’. Elke cultuur heeft zijn eigen
mythologie, waarin belangrijke vragen aan bod komen zoals de
oorsprong van de mens, de wereld en de natuurverschijnselen.
Enige woorden over de ziel
Fragment
32
Een ziel heb je nu en dan.
Wanneer ons lichaam begint te lijden en lijden,
Niemand heeft haar ononderbroken
verlaat ze stilletjes haar post.
en voor altijd.
Ze is kieskeurig:
Dagen en dagen,
ziet ons liever niet in de massa,
jaren en jaren
walgt van onze strijd om maar te winnen
kunnen zonder haar voorbijgaan.
en van ons wapengekletter.
Soms verwijlt ze alleen in het vuur
Vreugde en verdriet
en de vrees van de kinderjaren
zijn voor haar geen verschillende gevoelens.
wat langer bij ons.
Alleen als die twee zijn verbonden,
Soms alleen in de verbazing
Is ze bij ons.
dat we oud zijn.
We kunnen op haar rekenen
Zelden staat ze ons bij
wanneer we nergens zeker van zijn,
tijdens slopende bezigheden
maar alles willen weten.
als meubels verplaatsen
Wat materiële zaken betreft
en koffers tillen
houdt ze van de klokken met een slinger
of een weg afleggen op knellende schoenen.
en van spiegels, die vlijtig hun werk doen,
Bij het invullen van formulieren
ook wanneer niemand kijkt.
en het hakken van vlees
Ze vertelt niet waar ze vandaan komt
heeft ze doorgaans vrij.
en wanneer ze van ons verdwijnt,
Aan een op de duizend gesprekken
maar lijkt zulke vragen beslist te verwachten.
neemt ze deel,
Het ziet ernaar uit
maar zelfs dat is niet zeker,
dat net als wij haar
want ze zwijgt liever.
zij ons ook
ergens voor nodig heeft.
Wislawa Szymborska
De Griekse goden zijn ons allereerst bekend uit wat er over hen is
verteld, zij zijn personages in een netwerk van verhalen. Ze zijn
ook veelvuldig afgebeeld. In de verhalen wordt het ongrijpbare
vertelbaar, in de afbeeldingen het onvoorstelbare voorstelbaar.
Hoe belangrijk de beelden ook zijn, ze krijgen pas betekenis als ze
worden vergezeld van woorden. De schoonheid van beelden spreekt
voor zichzelf, je kunt ze bewonderen zonder te weten wie of wat
wordt afgebeeld, maar schoonheid is niet het enige kenmerk van
een beeld. De betekenissen van beelden tekenen zich pas af binnen
een talige context. Met andere woorden, binnen een verhaal.
In het Latijn betekent historia zowel ‘geschiedenis’ als ‘verhaal’, en
ook in het Duits wordt Geschichte als zodanig vertaald. Verhalen
spelen een grote rol en helpen bij het begrijpen van de wereld om
ons heen. Verhalen verbinden mensen.
PLAATS TER GENEZING VAN DE ZIEL
Maar welk verhaal vertelt nu een beeld? Wat draagt een beeld uit?
Een beeld bezit een eigen identiteit, een ‘ziel’, die tot de beschouwer spreekt. Eén van de vele betekenissen van het begrip ziel is
‘de werkende kracht in iets, wat het leven geeft’. Het woord ziel is
ontleend aan het Griekse psyché dat naast ziel ook ‘geest, leven,
adem’ betekent, als afgeleide van het Griekse psychein, ademen.
(Als voorbeeldzin in de nieuwe uitgave van de Van Dale woordenboeken staat dan ook de volgende voorbeeldzin voor het begrip
‘ziel’: “Die beeldhouwer weet het koude marmer ziel en leven te
geven”!) Een mooie verbinding tussen de twee begrippen ‘verhaal’
en ‘ziel’ vinden we in de bibliotheek, die bij uitstek de plaats is
voor het verzamelen en bewaren van verhalen. Het woord bibliotheek is namelijk samengesteld uit het Griekse biblon (boek) en
thèkè (bewaarplaats). En, heel bijzonder: de oude Grieken vonden
al dat het lezen van literatuur zowel psychologisch als spiritueel
zó belangrijk was, dat ze hun bibliotheken het opschrift “Plaats
ter genezing van de ziel” gaven.
Het woord ziel heeft tevens als voorvoegsel de betekenis van ‘innig, diep gelukkig’, zoals bijvoorbeeld in het woord ‘zielsgelukkig’.
Een zielsverwant is iemand die in de ziel, naar het diepste wezen
met een ander verwant is. De Duitse taal kent voor dit begrip twee
woorden: seelenverwandt, maar ook wahlverwandt. Uit ‘wahl-’
spreekt heel mooi de mogelijkheid te kunnen kiezen voor een
Verwandtschaft, namelijk eine Wahlverwandtschaft. In één van de
vorige uitgaven van Fragment heb ik overigens geschreven over
de verkiezing van het mooiste Duitse woord. Het woord Sehnsucht
kwam daarbij aan de orde, dat qua inhoud nauw samenhangt met
het begrip Seele, en dat in het Nederlands vertaald wordt met
‘zielsverlangen’.
HOMEROS, MADONNA DER DAGEN, GERHARD LENTINK
Fragment
33
POËZIE
De ziel heeft menig dichter geïnspireerd tot het schrijven van
prachtige gedichten. De Poolse dichteres Wislawa Szymborska
(1923-2012), in 1996 winnares van de Nobelprijs voor de literatuur,
schreef in 1993 het gedicht “Enige woorden over de ziel” (uit de
bundel Einde en begin, J.M. Meulenhoff, 2015). De Nederlandse
dichter Rutger Kopland (1934-2012) schreef in 2001 het gedicht
“De chemie van de ziel” (uit Over het verlangen naar een sigaret,
G.A. van Oorschot, Amsterdam, 2001).
Met name ook in de Duitse literatuur, vooral in de Romantiek,
is de ziel (die Seele) een kernbegrip. Joseph Freiherr von
Eichendorff (1788-1857), één van de belangrijkste dichters uit de
Duitse Romantiek, schreef in 1835 het gedicht “Mondnacht” met
het begrip Sehnsucht als centraal motief. In de laatste strofe dicht
hij de ziel vleugels toe. Dit gedicht is o.a. op muziek gezet door
Robert Schumann (1810-1856) en Johannes Brahms (1833-1897).
De chemie van de ziel
De oudste geleerden al dachten dat
wij worden bewoond door de ziel
ergens moest ons lichaam zijn wat
het was maar dat tegelijkertijd ook niet zijn
iets onvoorstelbaar anders
harde wetenschap heeft nu laten zien
dat dit inderdaad zo is
met de mooiste machines is er gekeken
waar en wanneer onze moleculen veranderen
in zoiets vluchtigs als bijvoorbeeld
Fragment
34
een gelukkige herinnering
en waar en wanneer die herinnering
weer in de moleculen verdwijnt
op dezelfde plek op hetzelfde moment
en jawel: de beeldschermen bleven leeg
en de printers zwegen – duidelijker
bewijs is er niet.
Rutger Kopland
WONING HERMANN HESSE
Fragment
35
de tijd, in 1911, schreef een andere Duitse dichter, Hermann Hesse
(1877-1962), het gedicht “Beim Schlafengehen”. Een gedicht op de
drempel van waken en inslapen, over sterven, Abendstimmung en
afscheid. Ook hier wordt de Seele voorzien van vleugels om vrij te
kunnen vliegen. Dit gedicht heeft Richard Strauß (1864-1949) als
derde lied van zijn “Vier letzte Lieder” in 1948 op muziek gezet.
HET KAIROTISCHE MOMENT, UTOPISCH VAN
AARD
Van gedichten over de ziel naar een boek over bezieling en bevlogenheid, en wel het inspirerende boek Kairos, Een nieuwe bevlogenheid van Joke J. Hermsen (1951) uit 2014, dat qua thematiek
wonderwel aansluit bij de deze tentoonstelling. Hierin komen alle
begrippen – verhaal, ziel, bezieling, utopie – samen. Het boek bevat
essays over filosofie, kunst, cultuur en onderwijs en is een hoopvol
pleidooi voor verstilling en verdieping. Belangrijk is het om
daarvoor het juiste moment te kiezen en te benutten. Kairos was
dan ook de Griekse god van de gelegenheid, van het beslissende
moment om te handelen. Hij wordt vaak afgebeeld zonder kleren
en kaal, afgezien van een haarlok op zijn voorhoofd. Die haarlok,
die kans, moet je grijpen, want de gelegenheid gaat snel voorbij;
Kairos heeft dan ook vleugels aan zijn voeten. Hij behoort als god
tot de ‘binnenwereld’, de ziel, en is afgewend van de hectiek en de
economische tijd. Joke Hermsen schrijft hierover in de inleiding:
Fragment
36
In het begin van de 20ste eeuw, in 1908, schreef de Duitse dichter
Rainer Maria Rilke (1875-1926) het gedicht “Liebeslied”. Het was
de tijd van het symbolisme, een tegenhanger van het naturalisme,
waarin gedichten geschreven werden om kunst te scheppen (l’art
pour l’art), en niet om de wereld naturalistisch weer te geven of te
veranderen. Symbolen verbinden woorden en dingen en vaak geven de dichters hun gedichten een muzikale klank. In dit gedicht
is het gebruikte symbool een strijkinstrument. Ongeveer in dezelf-
Het curieuze personage dat met gevleugelde schouders en voeten op
dit boek prijkt, is voor een 21e eeuwse lezer niet gemakkelijk thuis
te brengen. Is het een engel of een daimon uit de klassieke oudheid,
of toch eerder een sprookjesfiguur of allegorische verbeelding uit de
middeleeuwen? En waarom staat hij in opperste concentratie en diep
voorover gebogen te kijken naar de weegschaal die hij in zijn hand
houdt? Toch niet omdat hij een caloriearm dieet wil aanprijzen? Nee,
de weegschaal verwijst naar het zorgvuldig wegen van het geschikte
ogenblik, de juiste gelegenheid en de juiste argumenten. Want wie
hier staat afgebeeld, is niemand minder dan Kairos, de jongste
zoon van Zeus, die in de klassieke oudheid ook wel ‘de god van het
geschikte moment’ werd genoemd. Tot aan het einde van de 16e eeuw
bleef deze mythische god van de tijd tot de verbeelding van menig
filosoof, theoloog, arts of dichter spreken. Kairos was de tijd die ertoe
deed, de tijd die kansen bood, de tijd die voor een doorbraak wist te
zorgen. Hij vertegenwoordigde kortom al die bevlogen momenten van
schoonheid, inzicht en daadkracht die het leven bijzonder maken.
Mondnacht
Liebeslied
Es war, als hätt der Himmel
Wie soll ich meine Seele halten, daß
Die Erde still geküßt,
sie nicht an deine rührt? Wie soll ich sie
Daß sie im Blütenschimmer
hinheben über dich zu andern Dingen?
Von ihm nun träumen müßt.
Die Luft ging durch die Felder,
Ach gerne möcht ich sie bei irgendwas
Die Ähren wogten sacht,
Verlorenem im Dunkel unterbringen
Es rauschten leis die Wälder,
an einer fremden stillen Stelle, die
So sternklar war die Nacht.
nicht weiterschwingt,wenn deine Tiefen
Und meine Seele spannte
schwingen.
Weit ihre Flügel aus,
Fragment
37
Flog durch die stillen Lande,
Doch alles, was uns anrührt, dich und mich,
Als flöge sie nach Haus.
nimmt uns zusammen wie ein Bogenstrich,
der aus zwei Saiten eine Stimme zieht.
Joseph Freiherr von Eichendorff
Rainer Maria Rilke
Beim Schlafengehen
Nun der Tag mich müd gemacht,
soll mein sehnliches Verlangen
freundlich die gestirnte Nacht
wie ein müdes Kind empfangen.
Hände, laßt von allem Tun,
Stirn, vergiß du alles Denken,
alle meine Sinne nun
wollen sich in Schlummer senken.
Fragment
38
Und die Seele, unbewacht,
will in freien Flügeln schweben,
um im Zauberkreis der Nacht
tief und tausendfach zu leben.
Hermann Hesse
De Kairotische tijd wordt door haar als volgt uitgelegd:
“Van de Grieken tot Erasmus was de Kairotische tijd de ware tijd.
De tijd die je bent, de tijd waarin je veranderingen kunt realiseren. Op de kaft van mijn boek staat een afbeelding van Kairos. De
jonge, geïnspireerde, gevleugelde figuur met zijn weegschaal, die
verwijst naar de tijd die je weegt en ervaart. Hij staat niet voor de
snelle kloktijd, maar voor de tijd die je ervaart, de vertraagde tijd
die als een ruime jas om je heen zit. Die je ervaart als je wandelt
in de natuur, als je muziek maakt, naar een schilderij kijkt of een
roman leest. De kloktijd wordt van buitenaf gedicteerd, maar de
Kairotische tijd is de tijd die je bent en ervaart. Dat is de innerlijke
tijd, dat is Kairos die bestond, zoals al gezegd, van de Grieken tot
Erasmus in de zestiende eeuw en die verdween door de Verlichting
en het rationalistisch denken. We zien nu dat Kairos weer steeds
meer aandacht krijgt. Kairos maakt een comeback. De ware tijd,
die tot leven komt als de klokken zwijgen. Als je een metronoom
aanzet, kun je op dat strakke ritme muziek maken. Maar goede
muziek vertraagt en versnelt ook. In die goede muziek herken je
het evenwicht tussen Chronos en Kairos. Kairos is jouw tijd. Probeer één ochtend in de week niet in te vullen. Een paar uur per dag
geen scherm aan te hebben. Want als we teveel achter schermen
zitten, krijgen we last van vergeetachtigheid, slapeloosheid, vermoeidheid en depressieve gevoelens. We hebben allemaal behoefte
aan verheffing. Begin je dag met een gedicht of met luisteren naar
muziek. Neem de tijd voor aandacht, dagdromen, stilte.”
Volgens Joke Hermsen is het kairotische moment utopisch van
aard, in de oorspronkelijke dubbele betekenis van het woord
ou-topos: zowel een niet-bestaande als een goede plek. Het kairotische moment omvat alle tijd, alle tijden worden bij elkaar gehouden, zoals bijvoorbeeld ook muzieknoten binnen een melodie
bijeen worden gehouden: een noot komt binnen een melodie niet
alleen uit de vorige noot voort maar verwijst ook naar de volgende.
Benutten we het kairotische moment, het moment van inzicht,
dan spreken we ons vermogen aan om iets nieuws te beginnen of
in gang te zetten, iets wat geheel afwijkt van het voorgaande, iets
onverwachts. De Muzen in de Kairos-tijd zijn verantwoordelijk
voor de bezieling, de bevlogenheid, en geven ons de kans om vorm
te geven aan onze ideeën omtrent allerlei kwesties van existentiële
en maatschappelijke aard.
Onderwijs, kunst en cultuur kunnen hierbij een belangrijke rol
spelen. Kunst en literatuur brengen momenten van verstilling en
sporen ons vanuit die luwte van de tijd aan tot bezieling. Wij vragen niet alleen iets van de kunst, de kunst vraagt ook iets aan ons.
Namelijk dat we even stilstaan bij een tekst, beeld of schilderij,
HERMANN HESSE
alvorens er onmiddellijk een oordeel over te vellen, dat we ruimte
maken voor verbazing en verwondering, zodat er ook in ons eigen
hoofd nieuwe gedachten ontstaan.
Literatuur, kunst en muziek zijn onontbeerlijk, ze kunnen voor
een nieuwe betrokkenheid op de wereld zorgen, die we nodig
hebben om deze wereld menselijk te houden. Ze houden ons een
utopie van de verbeelding voor ogen. Deze utopische geest manifesteert zich bijvoorbeeld tijdens het mijmeren en dagdromen, als
onze gedachten even belangeloos een onvermoede kant uit vliegen.
Joke Hermsen verwijst hierbij naar de filosoof en theoloog Ernst
Bloch, die meende dat elke grote menselijke gedachte werd
geanimeerd door de utopie. Elke creatieve denker is volgens hem
een dagdromer. Tijdens onze nachtelijke dromen verwerken we
het verleden, onze dagdromen onthullen wat er nog niet is. Bloch
noemde het dagdromen daarom ook wel de dagelijkse manifestatie
van de utopie. Het onderwijs dient niet alleen diverse vaardigheden bij te brengen, maar moet ook inspireren met behulp van
verhalen, mythes, poëzie, en saga’s, kortom met muziek, filosofie,
geschiedenis en kunstonderwijs. Docenten zouden mooie verhalen
moeten kunnen vertellen, zodat we kunnen denken, (dag)dromen,
leren, verbeelden en verdiepen.
Met de vele verhalen en gedachten over de ziel en bezieling in ons
hoofd, hebben we de schrijfster Imme Dros (1936), bekend van haar
bewerkingen van Homeros en van de Griekse mythen, gevraagd om
voor de tentoonstelling Sprekende Beelden bij een aantal beelden
uit onze collectie, naar haar eigen keuze, verhalen te schrijven
waarbij de ‘ziel’ van een beeld tot spreken komt. In deze uitgave
van Fragment kunt u een interview met haar lezen. En op de tentoonstelling wordt u uitgenodigd om de verhalen van Imme Dros
te beluisteren. En het kan niet anders dan dat deze verhalen u een
andere tijd binnen voeren, waarin u kunt dagdromen en tot nieuwe
inzichten komt. Ik wens u mooie Kairotische momenten toe!
Fragment
39
MUZIEK, FILMS EN LEZINGEN IN HET DEPOT
VRIJDAG 3 FEBRUARI 20.15 UUR
‘DIE SEELE’
Willem de Vries, bariton
David Bollen, piano
In een liedrecital dat gewijd is aan teksten en muziek
over de ziel hoort u onvergetelijke liederencycli van
Schumann op teksten van Heinrich Heine en Joseph
von Eichendorff. Op het programma staan Liederkreis
op. 24 en 39. Liederen met titels als: Es treibt mich hin,
Anfangs wollt ich fast verzagen, Wehmut en Zwielicht
beloven een avond van melancholie en verlangen.
Fragment
Fragment
40
41
Datum:
Vrijdag 3 februari 2017
Aanvang 20.15 uur
Vooraf:Vóór het concert is het
restaurant Linnaeus
geopend voor diner.
Reserveren noodzakelijk,
tel. 0317 467736
Toegangsprijs: € 20,00 inclusief koffie
en thee
Locatie:Beeldengalerij Het Depot,
Arboretumlaan 4,
Wageningen
Aanmelden via de website van Het Depot.
Daar kunt u ook zien of er nog plaatsen
beschikbaar zijn.
Bariton Willem de Vries studeerde aan
het Conservatorium van Amsterdam bij
Margreet Honig. Daarna volgde hij lessen
bij o.a. Dietrich Fischer-Dieskau, Thomas
Quasthoff, Graham Johnson, Jard van Nes,
Rudolf Jansen, Udo Reinemann en Maarten Koningsberger. De Vries zong rollen
in talloze opera's bij o.a. Opera Zuid, Opera
Studio Amsterdam en Opera Trionfo.
Ook maakt hij deel uit van het ensemble
Frommermann en is verder actief als
oratorium- en liedzanger. Hij heeft
gewerkt met vooraanstaande dirigenten
als Reinbert de Leeuw, Ed Spanjaard, Jos
van Veldhoven, Peter Dijkstra en Erik van
Nevel. Pianist David Bollen verdiende
internationaal zijn sporen als liedbegeleider. In Nederland was hij werkzaam voor
De Nederlandse Opera, alsmede voor het
vocalistenconcours in Den Bosch en het
Cristina Deutekomconcours in Enschede.
Hij begeleidde masterclasses van gerenommeerde operasterren, liederenzangers
en zangpedagogen. Als kamermusicus
won hij in 1999 samen met Janine Jansen
en Cristian Poltera het Charles Hennenkamermuziekconcours. Als docent is hij
werkzaam aan het Conservatorium van
Amsterdam.
DAVID BOLLEN
WILLEM DE VRIES
ROMEINSE BIBLIOTHEEK VAN CELSUS IN EFEZE
Bibliotheken, plaatsen
van wetenschap en
verhalen
Fragment
Fragment
42
43
PLATTEGROND VAN CELSUS IN EFEZE
De Romeinen zijn wellicht de eersten geweest die bibliotheken
toegankelijk maakten voor het publiek. Je werd bediend door een
slaaf die het door jouw gekozen boek opzocht. Je kon er dus gaan
lezen. Ook ging men naar de bibliotheek om er naar lezingen te
luisteren. Dat was vóór die tijd anders. In de beroemde bibliotheek
van Alexandrië, die veel ouder was dan die in Efeze (ongeveer 330
v.Chr.), werden door de Ptolemaeën alle beroemde geschriften
verzameld en overgeschreven. Er wordt beweerd dat er voor de
verzameling zelfs boeken gestolen werden. Ze streefden er naar
om elk Grieks boek in hun verzameling te hebben. De kern van de
collectie was het huis van de geleerden, het ‘Museion’, een tempel
van de muzen. Die verzameling was er dus meer voor wetenschappers, filosofen en geschiedkundigen dan voor publiek. Tot de
geleerden die van de collectie gebruik maakten behoorden o.a.
Archimedes en Eratosthenes. Ze kregen er zelfs kost en onderdak.
Van deze bibliotheek is niets meer overgebleven dan de verhalen.
De hoeveelheid geschriften heeft waarschijnlijk bestaan uit ongeveer 10-15.000, maar er doen onwaarschijnlijke aantallen de ronde
van zelfs 700.000!
Door de eeuwen heen zijn het karakter en de functie van de bibliotheek voortdurend gewijzigd. Dat heeft natuurlijk ook gevolgen
gehad voor de gebouwen, de inrichting en de collecties.
Die verandering gaat vandaag de dag nog steeds door. Er wordt
minder gelezen. Dat heeft een terugloop van het aantal bezoekers
tot gevolg. Men zoekt naarstig naar nieuwe formules om ‘oude’
bezoekers te binden, en vooral ‘nieuwe’, jeugdige bezoekers te
verleiden tot een bezoek aan de bibliotheek. De nieuwe bibliotheek moet zich, zegt men, transformeren van een plaats waar het
geschreven woord te vinden is, naar een plek samen met andere
cultuuruitingen, zoals bijvoorbeeld muziek.
Fragment
44
den reconstrueren. Die tochten liepen van Ierland en Frankrijk tot
diep in Duitsland en soms tot in Rome. Maar ook de bibliotheek
van Leiden (Bibliotheek Thysiana 1656) was beroemd en werd door
wetenschappers vaak aangedaan.
Bibliotheken werden bronnen van kennis; kennis die voor derden,
buiten de kerkelijke wereld, beschikbaar kwam.
De bibliotheek van de abdij Sankt Florian
Deze bibliotheek uit 1750 is een typisch voorbeeld uit de rococoperiode. De Augustijnse monniken straalden er hun status, kennis
en gezag mee uit. In deze bibliotheek is duidelijk te zien dat het lezen in de bibliotheek niet centraal stond. Het verblijven in de zaal
echter wel. Het was meer een toneeldecorum en niet zozeer een
studiezaal. De bezoekers kwamen onder de indruk door de rijkdom
en de sociale status van het klooster en de monniken.
Minstens zo belangrijk als de bibliotheek in Sankt Florian is
overigens het orgel in de Stiftskerk. Hier speelde Anton Bruckner,
die geboren was in het nabijgelegen Ansfelden, op ‘zijn’ orgel. Hij
woonde op het internaat van 1848-1855. Na zijn dood werd zijn
lichaam bijgezet in de crypte onder het orgel dat hij zo dikwijls en
graag bespeelde.
In de oudheid was dat anders. Op de tentoonstelling Sprekende
Beelden komt u twee reproducties tegen van beroemde bibliotheken. Eén van de oudste bibliotheken van de wereld is de Romeinse
bibliotheek van Celsus in Efeze. Deze bibliotheek dateert van
153 na Christus. Een andere reproductie is die van de beroemde
bibliotheek in het klooster Sankt Florian in het district Linz in
Oostenrijk, uit 1750.
De Celsus bibliotheek en de bibliotheek in Alexandrië
Door aardbevingen was er van de indrukwekkende façade van
de bibliotheek van Celsus niet veel meer over. Er restten nog wat
schamele overblijfsels van een paar meter hoog. Maar de meeste
delen lagen op de site verspreid, zodat zonder al te veel moeite de
voorgevel rond 1890 door Oostenrijkse archeologen gereconstrueerd kon worden. De bibliotheek bestond uit een grote zaal van
16,70 x 10,90 meter. Vroeger zijn er wellicht meer ruimtes geweest,
want de Romeinen hadden in hun bibliotheken meestal een aparte
ruimte voor de Griekse boeken en een aparte zaal voor de Latijnse
geschriften. In de bibliotheek bevonden zich niet alleen boeken,
maar veel meer boekrollen.
DE MULOCK HOUWER BIBLIOTHEEK
De Mulock Houwer Bibliotheek in het Utopa Weeshuis in Leiden
In het Utopa Weeshuis - Kinderrechtenhuis in Leiden heeft de
moederstichting van Het Depot, Stichting Utopa, zelf ook een
bibliotheek in beheer. Daar bevindt zich de Mulock Houwer
Bibliotheek. Deze bibliotheek, met een omvang van 13.500 titels,
is ontstaan uit de verzameling van Daniël Mulock Houwer (19031985), een pionier op het gebied van de kinderbescherming.
Fragment
45
DE BIBLIOTHEEK IN ALEXANDRIË
De bibliotheken in de middeleeuwen
In de middeleeuwen veranderde de functie van de bibliotheek verder. De meeste bibliotheken bevonden zich in kloosters. Dat is ook
lang zo gebleven. Volgens promovenda Evina Steinova betekende
wetenschap bedrijven in de middeleeuwen ‘rondreizen’. Zij promoveerde in maart van dit jaar op een onderzoek van de in de kantlijn
van bibliotheekboeken geschreven notities en aantekeningen.
Zij kon na haar ‘monnikenwerk’ notities herkennen en kon op die
manier de tochten van rondreizende theologen en andere geleerDE BIBLIOTHEEK VAN DE ABDIJ SANKT FLORIAN
Thema’s van de collectie zijn kinderbescherming, voogdij, (ortho)
pedagogiek, ontwikkelingspsychologie, pleegzorg, tehuisopvoeding, adoptie, kindermishandeling, kinderrechten, jeugdcriminaliteit en aanverwante terreinen. De collectie bevat publicaties en
tijdschriften vanaf omstreeks 1880.
Mulock Houwer, opgegroeid in tehuizen en pleeggezinnen, begon
in 1927 zijn lange carrière in de jeugdzorg. Eerst als groepsleider
bij ‘opvoedingsmaatschappij Zandbergen’, waar hij enkele jaren
later directeur werd. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij directeur van het Nationaal Bureau voor de Kinderbescherming en
secretaris-generaal van de ‘Union International de Protection de
l’Enfance’. Hij kreeg in 1967 een eredoctoraat van de Universiteit
van Amsterdam en was lid van diverse onderzoeks- en adviescommissies. Mulock Houwer bracht veranderingen en verbeteringen
tot stand die voortvloeiden uit zijn ervaringen in de praktijk.
Daarbij was het belang van het kind altijd het uitgangspunt.
Mulock Houwer was een belangrijk pleitbezorger voor de modernisering en professionalisering van de jeugdzorg. Hij hamerde op
het belang van goede opleidingen en vond dat iedereen die werkzaam was in de jeugdzorg en kinderbescherming kennis moest
kunnen nemen van binnenlandse en buitenlandse vakliteratuur.
Bij de oude Grieken werd de bibliotheek ‘de plaats ter genezing
van de ziel’ genoemd. Bij die uitspraak kan ik mij alles voorstellen.
Zelf hebben we thuis een uitgebreide bibliotheek, verdeeld over
meerdere vertrekken. Het is als het ware mijn externe geheugen.
Maar eigenlijk is het meer dan dat. Het is een verzamelplaats niet
alleen van verhalen en kennis, maar ook van emotie. Een plaats
van verbindingen met alle mogelijke gebieden van kennis en
literatuur. Een plek waar het goed toeven is, waar de geest verkwikt wordt en de ziel genezen. Ook een plek waar geschiedenis
en toekomst met elkaar verbonden worden. Een omgeving die
uitnodigt tot zelfreflectie en bescheidenheid. Maar bovenal een
plek die iets aanbiedt wat steeds schaarser wordt in deze tijd: rust.
Rust om te denken, te overpeinzen en te fantaseren.
Fragment
Fragment
46
47
BEELDEN VAN EMILE VAN DER KRUK
EEN VRAAGGESPREK MET
Imme Dros
Voor de tentoonstelling Sprekende Beelden schreef Imme Dros vijf door beelden
persoonlijk gesproken verhalen. Verhalen van gebeurtenissen die de beelden zelf
hebben ervaren. Hein van Dolen had een vraaggesprek met Imme Dros.
Fragment
48
Waren de Griekse goden als vreemdelingen?
Homerus schreef dat de goden ‘lijkend op vreemdelingen uit
verre streken’ over de aarde rondgingen om te controleren of de
stervelingen zich wel aan de goddelijke wetten en voorschriften
hielden. En dat terwijl de goden er een eigen moraal op nahielden
met overspel, incest, jaloezie, wraak en bedrog. Maar dat mochten
de mensen nooit als voorbeeld voor hun eigen daden nemen. Dan
maakten zij zich schuldig aan hybris, overmoed: ze overtraden hun
menselijke grenzen.
Met wie anders dan met Imme Dros, de alom geprezen vertaalster
van Homerus’ heldendichten Ilias en Odyssee, kan daarover beter
en met meer kennis van zaken over gediscussieerd worden?
Hein: Welk beeld van de goden heeft Homerus geschetst?
Imme: Mij lijkt het duidelijk dat Homerus een verdekt ironisch
beeld schetst van de goden, met zoals de Engelsen zouden zeggen
tongue in cheek. Hij benadrukt de menselijke kant van de Griekse
goden en kan daarmee zijn tijd vooruit geweest zijn. Om een voor-
beeld te geven: als de godin Hera haar echtgenoot Zeus probeert
te verleiden om hem in slaap te krijgen, maakt zij zich zo aantrekkelijk mogelijk op. Zeus valt als een blok voor haar en om aan te
geven hoe verliefd hij is, somt hij al zijn minnaressen op die stuk
voor stuk in het niet vallen bij haar. Niet één was ooit zo verleidelijk als Hera, zoals ze er nu uitziet, ook Hera zelf niet toen hij
voor de eerste keer, ‘buiten weten van hun ouders’, met haar naar
bed ging. Dat kan niet anders dan humoristisch zijn bedoeld door
Homerus. De Grieken stoorden zich overigens niet aan de menselijke zwakheid van hun oppergod en bleven hem serieus nemen.
Fragment
49
Welke houding namen de Grieken ten aanzien van de goden in?
Het alles overheersende gevoel moet toch wel angst zijn geweest,
grote eerbied voor de macht van de goden. Zij zijn onsterfelijk, gelukzalig en eeuwig jong. Die angst moet heel diep gezeten hebben.
Niet voor niets noemt Homerus de koningen als van goddelijke
afkomst, ‘zeusverwant’. Daaraan ontleenden de vorsten hun status
en vooral daarom werden ze gerespecteerd en gevreesd. (Zelfs nu
IMME DROS
nog wordt het potentaat Kim Jong-un in Noord-Korea geacht af
te stammen van een god, zoals niet lang geleden ook de keizer in
Japan, beiden machthebbers die bovenmenselijk zouden zijn en
op grond daarvan gevreesd en aanbeden worden.) Tegelijk worden
de Griekse goden menselijk, al te menselijk soms, afgeschilderd.
Zij zijn ook altijd afgebeeld als mensen, meestal ideaal weergegeven. In andere godsdiensten is dat niet of zelden het geval, neem
de vreemdsoortige Egyptische goden – en eigenlijk is dat merkwaardiger dan wat de Grieken hebben gedaan met hun beelden en
schilderingen van de goden.
Maar als goden zich teveel met de mensen inlaten kan dat vervelende gevolgen voor hen hebben. Wanneer Aphrodite zich ondanks
het verbod van vader Zeus op het slagveld begeeft om haar zoon te
helpen, loopt zij groot risico en raakt uiteindelijk gewond aan haar
pols: het goddelijke bloed stroomt eruit, ‘zij gaf een gil’ en ‘had
ontzettende pijn’. Even later komt ook de mensenplaag, oorlogsgod
Ares, er evenmin zonder kleerscheuren van af en van pijn brult hij
‘met het volume van negen- of tienduizend mannen’.
Hoe zou het Grieks van Homerus door de latere Grieken zijn
ervaren? Het is immers bekend dat de taal van Homerus eigenlijk
een kunsttaal, een samenstel van verschillende dialecten, was die
nergens in de Griekse wereld zo is gesproken.
Op het eerste gehoor zal niet alles meteen begrijpelijk zijn geweest. Omdat ze zo vaak de verzen van Homerus hoorden voordragen of citeren, raakten ze ermee vertrouwd. Woorden kregen een
dimensie die niet te vatten is. Zoals bij kinderen die de ouderwetse
Sinterklaasliedjes leren en ‘makkers, staakt uw wild geraas’
zingen zonder precies de betekenis te bevatten. Als vertaler vind
ik dat het Nederlands bij het vertalen het uitgangspunt moet zijn
en blijven; het Grieks ligt vast, het Nederlands moet begrijpelijk
zijn en het liefst de taal recht doen. Gelukkig zijn er steeds nieuwe
vertalingen van Ilias en Odyssee verschenen, voor elk wat wils.
De Engelsen kijken altijd met jaloerse ogen naar de vertalingen
van de toneelstukken van Shakespeare in alle andere landen.
Zij moeten het blijven doen met de originele, vaak moeilijk te
begrijpen oertekst.
Fragment
50
REMBRANDT'S DANAË, 1636
Het is bekend dat de Griekse goden afhankelijk waren van het
noodlot. Als het noodlot iets had beslist, kon een god hoog of laag
springen, hij kon er niets aan veranderen.
Er zijn legio voorbeelden van de allesbepalende invloed van het
fatum. Toch heb ik de indruk dat de goden met hun beroep op de
macht van het noodlot een slag om de arm houden: zij wilden wel
anders, maar ‘werden ook maar gedwongen’. Als Zeus klaagt dat de
mensen hem ten onrechte steeds de schuld van het kwaad geven
dat hun overkomt, wijst hij op wat al was beschikt door het noodlot. Bovendien, voegt hij eraan toe, bezorgen zij zichzelf door hun
eigen tekortkomingen ellende die niet eens was voorbestemd.
Sinds wanneer ben jij gefascineerd door de Griekse goden?
Eigenlijk al in mijn gymnasiumtijd. Ik had het geluk les van een
lerares Grieks te krijgen die graag uit Homerus’ werk voorvertaalde en de mythen vertelde. De andere lerares Grieks was juist
uiterst precies en bracht ons de acribie bij: heel nauwkeurig letten
op tijden, vormen en de zogenoemde wijzen. Een goede combinatie van leerkrachten dus waaraan ik veel te danken heb. Mij boeit
vooral de herkenbaarheid en ik hou van drama en dialoog. Met
veel plezier heb ik monologen geschreven voor vijf beelden van de
expositie.
Prometheus, die uit medelijden vuur aan de slecht geoutilleerde
mensen gaf, kreeg een zware straf van Zeus: elke nacht scheurde
een adelaar zijn lever weg. Hij vraagt zich na zijn bevrijding af
hoe het nu met de verdreven roofvogel zou gaan, en weer speelt
medelijden hem parten, zal hij het arme beest niet eens opzoeken?
Danaë wordt door haar vader, die door een orakel bang is voor nageslacht, opgesloten in een kelder en later in een kist. Toch durft
zij te denken: ‘Maar ik ben niet bang’. Ze gelooft in de macht van
Zeus en Zeus zal haar redden.
Hein van Dolen
Fragment
51
MUZIEK, FILMS EN LEZINGEN IN HET DEPOT
Lezing vrijdag 10 februari 2017
14.00 uur
HEIN VAN DOLEN
De Griekse goden bij Homerus
Fragment
52
Datum:
Vrijdag 10 februari 2017
Aanvang 14.00 uur
Toegangsprijs: € 7,50
Locatie:Beeldengalerij Het Depot,
Arboretumlaan 4,
Wageningen
Aanmelden via de website van Het Depot.
Daar kunt u ook zien of er nog plaatsen
beschikbaar zijn.
De Grieken waren niet de eerste bewoners
van Griekenland. Toen zij vanaf circa 2000
v.Chr. in golven naar het land kwamen dat
later Griekenland zou heten, troffen ze
daar een godsdienst aan waarin voornamelijk godinnen werden vereerd. Zelf namen
ze mannelijke godheden mee. Pas na lange
tijd, waarin een proces van assimilatie en
verdrijving had plaatsgevonden, ontstond
de zogeheten Griekse godenwinkel. Hoe
die gehuisvest waren, met elkaar omgingen en zelfs met menselijke gebreken
behept waren, weten we in de eerste plaats
uit de heldendichten van Homerus.
In deze lezing wordt ingegaan op het beeld
over de goden dat deze dichter ons heeft
nagelaten. Maar ook de cultus, gebed
en offers, en de functie van priesters en
priesteressen komen aan de orde, evenals
de latere ontwikkeling waarin kritiek op
Homerus wordt geleverd, en het ontstaan
van de mysteriegodsdiensten.
Fragment
53
Bomen in de
Griekse mythologie
Het is niet verrassend dat bomen een belangrijke, soms dominante rol
hebben gespeeld in de mythologie. Al ver voordat er mensen waren, was
er plantenleven op aarde, inclusief een overmaat aan bosbegroeiing.
Vroeger moeten mensen bomen als zeer imponerend en menigmaal ook
als bedreigend hebben ervaren.
Fragment
Fragment
54
55
ARCADISCHE EIK
Fragment
56
PITYS
In die oude tijden, in religies met hun specifieke verschillen,
hadden bomen en bossen een diepgaande invloed op het leven.
De diverse symboolfuncties die de boom vervulden waren in wezen
van eenzelfde aard. In verschillende landen speelden bomen hun
rol: in India de vijgenboom, in Egypte de dadelpalm, bij de oude
Teutonen de Donar-eik en in het Gilgamesj-epos de ceder. Later
werden bomen nieuwe symbolen, zoals de levensboom, de kerstboom en de meiboom.
In China vond bijvoorbeeld een enorme ontbossing plaats in de
specifieke dynastie-tijdperken, alleen maar door de bijgelovige
manier van denken over de negatieve rol van bossen en bomen.
Over de wereld zijn er zo honderden symboolfuncties ontstaan en
vele daarvan bestaan nog steeds.
In de oude Griekse religie stelden de Grieken zich hun goden en
godinnen voor als levende wezens met soortgelijke hartstochten
en zwakheden als zijzelf. Er was echter één groot verschil. Goden
en godinnen waren onsterfelijk en onveranderlijk door alle tijden
heen. In die tijd was de boom bijna een integraal onderdeel van
het dagelijks leven. De boom was het symbool van vruchtbaarheid,
maar ook de brenger van vuur, de goddelijke vonk. Als je op hout
wreef vlamde de vonk op waarmee je de offervuren ontstak. De
macht van de goden huisde in de boom. De godin Artemis (de godin
van de jacht, de dieren en de maan) was één van de Dendriten
(“die van de bomen”).
Daarnaast waren vele bomen aan goden en godinnen gewijd, zoals
de eik aan Zeus, de olijfboom aan Athene, de cipres aan Hades,
de taxus aan Hecate, de iep aan Demeter, de laurier aan Apollo en
aan Artemis. Onder andere de laurier, cipres, palmboom, mirte en
ceder werden ook als heilig beschouwd. Veel meer bomen, alle met
hun eigen geschiedenis, waren er belangrijk: de amandelboom, de
appelboom, de es, de els, de vlier, de meidoorn, de linde, de mirte,
de palm, de granaatappel, de populier, de lijsterbes, de spar, de
cistusroos, de cipres en de wilg. Alleen al de hoeveelheid betekenisvolle bomen in de Griekse mythologie, cultuur en religie toont
hoe significant de boom was.
Tegenwoordig stammen veel symbolen in het dagelijks leven nog
uit de mythologie, symbolen waarvan we de achtergronden vaak
niet meer weten. De goden en godinnen van de Griekse wereld zijn
nog overal te vinden en vormen een duidelijke link tussen eigentijdse en oude samenlevingen. Over de meest interessante bomen,
zoals de eik, pijnboom, taxus, laurier, olijfboom en de plataan
volgt hier wat meer informatie.
DE ARCADISCHE EIK: DE HEILIGSTE BOOM VAN
GRIEKENLAND
Zeus was de vader van alle goden en mensen, en dus van de
Grieken. Hij was een hemelgod, die geassocieerd werd met het
weer en in het bijzonder met de stormachtige aspecten ervan.
Bergtoppen en eiken waren aan hem gewijd. De Arcadische eik
TAXUS BACCATA
(Quercus aegilops) was de eik die het meest voorkwam in Griekenland. In het woud der eiken was er een speciale eik waaronder Zeus
zijn wil bekend placht te maken.
Het volgt zo min of meer vanzelf dat de eik ook de belangrijkste
plaats innam onder de vereerde bomen. Wat de leeuw onder de
zoogdieren is, de adelaar onder de vogels, is de eik onder de bomen. Oude legenden en verhalen geven het belang van de eik aan.
Volgens Plinius de Jongere (Latijns advocaat, redenaar en schrijver
over natuurkunde, 62-113 na Chr.) was de macht van Zeus al op de
boom zelf overgegaan, omdat het verbranden van eikenhout en de
kop van een kameleon al voldoende waren om het te laten regenen.
Hoewel Zeus in de kunst vaak afgebeeld werd met een krans van
olijftakken, werd hij in zijn heiligdom te Dodona met een kroon
van bladeren afgebeeld. Ook de zogenoemde orakeleik stond in
Dodona, het middelpunt van de Griekse eikencultus en een vermaarde pelgrimsplaats. Het was de plaats waar de orakeltaal werd
gesproken nog voor het welbekende orakel van Delphi. De eik was
ook het symbool voor de mensheid, als de boom die van de onderwereld tot in de hemel reikte en als zodanig de verbinding vormde
tussen de mensen op aarde en de goden in de hemel.
Het beroemde orakelschip Argo, dat Jason en de Argonauten vervoerde om ‘het Gulden Vlies’ naar Griekenland terug te brengen,
was natuurlijk van eikenhout gemaakt. In die tijd was het looizuur
van eiken al bekend, evenals suikers, harsen en andere stoffen uit
TAXUS BACCATA
bomen. In Griekenland bestaan nog steeds zo’n veertien
eikensoorten1. Van de Kermeik (Q. coccifera L.) verkreeg men
scharlakenrode verf. Doordat sommige van de eikels eetbaar
waren, en daarmee voedsel voor de mensen, kreeg de eik een
nog hoger aanzien.
Fragment
PITYS (PIJNBOOM): DE BOSNIMF
De pijnboom dankt zijn naam aan de bosnimf Pitys. Die werd bemind door zowel de geitenvoetige god Pan als de windgod Boreas.
Maar de nimf verkoos Pan, hetgeen Boreas zo kwaad maakte dat
hij zorgde voor zo’n harde wind dat ze van de klif werd afgeblazen.
Moeder Aarde zag hoe bedroefd Pan was en veranderde haar in
de boom die haar naam draagt, de pijnboom. Wanneer de sterke
winden nu door het bos waaien huilen de pijnbomen; de dikke
hars-‘tranen’ laten ze drogen op hun bast. Aan Pan waren de hulst
en de pijnboom gewijd.
DE TAXUS: VROEGER DE BOOM VAN DE DOOD,
NU EEN MODERN MEDICIJN
In de Griekse mythologie, maar ook in de folklore, beschouwt
men overal in de wereld de taxus (Taxus baccata) als de boom van
de dood. De Griekse filosoof Theophrastus (gestorven 287 v.Chr.)
1 De soorten Q. conferta Kit., Q. petraea, Q. pendun- cuiflora C., Q. Robur, Q.
pubescent Willd., Q. cerris L., Q. aegilops L., Q. euboica Papaioannou, Q. lusitanica Lam., Q. trojana Webb., Q hispanica Lam., Q. ilex L., en Q. coccifera L.
57
wist van de gevaren van de boom. De Taxus was aan Hecate gewijd,
de duistere godin van de hekserij en de schimmenwereld, van de
geheimen en van de mysteries. Maar ook aan de godinnen van de
wraak, de Erinyen, die wraak namen door het gif van de taxus te
gebruiken. Er wordt verteld dat de Helleense godin van de jacht
pijlen gebruikte met gif van de taxus om de dochters van Niobe
te wreken. De oude Grieken gebruikten de soepele buigzaamheid
van taxushout om er bogen van te maken voor boogschutters. Voor
mensen is een dosis van 50 tot 100 gram van de giftige naalden
binnen anderhalf uur dodelijk.
Onder Apollo’s bescherming werd een lauwerkroon gedragen
als ereteken door de winnaars van wedstrijden in de kunst en de
sport, zoals de Olympische spelen. De laurus werd het symbool van
de overwinning en de terugkerende ‘held’ werd vereerd met een
krans van laurierbladeren die op zijn hoofd werd gezet. Aanvankelijk werd die kroon gemaakt van verse groene bladeren, maar
het werd geleidelijk aan gewoonte dat de belangrijksten onder hen
kronen droegen van vergulde bladeren. Dat symbool bestaat tot op
de dag vandaag nog steeds.
bekend om hun gewild en veelvuldig gebruik. Olijfolie werd gebruikt om mensen te zalven, deed dienst voor ceremonieel gebruik
en werd gebruikt voor voeding en verlichting. Er is ruim vijftien
jaar geleden een uitgebreid onderzoek gedaan onder mensen uit
Kreta, Nederland, Finland, Japan en de VS. De resultaten toonden
aan dat gebruik van olijfolie een positief effect heeft op hart en
bloedvaten en dat is sindsdien bevestigd.
DE OLIJF: DE BOOM VAN DE STAD ATHENE
Vreemd genoeg is dat anders bij dieren. Voor herten, hazen en
wilde zwijnen zijn de naalden een delicatesse. Onderzoek van
de maaginhoud bij herten heeft uitgewezen dat de naalden een
stimulerend effect hebben, vergelijkbaar met het effect van tabaksgebruik bij mensen. De taxus draagt geen kegels zoals andere
coniferen, maar donkergekleurde zaden die omgeven worden door
een dieprode caroteno, een soort mantel. Voor Linnaeus was dit de
reden de boom de naam ‘baccata’ te geven, wat besdrager betekent.
In Europa is de taxus de enige giftige naaldboom.
Ook aan Athene, de maagdelijke godin van de wijsheid, de oorlog,
de kunst, de nijverheid, het recht en de ambachten, was een boom
gewijd, waarvan de roem tot op de dag van vandaag bewaard is
gebleven. Het is de olijfboom (Olea europaea L.) die wijd en zijd
voorkomt over het hele Griekse vasteland en de honderden eilanden. De geboorte van Athene was ongewoon vreemd omdat ze niet
uit een vrouwelijke godin werd geboren, maar uit het hoofd van
Zeus zelf. Heilige symbolen van Athene waren de speer, de uil, de
slang én de olijfboom.
Het is duidelijk dat de mooie plataan (Platanus orientalis L.), die
groeit in bergachtige omgevingen en dichtbij water, de oude
Grieken imponeerde. Het woord ‘platanus’ is verwant aan het
Griekse woord ‘to platos’, dat breedte betekent. De naam heeft
betrekking op het brede blad en op de brede groeiwijze van
de plataan.
Intussen is de boom van de dood een boom van het leven geworden. Uit de bast van de taxus wordt taxol verkregen, dat wordt
gebruikt als middel om kanker te bestrijden. Om 1 kg taxol te
verkrijgen moeten ongeveer 3000 taxusbomen hun leven geven.
DE LAURIER: DE BOOM VAN DE
LAUWERKRANSEN
In het Middellandse Zeegebied gedijen platanen bij water en de
Grieken beschouwden de boom in zijn relatie met de waterbron als
heilig. Als gevolg daarvan werd de boom rondom tempels aangeplant en had men de gewoonte in de schaduw van de boom zijn
offers te brengen. Er was een vermaarde plataan, de ‘Helena’-boom,
die geplant werd ter ere van de mooie Helena en Menelaos (bekend
uit de Trojaanse oorlog). De tempeldienaars goten olie uit zilveren
kannen over de wortels en hingen kronen van lotusbladeren over
de takken. Gedurende de hele tweede eeuw na Christus werd hout
van de plataan gebruikt in tempels van Artemis.
Vanaf de Griekse ecclesiastische tijd (de tijd van de volksvergaderingen in de oude Griekse staten, waarop alle vrije burgers konden
stemmen) werd de plataan door de Grieken in nauw verband
gebracht met de zoektocht naar wijsheid.
De laurier (Laurus nobilis L.) wordt veel in verband gebracht met
Apollo, de god van de beschaving en de orde. Sinds de oudheid
wordt de laurier geassocieerd met dichterlijke inspiratie. De
Pythische priesteres van Apollo die orakel-antwoorden doorgaf,
kauwde op laurierbladen. Ze droeg de lauwerkroon en hield een
Fragment
58
De overlevering wil dat Athene de strijd met Poseidon (de god
van de zee) won. Die strijd ging over het bestuur en de naam van
de stad der Atheners. Toen zij met haar voet op de grond stampte
ontsproot daar de eerste olijfboom. Vanaf het moment dat de
goden oordeelden dat zij de strijd had gewonnen draagt de stad de
naam Athene en staat deze onder haar bescherming. Het was de
eerste boom die sinds mensenheugenis wereldwijd zowel heilig als
symbool van de vrede is geweest. De olijftak in de snavel van een
duif is een alom bekend symbool van de vrede.
tak in haar handen. Volgens de legende was het orakel van Delphi
volledig omgeven door laurierstruiken. In Tempe, in het noorden
van Griekenland, kauwden de mensen op laurierblad voor dichterlijke inspiratie. Later werd dit verboden.
DE PLATAAN: BOOM DER WIJSHEID EN
ONDERSCHEIDEN MET GOUD
Platanen kunnen honderden jaren oud worden en een grote hoogte
en omvang bereiken. Het eiland Kos beroept zich op het legendarische verhaal van de eerbiedwaardige ‘plataan van Hippocrates’.
Een geschiedschrijver uit de tweede eeuw na Christus vertelt over
een plataan met een holle stam waarin een banket werd georganiseerd en waarin mensen de nacht doorbrachten. Ook in Iran,
het vroegere Perzië, werd de plataan vereerd. Xerxes, de koning
der Perzen, beval zijn leger om bij een plataan uit te rusten na
zijn veldtocht tegen Athene. De boom werd prachtig versierd met
kostbare, gouden ornamenten. Deze plataan van Hippocrates was
volgens de overlevering de eerste met goud bekroonde boom.
Fragment
59
Tjerk Miedema
Tjerk Miedema woonde jarenlang in Griekenland
en werkte daar voor Shell.
Het verhaal gaat dat de knots van Heracles, (bekend van ‘de
werken van Heracles’) gemaakt was van wild olijfhout. Met deze
knots zou hij een monster hebben gedood. Olijfhout is vrij hard en
duurzaam.
Bij recente opgravingen heeft men kruiken met de resten van
olijfolie gevonden. Olijven en olijfoliën zijn al meer dan 8.000 jaar
PLATAAN
Lezing vrijdag 18 november 2016, 14.00 uur
JOKE HERMSEN
Kairos, een nieuwe bevlogenheid
Fragment
60
Datum:
Vrijdag 10 februari 2017
Aanvang 14.00 uur
Toegangsprijs: € 7,50
Locatie:Beeldengalerij Het Depot,
Arboretumlaan 4,
Wageningen
Aanmelden via de website van Het Depot.
Daar kunt u ook zien of er nog plaatsen
beschikbaar zijn.
LEZING JOKE HERMSEN:
OVER TIJD, HOOP, BEZIELING,
EMPATHIE EN EEN NIEUWE
BEVLOGENHEID
Joke Hermsen zet zich in deze lezing af
tegen de technocratie en digitalisering van
deze tijd. De technocratische samenleving
verandert de mens in een machine-achtig
wezen. In haar onlangs verschenen boek
Kairos, een nieuwe bevlogenheid (2014)
keert Hermsen zich tegen het ‘technocratische denken’ en houdt ze een filosofisch
pleidooi voor de nieuwe bevlogenheid
van de homo empathicus. De Griekse god
Kairos helpt ons bij het terugvinden van
creativiteit en empathie en geeft ons de
kracht om opnieuw te beginnen.
In de Griekse oudheid waren er twee goden
van tijd. Chronos staat voor de tijd die
wegtikt en verstrijkt, de tijd die aan ons
voorbij gaat en de tijd van herhaling waarbij elke seconde of minuut gelijk is aan
iedere andere. Chronos is verwant aan de
tijd van de klok. De huidige samenleving
wordt in grote mate beheerst door deze
kloktijd. Enerzijds is de kloktijd noodzakelijk voor het aanbrengen van structuur
in de samenleving maar anderzijds worden
we er ook door opgejaagd. De kloktijd kan
ontmenselijkend werken en kan ons het
gevoel geven niet meer dan een machine
te zijn. We vergeten soms dat de kloktijd
een kunstmatige tijd is die ooit zo is afgesproken. De kloktijd staat ver van onze
innerlijke ervaring van tijd. Niet elk uur
verloopt even snel naar ons gevoel. Dagen
kunnen voorbij vliegen maar soms kunnen
dingen uren duren. In haar boek Stil de
Tijd (2009) besteedt Joke Hermsen aan-
dacht aan de innerlijke ervaring van tijd,
de kracht van verveling en het belang van
vertraging.
Kairos is het langverwachte vervolg op Stil
de Tijd. Kairos is de Griekse God die staat
voor het geschikte moment en de juiste
maat. Terwijl de chronologische tijd voorbij raast is het de kunst om het geschikte
moment voor creatie en groei te herkennen en te grijpen. Voordat we het weten
razen ook deze momenten onopgemerkt
aan ons voorbij. We leven momenteel in tijden van transitie waarin ontwikkelingen
elkaar razendsnel opvolgen. Het Kairos
principe helpt ons in deze tijden het evenwicht tussen rust, aandacht en reflectie
enerzijds en daadkracht, doeltreffendheid
en creativiteit anderzijds te herstellen.
Hoe komen we na de nodige rust weer in
beweging zonder meteen weer opgejaagd
te worden door de klok? En kan Kairos ons
een weg uit de economische en ecologische
crisis bieden?
Fragment
61
MYTHEN, GODEN
EN GRIEKEN OP DE
PELOPONNESOS
Een reisverslag met herinneringen
Loek Dijkman
Regelmatig zoek ik de Grieken, maar ook de Griekse Goden op. Mijn verhalen,
opgeschreven tijdens een van mijn rondreizen op de Peloponnesos, zijn
overpeinzingen die aansluiten bij het thema van de tentoonstelling van
Sprekende Beelden binnen de mythologie.
Fragment
Fragment
62
63
NEMEA
NEMEA
Fragment
64
Niets is mooier dan als eenling een archeologische site te bezoeken. Je waant je een archeoloog en ontdekker tegelijk. Je denkt
de kans te hebben iets te vinden dat de opgravers over het hoofd
hebben gezien. Maar ook de serene stilte is overweldigend. Je stelt
je voor hoe het op deze plek vroeger toeging. Dat overkwam me
in Nemea, in het noorden van de Peloponnesos, in het bijzonder.
Dat komt waarschijnlijk omdat in Nemea vier dingen samen­
komen, waarmee ik een speciale band heb: kinderen, de dood, de
archeologie en planten.
Als tegenhanger van de Olympische Spelen werden er in de oudheid om de twee jaar in Nemea ook spelen georganiseerd. Het
verhaal wil dat het zoontje van Nemea door de beet van een slang
om het leven kwam en door die slang werd verslonden. Het was
een noodlottige vergissing, want de goden hadden bevolen dat het
kind, Opheltes, totdat het kon lopen, niet met de aarde in aanraking mocht komen. De slavin, die het jongetje verzorgde, zette op
een onbewaakt ogenblik het ventje even in de schaduw van een
boom. Het noodlot sloeg toe met verregaande gevolgen. Pausanias,
een Romeinse schrijver die 200 jaar na Christus Griekenland te
voet doorkruiste, beschreef nog het graf van Opheltes. Met de dood
heb ik zelf een speciale relatie. Tenminste, met mijn eigen dood.
Ik zal hem niet mijn vriend noemen, maar ik denk wel dagelijks
aan hem. Niet met angst, maar met een zeker gevoel dat we elkaar
op een dag zeker zullen tegenkomen.
de laatsten gekozen, wanneer de klas zich in twee partijen moest
splitsen. Ik denk dat de aanvoerders wel een goede kijk hadden op
mijn sportprestaties. Trouwens, op de spelen in Nemea ging het
ook bruut en wreed toe; wurggrepen en het breken van botten waren toegestaan. Met gemengde gevoelens liep ik over de renbaan,
waar de hardlopers meer dan tweeduizend jaar geleden om de
overwinning vochten.
De Grieken meenden de goden te behagen door in Nemea elke
twee jaar winterspelen te organiseren. Vanaf 573 voor Christus
waren de spelen een succes, maar de goden bleven vertoornd.
Nemea werd de plaats waar de dodenspelen tot bloei kwamen. De
scheidsrechters waren in zwarte gewaden gekleed. Nu is sport iets
waar ik me maar moeilijk in kan verplaatsen. Hoe dat komt kan
ik wel bevroeden. Op school werd ik bij voetbal altijd als een van
Nemea heeft ook een uitstraling naar planten. Vroeger was het een
kale dorre streek. Nu is Nemea het centrum van de wijnbouw in
deze streek, maar ook lang geleden was de rol van planten belangrijk. De winnaars van de spelen kregen geen gewone lauwerkrans,
maar een krans van peterselie op hun hoofd. Peterselie was het
kruid dat geacht werd geen geluk te brengen! Met planten heb ik
veel, veel meer dan met sport.
Fragment
65
De laatste jaren heb ik veel nagedacht over kinderen. En niet
alleen door mijn betrokkenheid bij het Utopa Weeshuis Kinderrechtenhuis in Leiden. Is het toeval dat Nemea ontstond naar
aanleiding van de dood van een kind, omdat het met de grond in
aanraking kwam? In Nederlandse steden hebben kinderen amper
een plek om te spelen. Het verkeer, de planologen van steden
houden veel te weinig rekening met plekken waar kinderen buiten
kunnen spelen. In een stad als New York is buiten spelen voor
kinderen compleet onmogelijk. Het leuke is dat op de Peloponnesos, in het dorp Deprano zeker, kinderen gewoon op straat spelen.
Fietsend, voetballend wordt de avond op straat doorgebracht. In
de dorpen is de sociale saamhorigheid groot. Iedereen kent elkaar
en kent ook de kinderen. Langzaam maar zeker begin ik iets meer
van de Griekse cultuur te begrijpen.
TRIPI
Fragment
Fragment
66
67
MISTRAS, TRIPI EN WATER
WATER
Met uitzicht op de burcht van Mistras in de vroege ochtendzon
begrijp je hoe ongelofelijk mooi de Peloponnesos is. Het zachte
zonlicht belicht de heuvel, alsof het een decor van de vallei is. De
omgeving van Mistras en Sparta is overweldigend groen. Dat komt
door het water, dat niet alleen kunstmatig wordt aangevoerd, maar
ook door het water dat uit de bergen in heldere beekjes naar beneden stroomt. In het dorp Tripi, boven Mistras, stromen tientallen
watervalletjes met glashelder water, heerlijk koel en lekkerder dan
al ons bronwater uit plastic flessen. Het is eigenlijk een wonder
dat het midden in het land zo groen kan zijn. Ik vertrek uit Mistras
vergezeld van honderden zwaluwen die als een vliegend squadron
elegant en wendbaar mij uitgeleide doen. Het is een prachtige dag.
Griekenland is gastvrij. Zelfs in de kleinste gehuchten word je bij
alles wat je bestelt onthaald op heerlijk fris water. Bij koffie, bij
een broodje, altijd is er koel helder water. Dat komt, denk ik, omdat
de Grieken beseffen, dat water een van de kostbaarste bezittingen
van hun land is. Zonder irrigatie zou er van het Griekse groen
weinig overblijven. In ons eigen land doen we dat toch eigenlijk
een stuk slechter. Wij hebben altijd tegen het water gevochten.
Wij hebben eerder water te veel. Waarom moet je in ons land in een
restaurant werkelijk hele debatten voeren voor een gewoon glas
heerlijk helder leidingwater? De fles met ‘natuurlijk’ bronwater
prijkt op het menu. Het is mij in ons land overkomen dat bij een
diner met 15 personen, gewoon water geweigerd werd. Niet zo slim,
denk ik; ik ben er nooit meer naar teruggegaan.
Jammer dat wij als ‘waterland’ ons water niet méér promoten en
gebruiken als blijk van een hartelijke ontvangst. Dat zou misschien nog een aardige opgave zijn voor Willem-Alexander, destijds onze ‘Waterprins’. Als Koning moet hij bij Horeca-Nederland
toch de kranen open kunnen laten draaien. Zou mooi zijn…
DE MANI
Fragment
68
De tocht door het gebied de Mani was o.a. bedoeld om in het uiterst
zuidelijke puntje van dit gebied de ingang van de onderwereld, de
Hades, te vinden. In dit gebied staan de vreemdste huizen die ik
ooit gezien heb. Grote vierkante torens, met kleine ramen en platte
daken. De dorpen lijken zodoende op een kleine burcht. Zulke
torens staan ook wel in Italië, in Bologna bijvoorbeeld, maar nooit
zag ik er zoveel en zo compact bij elkaar. Die eigenaardige bouw
was het gevolg van de invallen en bedreigingen, die de inwoners
voortdurend ondergingen van indringers. Het is een gebied waar
de Spartanen, de Romeinen, maar ook de Venetianen en de Turken
en nog vele anderen het gebied bezetten. Verkeer in de dorpen is
niet mogelijk, de straten zijn minder dan een meter breed. Het
dorp Vathia is wel een heel mooi voorbeeld. Waar geen verkeer
mogelijk is, zijn ook geen toeristen. Heerlijk rustig dus.
Op een gegeven moment hield de weg naar het zuiden op. Wanneer ik de ingang naar de Hades wilde vinden dan moest ik nog
12 kilometer heen, en weer 12 kilometer te voet terug. Te voet in
een brandende zon en dat bij 29 graden. Dat heb ik maar niet
gedaan. Het zou mijn dood kunnen worden; zó verlang ik daar
nu ook weer niet naar. Ik liet de veerman Charon maar wachten,
wellicht de volgende keer…
Fragment
69
MESSINI EN DE VELE OORLOGEN
Van jongs af aan is me geleerd dat het ‘leven als god in Frankrijk’
het summum van geluk is. Door mijn Griekse reizen denk ik dat
Frankrijk door de Peloponnesos moet worden vervangen. Het
klimaat, het landschap, de rust en bovenal de vele tempels geven
me het gevoel, dat de Peloponnesos een filiaal van de hemel is.
Overweldigend zijn de opgravingen in het antieke Messini. De
vele tempels, het theater, het gymnasion en nog veel meer. Het
is een zonovergoten dag met een heerlijk fris windje. Het aantal
bezoekers haalt de twintig niet. Op zo’n moment is het tastbare
bewijs van eeuwen geschiedenis overweldigend. Indrukwekkend
is een ruim 9 kilometer lange stadsmuur die drie eeuwen voor
Christus in een paar jaar gebouwd werd. De muur omsloot ook
landbouwgrond, zodat de bevolking een beleg, dat soms jaren
kon duren, kon overleven. De Peloponnesos mag dan een filiaal
van de hemel zijn, er is veel gevochten tijdens talloze oorlogen.
Honderden jaren voor Christus met alle oorlogen tussen de stadstaten, tot ruim een halve eeuw geleden. Wat dat betreft hebben de
Grieken veel te verduren gehad. Overal kom je burchten en forten
tegen. In de baai van Methoni, vlakbij Pilos aan de Ionische zee,
doemt een reusachtige Venetiaanse burcht uit de zee op. Dat waren
de Italianen; maar de Peloponnesos is na de Romeinse overheersing door talloze ‘buitenlanders’ aangevallen en overheerst.
Egyptenaren, Turken, Venetianen, Franken, Duitsers, Engelsen,
Russen, noem maar op. Wanneer je de Griekse geschiedenis van
na 1945 bekijkt dan was het debacle van vandaag eigenlijk al ingebakken. De verhoudingen tussen de verschillende economische
belangengroepen zijn eigenlijk tientallen jaren niet democratisch
verbeterd. Dictaturen hielpen daar niet bij. De verschillen tussen
rechts en links werden vergroot en van wederzijds begrip en respect was geen sprake. Er is hier nog veel te doen om Griekenland
in de echte zin socialer te maken.
Fragment
Fragment
70
71
MESSINI
Fragment
Fragment
72
73
MESSINI
OUDE MANNEN
Fragment
74
Op welk uur van de dag ook, de terrassen op de dorpspleinen zijn
altijd gevuld met oudere mannen. Nu hebben we in ons land ook
de bekende leugenbankjes bij de havens, maar zo typerend als in
Griekenland is het niet. In Frankrijk zie ik ’s morgens de oudere
mannen al aan een glaasje rosé, maar ook dat is toch heel iets
anders. Waar zouden die mannen het over hebben? Waar praten
mannen überhaupt over? Voetbal, werk, seks, geld en politiek, zijn
dat de meest besproken zaken? Ik zou het niet weten; zelf heb ik
een kroeg niet vaak van binnen gezien. Toch denk ik dat de oudere
Griekse mannen andere onderwerpen bespreken. Het zullen wel
de dingen van alledag zijn, de gebeurtenissen in het dorp. Ouderen
praten als vanzelf over vroeger. Zou het vroeger beter geweest
zijn? De politiek zal zeker aan de orde komen. Toch zie je nooit
verhitte discussies of stemverheffing. Dat komt denk ik door de
ouderdom. En de wijsheid komt met de jaren. Ik denk wel eens:
kijk, daar zit het seniorenparlement. Veel energie zie ik er echter
niet van afspatten, meer een zekere lethargie. Of projecteer ik nu
mijn eigen gedachten over het Griekenland van nu op de éminencegrise van de Griekse samenleving? Ik weet het niet. Wat ik me wel
afvraag is, waar al die vrouwen zijn. Altijd maar thuis? Zal wel,
dames drinken geen ouzo.
Fragment
75
MESSINI
MILI EN AMYMONE, HERINNERINGEN
Mili, een klein vissersplaatsje, droomt aan de baai van Nafplion.
In de schaduw van een parasol heb ik uitzicht op de stad aan de
overkant. Links de burcht van Argos, hoog op een kale berg. Het
is het gebied van de oudste bewoning en beschaving van Griekenland. Tyrins met haar burcht met reuze-stenen. Het verhaal gaat,
dat dat het werk van de cyclopen moet zijn geweest. Iets verder
Mycene met zijn leeuwenpoort en gruwelverhalen. Maar ook met
de prachtige gouden dodenmaskers die daar zijn gevonden.
Fragment
76
Mili is ook de plaats van talloze mythen. Zo zou Heracles hier
één van zijn grote werken hebben verricht, het doden van een veelkoppige hond. Ik zocht de monding op van de rivier die ontspringt
bij de bron Amymone. Dit riviertje stroomt bij Mili in de zee. Hier
speelden onze kinderen zo’n vijftien jaar geleden. Met een touw,
dat in de bomen hing, slingerden ze zich over de rivier van de ene
oever naar de andere. Dierbare herinneringen. Mili is trouwens
genoemd naar molens. In de Turkse tijd werd het vochtige land
droog gehouden met behulp van watermolens. Dat heb ik natuurlijk aangevoeld met mijn liefde voor watermolens. Toch is één
geschiedenis wel boeiend om te vertellen. Waar kwam de naam
van de bron ‘Amymone’ vandaan? Dat wordt door Pausanias, die
ook dit gebied in het jaar 175 doorkruiste, verteld. Het is een niet
zo bekend maar bijzonder verhaal. Danaos, de mythische voorvader van de Danoi, verliet op zekere dag Egypte vergezeld van zijn
vijftig dochters (de Danaïden) om zich in Griekenland te vestigen.
Hij landde in de streek Argolis, maar het gebied was zo droog als
een woestijn. Dat kwam door een beslissing van de goden. Zij hadden alle bronnen en rivieren in het gebied laten opdrogen. Danaos
zond al zijn vijftig dochters uit om naar een waterbron te zoeken.
Ze kwamen allemaal onverrichterzake terug met uitzondering van
Amymone. Vermoeid van het zoeken naar een bron was ze aan de
voet van een plataan in slaap gevallen. Een satyr zag haar liggen
en vergreep zich aan haar. De god Poseidon hoorde haar gegil en
zwaaide met zijn drietand. Die trof naast de plataan de grond en
deed daar een bron opwellen. Dankzij Amymone kwam in het hele
gebied het water terug.
Een echte mythe. Alhoewel, tot op de dag van vandaag wordt het
water uit de bron, een kleine vijver, opgepompt en bevloeit het hele
gebied tussen Lerna en Argos. In Griekenland weet je het nooit
zeker. Daarom vergezel ik Sylvia, mijn vrouw, in deze streek stap
voor stap. Je weet immers nooit zeker of er nog satyrs bestaan.
Fragment
77
BIJZONDERE BEZOEKERS VAN HET DEPOT
Sommige kinderen gaan met hun vader een paar keer per week naar
een speeltuintje. Wouter de Kluizenaar (2) komt meerdere keren per
week met zijn vader naar Beeldengalerij Het Depot. Soms staat dan
zijn blauwe trapautootje voor de deur geparkeerd. Vader en zoon
worden hartelijk begroet – ‘Hoi Wouter!’ – en vegen eensgezind hun
voeten. Dan leidt Wouter zijn vader rond. Ten tijde van dit gesprek
was de eerste gang steevast naar Het Immernimmer, het beeld van
Gertjan Evenhuis van veerman Charon. “Papa Boot”, volgens Wouter.
Wouter leidt zijn vader
Remco rond in Het Depot
Fragment
Fragment
78
79
REMCO DE KLUIZENAAR, ‘Hij leert mij anders kijken’
Door Assia Vermeulen
In zijn haast zijn favoriete beeld te bereiken struikelt Wouter en bezeert zijn
voetjes. De schoentjes gaan uit. “Kusje
erop?” “Over!”, is het antwoord even later.
EERSTE WOORDJES
“Wouter brengt de gemiddelde leeftijd
van de bezoekers flink omlaag” grappen
fotograaf Bart de Gouw, vader Remco en
ik tijdens de fotosessie. De bezoekers van
de beeldengalerij zijn over het algemeen
wat ouder, zoals vrijwel alle bezoekers van
concerten, voorstellingen, musea en galeries. Het is de levensfase waarin meer tijd
is voor kunst en cultuur. Maar niet alleen
“Ja, dit is voor ons een soort speeltuinuitje”, bevestigt De Kluizenaar, die met
zijn vrouw en zoon dichtbij Het Depot
woont. “Maar dit is veel prettiger. In een
speeltuin is het toch vaak: papa wil je
duwen, tillen, er moet dan van alles gebeuren. Dit is voor mij een fijnere plek om
te zijn en ik zie hem bij elk bezoek weer
anders kijken en commentaar geven op
de beelden. Het verveelt ons beiden nooit.
door zijn leeftijd, ook door de frequente bezoekjes van vader Remco en zoon Wouter
wordt de statistiek beïnvloed.
Wouter wil hier zo graag naar toe dat we
op de dagen dat jullie gesloten zijn in de
tuin wandelen en door het raam naar
binnen kijken.”
Het bezoeken van de beeldengalerij werd
het speciale uitje voor vader en zoon.
Wouter leerde Het Depot kennen in de
kinderwagen en stapt er nu zelfbewust
rond. “Wij maken er een spel van” vertelt
Remco. “Wouter leerde zijn eerste woordjes uiteraard thuis: papa en mama. En daar
kwam een honderdtal bij. Maar daarna
leerde hij hier ‘Depot-woorden’ als beelden,
kuiten, sleutelbeen, hak, teennagels.
Deze anatomielessen gaan wat verder dan
hoofd, schouders, knie en teen”, lacht De
Kluizenaar. Bij de vijver leerde Wouter
de woorden kikker en vis. Het begrip winterslaap kon Remco vervolgens uitleggen
door het als ‘kikker in de modder’ te benoemen. Het figuratieve werk is natuurlijk
het meest toegankelijk en daarbij zijn alle
mannelijke beelden ‘papa’ en vrouwelijke
‘mama’. “Wouter neemt het bij het rondlopen soms over,” vervolgt De Kluizenaar.
“Hij leert mij anders kijken. Soms door
het lage standpunt van waaruit hij alles
beziet, maar vooral doordat hij niet bevooroordeeld is. Het geluid van een radiator is
bijvoorbeeld net zo interessant voor Wouter als een kunstwerk. Dat geldt ook voor
het kloddertje lijm dat hij ontdekte onder
de poes op de boot van Charon.”
ASSOCIATIES
“Zijn associaties zijn heel verfrissend.
Bij zijn favoriete beeld Immernimmer
is Papa Boot soms bloot omdat hij gaat
douchen, soms omdat hij op het potje wil
plassen. Dat zijn dingen waar Wouter in
het dagelijks leven mee bezig is. Dat is
grappig om terug te horen bij de beelden.
Het is nogal een contrast met hoe volwassenen dit imposante beeld ervaren.” Het
beeld Day & Night van Eveline van Duyl
zou een jong kind kunnen beangstigen
met zijn afbeelding van onderhuidse
aderen, spiergroepen en zenuwen. Voor
Wouter is dit het ‘ijsjesbeeld’ vanwege
de vrolijke kleuren. In de vagina van de
vrouwenschoot van Luut de Gelder in de
hal ziet Wouter een snavel. En daarna is
het beeld een uil. Maar sommige beelden
boezemen hem angst in, zoals het beeld
Sappho van Gerhard Lentink, ‘Mama Letters’ volgens Wouter. Hij is dan bang dat
dit beeld ineens gaat ‘leven’.
De beeldengalerij biedt de jonge vader
ook opvoedkundige mogelijkheden. Er
zijn kansen om grenzen aan te geven:
aanraken mag, maar niet bij alle beelden.
Voelen mag met een handje, niet proeven
aan een beeld met je mond. Dat laatste
wilde Wouter bij een beeld van Dominique
Rayou, waar hij een appel in zag. Tot hij
begreep dat het billen waren!
“Ik zou wel een alternatieve rondleiding
willen schrijven waarin bezoekers door de
ogen van Wouter zouden kunnen kijken”,
zegt De Kluizenaar enthousiast. “En dan
daarin de namen noemen die Wouter
aan de beelden geeft en zijn hilarische
commentaar daarbij!”
EDU-ART
Fragment
80
De kennismaking van Remco de Kluizenaar met de activiteiten van Stichting
Utopa dateren al van voor de geboorte
van Wouter. De Kluizenaar studeerde
biotechnologie aan de WUR, maar was
ook muzikant. De optredens van zijn band
duurden destijds tot diep in de nacht en na
uitslapen ging De Kluizenaar zich graag
ontspannen in Villa Hinkeloord, dat in die
tijd de enige locatie van Het Depot was.
De Kluizenaar zegde de biotechnologie
vaarwel en werd kunstenaar. Hij leerde de
artistiek directeur van Het Orgelpark en
Het Depot, Johan Luijmes, kennen toen
hij met zijn groep Waterlanders optrad
in Het Orgelpark. “Waterlanders is een
locatietheatergroep” licht De Kluizenaar
toe. “We maken op locatie voorstellingen
waarin theater, film, muziek en kunst
samenkomen.” Met Andreas Hetfeld,
één van de beeldhouwers van Het Depot,
maakte hij kennis tijdens kunstprojecten voor vmbo-scholen van Edu-art. De
Kluizenaar assisteerde Hetfeld daarna bij
het bouwen van zijn vliegtuig van twijgen
in het Torckpark tijdens het Wageningse
bevrijdingsfestival.
Naast Waterlanders heeft De Kluizenaar
nog meer activiteiten waarmee hij in zijn
onderhoud voorziet.
VISUELE NOTULIST
De Kluizenaar wordt regelmatig gevraagd
om tekeningen te maken tijdens symposia. “Ik ben een soort visuele notulist”,
licht hij toe. Wat begon als een eenmalige
vraag vanuit de organisatie van Friends
Of the Earth International werd één van
zijn vaste inkomensbronnen. “Ik verbeeld
de inhoud van zo’n seminar, maar heb
mijn artistieke vrijheid en kan met mijn
creativiteit de discussie een zetje geven.
Soms verwerk ik mijn visie en oplossingen
in mijn tekeningen.”
Een andere activiteit van De Kluizenaar is
het maken van bijenhotels die in de openbare ruimte worden geplaatst. Ook wordt
hij door de gemeente Wageningen en de
Wageningse Woningstichting regelmatig
gevraagd een project te doen met bewo-
ners. “Voor kunst is geen geld, maar als
het om sociale verbinding of duurzaamheid gaat is er een ander potje voor en kan
het wel en dan komt men toch vaak bij een
kunstenaar uit.”
Op de vraag of Remco de kunsteducatie
van zijn zoon voor ogen had toen hij
met hem naar Het Depot ging antwoordt
hij: “Misschien de eerste twee keer wel.
Daarna uitsluitend omdat hij het zo ontzettend leuk vindt en omdat hij mij anders
laat kijken. Het Depot is voor mij één van
de weinige plekken waar ik er de tijd voor
neem om me door hem te laten opvoeden
in plaats van andersom. Maar als er iets
is dat ik hem wil meegeven dan is het
de waarde van iets dat gemaakt is door
iemand die er om gaf toen hij het maakte.”
KIJKEN MET EEN KIND
De conclusie na dit gesprek kan alleen
maar zijn dat het de moeite waard is eens
met een (klein)kind naar musea of galeries
te gaan. Zodat volwassenen weer leren
kijken met een onbevangen blik en kunst
een rol speelt in het leven, ver voordat daar
eindelijk meer tijd voor is.
Fragment
81
Henk
Spreeuwenberg,
een retrospectief
TWEE PASSIES, ARCHITECTUUR EN BEELDHOUWEN
Het was het jaar 2004 dat ik Henk Spreeuwenberg voor het eerst ontmoette.
Het was in zijn woonhuis aan de Bloemgracht in Amsterdam. Binnen de
collectie van Beeldengalerij Het Depot bevindt zich een tiental beelden van
zijn hand. Dit jaar viert Henk zijn zeventigste verjaardag. Een goed moment
om eens terug te kijken.
letterlijk aangeleerd. Overdag studeren en in de weekenden en de
vakanties beeldhouwen. Pas na zijn afstuderen kwam er meer tijd
voor het beeldhouwen.
“Als er iets is wat mijn karakter uitdrukt en een eigenschap is
van alles wat ik aanpak, is het wel het houwen van een beeld, met
die trage interactie tussen ontstaan en ontwikkeling. Het reeds
aanwezige beeld uit een steen halen, is hetzelfde als het ontwerpen van een programma binnen de architectuur. Het is mij slechts
een paar maal overkomen dat na maanden werk er toch teveel
was afgehakt, of dat na de aanbesteding bleek dat het ontwerp
belangrijk gewijzigd moest worden. Dit zijn de momenten dat ik
leerde luisteren naar het proces van het maken, en het is juist deze
traagheid die verdieping geeft aan de vorm. De relatie die dit legt
tussen vorm en materiaal is onontkoombaar in een sculptuur, en
zo ook in de bouwkunst.”
Fragment
82
Henk Spreeuwenberg, Torso in hoek, 1994, brons, 260 cm
Henk Spreeuwenberg vind zelf dat hij in de twee vakgebieden architectuur en beeldhouwkunst autodidact is. Dat komt omdat, zo
vindt hij, in de zeventiger jaren de studie vormgeving niet zo erg
hoog stond aangeschreven. En het beeldhouwen heeft hij zichzelf
Fragment
83
Na zijn afstuderen maakte hij een bewuste splitsing in de manier
van vormgeven binnen de beide disciplines: abstract voor de architectuur en figuratief voor de sculptuur. Beide professies komen
samen in zijn woon-/werkhuis aan de Bloemgracht in Amsterdam
waar op een zeer klein oppervlak een torenhuis is ontworpen met
in de gevel een versneden torso van brons als kariatide.
Henk Spreeuwenberg, Portret Silvie, 2016, brons, 23 cm
Fragment
Fragment
84
85
359 • Henk Spreeuwenberg, Vrouw, rug en borst, 1987, brons 36 cm
Henk Spreeuwenberg, Koningin,
2002, brons, 51 cm
“Er zijn in mij grote overeenkomsten maar ook grote tegenstellingen tussen beide disciplines, zoals de fysieke, bijna gedachteloze
inspanning van hakken en schuren tegenover het gepieker achter
een beeldscherm. Het volstrekt solistische handelen in het atelier,
dat diepte geeft aan je ontwikkeling, en de rijke sociale omgeving van de voortdurend wisselende ontwerpopgaven die juist de
breedte geven aan je opvattingen.”
Voor de professionele omgeving is zijn dubbeltalent interessant
maar ook verwarrend. Een galeriehouder ziet zich genoodzaakt uit
te leggen dat de beeldhouwer de kunst maakt en niet de architect.
Anderzijds moet een opdrachtgever voor een bouwwerk het vertrouwen hebben dat de architect bij zijn opdracht blijft. Een paar
jaar geleden heeft hij besloten achter zijn carrière als architect
een punt te zetten. Voor wat het beeldhouwen betreft is dat anders.
Henk Spreeuwenberg is tot de conclusie gekomen dat er tussen de
beide disciplines die hij beheerst wederzijds weinig uitwisseling
van kennis en ideeën plaats vindt. Hij zegt: “Niet omdat er weinig
belangstelling voor is, maar omdat er te weinig inzicht is en er te
weinig woorden zijn.”
Dat is op zijn minst een opmerkelijke uitspraak. In het begin
van de vorige eeuw was dat heel anders. Architecten van de
Amsterdamse School hadden een hechte samenwerking met beeldhouwers. De beeldhouwkunst was meestal functioneel van aard.
De beelden waren, soms wat ondergeschikt, maar in ieder geval
mede beeldbepalend voor de architectuur. In die tijd was de
beeldhouwkunst nauw verbonden met de architectuur. Voor het
Rijksmuseum en het centraal station in Amsterdam werd door
bouwmeester Cuypers een uitgebreid beeldhouwprogramma
ontworpen. Die ‘functionele’ beelden en reliëfs werden bouwbeeldhouwkunst genoemd. Ook de beurs van Berlage (1903) is daarvan een bekend voorbeeld. Onder de leiding van Berlage werden
meerdere kunstvormen, schilderkunst, literatuur en beeldhouwkunst geïntegreerd binnen een totaalconcept (zie ook het stuk van
L. Tilanus in Fragment 10). Het Scheepvaarthuis (1913-1928) van
architect Joan Melchior van der Mey is hiervan ook een fraai voorbeeld. Hier werd de vorm van de beeldhouwkunst van Hendrik van
den Eijnde aangepast aan de vorm en de stijl van de architectuur.
Het was niet alleen de beeldhouwkunst die geïntegreerd acte de
présence gaf, maar ook de meubel- en siersmeedkunst, schilderkunst en de glazeniers van de gebrandschilderde ramen.
Boven: Scheepvaarthuis in Amsterdam, Beelden Hendrik van den Eijnde
Onder: Guggenheim Bilbao in Spanje
Fragment
86
Henk Spreeuwenberg, Buste M, 2011, diabaas, 26 cm
Henk Spreeuwenberg, Buste V, 2012, marmer, 26 cm
Fragment
Fragment
88
89
Henk Spreeuwenberg, Snede op tenen lopend, 2004, brons, 55 cm
Henk Spreeuwenberg, Koning, 2002, brons, 54 cm
Henk Spreeuwenberg, Hybride, 2011, brons, 38 cm
Een samengaan en samenhang van nog veel meer kunstvormen
zien we een paar jaar later (1925/1929) in het Bauhaus in Dessau.
Maar ook in de periode vanaf het Bauhaus tot nu toe is er een
hechte band en een uitwisseling ontstaan tussen de beeldhouwkunst en de architectuur. In 2004 was in Bazel de door de
Fondation Beyerler georganiseerde tentoonstelling ‘Archisculpture: Dialogues between Architecture and Sculpture from the
18th Century to the Present Day’. Op die tentoonstelling werden
juist verbindingen gelegd en getoond tussen de architectuur en
de beeldhouwkunst. Te beginnen met Aristide Maillol, Auguste
Rodin, Jacques Lipschitz tot aan Frank Gehry en Rem Koolhaas
toe. Bij die tentoonstelling verscheen een uitvoerige catalogus
van meer dan 200 pagina’s. Duidelijk was dat in de vorige eeuw
een verandering plaatsvond in de verhouding tussen de beide
kunstdisciplines. Was eerst de beeldhouwkunst ‘ondergeschikt’
aan de architectuur, na verloop van tijd werd de beeldhouwkunst
de inspiratie voor de architectuur. Een stroming, Archisculptuur,
waarbij gebouwen eigenlijk meer beeldhouwwerken worden.
In verloop van tijd werden de rollen omgedraaid.
Henk Spreeuwenberg, Danseres, 2012, brons, 49 cm
Het kan dus niet anders zijn dan dat Henk Spreeuwenberg dit
gemis aan communicatie en ‘beeldtaal’ als een persoonlijke, misschien Nederlandse of Amsterdamse ervaring heeft gevoeld. Zelf
heeft hij in optima forma zijn beide talenten aangewend in het
ontwerp van zijn eigen woonhuis, met de tors van zijn hand die de
gevel siert. Een ontwerpmaquette is op de tentoonstelling te zien.
Maar ook in zijn andere werk is de hand van de architect te zien.
Bij het beeld Bacchus zijn sokkel en beeld tot één beeld versmolten. In de twee reliëfs van een man en een vrouw, die elk uit een
voor- en achterzijde bestaan, is de hand van de architect duidelijk
voelbaar. In zijn beelden Snede op tenen lopend en Rug in driehoek doet zich de bouwmeester gelden die gewend is om met de
gulden snede om te gaan.
Loek Dijkman
Voorzitter stichting Het Depot
Henk Spreeuwenberg, Lopende man, 2012, brons, 52 cm
Fragment
Fragment
90
91
Een samengaan en samenhang van nog veel meer kunstvormen
zien we een paar jaar later (1925/1929) in het Bauhaus in Dessau.
Henk Spreeuwenberg, Bachus, 2007, kunststof, 190 cm
Maar ook in de periode vanaf het Bauhaus tot nu toe is er een
hechte band en een uitwisseling ontstaan tussen de beeldhouwkunst en de architectuur. In 2004 was in Bazel de door de
Fondation Beyerler georganiseerde tentoonstelling ‘Archisculpture: Dialogues between Architecture and Sculpture from the
18th Century to the Present Day’. Op die tentoonstelling werden
juist verbindingen gelegd en getoond tussen de architectuur en
de beeldhouwkunst. Te beginnen met Aristide Maillol, Auguste
Rodin, Jacques Lipschitz tot aan Frank Gehry en Rem Koolhaas
toe. Bij die tentoonstelling verscheen een uitvoerige catalogus
van meer dan 200 pagina’s. Duidelijk was dat in de vorige eeuw
een verandering plaatsvond in de verhouding tussen de beide
kunstdisciplines. Was eerst de beeldhouwkunst ‘ondergeschikt’
aan de architectuur, na verloop van tijd werd de beeldhouwkunst
de inspiratie voor de architectuur. Een stroming, Archisculptuur,
waarbij gebouwen eigenlijk meer beeldhouwwerken worden.
In verloop van tijd werden de rollen omgedraaid.
Het kan dus niet anders zijn dan dat Henk Spreeuwenberg dit
gemis aan communicatie en ‘beeldtaal’ als een persoonlijke, misschien Nederlandse of Amsterdamse ervaring heeft gevoeld. Zelf
heeft hij in optima forma zijn beide talenten aangewend in het
ontwerp van zijn eigen woonhuis, met de tors van zijn hand die de
gevel siert. Een ontwerpmaquette is op de tentoonstelling te zien.
Maar ook in zijn andere werk is de hand van de architect te zien.
Bij het beeld Bacchus zijn sokkel en beeld tot één beeld versmolten. In de twee reliëfs van een man en een vrouw, die elk uit een
voor- en achterzijde bestaan, is de hand van de architect duidelijk
voelbaar. In zijn beelden Snede op tenen lopend en Rug in driehoek doet zich de bouwmeester gelden die gewend is om met de
gulden snede om te gaan.
Loek Dijkman
Voorzitter Stichting Het Depot
354 & 355 • Henk Spreeuwenberg, Relief V, 2003, brons, 60 cm
Fragment
Fragment
92
93
352 & 353 • Henk Spreeuwenberg, Relief M, 2003, brons, 60 cm
Henk Spreeuwenberg, Portret Gerda, 2015, marmer, 43 cm
Linnaeus wordt
nog groener
Een volledig vegetarisch-veganistische kaart
Fragment
94
Restaurant Linnaeus, het restaurant van
Beeldengalerij Het Depot, is een eerlijke
keuken in een heerlijke omgeving. Kunst,
natuur en gastronomie zijn op één plek
binnen handbereik. Vanuit de (grasgroene)
stoelen van Restaurant Linnaeus kijkt u
uit op het prachtige Arboretum De Dreijen.
Alle producten die in de keuken gebruikt
worden zijn lokaal en/of biologisch van
oorsprong. Sinds afgelopen voorjaar zijn
we nog een stapje groener geworden:
Restaurant Linnaeus is overgestapt op een
volledig vegetarisch-veganistische kaart.
Groenten stonden al sinds de opening van
Linnaeus centraal op de kaart van het
restaurant. Er is zo’n verscheidenheid aan
heerlijke groenten dat het zonde is om
deze niet meer aandacht te geven. Ook de
zogenaamde vergeten groenten, zoals
bijvoorbeeld schorseneren of raapstelen,
zijn bij Linnaeus zeker nog niet in de
vergetelheid geraakt. Met een vegetarisch-veganistische kaart kunnen we
met verrassende gerechten nog beter
uitlichten hoe lekker en veelzijdig groenten kunnen zijn.
Daarnaast is een restaurant zonder vlees
en vis een stuk beter voor onze wereld.
Natuurlijk is een keuze voor een vegetarisch-veganistisch restaurant één die
gebaseerd is op compassie: een keuze voor
de vermindering van dierenleed. Maar
ook de impact die het fokken en houden
van dieren heeft op het land en de natuur
en het milieu is niet te ontkennen. Denk
bijvoorbeeld aan al het water en graan dat
nodig is om een relatief kleine hoeveelheid
dierlijke eiwitten te ‘produceren’.
Wees gerust, de heerlijke en bijzondere
seizoensgebonden gerechten van Linnaeus
hoeft u niet te missen met de nieuwe
kaart. Integendeel: onze koks schotelen u
nu nog creatievere gerechten voor. Want
vegetarisch of veganistisch eten hoeft niet
saai of flauw te zijn. Denkt u bijvoorbeeld
aan landbrood met gekonfijte biet en sjalot
met noten-paté en gember-veganaise, of
aan gebakken tofu rosso met rode ui, knoflook in pittige tomatensaus en gekaramelliseerde wortel uit de oven met sesamzaad.
Komt ook zelf onze nieuwe kaart
uitproberen!
Fragment
95
Uit de keuken van
Restaurant Linnaeus
Recept
kapucijner-falafel
In het kookboek De Joodse Keuken van Claudia Roden, met maar liefst 800 authentieke
recepten uit de diaspora, staat dat de falafel na 1948 als nationaal gerecht is geadopteerd
door Israël. Maar de Palestijnen, Kopten, Jemenieten en Egyptenaren vinden dat de
oorsprong van de falafel bij hen ligt.
Laten we het houden op een gerecht uit het
Midden-Oosten. Met als basis gedroogde
kikkererwten of tuinbonen. Peulvruchten
dus. Peulvruchten zijn zeer veelzijdig:
eiwitrijk, vol vitamine B, vol vezels en in
gedroogde vorm oneindig lang houdbaar.
In verse vorm als groente te eten. De grote
plantenfamilie van de peulvrucht bestaat
uit o.a. kapucijners, witte, bruine, zwarte
en kievietsbonen, tuinbonen, maar ook
linzen, kikkererwten en sojabonen. Zelfs
pinda’s zijn onderdeel van de familie.
Wij maken een Nederlandse falafelvariant
en gebruiken kapucijners in dit gerecht.
Fragment
96
ANDETTE HILVERING
VOOR DIT VEGAN RECEPT
IS NODIG:
•
•
•
•
•
•
•
•
500 gram (24 uur in water geweekt)
1 bosje bladselderij
1 prei
1 rode peper
5 tenen knoflook, gepeld
1 eetlepel geroosterd venkelzaad
1 theelepel bakpoeder
Zout en peper naar smaak
Fragment
97
BEREIDINGSWIJZE
Alle ingrediënten in de keukenmachine
fijnmalen en een uurtje koel wegzetten.
Vorm met de hand of falafeltang bolletjes
van ongeveer 30 gram.
Frituur de falafel 5 minuten op 150 graden.
Laat op keukenpapier uitlekken.
Presenteer de kapucijner-falafel in een
opengesneden pitabroodje met wat rauwkost en een ‘hangop’ van sojayoghurt met
citroenrasp en een beetje zout en peper.
Een salsa verde van kappertjes, peterselie
en citroen past hier ook goed bij.
BLAUWSCHOKKER KAPUCIJNER
Méér dan
olijfolie
Fragment
98
Een goede maaltijd begint voor mij het liefst met een lekker stuk brood
gedoopt in olijfolie, wat zeezout erbij en het feest kan beginnen. Olijfolie
van goede kwaliteit geeft een zonnige gloed en een verfijnd aroma aan
een salade, in de soep of gewoon zo puur. De olijfolie die wij dagelijks
gebruiken in restaurant Linnaeus smaakt groen en fruitig, heeft een licht
pepertje en een laag zuurgehalte en is daardoor zacht in de mond. Deze
olijfolie smaakt ook zo goed, omdat het met liefde en toewijding wordt
geproduceerd door Nederlanders die een uniek biologische-dynamische
landbouwbedrijf hebben opgebouwd dat grotendeels gelegen is in het
Portugese natuurreservaat Serra da Estrela.
Fragment
99
verweerde granietgronden op een hoogte
van circa 700 meter in de Serra da Estrela.
De gaard staat op de noordhelling, waar
minder heftige temperatuurfluctuaties
zijn dan bijvoorbeeld op het zuiden. De
pluk is handmatig, waarbij ze gebruik
maken van pneumatische ‘vingers’ die
de olijven van de takken trillen. Dat is
het werk van de mannen, evenals het met
lange stokken tegen de takken slaan. De
vrouwen leggen de netten (toldes) rondom
de bomen. Tegelijkertijd wordt ook de
olijfboom gesnoeid. De vrouwen halen de
olijven van de takken af en halen steentjes
en takjes uit de netten. De coöperatieve
‘lagar’ (olijfpers) maalt de olijven eerst tot
een mauve kleurige pasta, waarna de olie
in een centrifuge wordt gescheiden van
de pitten en het vruchtvlees. Aangezien
de pers in het dal staat, worden de olijven
Fragment
100
Het verhaal begint bij Norbert en Marijke
Mergen-Metz die een artikel hadden
gelezen over een adviseur biologischdynamische landbouw, Eelco Schaap, en
zijn vrouw Karin Sligting. Zij emigreerden
in 2007 naar Portugal om er een landgoed
over te nemen en noemden dat Dominio
Vale do Mondego. Zij werden eigenaar van
de grond, de gebouwen, een melkschapenhouderij met een kudde van 170 melkschapen van het zeldzame Bordeleira-ras, en
een olijfgaard.
Dat wilden Norbert en Marijke wel eens
van dichtbij bekijken en met hun camper
reisden zij af naar het 22 hectare grote
landgoed. Daar werden de stoeltjes uitgeklapt op het kleine kampeerterrein tussen
de olijfbomen met uitzicht op de vallei van
de rivier en het dorpje Faia. Genietend van
de grote moestuin, fruit- en notenbomen
en de wijngaard kwamen ze in gesprek
met Eelco en Karin. Hun passie was en is
om met hun landbouwbedrijf een actieve
bijdrage te leveren aan het ecologiseren
van de Mondego vallei.
Sinds de aankoop van het landgoed nu
bijna tien jaar geleden is er onafgebroken
geïnvesteerd in de kwaliteit van de landbouw, het landschap en alle traditionele
gebouwen. Van een verlaten en vergeten
boerenbedrijf met veel achterstallig
onderhoud en ruïneuze opstallen hebben
Eelco en Karin een goed lopend landbouwbedrijf geschapen waar óók ruimte is voor
individuele ontwikkeling, waar gecreëerd
en gerecreëerd wordt. De bedrijvigheid
op het landgoed maakt dat meer mensen
graag voor korte of langere tijd afreizen
naar Faia. In de direct omgeving bevinden
zich historische dorpjes, met stille kernen
en eeuwenoude kastelen. Op 12 kilometer
afstand ligt Guarda, de hoogstgelegen stad
van Portugal, en tegelijkertijd de grootste
stad van de Serra da Estrela, met stadspaleizen, stille pleinen, kerken en middeleeuwse huizen in de binnenstad.
Terug naar de smaakvolle olijfolie. De
oliveira is een lieflijke boomgaard waar
olijfbomen van de soort Galega groeien.
Het zijn ‘centenarios’; eeuwlingen, zeggen
de Portugezen, en zijn ten minste honderd
jarigen, veelal ouder. De milde smaak
van de olijfolie wordt bepaald door de
extensieve productieomstandigheden op
direct verwerkt. Dan is er geen sprake
van oxidatie, geen kwaliteitsverlies, wat
terugkomt in de hele lage zuurgraad (extra
vergin) en uitstekende houdbaarheid. De
olie heeft een gouden kleur en een pure,
volle, pittige (peperige) smaak.
Sinds hun bezoek kopen Norbert en Marijke Mergen-Metz zo’n 1000 liter olijfolie
per jaar van Dominio Vale do Mondego.
Daardoor is het mogelijk dat wij deze
bijzondere olie in onze keuken kunnen
gebruiken en u deze kunt proeven in ons
restaurant Linnaeus.
Eind november en begin december is het
mogelijk om deel te nemen aan de olijvenpluk samen met een team van lokale
mensen en gasten. Dominio Vale do Mondego is uitgegroeid tot een dynamische
plek waar kunstenaars, dichters, filosofen,
ondernemers, studenten, jongeren, schrijvers, musici en theatermakers, boeren
en natuurbeschermers zich thuis voelen.
Op het landgoed worden activiteiten
georganiseerd zoals natuurexpedities door
de Serra de Estrela en workshops op het
gebied van natuur & cultuur.
Voor meer informatie
www.dominiovaledomondego.com
Voor aankoop olijfolie
www.mergenmetz.nl
Judith Smedes
Fragment
101
NIEUWS UIT DE WINKEL
van Beeldengalerij Het Depot
In de winkel van Beeldengalerij Het Depot vindt u, naast
onze eigen uitgaven, boeken en artikelen die met kunst,
natuur en koken te maken hebben. Ook wordt aangehaakt
DE BIBLIOTHEEK
bij tijdelijke tentoonstellingen en activiteiten. De komende
Boekenverzamelingen symboliseren door de eeuwen heen de geleerdheid
en cultuur van hun eigenaar. Het word ‘bibliotheek’ duidt in de meeste
talen niet langer alleen op de boeken zelf, maar ook op de gebouwen
waarin ze zijn ondergebracht.
De bibliotheek is in zijn hoogste vorm een totaalkunstwerk geworden
waarin schilderkunst, sculptuur, meubels en architectuur samenkomen.
En architecten wedijveren met elkaar om boeken in de meest spectaculaire omgeving onder te brengen, vanaf hun ontwerpen voor de bibliotheken van het oude Rome tot aan die voor de Bibliothèque Nationale in
Parijs. In dit rijk geïllustreerde boek brachten de auteurs de 80 fraaiste
bibliotheken ter wereld samen.
maanden zijn daarom titels van Joke Hermsen, Hein van
Dolen en Imme Dros beschikbaar. Daarnaast zijn vanwege
de ode aan lezen, verhalen en bibliotheken ook over deze
onderwerpen bijzondere titels ingekocht.
ASSIA VERMEULEN
DE ILIAS VAN HOMEROS
Fragment
102
HEIN VAN DOLEN – MYTHEN UIT
HET OUDE GRIEKENLAND
UITGEVER PROMETHEUS BERT
BAKKER € 9,95 EN
HEIN VAN DOLEN – OP NAAR DE
OLYMPOS! (BOEK EN CD)
UITGEVER VALKHOF PERS € 24,50
De Ilias van Homeros, het eerste boek van de westerse literatuur, werd
geschreven in de achtste eeuw voor Christus en wordt door velen gezien
als het beste dat ooit geschreven is. Het grote epos over de gruwelen van
de oorlog, eerzucht en wraak, maar ook over liefde en vriendschap, is tot
in onze tijd ongelooflijk invloedrijk gebleven.
Na het grote succes van haar Odysseia heeft Imme Dros met deze Ilias
weer een geweldige prestatie geleverd. Haar vertaling wordt geprezen als
‘vlot en fris’. In een interview zegt Imme Dros hierover: “Op het gymnasium vond ik ze ook al zo mooi. Ik vind het nog steeds heerlijk om met die
teksten bezig te zijn.”
VROUWEN DIE LEZEN ZIJN GEVAARLIJK
STEFAN BOLLMANN – VROUWEN
DIE LEZEN ZIJN GEVAARLIJK
UITGEVER AMSTERDAM
UNIVERSITY PRESS € 9,95
In Griekse Mythen, dat eveneens in de winkel verkrijgbaar is, brengt Imme
Dros de Griekse mythen voor kinderen tot leven. Harrie Geelen maakte de
bijbehorende illustraties.
Lezen met ALS
OP NAAR DE OLYMPOS
Wat is een oedipuscomplex? Waar komt het begrip tantaluskwelling
vandaan? Wanneer voert men een titanenstrijd? Veel begrippen die wij
dagelijks gebruiken bevatten een verwijzing naar verhalen uit de Griekse
mythologie. De verhalen over de wereld van goden, halfgoden en helden
spreken ook vandaag nog tot de verbeelding. Zij appelleren bovendien aan
de grote thema’s en gevoelens die van alle tijden zijn. In Mythen uit het
oude Griekenland laat Hein van Dolen de niet klassiek geschoolde lezer
kennismaken met de boeiende wereld van de mythologie en het frist hij
het geheugen op van anderen die er het fijne niet meer van weten.
In Op naar de Olympos! bracht Van Dolen de bekendste en mooiste
verhalen uit de Griekse mythologie bij elkaar voor jonge toehoorders en
beginnende lezers. Al die prachtige verhalen over goden en helden, over
mensen en monsters worden met veel vuur naverteld. De belangrijkste
goden en godinnen, de bekendste sagen en familiedrama’s, ontroerende
liefdesgeschiedenissen en grootse daden van stoere Griekse helden
komen aan bod. Een selectie van de verhalen is door Hein van Dolen
voorgelezen op de bijbehorende cd. De illustraties bij de verhalen zijn van
Louis van Geijn.
In deze mooie cadeau-editie van Vrouwen die lezen zijn gevaarlijk staan
de fraaiste schilderijen en foto’s van lezende vrouwen. Waarom lezen de
vrouwen en in welke boeken zijn ze verdiept? Het boek bevat onder andere portretten van Michelangelo’s reusachtige lezende Sybille, Vermeers
brieflezende meisje en Eve Arnolds beroemde foto van Marilyn Monroe
die verdiept is in Ulysses.
Het boek geeft ook uitleg over de kunstenaar van het portret en de tijd
waarin het werk tot stand kwam.
IMME DROS (VERTALING) – ILIAS
UITGEVER VAN OORSCHOT € 34,95
EN
IMME DROS – GRIEKSE MYTHEN
UITGEVER QUERIDO € 17,50
PIETER STEINZ – LEZEN
MET ALS, LITERATUUR ALS
LEVENSBEHOEFTE
UITGEVER NIEUW
AMSTERDAM € 19,99
Literatuurliefhebber Pieter Steinz kreeg in de zomer van 2013 te horen
dat hij ALS had en dat de kwaliteit van zijn leven snel zou afnemen. Een
half jaar later begon hij in NRC een weekboek waarin hij het verloop van
zijn ziekte verbond met de boeken die hij las of herlas. Kafka, Dickens,
Reve, Shakespeare, Szymborska en vijftig andere schrijvers werden zijn
reisgenoten.
In Lezen met ALS beschrijft Steinz even direct als humoristisch zijn
lichamelijke aftakeling en de daarbij behorende gang door de medische
instituties. Klassieken als De graaf van Montecristo, Het Bureau, Oblomov,
De toverberg en Herinneringen van Hadrianus zijn het uitgangspunt voor
bespiegelingen over onmacht, afscheid, berusting, pijn en ook over de
mooie dingen die een dodelijke ziekte met zich meebrengt.
Lezen met ALS is niet alleen een ontroerende kroniek van een aangekondigde dood, maar ook een onverwachte kijk op de wereldliteratuur.
Een boek over de troost van het lezen, geïllustreerd met geestige en tot
nadenken stemmende tekeningen van Hayo de Reijger.
JAMES W.P. CAMPBELL EN
WILL PRYCE - DE BIBLIOTHEEK
– HOOGTEPUNTEN UIT DE
WERELDGESCHIEDENIS
UITGEVER THOTH € 49,95
Fragment
103
Rondwandeling
met gids in
Arboretum De Dreijen
Wandelen door de botanische tuin De Dreijen is
een ware belevenis!
Telkens ontwaar je nieuwe doorkijkjes met prachtige bomen, struiken en bloemen. Beter kijkend verbaas je je over de wonderlijke wereld van het plantenleven. Wat te denken van een
boombast vol met bosjes lange stekels, zoals je die van cactussen kent? Of een boom vol witte ‘zakdoekjes’, die bloemen blijken te zijn? Arboretum De Dreijen heeft dan ook al een lange
bestaansgeschiedenis. De aanleg in 1895 was een initiatief van de Rijkslandbouwschool, een
voorloper van wat nu Wageningen University is. Leonard Springer, een van de bekendste landschaps- en tuinarchitecten van zijn tijd, en een groot kenner van bomen en heesters, kreeg de
opdracht voor de aanleg. Hij liet zich inspireren door de toenmalige Engelse landschapsarchitectuur wat nog steeds herkenbaar is: kronkelpaden tussen de gazons, borders met hortensia’s,
en een fraaie rotstuin met vijver. Ook het in 2013 aangelegde Pinetum is in deze stijl ontworpen.
Met een van onze tuinmannen, die al meer dan 30 jaar verbonden is aan Arboretum De Dreijen,
krijgt u een rondleiding langs de parels van het arboretum. U ziet bijzondere bomen en struiken
die hier soms al meer dan honderd jaar staan! De rondleiding wordt gehouden op donderdag, in
de even weken van het jaar, van 13.30 – 15.00 uur. Kosten bedragen € 5,- p.p.
MATILDA
Misschien wel het leukste kinderboek over lezen is Matilda van Roald
Dahl. Het boek is een klassieker die nog steeds nieuwe generaties kan
bekoren. Matilda is een gevoelig en intelligent meisje. Toen ze anderhalf
was kon ze praten als een volwassene, ze las toen ze drie was en voor
ze vijf was las ze boeken van wereldberoemde schrijvers als Dickens,
Hemingway, Kipling en Steinbeck. Haar ouders en schooljuf Bulstronk
vinden haar maar lastig en behandelen haar slecht. Maar dan bedenkt
Matilda een plan…
KAIROS
Fragment
104
ROALD DAHL – MATILDA
UITGEVER DE FONTEIN € 15,99
Kairos – Een nieuwe bevlogenheid verscheen in 2014 en vond sindsdien de weg naar een groot publiek. Na haar eerdere essaybundel Stil
de tijd, waarin Joke Hermsen rust en aandacht noemt als belangrijke
voorwaarden voor creativiteit en helder nadenken, houdt ze in Kairos een
hartstochtelijk pleidooi voor een andere, meer bevlogen tijd. We kennen
Chronos als de lineaire, meetbare tijd, maar we zijn Kairos
als ‘de god van het geschikte ogenblik’ vergeten. Toch kan juist deze
tijdervaring ons onverwachte kansen en inzichten bieden. Hermsen vindt
Kairos terug in het werk van o.a. Nietzsche, Arendt, Bloch,
Benjamin en Heidegger en verbindt deze aan begrippen als enthousiasme, inspiratie, empathie en bezieling.
Deze essays over filosofie, kunst, cultuur en onderwijs ontvouwen
nieuwe manieren van hoopvol denken, die ons kunnen inspireren een
uitweg uit de crisis te vinden en veranderingen op gang te brengen.
JOKE HERMSEN – KAIROS – EEN
NIEUWE BEVLOGENHEID
UITGEVER ARBEIDERSPERS € 12,50
Fragment
105
Opening tentoonstelling op zondag 5 juni
JEROEN MEIJS
Te zien tot en met zondag 22 januari 2017
Jeroen Meijs heeft een boodschap met zijn werk: “Een van de
belangrijkste dingen in de maatschappij is de kunst. Ik ga ervan
uit dat mensen heel veel missen. Wat dat betreft heb ik een
somber wereldbeeld. Als we opgroeien kunnen er maar een paar
kwaliteiten tot ontwikkeling komen: kwaliteiten waaraan de
materialistische maatschappij appelleert. In kunst worden dingen
aangesproken die je je in het gewone leven niet bewust bent. Met
mijn beelden wil ik mensen raken waardoor ze, al is het maar voor
even, een vollediger mens worden.”
Fragment
106
Jeroen Meijs omschrijft zijn werk als het verlangen om verder
dan het ‘wetende zien’ door te dringen tot de betoverde wereld
van de onderdrukte zintuiglijke ervaring. Het is een zoeken naar
het schijnbaar onbekende binnen het herkenbare. Kennis dient
volgens Jeroen Meijs losgelaten te worden om zonder ‘het weten’
te kunnen kijken.
De consistentie van het oeuvre van Jeroen Meijs zit dan ook in
zijn denkbeelden. Vanuit deze denkbeelden benadert hij het maken van beelden iedere keer op een nieuwe manier.
Ancient Modernism is een beeld waarmee gerefereerd wordt aan
het begin van alles. “Ik heb al jaren een fascinatie voor de oertijd
en vraag me af wat er nog over is van die tijd in de moderne mens.
Ik denk dat er iets universeels is blijven hangen, een herinnering.
Als ik aan de oertijd denk komt het beeld van een slagtand van
een mammoet bij me op. En eigenlijk was ik al met een slagtand
begonnen voordat ik wist wat ik ermee wilde. De mammoet is het
Jeroen Meijs • LeSoleil, 2015, linden- en
beukenhout, 250 x 210 x 125 cm
symbool van de oertijd en de peer, een lamp, verbeeldt hoe we
nu in een geïndustrialiseerde samenleving leven. Ik ben geen
vooruitgangsdenker, ik geloof in veranderingen, maar niet in een
kwalitatieve verbetering van de mensheid. Het is een mysterie
waar het echt om gaat in het leven. De belangrijkste dingen zullen
we nooit te weten komen.”
Fragment
“Bij het maken van beelden voel ik intuïtief steeds beter hoe het
moet en hoe ik het wil hebben. Denken functioneert daarbij als
een controlemiddel. Sommige beelden zijn technisch verschrikkelijk moeilijk om te maken. Ik heb er bijvoorbeeld wel twee jaar over
gedaan om Brainstorm te maken. Nadat ik het blokje voor blokje
heb opgebouwd heb ik nog veel veranderd. Het beeld confronteerde
me met mijzelf, ik droomde zelfs dat mijn hoofd uit blokjes bestond. Af en toe moest ik het wegzetten. Het was of de blokjes pijn
gingen doen in mijn eigen hoofd. In die zin is het een zelfportret.”
“Het maken van beelden brengt wel een spanning met zich mee,
van het begin tot het einde moet je het allemaal uit jezelf halen.
Dat vereist discipline. Ik ben weleens jaloers op iemand die een
kantoorbaan heeft, die hoeft er niet over na te denken hoe laat
hij ‘s morgens naar zijn werk zal gaan en wat hij daar moet doen.
Maar het komt ook voor dat ik door de beelden wordt geleefd, en
dat ze roepen: maak me! Dan denk ik, dit beeld moet er komen,
niemand anders op deze aarde zal dit anders maken. Ik denk dat
het belangrijk is wat ik doe.”
107
BEELDENGALERIJ HET DEPOT
De activiteiten van Stichting Het Depot worden mogelijk gemaakt
door Stichting Utopa. De doelstelling van Stichting Utopa is het
actualiseren en stimuleren van creatieve talenten van mensen,
daar waar de aanleg van enkelingen, om welke reden dan ook,
geen kans krijgt. Zie ook www.utopa-academie.nl.
STICHTING HET DEPOT
Stichting Het Depot ondersteunt beeldhouwers van torsen en
fragmenten, waarbij de ontplooiingskans van de kunstenaar
centraal staat. Beeldengalerij Het Depot is een particulier
initiatief van Stichting Het Depot, op een particulier terrein.
De toegang is gratis. Het gebouw is geheel rolstoeltoegankelijk.
Zie ook www.hetdepot.nl.
Fragment
108
ACTIVITEITEN
Stichting Het Depot ontwikkelt onder meer de volgende
activiteiten:
•Tentoonstellingen van hedendaagse beeldhouwkunst van torsen
en fragmenten
•Permanente tentoonstelling van het werk van Eja Siepman van
den Berg, Villa Hinkeloord
•Educatieve rondleidingen
•Lezingen en symposia
•Het aankopen van werk van hedendaagse beeldhouwers
•Het geven van opdrachten aan beeldhouwers
•Het uitgeven van monografieën van beeldhouwers
•Het verstrekken van beurzen aan beeldhouwers
•Het uitgeven van het tijdschrift Fragment
•Kinderatelier Villa Vleermuis: educatieve programma’s over
beeldhouwkunst en natuur
•Restaurant Linnaeus, gevestigd in Beeldengalerij Het Depot
•Tentoonstellingen over Arboretum De Dreijen en Arboretum
Hinkeloord
1
3
2
4
LOCATIES
Beeldengalerij Het Depot is gevestigd op drie locaties, met
elkaar verbonden door Arboretum De Dreijen en Arboretum
Hinkeloord. Ook deze arboreta horen bij Het Depot.
Beeldengalerij Het Depot
Arboretumlaan 4, 6703 BD Wageningen
•Wisselende tentoonstellingen
•Tentoonstellingen over de arboreta
•Lezingen en symposia
•Winkel
•Restaurant Linnaeus
OPENINGSTIJDEN BEELDENGALERIJ HET DEPOT
Beeldengalerij Het Depot is geopend van donderdag tot en met
zondag, van 11.00 tot 17.00 uur. Tevens is Beeldengalerij Het
Depot geopend op eerste en tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag
en op eerste en tweede Pinksterdag. Gesloten op Koningsdag en
op 5 mei. Rond kerst is Beeldengalerij Het Depot een aantal dagen
gesloten. Raadpleeg onze website.
OPENINGSTIJDEN ARBORETA
Arboretum De Dreijen (ingangen aan de Arboretumlaan 4 en
tegenover Villa Hinkeloord) en Arboretum Hinkeloord (ingang bij
Villa Hinkeloord) zijn dagelijks geopend van 10.00 tot 17.00 uur.
Villa Hinkeloord
Generaal Foulkesweg 64, 6703 BV Wageningen
•Permanente tentoonstelling van het werk van Eja Siepman
van den Berg
•Wisselende solotentoonstellingen
RONDLEIDINGEN EN GROEPSBEZOEKEN
Rondleidingen worden gegeven op donderdag en vrijdag om
11.30 uur en duren circa 60 minuten. De maximale groepsgrootte
voor rondleidingen is 20 personen voor Beeldengalerij Het Depot
en 15 personen voor Villa Hinkeloord.
Kinderatelier Villa Vleermuis
Arboretumlaan 4, 6703 BD Wageningen
•Educatiecentrum voor beeldhouwkunst en natuur
•Alleen geopend voor scholen, na overleg
Individueel aanmelden voor een rondleiding is ook mogelijk.
CONTACT
T 0031 (0)317 467 720
F 0031 (0)317 467 738
E [email protected]
I www.hetdepot.nl
De kosten voor een rondleiding bedragen € 5,- per persoon.
Reserveren voor een rondleiding of groepsbezoek per telefoon
of e-mail is noodzakelijk. Dit geldt voor Beeldengalerij Het Depot,
Villa Hinkeloord en Restaurant Linnaeus.
Rondleidingen voor blinden, slechtzienden, en/of rolstoelgebruikers zijn zowel individueel als in groepjes van maximaal
4 personen mogelijk. Per persoon is één begeleider en/of blindengeleidehond toegestaan. De kosten bedragen € 5,- per persoon.
HUISREGELS
Jassen en tassen dient u op te bergen in onze garderobe of in
een kluisje.
Niet toegestaan:
•Honden of andere huisdieren, met uitzondering van
blindengeleidehonden, in de vestigingen van Het Depot
en in de arboreta.
• Roken in alle vestigingen van Het Depot.
• Gebruik van mobiele telefoon.
• Het nuttigen van zelf meegebrachte consumpties.
• Fotograferen voor commercieel gebruik.
FRAGMENT
Fragment is een uitgave van Het Depot voor haar bezoekers.
Wanneer u bij uw bezoek aan Het Depot uw contactgegevens
opgeeft en ons meest recente nummer van Fragment koopt, krijgt
u toekomstige nummers van Fragment gratis toegezonden.
Losse nummers € 7,50.
WINKEL & UITGAVEN VAN HET DEPOT
Bij verschillende artikelen in Fragment ziet u een afbeelding
van een catalogus, een monografie of een andere uitgave van
Beeldengalerij Het Depot. U kunt deze uitgaven in de winkel
van Het Depot verkrijgen. Wanneer u een boek via een bank­over­schrijving bestelt, dient u het vaste bedrag van € 3,- voor
de verzendkosten bij uw bestelling op te tellen. Nadat het
totaalbedrag is ontvangen wordt het boek naar het adres van
de overschrijving toegestuurd. Op onze website vindt u bij alle titels de nodige gegevens, zoals ISBN en prijs. Zie www.hetdepot.nl.
Het rekeningnummer is NL24INGB0653347065 (ten name van
Het Depot, Wageningen). Vergeet u niet bij de betaling de titel of
het artikelnummer en uw adresgegevens te vermelden!
RESTAURANT LINNAEUS
Restaurant Linnaeus, het restaurant van Beeldengalerij Het Depot,
is een eerlijke keuken in een heerlijke omgeving.
Kunst, natuur en gastronomie zijn op één plek binnen handbereik.
Alle verdere informatie over openingstijden en reserveringen
voor Restaurant Linnaeus vindt u op onze website onder de
knop ‘Restaurant’.
A12 Ede / Utrecht
1
Beeldengalerij Het Depot / Parkeerplaats hoofdingang
Arboretumlaan 4
2 Het Depot locatie Kinderatelier Villa Vleermuis
Arboretumlaan 4
3 Het Depot locatie Villa Hinkeloord
Generaal Foulkesweg 64
4 Arboretum De Dreijen
Ingangen Arboretumlaan 4 en tegenover Villa Hinkeloord
Parkeerplaats Dreijenlaan
N781
Rhenen
Lawickse Allee
Ritzema Bosweg
2
Arboretumlaan
5
1
4
Generaal Foulkesweg
3
Dreijenlaan
Diedenweg
N225
N225
Arnhem A50
Fragment
109
STICHTING UTOPA
Het ontstaan
De Stichting Utopa ontleent haar naam aan de Topa-Groep.
Een groep ondernemingen die werkzaam is op het gebied van
transportverpakken, met accenten op handel, productie,
technologie, onderzoek en nascholing.
De stichting werd in 1988 opgericht en bezit vanaf dat jaar alle
aandelen van de Topa-Groep. De inkomsten van de stichting
bestaan onder andere uit de dividenden die de stichting op dit aandelenbezit ontvangt. Hoezeer de Stichting Utopa en de Topa-Groep
door de eigendomsverhouding ook met elkaar zijn verbonden, de
commerciële zeggenschap over de Topa-Groep berust niet bij de
stichting. De samenhang tussen de Stichting Utopa en de TopaGroep is als bij een munt: twee zijden die elkaar niet zien maar
toch bij elkaar horen. Twee verschillende gezichten die samen
een eenheid vormen.
Een visie
De belangrijkste beweegreden van de toenmalige eigenaar van
de Topa-Groep, Loek Dijkman, om zijn bezit in de Stichting Utopa
onder te brengen was zijn visie dat de onderneming een rol in haar
omgeving vervult die verder gaat dan het verschaffen van werk en
het maken van winst. De gedachte hierbij is dat de onderneming
haar “overwinst” niet aan aandeelhouders uitkeert maar aan haar
omgeving waaraan zij haar bestaansrecht ontleent. De winst wordt
aangewend voor het algemeen nut.
De geschiedenis herhaalt zich
Fragment
110
maar plaatst daardoor andere in de schaduw. De stichting stelt
zich ten doel een bijdrage te leveren aan het compenseren van
deze onevenwichtigheden. Omdat de waarden die de samenleving
benadrukt aan periodieke veranderingen onderhevig zijn, actualiseert de stichting haar aandachtsgebieden voortdurend.
De geschiedenis leert dat bij het nemen van beslissingen economische argumenten vaak de doorslag geven. Achteraf blijkt dat
die argumenten soms eenzijdig, discutabel of zelfs onjuist zijn.
De stichting wil met de haar ter beschikking staande middelen
deze een-zijdige waardebeoordeling enigszins compenseren
en als katalysator fungeren in een beoogd veranderingsproces.
Tegelijkertijd wil de stichting de betrekkelijkheid van ons tegenwoordige bestel benadrukken zonder direct een beter (utopisch)
alternatief voorhanden te hebben.
Een utopie
De naam van de Stichting Utopa past wonderwel binnen de
Topa-Groep. Deze naam roept natuurlijk ook associaties op met
Utopia, het in 1516 door Thomas More gepubliceerde boek waarin
hij een volmaakt gelukkige staat beschreef. Een utopie......
Na Thomas More volgden er nog vele utopisten, ook in Nederland.
Ondanks de verschillen van inhoud hadden alle utopieën door de
eeuwen heen betrekking op de relatie van de mens tot zijn omgeving, op de verhouding van mens tot mens, van de mens tot de
natuur en van de mens tot zijn werk. In het perspectief van deze
verhoudingen is de Stichting Utopa werkzaam waarbij het historisch besef steeds een terugkerend element is.
De constructie om het vermogen van een onderneming in een
stichting onder te brengen, alsmede het idee dat er aan ten grondslag ligt, is niet nieuw. Al in 1889 richtte Ernst Abbe in Duitsland
in Jena de Carl Zeiss Stiftung op. Voor Abbe gold zijn persoonlijke
overtuiging dat “ondernemingseigendom aan strengere ethische
maatstaven dient te voldoen en als openbaar goed wordt behandeld, voor zover dat uitgaat boven de maatstaf van een passend
loon voor werk”. In ons eigen land bestonden rond 1900 utopische bewegingen rond Frederik van Eeden en Nescio. Bij de Van
Leer-Groep, eveneens een ver-pakkings­bedrijf, werd in 1972 het
onder­nemingsvermogen ten behoeve van ideële doeleinden in een
stichting ondergebracht.
Aandachtsgebieden
Statutaire doelstelling
Het Orgelpark, Amsterdam
www.orgelpark.nl
De statutaire doelstelling van de Stichting Utopa is: Het actualiseren en stimuleren van creatieve talenten van mensen, daar waar de
aanleg van enkelingen, om welke reden dan ook, geen kans krijgt.
Onze samen­­leving legt zwaar de nadruk op bepaalde waarden,
Binnen verschillende aandachtsgebieden wordt door de stichting
voortdurend een segment gekozen dat extra aandacht en ondersteuning behoeft. Waar mogelijk ondersteunt de stichting educatieve activiteiten die een verband hebben met de geselecteerde
aandachtsgebieden.
Stichting Utopa, Leiden
www.stichtingutopa.nl
Beeldengalerij Het Depot, Wageningen
www.hetdepot.nl
Het Weeshuis - Kinderrechtenhuis, Leiden
www.utopa-weeshuis.nl
Fragment
111
Download