Grafische partituur met tape maken, denk aan Mondriaan schilderij

advertisement
Nieuwe muziek in de kleuterklas
Ideeënmap voor avontuurlijke muzikale projecten
Inleiding
Deze map is een soort van grabbelton met ideeën die kunnen dienen voor het
uitwerken van een (meerdaagse) activiteit voor 4,5 tot 6-jarigen rond hedendaagse
muziek.
Voor een gevarieerde invulling van de workshop(s), stellen we voor om de volgende
elementen op te nemen en te combineren: luisteren, doen en zelf spelen.
Kleuters zijn doorgaans gewend om in verschillende hoeken te spelen. De
poppenhoek, leeshoek, knutselhoek etc. Iedere hoek in de klas heeft een andere
invulling. Indien mogelijk, zou ik dat voor dergelijke workshops ook willen doen. Ik
denk daarbij aan een luisterhoek (eventueel met kussens om lekker op te liggen),
een doe-hoek (hier staat ook knutselmateriaal), een voorleeshoek, vrije speelhoek
(instrumentjes, boeken, poppen) etc. Het midden van de ruimte kan je vrijhouden
om bewegingsoefeningen te doen. Klassikale oefeningen kan je afwisselen met
opdrachtjes in kleine groep of “vrije” speelmomenten. Met een welgemikte keuze
van het materiaal dat je in de klas legt, kan je de vrije speelmomenten wat sturen.
De meeste van deze oefeningen zijn een stevige uitdaging voor kleuters. Het gaat er
niet zozeer om dat de kinderen de opdrachten helemaal goed kunnen uitvoeren of
precies doen wat er bedoeld is, wél om op een avontuurlijke manier met muziek en
klank bezig te zijn. Deze activiteiten zijn bedoeld om de kinderen te laten
kennismaken met nieuwe muzikale geluiden en hun nieuwgierigheid te prikkelen.
Luisteren
Luisteren speelt een belangrijke rol in dit projectplan: luisteren naar muziek,
luisteren naar verhalen over muziek, maar ook luisteren naar elkaars ideeën en eigen
muziek.
Hoe luister je naar muziek? Voor kleine kinderen is dit een heuse ontdekkingstocht.
Echt luisteren is niet vanzelfsprekend, maar kan je leren.
Dit aspect van omgaan met muziek ka uitgewerkt worden aan de hand van korte
fragmentjes en verschillende luisteropdrachten. Doel hierbij is leren luisteren met
open oren. Terwijl luisteren ook in het vervolg van dit projectplan een belangrijke rol
blijft spelen, wordt luistervaardigheid in onderstaande oefeningen echt centraal
geplaatst en als doel op zich benaderd.
Praktisch: op het Internet vind je de meest uiteenlopende muziek. We geven zoveel
mogelijk links naar Youtube of Vimeo mee, maar wees niet bang om zelf
luistervoorbeelden uit te zoeken.
2
Luisteren naar de stilte
We sluiten onze ogen en gaan enkel luisteren, voor ongeveer een halve minuut. Was
het stil? Heb je iets gehoord? Wat heb je gehoord? We benoemen alle geluiden die
we hebben gehoord en gaan daarna nog eens luisteren (opnieuw 30”). Geluiden die
je net nog niet waren opgevallen, zullen nu ineens wel hoorbaar zijn omdat je erop
gaat letten. Je kan met tekeningetjes noteren wat je allemaal gehoord hebt.
Wanneer je deze oefening op verschillende momenten van de dag herhaalt, kan je
op zoek gaan naar verschillen, geluiden die je alleen ’s ochtend hoort, of wanneer
andere kinderen speeltijd hebben, en zo verder.
Hoe ziet geluid eruit?
Aan de hand van korte geluidsvoorbeelden die je op een instrument speelt, laat je de
kinderen kennismaken met klankeigenschappen (hoog en laag, kort en lang, luid en
stil, traag en snel). Je kan een symbool of tekening bedenken voor elke
klankeigenschap. Als je zelf geen instrument bespeelt, is dit een leuke gelegenheid
om een collega uit te nodigen in de klas.
Zoek het dier
In die oefening laat ik een aantal korte fragmenten horen en de kinderen zeggen aan
welk dier ze daarbij moeten denken. Ik introduceer deze oefening met een
voorbeeld.
Fragment: Arvo Pärt – Spiegel im Spiegel
Ik laat een klein stukje horen en bespreek daarna de muziek met de kinderen. Was
het traag of snel? Was het luid of stil? Hoog of laag? Deze compositie is traag en stil.
Welk dier is er traag en stil? Een slak? Een schildpad?
Dit gesprekje stimuleert een heel gerichte, aandachtige manier van luisteren. De
muziek wordt als het ware eerst ontleed alvorens je er een dier aan koppelt. Je kan
bij deze oefening ook intuïtieve associaties stimuleren. Ik liet bvb. een kort fragment
(tot ca. 1’30”) horen uit Locked In van Helmut Oehring. Er is een passage waarin alle
instrumenten brute klanken produceren. Voor veel kinderen lijkt dit op het blaffen
van een hond. Bij dit luisterfragment vroeg ik hen meteen naar het eerste dier waar
ze aan dachten. Nadat de oefening is uitgelegd, kan je een handvol fragmenten laten
horen waarbij je met de kinderen bespreekt aan welk dier ze denken en waarom.
Enkele andere luisterfragmenten:
De Toccatina van Helmut Lachenmann vind je hier en hier
Infiltrationen van Stefan Prins is hier te beluisteren (bvb. fragmenten van 00:28 tot
2:00 en van 11:00 tot 11:55)
Het begin van Fratres van Arvo Pärt
Music for 18 Musicians van Steve Reich
Galina Ustvolskaya – Duet voor viool en piano (begin of fragment van 6:30 tot 7:00)
Waar komt dit geluid vandaan?
De kinderen sluiten hun ogen en ik laat verschillende geluiden horen, gemaakt door
verschillende objecten (bvb. een schaar, een wapperend papier, een rits, een
scheurend papier, een nietmachine, tekenen met een potlood) Welk geluid heb je
gehoord? Deze opdracht kun je ook door de kleuters zelf laten uitvoeren. Iedereen
3
gaat in het lokaal op zoek naar een “bijzonder” geluid dat hij/zij daarna aan zijn
klasgenootjes laat horen.
Kennismaking met instrumenten
In deze oefening maken de kinderen kennis met enkele muziekinstrumenten. Ik doe
dit aan de hand van enkele filmpjes waarin muzikanten en hun instrument duidelijk
te zien zijn. Ik begin met duidelijke voorbeelden waar enkel één of twee
instrumenten herkenbaar spelen en eindig met bijvoorbeeld een stukje
elektronische muziek of muziek voor objecten (waarin dus geen klassieke
instrumenten te herkennen zijn). Bij elk fragment laat ik eerst enkel het geluid van
het filmpje horen. Welke instrumenten heb je gehoord? Nadat we het juiste
instrument hebben proberen raden, luisteren we opnieuw, dit keer met het beeld
erbij.
Voorbeelden met 1 of 2 instrumenten:
Je vindt heel veel bruikbaar materiaal bij Luciano Berio, meer bepaald zijn reeks solowerken met de titel Sequenza.
Sergei Prokofiev – Sonate voor fluit
Alfred Schnittke – Sonata nr. 2 voor viool en piano “Quasi una sonata”
György Kurtag – Kafka Fragmente voor sopraan en viool, bvb. nr. 8 of nr. 11
Om mee te eindigen: muziek met objecten:
Fragment uit Music for One Apartment and Six Drummers (bvb. vanaf 1:13)
Wereldband – Koffiebekertjes
Muziekverhalen
Ik verzamel verschillende korte verhalen (of één lang verhaal in meerdere
hoofdstukken) die allemaal met muziek te maken hebben. Aan het begin en eind van
de dag kun je steeds een stukje voorlezen. Als je meerdere dagen achter elkaar
workshops rond muziek geeft, vind ik het fijn om zo’n rode draad in te bouwen.
Enkele boekentips:
Satoshi Kitamura – Igor, de vogel die niet zingen kon
Dick Bruna – Wij hebben een orkest
Eric Carle – De krekel die niet tsjirpen kon
Amelie Jackowski – Wie zingt daar zo vals?
Max Veldhuis – Trompet voor Olifant
4
Zelf spelen
De oefeningen, spelletjes en opdrachten die hieronder beschreven worden, zijn er
allemaal op gericht om zelf muziek te maken. We gaan knutselen met geluid en onze
eigen composities bedenken.
Samen zingen en spelen
Een liedje kan een leuke verbinding zijn tussen verschillende activiteiten en
verschillende dagen waarop je met muziek werkt. Het liedje Pot en Pan orkest kan
een leuk uitgangspunt zijn. Eerst wordt het liedje aangeleerd, daarna kan de klas zelf
een pot- en pan-orkest samenstellen. Daarvoor heb je potten, pannen en lepels
(metaal, hout) nodig. Met dat materiaal kunnen we ook een aantal
klankexperimenten doen:
1. Verschillende geluiden zoeken op hetzelfde ‘instrument’: kloppen, vegen, wrijven,
tikken, … met verschillende lepels op dezelfde pot. Wie vindt het zachtste,
vreemdste, kleinste geluidje? Eventueel kan je ook tandenborstels gebruiken, je kan
er mee trommelen én zachtjes borstelen over de potten.
2. Verschillende dynamieken uitproberen, van heel stil tot heel luid. Je kan ook
geleidelijke overgangen oefenen. Voor deze oefening kan je (hand)bewegingen
gebruiken of teruggrijpen naar de tekeningen of symbolen van de oefening Hoe ziet
geluid eruit.
Om het samen zingen en spelen te oefenen, kan je een dirigentenspelletje
gebruiken. Met handbewegingen geef je aan wanneer de kinderen allemaal samen
beginnen, stoppen, zachter of luider gaan zingen/spelen. Om de beurt mogen de
kinderen zelf kun klasgenootjes dirigeren.
Met deze ingrediënten kan je makkelijk een eigen intro en outro voor het liedje
bedenken (bvb. heel snel op de potten trommelen gedurende 4 seconden, of
alsmaar zachter gaan spelen tot er bijna niets meer te horen is, of …) Om die stukjes
te noteren, kan je opnieuw verder bouwen op de eerder gebruikte tekeningen en
symbolen.
Duplo-partituren maken
Voor deze oefening heb je blokken in een viertal verschillende kleuren nodig, van
verschillende lengtes. Aan iedere kleur koppel je een ander geluid, bvb.
Rood = aangehouden toon met stem
Blauw = wrijven over je trui
Groen = met een stukje papier frommelen
Geel = met je voeten stampen.
Eerst wordt de verbinding van kleur en geluid geoefend. Eventueel kan je hiervoor
weer pictogrammen gebruiken. Vervolgens leg de kleuren in verschillende volgordes.
Je gaat met je vinger langzaam langs de blokken, de kinderen maken het bijpassende
geluid. Volgende stap is het variëren van de lengtes. Een lang blokje betekent de
klank lang aanhouden, een klein blokje betekend kort. Als dat lukt, kan je proberen
meerder lagen boven elkaar te plaatsen. Je bouwt als het ware een muurtje van de
verschillende blokjes. Je verdeelt de klas in verschillende groepen, per ‘laag’ van het
5
bouwwerkje of per kleur. Iedere groep volgt een andere laag of kleur terwijl je zelf
met je vinger het tijdsverloop aangeeft. Dit is een behoorlijke moeilijke opdracht en
vraagt wat oefening, maar kan heel leuk zijn!
Muziek tekenen (1) & lijntjespartituur
Deze activiteit bestaat uit verschillende luiken die telkens voortbouwen op de
vaardigheden die in de vorige stap ontwikkeld werden. Deze activiteit is ideaal om te
spreiden over meerdere dagen.
We beginnen met een heel actieve oefening: muziek meevolgen met ons hele lijf. Als
de muziek snel en wild is, bewegen we heel snel; wanneer de rustig is, bewegen we
zelf ook heel traag. Om het wat minder abstract te maken kunnen we ieder
geluidsfragment ook aan een dier koppelen.
Een mooi voorbeeld binnen het klassieke repertoire is De Zomer uit De Vier
Seizoenen van Antonio Vivaldi, maar minstens even leuk zijn deze stukken van Astor
Piazzolla (in een bewerking van Gidon Kremer):
Lente in Buenos Aires – Zomer – Herfst – Winter in Buenos Aires
Vervolgens gaan we de beweging beperken tot één lichaamsdeel: we bewegen
alleen onze armen, bips, benen, hoofd, … Als laatste maken we enkel met onze
handen bewegingen en proberen de rest van ons lichaam zo stil mogelijk te houden.
Alle kinderen krijgen daarna een potlood waarmee ze de beweging in de lucht
kunnen ‘tekenen’. Tot slot nemen we er een blad papier bij en gaan de kinderen de
muziek ook echt tekenen: als de muziek snel gaat, beweegt ons potlood snel over
het papier en vice versa. Klinkt de muziek heel mooi, dan maken we een mooie lijn;
klinkt hij heel ruw en lelijk, dan maken we een hele lelijke lijn. Je kan eerst een paar
voorbeelden geven voordat de kinderen beginnen te tekenen. Eventueel kan je zelf
enkele voorbeelden spelen om te bespreken welke vorm er het beste past bij
verschillende klanken, bvb.
lange noten  lange lijnen
snelle nootjes  stipjes of kriebelkrabbel
Luide muziek  dikke, zware lijnen
Vervolgens kan je in de omgekeerde richting werken en de kinderen enkele
voorbeelden van grafische muzieknotatie – je kan hiervoor bestaande
muziekvoorbeelden uitzoeken of zelf gekleurde vormen ontwerpen. Kies bij
voorkeur iets abstracts, zoals gekleurde lijnen, bolletjes of geometrische vormen. Bij
elke beeld laat je enkele mogelijke verklankingen horen (zelf spelen, indien
mogelijk). De kleuters geven aan welk geluid ze het best bij het beeld vinden passen.
Zoek hierbij grote contrasten op: een verzameling piepkleine blauwe stipjes klinkt
helemaal anders dan een krullende rode lijn of een groot donkergroen vierkant.
Als dit allemaal goed lukt gaan de kinderen zelf proberen een muziekstuk te volgen
met een potlood of stift. Kies daarbij voor een compositie die zeer goed te volgen is
en waarin verschillende sferen, tempi, dynamieken en kleuren elkaar zeer abrupt af
wisselen. Het Duet voor viool en piano van Gubaidulina, dat we eerder al
vermeldden, kan hier goed van pas komen, net als de Vioolsonate nr. 2 van George
Antheil. Als je wil, kan je natuurlijk ook zelf een compositie of improvisatie
6
voorbereiden. We luisteren eerst een keer zonder te tekenen, daarna proberen we
te volgen met onze stift of potlood (zoals in het eerste deel van deze activiteit)
Tot slot gaan we deze zelf getekende ‘partituur’ uitvoeren/volgen met ons lichaam.
Hang de tekeningen aan de muur, elk kind gaat voor haar/zijn tekening staan. We
gaan nu zowel mét als zonder muziek de getekende lijnen volgen met ons lichaam.
Ons hele lichaam beweegt zoals de getekende lijn. Je kunt dit doen met het hele lijf
maar ook – zoals in de inleidende oefening – enkel met het hoofd, de handen, de
schouders, …
Muziek met ballonnen
Als introductie voor deze oefening kijken we naar een opname van Shopping 4 van
Michael Maierhof. Op Youtube zijn verschillende opnames te vinden, bvb. deze van
Decoder. Enkele van de gebruikte klanken die gemakkelijk te produceren - deze zijn
gaan we nabootsen. Deze oefening doe ik om de kinderen te laten ervaren dat alles
een muziekinstrument kan zijn. We bewerken zelf ballonnen tot
muziekinstrumenten, bvb. door een stukken plakband op te plakken (zoals in
Shopping 4) of door er bvb. rijst, kraaltjes of een paar stukjes macaroni in te steken.
Vervolgens oefenen we de geluiden en gieten ze ten slotte in een kleine compositie.
Om het makkelijker te maken, kan je voor elke soort geluid een andere kleur ballon
gebruiken.
Geluidenspeurtocht
De wereld zit vol geluiden waar we ons soms amper bewust van zijn. Tijdens een
wandeling over het schoolplein, door de straat of het bos, kan je de kinderen wijzen
op omgevingsgeluiden. Neem even de tijd om stil te staan en gewoon te luisteren.
Vervolgens kan je de opdracht geven dat elk kind één geluid moet onthouden om
‘mee te brengen’ naar de klas. Organiseer daarvoor een spelletje waarbij de
kinderen om de beurt hun geluid nabootsen en de andere kinderen raden wat het
was. Om de geluiden na te bootsen, kunnen ze hun mond of lichaam gebruiken,
maar ook kleine muziekinstrumenten of allerhande voorwerpen die in de klas
aanwezig zijn. Voorafgaand aan het raadspelletje kan je de kinderen helpen in hun
zoektocht naar een goede manier om hun geluid na te bootsen.
Muziek tekenen (2)
Deze activiteit beginnen we met een klasgesprek over emoties en
gemoedstoestanden. Daarna luisteren we naar een muziekfragment en proberen er
een verhaal bij te bedenken. Waar gaat deze muziek over? Welk gevoel krijg je bij
deze muziek? Voel je je blij, verdrietig, boos, gewoon? Welk verhaal past er bij die
emotie? Het is hierbij interessant om de kinderen individueel te benaderen. Ik met
ieder kind wat zijn gevoel is bij de muziek, waarom de muziek net die emotie
oproept, en welk verhaal daar zou kunnen bij horen. In het volgende deel van deze
activiteit mogen de kinderen het verhaal en de bijhorende emotie uitwerken in een
tekening.
Enkele stukken:
Het laatste deel uit Quator pour la fin du temps van Olivier Messiaen
Het begin van Shostakovich Strijkkwartet no. 8
Deeltjes 1 en 3 (tango, wals, ragtime) uit L’Histoire du Soldat van Igor Stravinsky
7
Fratres van Arvo Pärt
Matthew Shlomowitz – Fast Medium Swing
Matthew Shlomowitz – Joytime Ride for Ives
Cédric Dambrain – Presumably (opgelet, dit is echt een eng stuk)
Aansluitend op de hierboven beschreven activiteit, kan je ook wat abstracter gaan
werken. Ik laat in deze oefening vier totaal verschillende muziekfragmenten horen.
Ieder kind krijgt vier kleine blaadjes papier. Bij elk fragment is het de bedoeling dat
ze zo snel mogelijk een kleur kiezen, de eerste waar ze aan denken. Vervolgens
kleuren ze een van de blaadjes in die kleur (je moet er dus voor zorgen dat er veel
kleurpotloden of waskrijtjes binnen handbereik zijn). De blaadjes worden vervolgens
per luisterfragment bij elkaar gelegd. Je krijgt op die manier een mozaïek waarin de
muziek te herkennen is. Ik bespreek ook altijd met de kindjes waarom ze een
bepaalde kleur hebben gekozen. Deze opdracht is zeer abstract en waarschijnlijk
voor veel kindjes nog vrij moeilijk, maar het kan geen kwaad om hen al te laten
kennismaken met zo’n oefening.
Bewegen op muziek
Meedansen met een muziekstuk is voor veel kinderen heel leuk! Je kan dit gewoon
intuïtief laten gebeuren of in detail uitwerken (dansbewegingen, bewegen zoals
verschillende dieren of personages). Zowel bruikbaar als uitgebreide oefening (bvb.
aansluitend bij de turnles) als een leuk tussendoortje
EXTRA: twee projecten met elektronica
Onderstaande projecten zijn wat moeilijker te realiseren aangezien ze behoorlijk
technische kennis en voorbereiding vragen. Omdat we ze zo leuk vinden, geven we
hieronder toch een korte beschrijving. Als je zelf niet thuis bent in de technische kant
van de zaak, kan je misschien een beroep kan doe op een collega. Ken je iemand die
bvb. elektrische gitaar speelt? Hij of zij kan je hiermee helpen!
De klanktafel
Voor deze activiteit wordt gebruik gemaakt van geluidsversterking via
contactmicrofoons. Het is de bedoeling om een tafelblad te ‘bespelen’ met
allerhande voorwerpen en de kleine geluiden die zo geproduceerd worden, hoorbaar
te maken. Je kan hiervoor vertrekken van een tafel met een dun blad, of gewoon een
plank in hout of kunststof gebruiken. Ga op zoek naar een dun oppervlak dat de
klank niet al te veel absorbeert. Je kan dit testen door bvb. zachtjes met een
tandenborstel of schuurspons over het oppervlak te wrijven: als je (veel) geruis
hoort, zit het goed! Plak één of meer contactmicrofoons onder het blad en verbind
die met een mengpaneeltje, dat aangesloten is op (actieve) speakers. Om ongelukjes
te vermijden, plak je best alle kabeltjes met sterke tape vast aan de grond en de
tafelpoten.
8
In deze activiteit mogen de kinderen experimenteren met verschillende objecten die
een bijzonder geluid maken op onze tafel. We beginnen met een vrije zoektocht naar
boeiende geluiden. Je kan zelf alvast een grote bak met voorwerpen klaarzetten,
bvb. kettinkjes, bestek, kwasten, kralen, knikkers, pennen, potloden, zand, macaroni,
blokken, bakjes, piepschuim, tandenborstels, sponsjes. Elk kind mag uitproberen
welk geluid verschillende voorwerpen maken wanneer je ze over het tafelblad wrijft
en op zoek gaan naar zijn/haar mooiste geluid. Vervolgens gaan we proberen die
geluiden te omschrijven. We gaan de geluiden nu ‘sorteren’. Je kan de geluiden in
verschillende groepjes samenleggen (bvb. alle stille geluiden, of alle hoge
piepgeluidjes, alle tikgeluiden) of in een volgorde leggen (bvb. van stil naar luid) of
gewoon in een willekeurige afwisseling. We kunnen dat visueel heel letterlijk op het
tafelblad doen. De kinderen zien de geluiden dan letterlijk voor zich liggen. Het doel
van deze opdracht is niet om een ‘juiste’ volgrode te vinden, wel dat de kinderen de
kans krijgen om hun geluid verschillende keren te (laten) horen en zich bewust te
worden van de eigenschappen van het geluid. Deze activiteit werkt best als je met
klein groepje kan werken.
Klankentovenaars
De combinatie van een microfoon en gitaareffectpedalen geven heel veel
mogelijkheden tot creatief musiceren. Kinderen vinden het heel leuk om op de
pedaaltjes te mogen duwen en bvb. de stem van hun klasgenootjes om te toveren.
Om hiermee aan de slag te gaan, moet je opnieuw eerst aan de slag met wat
audiomateriaal: mengpaneel en speakers, een microfoon (op statief) en enkele
effectpedaaltjes. Kies best voor rechttoe-rechtaan pedaaltjes met een duidelijk,
specifiek effect, bvb. octaver, distortion, whawha, delay of volume.
Om te beginnen worden alle effecten voorgesteld met een duidelijk voorbeeld: een
enkele klinkende noot (geen akkoorden) of een woord. Bespreek met de kinderen
wat er gebeurt met het geluid: klinkt het luider? Hoger? Als een spook?
Vervolgens kunnen de kinderen om de beurt zelf een effectpedaaltje bedienen en
een geluid ‘omtoveren’. Deze opstelling leent zich heel goed tot improviseren en vrij
spelen. Het kan daarbij interessant zijn om in kleinere groepjes te werken en ook het
resultaat te bespreken (wat vonden de kinderen mooi en leuk aan wat hun
klasgenootje(s) speelde(n)?) Je kan uiteraard ook aan de slag om er een leuke
compositie mee te maken. Dat kan bvb. in de lijn liggen van hierboven beschreven
oefeningen (gebruik van pictogrammen, dirigentenspelletje waarbij iemand aanwijst
welk effect er gebruikt mag worden, etc.)
Om het gebruik van de pedaaltjes en het luisteren naar de effecten meer te
focussen, kan je een concreet resultaat vooropstellen. Zo kan je bvb. vertrekken van
een sprookje en op zoek gaan naar effecten om de personages verschillende
stemmen te geven of een soundtrack te maken.
***
9
Deze map wordt aangeboden door MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek] en
bundelt allerhande ideeën waarmee we de voorbije jaren zelf aan de slag gingen met
kinderen van de tweede en derde kleuterklas en het eerste leerjaar (in
schoolverband en daarbuiten.
Voor de samenstelling van deze ideeënmap werkten we nauw samen met Marieke
Berendsen.
MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek] houdt zich bezig met ‘klassieke’ muziek van
na 1950. Het documentatiecentrum herbergt een ruime collectie aan partituren,
opnames en boeken over muziek sinds 1950. De leeszaal is gratis toegankelijk en
onze medewerkers maken geïnteresseerden graag wegwijs. Daarnaast heeft MATRIX
een gespecialiseerde educatieve werking. We ontwikkelen allerlei activiteiten om
kinderen, jongeren en volwassenen te laten kennismaken met nieuwe muziek. We
werken daarvoor samen met het concertleven, het DKO en het dagonderwijs en
organiseren regelmatig stages.
MATRIX geniet de steun van de Vlaamse Gemeenschap, Stad Leuven en de KU
Leuven.
www.matrix-new-music.be
Het samenwerken met componisten en andere kunstenaars, nieuwe muzikale talen
en klanken ontdekken, ... Dit zijn de zaken die Marieke Berendsen aantrekken als
musicus. Als violiste maakt ze deel uit van het Nadar ensemble. Ze leerde Nadar
kennen tijdens haar studie manama “solist hedendaagse muziek” in Gent. Naast haar
passie voor de actuele muziek, ging ze zich steeds meer interesseren voor het
scenografische aspect van de podiumkunsten. Om zich hierin verder te ontwikkelen
studeerde ze scenografie aan het KASKA. Naast deze interesses en specialisaties
deelt ze haar enthousiasme graag met anderen. Ze geeft daarom ook les aan de
Kunstacademie ter Beuken en is als docent betrokken bij verschillende organisaties
die zich inzetten voor kunsteducatie, waaronder MATRIX en de Veerman.
Laatste update: 29 februari 2016
Download