Nieuwe muziek in de kleuterklas Ideeënmap voor avontuurlijke muzikale projecten Inleiding Deze map is een soort van grabbelton met ideeën die kunnen dienen voor het uitwerken van een (meerdaagse) activiteit voor 4,5 tot 6-jarigen rond hedendaagse muziek. Voor een gevarieerde invulling van de workshop(s), stellen we voor om de volgende elementen op te nemen en te combineren: luisteren, doen en zelf spelen. Kleuters zijn doorgaans gewend om in verschillende hoeken te spelen. De poppenhoek, leeshoek, knutselhoek etc. Iedere hoek in de klas heeft een andere invulling. Indien mogelijk, zou ik dat voor dergelijke workshops ook willen doen. Ik denk daarbij aan een luisterhoek (eventueel met kussens om lekker op te liggen), een doe-hoek (hier staat ook knutselmateriaal), een voorleeshoek, vrije speelhoek (instrumentjes, boeken, poppen) etc. Het midden van de ruimte kan je vrijhouden om bewegingsoefeningen te doen. Klassikale oefeningen kan je afwisselen met opdrachtjes in kleine groep of “vrije” speelmomenten. Met een welgemikte keuze van het materiaal dat je in de klas legt, kan je de vrije speelmomenten wat sturen. De meeste van deze oefeningen zijn een stevige uitdaging voor kleuters. Het gaat er niet zozeer om dat de kinderen de opdrachten helemaal goed kunnen uitvoeren of precies doen wat er bedoeld is, wél om op een avontuurlijke manier met muziek en klank bezig te zijn. Deze activiteiten zijn bedoeld om de kinderen te laten kennismaken met nieuwe muzikale geluiden en hun nieuwgierigheid te prikkelen. Luisteren Luisteren speelt een belangrijke rol in dit projectplan: luisteren naar muziek, luisteren naar verhalen over muziek, maar ook luisteren naar elkaars ideeën en eigen muziek. Hoe luister je naar muziek? Voor kleine kinderen is dit een heuse ontdekkingstocht. Echt luisteren is niet vanzelfsprekend, maar kan je leren. Dit aspect van omgaan met muziek ka uitgewerkt worden aan de hand van korte fragmentjes en verschillende luisteropdrachten. Doel hierbij is leren luisteren met open oren. Terwijl luisteren ook in het vervolg van dit projectplan een belangrijke rol blijft spelen, wordt luistervaardigheid in onderstaande oefeningen echt centraal geplaatst en als doel op zich benaderd. Praktisch: op het Internet vind je de meest uiteenlopende muziek. We geven zoveel mogelijk links naar Youtube of Vimeo mee, maar wees niet bang om zelf luistervoorbeelden uit te zoeken. 2 Luisteren naar de stilte We sluiten onze ogen en gaan enkel luisteren, voor ongeveer een halve minuut. Was het stil? Heb je iets gehoord? Wat heb je gehoord? We benoemen alle geluiden die we hebben gehoord en gaan daarna nog eens luisteren (opnieuw 30”). Geluiden die je net nog niet waren opgevallen, zullen nu ineens wel hoorbaar zijn omdat je erop gaat letten. Je kan met tekeningetjes noteren wat je allemaal gehoord hebt. Wanneer je deze oefening op verschillende momenten van de dag herhaalt, kan je op zoek gaan naar verschillen, geluiden die je alleen ’s ochtend hoort, of wanneer andere kinderen speeltijd hebben, en zo verder. Hoe ziet geluid eruit? Aan de hand van korte geluidsvoorbeelden die je op een instrument speelt, laat je de kinderen kennismaken met klankeigenschappen (hoog en laag, kort en lang, luid en stil, traag en snel). Je kan een symbool of tekening bedenken voor elke klankeigenschap. Als je zelf geen instrument bespeelt, is dit een leuke gelegenheid om een collega uit te nodigen in de klas. Zoek het dier In die oefening laat ik een aantal korte fragmenten horen en de kinderen zeggen aan welk dier ze daarbij moeten denken. Ik introduceer deze oefening met een voorbeeld. Fragment: Arvo Pärt – Spiegel im Spiegel Ik laat een klein stukje horen en bespreek daarna de muziek met de kinderen. Was het traag of snel? Was het luid of stil? Hoog of laag? Deze compositie is traag en stil. Welk dier is er traag en stil? Een slak? Een schildpad? Dit gesprekje stimuleert een heel gerichte, aandachtige manier van luisteren. De muziek wordt als het ware eerst ontleed alvorens je er een dier aan koppelt. Je kan bij deze oefening ook intuïtieve associaties stimuleren. Ik liet bvb. een kort fragment (tot ca. 1’30”) horen uit Locked In van Helmut Oehring. Er is een passage waarin alle instrumenten brute klanken produceren. Voor veel kinderen lijkt dit op het blaffen van een hond. Bij dit luisterfragment vroeg ik hen meteen naar het eerste dier waar ze aan dachten. Nadat de oefening is uitgelegd, kan je een handvol fragmenten laten horen waarbij je met de kinderen bespreekt aan welk dier ze denken en waarom. Enkele andere luisterfragmenten: De Toccatina van Helmut Lachenmann vind je hier en hier Infiltrationen van Stefan Prins is hier te beluisteren (bvb. fragmenten van 00:28 tot 2:00 en van 11:00 tot 11:55) Het begin van Fratres van Arvo Pärt Music for 18 Musicians van Steve Reich Galina Ustvolskaya – Duet voor viool en piano (begin of fragment van 6:30 tot 7:00) Waar komt dit geluid vandaan? De kinderen sluiten hun ogen en ik laat verschillende geluiden horen, gemaakt door verschillende objecten (bvb. een schaar, een wapperend papier, een rits, een scheurend papier, een nietmachine, tekenen met een potlood) Welk geluid heb je gehoord? Deze opdracht kun je ook door de kleuters zelf laten uitvoeren. Iedereen 3 gaat in het lokaal op zoek naar een “bijzonder” geluid dat hij/zij daarna aan zijn klasgenootjes laat horen. Kennismaking met instrumenten In deze oefening maken de kinderen kennis met enkele muziekinstrumenten. Ik doe dit aan de hand van enkele filmpjes waarin muzikanten en hun instrument duidelijk te zien zijn. Ik begin met duidelijke voorbeelden waar enkel één of twee instrumenten herkenbaar spelen en eindig met bijvoorbeeld een stukje elektronische muziek of muziek voor objecten (waarin dus geen klassieke instrumenten te herkennen zijn). Bij elk fragment laat ik eerst enkel het geluid van het filmpje horen. Welke instrumenten heb je gehoord? Nadat we het juiste instrument hebben proberen raden, luisteren we opnieuw, dit keer met het beeld erbij. Voorbeelden met 1 of 2 instrumenten: Je vindt heel veel bruikbaar materiaal bij Luciano Berio, meer bepaald zijn reeks solowerken met de titel Sequenza. Sergei Prokofiev – Sonate voor fluit Alfred Schnittke – Sonata nr. 2 voor viool en piano “Quasi una sonata” György Kurtag – Kafka Fragmente voor sopraan en viool, bvb. nr. 8 of nr. 11 Om mee te eindigen: muziek met objecten: Fragment uit Music for One Apartment and Six Drummers (bvb. vanaf 1:13) Wereldband – Koffiebekertjes Muziekverhalen Ik verzamel verschillende korte verhalen (of één lang verhaal in meerdere hoofdstukken) die allemaal met muziek te maken hebben. Aan het begin en eind van de dag kun je steeds een stukje voorlezen. Als je meerdere dagen achter elkaar workshops rond muziek geeft, vind ik het fijn om zo’n rode draad in te bouwen. Enkele boekentips: Satoshi Kitamura – Igor, de vogel die niet zingen kon Dick Bruna – Wij hebben een orkest Eric Carle – De krekel die niet tsjirpen kon Amelie Jackowski – Wie zingt daar zo vals? Max Veldhuis – Trompet voor Olifant 4 Zelf spelen De oefeningen, spelletjes en opdrachten die hieronder beschreven worden, zijn er allemaal op gericht om zelf muziek te maken. We gaan knutselen met geluid en onze eigen composities bedenken. Samen zingen en spelen Een liedje kan een leuke verbinding zijn tussen verschillende activiteiten en verschillende dagen waarop je met muziek werkt. Het liedje Pot en Pan orkest kan een leuk uitgangspunt zijn. Eerst wordt het liedje aangeleerd, daarna kan de klas zelf een pot- en pan-orkest samenstellen. Daarvoor heb je potten, pannen en lepels (metaal, hout) nodig. Met dat materiaal kunnen we ook een aantal klankexperimenten doen: 1. Verschillende geluiden zoeken op hetzelfde ‘instrument’: kloppen, vegen, wrijven, tikken, … met verschillende lepels op dezelfde pot. Wie vindt het zachtste, vreemdste, kleinste geluidje? Eventueel kan je ook tandenborstels gebruiken, je kan er mee trommelen én zachtjes borstelen over de potten. 2. Verschillende dynamieken uitproberen, van heel stil tot heel luid. Je kan ook geleidelijke overgangen oefenen. Voor deze oefening kan je (hand)bewegingen gebruiken of teruggrijpen naar de tekeningen of symbolen van de oefening Hoe ziet geluid eruit. Om het samen zingen en spelen te oefenen, kan je een dirigentenspelletje gebruiken. Met handbewegingen geef je aan wanneer de kinderen allemaal samen beginnen, stoppen, zachter of luider gaan zingen/spelen. Om de beurt mogen de kinderen zelf kun klasgenootjes dirigeren. Met deze ingrediënten kan je makkelijk een eigen intro en outro voor het liedje bedenken (bvb. heel snel op de potten trommelen gedurende 4 seconden, of alsmaar zachter gaan spelen tot er bijna niets meer te horen is, of …) Om die stukjes te noteren, kan je opnieuw verder bouwen op de eerder gebruikte tekeningen en symbolen. Duplo-partituren maken Voor deze oefening heb je blokken in een viertal verschillende kleuren nodig, van verschillende lengtes. Aan iedere kleur koppel je een ander geluid, bvb. Rood = aangehouden toon met stem Blauw = wrijven over je trui Groen = met een stukje papier frommelen Geel = met je voeten stampen. Eerst wordt de verbinding van kleur en geluid geoefend. Eventueel kan je hiervoor weer pictogrammen gebruiken. Vervolgens leg de kleuren in verschillende volgordes. Je gaat met je vinger langzaam langs de blokken, de kinderen maken het bijpassende geluid. Volgende stap is het variëren van de lengtes. Een lang blokje betekent de klank lang aanhouden, een klein blokje betekend kort. Als dat lukt, kan je proberen meerder lagen boven elkaar te plaatsen. Je bouwt als het ware een muurtje van de verschillende blokjes. Je verdeelt de klas in verschillende groepen, per ‘laag’ van het 5 bouwwerkje of per kleur. Iedere groep volgt een andere laag of kleur terwijl je zelf met je vinger het tijdsverloop aangeeft. Dit is een behoorlijke moeilijke opdracht en vraagt wat oefening, maar kan heel leuk zijn! Muziek tekenen (1) & lijntjespartituur Deze activiteit bestaat uit verschillende luiken die telkens voortbouwen op de vaardigheden die in de vorige stap ontwikkeld werden. Deze activiteit is ideaal om te spreiden over meerdere dagen. We beginnen met een heel actieve oefening: muziek meevolgen met ons hele lijf. Als de muziek snel en wild is, bewegen we heel snel; wanneer de rustig is, bewegen we zelf ook heel traag. Om het wat minder abstract te maken kunnen we ieder geluidsfragment ook aan een dier koppelen. Een mooi voorbeeld binnen het klassieke repertoire is De Zomer uit De Vier Seizoenen van Antonio Vivaldi, maar minstens even leuk zijn deze stukken van Astor Piazzolla (in een bewerking van Gidon Kremer): Lente in Buenos Aires – Zomer – Herfst – Winter in Buenos Aires Vervolgens gaan we de beweging beperken tot één lichaamsdeel: we bewegen alleen onze armen, bips, benen, hoofd, … Als laatste maken we enkel met onze handen bewegingen en proberen de rest van ons lichaam zo stil mogelijk te houden. Alle kinderen krijgen daarna een potlood waarmee ze de beweging in de lucht kunnen ‘tekenen’. Tot slot nemen we er een blad papier bij en gaan de kinderen de muziek ook echt tekenen: als de muziek snel gaat, beweegt ons potlood snel over het papier en vice versa. Klinkt de muziek heel mooi, dan maken we een mooie lijn; klinkt hij heel ruw en lelijk, dan maken we een hele lelijke lijn. Je kan eerst een paar voorbeelden geven voordat de kinderen beginnen te tekenen. Eventueel kan je zelf enkele voorbeelden spelen om te bespreken welke vorm er het beste past bij verschillende klanken, bvb. lange noten lange lijnen snelle nootjes stipjes of kriebelkrabbel Luide muziek dikke, zware lijnen Vervolgens kan je in de omgekeerde richting werken en de kinderen enkele voorbeelden van grafische muzieknotatie – je kan hiervoor bestaande muziekvoorbeelden uitzoeken of zelf gekleurde vormen ontwerpen. Kies bij voorkeur iets abstracts, zoals gekleurde lijnen, bolletjes of geometrische vormen. Bij elke beeld laat je enkele mogelijke verklankingen horen (zelf spelen, indien mogelijk). De kleuters geven aan welk geluid ze het best bij het beeld vinden passen. Zoek hierbij grote contrasten op: een verzameling piepkleine blauwe stipjes klinkt helemaal anders dan een krullende rode lijn of een groot donkergroen vierkant. Als dit allemaal goed lukt gaan de kinderen zelf proberen een muziekstuk te volgen met een potlood of stift. Kies daarbij voor een compositie die zeer goed te volgen is en waarin verschillende sferen, tempi, dynamieken en kleuren elkaar zeer abrupt af wisselen. Het Duet voor viool en piano van Gubaidulina, dat we eerder al vermeldden, kan hier goed van pas komen, net als de Vioolsonate nr. 2 van George Antheil. Als je wil, kan je natuurlijk ook zelf een compositie of improvisatie 6 voorbereiden. We luisteren eerst een keer zonder te tekenen, daarna proberen we te volgen met onze stift of potlood (zoals in het eerste deel van deze activiteit) Tot slot gaan we deze zelf getekende ‘partituur’ uitvoeren/volgen met ons lichaam. Hang de tekeningen aan de muur, elk kind gaat voor haar/zijn tekening staan. We gaan nu zowel mét als zonder muziek de getekende lijnen volgen met ons lichaam. Ons hele lichaam beweegt zoals de getekende lijn. Je kunt dit doen met het hele lijf maar ook – zoals in de inleidende oefening – enkel met het hoofd, de handen, de schouders, … Muziek met ballonnen Als introductie voor deze oefening kijken we naar een opname van Shopping 4 van Michael Maierhof. Op Youtube zijn verschillende opnames te vinden, bvb. deze van Decoder. Enkele van de gebruikte klanken die gemakkelijk te produceren - deze zijn gaan we nabootsen. Deze oefening doe ik om de kinderen te laten ervaren dat alles een muziekinstrument kan zijn. We bewerken zelf ballonnen tot muziekinstrumenten, bvb. door een stukken plakband op te plakken (zoals in Shopping 4) of door er bvb. rijst, kraaltjes of een paar stukjes macaroni in te steken. Vervolgens oefenen we de geluiden en gieten ze ten slotte in een kleine compositie. Om het makkelijker te maken, kan je voor elke soort geluid een andere kleur ballon gebruiken. Geluidenspeurtocht De wereld zit vol geluiden waar we ons soms amper bewust van zijn. Tijdens een wandeling over het schoolplein, door de straat of het bos, kan je de kinderen wijzen op omgevingsgeluiden. Neem even de tijd om stil te staan en gewoon te luisteren. Vervolgens kan je de opdracht geven dat elk kind één geluid moet onthouden om ‘mee te brengen’ naar de klas. Organiseer daarvoor een spelletje waarbij de kinderen om de beurt hun geluid nabootsen en de andere kinderen raden wat het was. Om de geluiden na te bootsen, kunnen ze hun mond of lichaam gebruiken, maar ook kleine muziekinstrumenten of allerhande voorwerpen die in de klas aanwezig zijn. Voorafgaand aan het raadspelletje kan je de kinderen helpen in hun zoektocht naar een goede manier om hun geluid na te bootsen. Muziek tekenen (2) Deze activiteit beginnen we met een klasgesprek over emoties en gemoedstoestanden. Daarna luisteren we naar een muziekfragment en proberen er een verhaal bij te bedenken. Waar gaat deze muziek over? Welk gevoel krijg je bij deze muziek? Voel je je blij, verdrietig, boos, gewoon? Welk verhaal past er bij die emotie? Het is hierbij interessant om de kinderen individueel te benaderen. Ik met ieder kind wat zijn gevoel is bij de muziek, waarom de muziek net die emotie oproept, en welk verhaal daar zou kunnen bij horen. In het volgende deel van deze activiteit mogen de kinderen het verhaal en de bijhorende emotie uitwerken in een tekening. Enkele stukken: Het laatste deel uit Quator pour la fin du temps van Olivier Messiaen Het begin van Shostakovich Strijkkwartet no. 8 Deeltjes 1 en 3 (tango, wals, ragtime) uit L’Histoire du Soldat van Igor Stravinsky 7 Fratres van Arvo Pärt Matthew Shlomowitz – Fast Medium Swing Matthew Shlomowitz – Joytime Ride for Ives Cédric Dambrain – Presumably (opgelet, dit is echt een eng stuk) Aansluitend op de hierboven beschreven activiteit, kan je ook wat abstracter gaan werken. Ik laat in deze oefening vier totaal verschillende muziekfragmenten horen. Ieder kind krijgt vier kleine blaadjes papier. Bij elk fragment is het de bedoeling dat ze zo snel mogelijk een kleur kiezen, de eerste waar ze aan denken. Vervolgens kleuren ze een van de blaadjes in die kleur (je moet er dus voor zorgen dat er veel kleurpotloden of waskrijtjes binnen handbereik zijn). De blaadjes worden vervolgens per luisterfragment bij elkaar gelegd. Je krijgt op die manier een mozaïek waarin de muziek te herkennen is. Ik bespreek ook altijd met de kindjes waarom ze een bepaalde kleur hebben gekozen. Deze opdracht is zeer abstract en waarschijnlijk voor veel kindjes nog vrij moeilijk, maar het kan geen kwaad om hen al te laten kennismaken met zo’n oefening. Bewegen op muziek Meedansen met een muziekstuk is voor veel kinderen heel leuk! Je kan dit gewoon intuïtief laten gebeuren of in detail uitwerken (dansbewegingen, bewegen zoals verschillende dieren of personages). Zowel bruikbaar als uitgebreide oefening (bvb. aansluitend bij de turnles) als een leuk tussendoortje EXTRA: twee projecten met elektronica Onderstaande projecten zijn wat moeilijker te realiseren aangezien ze behoorlijk technische kennis en voorbereiding vragen. Omdat we ze zo leuk vinden, geven we hieronder toch een korte beschrijving. Als je zelf niet thuis bent in de technische kant van de zaak, kan je misschien een beroep kan doe op een collega. Ken je iemand die bvb. elektrische gitaar speelt? Hij of zij kan je hiermee helpen! De klanktafel Voor deze activiteit wordt gebruik gemaakt van geluidsversterking via contactmicrofoons. Het is de bedoeling om een tafelblad te ‘bespelen’ met allerhande voorwerpen en de kleine geluiden die zo geproduceerd worden, hoorbaar te maken. Je kan hiervoor vertrekken van een tafel met een dun blad, of gewoon een plank in hout of kunststof gebruiken. Ga op zoek naar een dun oppervlak dat de klank niet al te veel absorbeert. Je kan dit testen door bvb. zachtjes met een tandenborstel of schuurspons over het oppervlak te wrijven: als je (veel) geruis hoort, zit het goed! Plak één of meer contactmicrofoons onder het blad en verbind die met een mengpaneeltje, dat aangesloten is op (actieve) speakers. Om ongelukjes te vermijden, plak je best alle kabeltjes met sterke tape vast aan de grond en de tafelpoten. 8 In deze activiteit mogen de kinderen experimenteren met verschillende objecten die een bijzonder geluid maken op onze tafel. We beginnen met een vrije zoektocht naar boeiende geluiden. Je kan zelf alvast een grote bak met voorwerpen klaarzetten, bvb. kettinkjes, bestek, kwasten, kralen, knikkers, pennen, potloden, zand, macaroni, blokken, bakjes, piepschuim, tandenborstels, sponsjes. Elk kind mag uitproberen welk geluid verschillende voorwerpen maken wanneer je ze over het tafelblad wrijft en op zoek gaan naar zijn/haar mooiste geluid. Vervolgens gaan we proberen die geluiden te omschrijven. We gaan de geluiden nu ‘sorteren’. Je kan de geluiden in verschillende groepjes samenleggen (bvb. alle stille geluiden, of alle hoge piepgeluidjes, alle tikgeluiden) of in een volgorde leggen (bvb. van stil naar luid) of gewoon in een willekeurige afwisseling. We kunnen dat visueel heel letterlijk op het tafelblad doen. De kinderen zien de geluiden dan letterlijk voor zich liggen. Het doel van deze opdracht is niet om een ‘juiste’ volgrode te vinden, wel dat de kinderen de kans krijgen om hun geluid verschillende keren te (laten) horen en zich bewust te worden van de eigenschappen van het geluid. Deze activiteit werkt best als je met klein groepje kan werken. Klankentovenaars De combinatie van een microfoon en gitaareffectpedalen geven heel veel mogelijkheden tot creatief musiceren. Kinderen vinden het heel leuk om op de pedaaltjes te mogen duwen en bvb. de stem van hun klasgenootjes om te toveren. Om hiermee aan de slag te gaan, moet je opnieuw eerst aan de slag met wat audiomateriaal: mengpaneel en speakers, een microfoon (op statief) en enkele effectpedaaltjes. Kies best voor rechttoe-rechtaan pedaaltjes met een duidelijk, specifiek effect, bvb. octaver, distortion, whawha, delay of volume. Om te beginnen worden alle effecten voorgesteld met een duidelijk voorbeeld: een enkele klinkende noot (geen akkoorden) of een woord. Bespreek met de kinderen wat er gebeurt met het geluid: klinkt het luider? Hoger? Als een spook? Vervolgens kunnen de kinderen om de beurt zelf een effectpedaaltje bedienen en een geluid ‘omtoveren’. Deze opstelling leent zich heel goed tot improviseren en vrij spelen. Het kan daarbij interessant zijn om in kleinere groepjes te werken en ook het resultaat te bespreken (wat vonden de kinderen mooi en leuk aan wat hun klasgenootje(s) speelde(n)?) Je kan uiteraard ook aan de slag om er een leuke compositie mee te maken. Dat kan bvb. in de lijn liggen van hierboven beschreven oefeningen (gebruik van pictogrammen, dirigentenspelletje waarbij iemand aanwijst welk effect er gebruikt mag worden, etc.) Om het gebruik van de pedaaltjes en het luisteren naar de effecten meer te focussen, kan je een concreet resultaat vooropstellen. Zo kan je bvb. vertrekken van een sprookje en op zoek gaan naar effecten om de personages verschillende stemmen te geven of een soundtrack te maken. *** 9 Deze map wordt aangeboden door MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek] en bundelt allerhande ideeën waarmee we de voorbije jaren zelf aan de slag gingen met kinderen van de tweede en derde kleuterklas en het eerste leerjaar (in schoolverband en daarbuiten. Voor de samenstelling van deze ideeënmap werkten we nauw samen met Marieke Berendsen. MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek] houdt zich bezig met ‘klassieke’ muziek van na 1950. Het documentatiecentrum herbergt een ruime collectie aan partituren, opnames en boeken over muziek sinds 1950. De leeszaal is gratis toegankelijk en onze medewerkers maken geïnteresseerden graag wegwijs. Daarnaast heeft MATRIX een gespecialiseerde educatieve werking. We ontwikkelen allerlei activiteiten om kinderen, jongeren en volwassenen te laten kennismaken met nieuwe muziek. We werken daarvoor samen met het concertleven, het DKO en het dagonderwijs en organiseren regelmatig stages. MATRIX geniet de steun van de Vlaamse Gemeenschap, Stad Leuven en de KU Leuven. www.matrix-new-music.be Het samenwerken met componisten en andere kunstenaars, nieuwe muzikale talen en klanken ontdekken, ... Dit zijn de zaken die Marieke Berendsen aantrekken als musicus. Als violiste maakt ze deel uit van het Nadar ensemble. Ze leerde Nadar kennen tijdens haar studie manama “solist hedendaagse muziek” in Gent. Naast haar passie voor de actuele muziek, ging ze zich steeds meer interesseren voor het scenografische aspect van de podiumkunsten. Om zich hierin verder te ontwikkelen studeerde ze scenografie aan het KASKA. Naast deze interesses en specialisaties deelt ze haar enthousiasme graag met anderen. Ze geeft daarom ook les aan de Kunstacademie ter Beuken en is als docent betrokken bij verschillende organisaties die zich inzetten voor kunsteducatie, waaronder MATRIX en de Veerman. Laatste update: 29 februari 2016