Onderweg met geluiden en signalen

Onderweg met geluiden en signalen
Doelgroep
Ontwikkelingsdoelen (OD)
Kleuteronderwijs
3-4 jarigen
Motorische
ontwikkelingsdoelen:
1.6/1.32/1.33
Lesdoel
Materiaal
Gehoorontwikkeling en
lokaliseren van geluiden
*Vertelplaat (bijlage)
*Tekeningen van auto,
vliegtuig, fiets(bel),
ziekenwagen, trein, hond,
fluitje van de politieman,
brommer, vogeltjes
*Cd/url met geluiden
Beginsituatie
Goed functioneren in het verkeer is een kwestie van ontwikkeling,
ontwikkeling die niet vanzelf gebeurt door enkel maar ouder te
worden. Om volledig en optimaal te kunnen ontplooien, hebben
kleuters veel stimulerende activiteiten nodig.
Bovendien kampt een kleuter met een aantal beperkingen, één
daarvan is dat het moeilijk geluiden kan lokaliseren. Ook al horen de
kleuters het geluid, toch kunnen ze moeilijk de richting aanduiden waar
het geluid vandaan komt en de informatie interpreteren die dit geluid
geeft.
Voor aanvang van de les
Je hangt de aparte tekeningen van de
geluiden ergens in de klas omhoog zodat
ze duidelijk zichtbaar zijn.
De vertelplaat bespreken
Timing: 15 minuten
Geluiden horen en herkennen
Timing: 15 minuten
Beschrijving: Je legt de vertelplaat in het
midden van de kring. Zet een cd op met
verschillende verkeersgeluiden. Laat het
eerste geluid horen (driemaal na elkaar,
zo hebben de kleuters drie kansen om
goed te luisteren), en vraag of ze het
geluid herkennen? Wat is dit? Wat maakt
zo’n geluid? Kan je het geluid aanduiden
op de vertelplaat? Vervolgens vertel je
aan de kleuters dat ze bij de passende
tekening mogen gaan staan in de klas. Zo
ga je verder tot alle geluiden gevonden
zijn.
Geluiden: auto, vliegtuig, fietsbel,
ziekenwagen, trein, hond, fluitje van de
politieman, brommer, vogeltjes.
Downloads:
*Geluiden
*Vertelplaat
Beschrijving: De kleuters zitten in een
kring. Toon de vertelplaat en vraag wat
de kleuters allemaal kunnen zien.
Eventueel stuur je en wijs je een situatie
aan op de plaat waar je vragen rond stelt:
Wat zien jullie? Wie zien jullie? Staan er
dieren op de plaat, welke? Zijn er
fietsers? Duid de auto’s aan.
Je vestigt de aandacht op de verschillende
tekeningen die in de klas omhoog hangen
en je vraagt waar de kleuters dit op de
vertelplaat terugvinden.