VISITATIERAAD SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJEN KANDIDAATSTELLINGSFORMULIER BESTE PRAKTIJKPRIJS 2015 Proficiat! De visitatiecommissie stelde bij de prestatiebeoordeling van uw SHM in 2014 een goede praktijk vast. Met dit formulier kan u zich kandidaat stellen voor de Beste Praktijkprijs 2015. Indien de visitatiecommissie meer dan één goede praktijk bij uw maatschappij vaststelde, kan u zich meerdere keren kandidaat stellen (één formulier per goede praktijk). De bedoeling van dit formulier is dat de jury (en later de woonactoren en andere geïnteresseerden) een goed zicht krijgen op, en aan de slag kunnen met, de goede praktijk, zonder dat ze daarvoor het visitatierapport moeten lezen. Wees daarom zo specifiek en concreet mogelijk. Hou ook rekening met contextfactoren die u van belang vindt om tot deze goede praktijk te komen. Enkel op basis van de gegevens op dit formulier zal de jury goede praktijken nomineren voor de Beste Praktijkprijs 2015. De gegevens die u in dit formulier invult, worden digitaal verwerkt. Daarom vragen wij u om dit document in Word-formaat op te sturen naar [email protected]. Indien u wenst, kan u ook een bijlage toevoegen die uw kandidaatstelling ondersteunt (foto, analyse, voorbeelddocument, …). Uw kandidaatstelling dient u uiterlijk op 31 december 2014 op te sturen. Definitie Een goede praktijk is een werkwijze die aantoonbaar resultaat heeft opgeleverd en die in een bepaalde context een zeer effectieve en efficiënte aanpak is gebleken en daarom als een voorbeeld onder de aandacht van de SHM’s en andere woonactoren wordt gebracht. Uw gegevens Naam SHM Maatschappelijke zetel Contactpersoon Telefoon E-mailadres Visitatierapport van Woonpunt Mechelen Mechelen Martine Derde 015 28 09 30 [email protected] 30 augustus 2014 Uw goede praktijk zoals opgenomen in het visitatierapport Woonpunt heeft duidelijk werk gemaakt van het bestrijden van sociale fraude en domiciliefraude. Het maakt daarbij gebruik van diverse hulpmiddelen: naast het raadplegen van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, laat de SHM ook een buurtonderzoek uitvoeren door de wijkagent. Verder onderzoekt de SHM ook het verbruik van de nutsvoorzieningen via de toezichthouder en de wooninspecteur als ze daar zelf niet over beschikt. Daarnaast stelt ze goed onderbouwde dossiers op die de basis zijn van een uitgebreide argumentatie voor de rechtbank. De inbreng van de SHM werd recent in het draaiboek domiciliefraude van de inspectie RWO ingebracht. 1 VISITATIERAAD SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJEN Duid aan voor welke prijs u zich kandidaat stelt met deze goede praktijk: Beste Praktijkprijs 2015 op het vlak van beschikbaarheid van woningen Beste Praktijkprijs 2015 op het vlak van kwaliteit van woningen en woonomgeving Beste Praktijkprijs 2015 op het vlak van betaalbaarheid Beste Praktijkprijs 2015 op het vlak van sociaal beleid Beste Praktijkprijs 2015 op het vlak van interne werking en financiële leefbaarheid Beste Praktijkprijs 2015 op het vlak van klantvriendelijkheid x Hoe zou u zelf het aantoonbaar resultaat van uw praktijk omschrijven? Huurders krijgen een signaal dat we als SHM ook effectief optreden tegen domiciliefraude. De exacte impact van onze procedure is moeilijk te meten, maar eerder een inschatting. Wij zijn er dan ook van overtuigd dat door onze aanpak de huurders een duidelijk signaal krijgen en dat huurders minder geneigd gaan zijn om domiciliefraude te plegen, want de kans is groot dat ze tegen de lamp lopen. We stellen vast dat er jaarlijks steeds minder dossiers van domiciliefraude aan het licht komen en hiermee samenhangend dat er jaarlijks ook steeds minder uitdrijvingen gebeuren. Uit nazicht in de jaarverslagen blijkt dat we bijvoorbeeld in 2010 drie dossiers opriepen in verzoening m.b.t. domiciliefraude en ook elf dossiers aan onze advocaat dienden over te maken m.b.t. domiciliefraude, daar waar de laatste jaren het aantal dossiers m.b.t. domiciliefraude rond de 3 schommelt (2011: 3, 2012:1, 2013: 3) Ook het aantal uitdrijvingen is significant gedaald (2010:6 daar waar in 2013 er maar twee uitdrijvingen waren en in 2014 zelfs maar 1 uitdrijving). Welke concrete acties hebben tot dit resultaat geleid? Woonpunt Mechelen heeft een gedetailleerd stappenplan uitgewerkt om deze dossiers aan te pakken. We zorgen dat we voldoende bewijzen verzamelen, we werken samen met de wijkagenten, de dienst bevolking van de stad, we bevragen buren, we onderzoeken de facturen van de nutsvoorzieningen, doen plaatsbezoeken, we consulteren de KSZ, en eventueel kan RWO worden ingeschakeld… De huurder wordt uiteraard aangeschreven en bezocht, aangemaand, opgeroepen in verzoening en slechts indien al deze acties geen soelaas brengen zal het dossier aan onze advocaat worden overgemaakt voor een ontbindingsprocedure. We hebben ook samenwerkingsafspraken met de dienst bevolking met betrekking tot bijwoonsten. Onze huurders hebben er immers zelf belang bij dat hun bijwoonst administratief in orde is. De dienst bevolking wijst huurders van onze maatschappij ook op hun meldingsplicht van bijwoonsten aan de verhuurder. Onze concrete acties zijn dan ook mee opgenomen in het stappenplan welke Wonen Vlaanderen en VMSW gepubliceerd hebben in het draaiboek domiciliefraude, te consulteren via www.vmsw.be 2 VISITATIERAAD SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJEN Op welke manier hebt u beslist om deze acties te ondernemen en waarom? (Hoe is deze goede praktijk tot stand gekomen? Was dit ingevolge een specifieke beslissing of op andere wijze?) Als SHM heb je er alle belang bij op te treden tegen domiciliefraude, zowel op gebied van interne werking als op gebied van financiële leefbaarheid. De meeste SHM’s kampen met lange wachtlijsten voor kandidaat-huurders. Als er dan sociale huurwoningen “bezet” worden door mensen die deze panden niet effectief bewonen maar enkel als “postbus” woning hanteren, is dat maatschappelijk onaanvaardbaar. Zo’n situatie heeft ook invloed op de leefbaarheid in wijken. Woningen die verhuurd worden, maar eigenlijk niet bewoond worden, zorgen voor frustraties bij buurtbewoners. Optreden tegen domiciliefraude heeft bovendien ook invloed op de financiële leefbaarheid van een SHM. Door niet op te treden misloop je huurgelden. Huurders betalen immers een huurprijs op basis van hun inkomsten. Indien er bijwoonsten niet worden aangegeven, kan een SHM ook geen rekening houden met deze inkomsten en zal er dus een lagere huurprijs bekomen worden. Deze lagere huurprijzen zorgen op hun beurt dan weer voor frustraties bij de huurders onderling, die vaststellen dat hun buur minder huur betaalt, omdat hij een bijwoonst niet aangeeft… Bovendien kan het niet aangeven van bijwoonsten ook een invloed hebben op de woonbezettingsnormen van een pand en dus tot overbezette panden leiden, wat op zich dan weer invloed heeft op de staat van het patrimonium. Met andere woorden, de praktijk zelf heeft ertoe geleid dat we beslist hebben om een duidelijke procedure uit te schrijven hieromtrent en er dus stappen moeten ondernomen worden tegen domiciliefraude. Vaak waren het huurders zelf die bij ons kwamen melden dat er bijwoonsten waren en werden we geconfronteerd met een klacht van een huurder hieromtrent. Soms ontvangen we meldingen van externen (politie, OCMW, dienst bevolking van stad Mechelen) dat er iemand zich zal inschrijven in een pand van ons, waarvoor wij geen aanvraag tot bijwoonst bekomen hebben of komt een huurder zelf informatie rond bijwoonst vragen. Na het verkrijgen van de informatie merken we dat er vervolgens geen effectieve aanvragen tot bijwoonst volgen.. naderhand wordt dan vastgesteld dat de bijwoonst weldegelijk plaatsvindt, maar dit dus onaangegeven gebeurd is. De reden waarom we vervolgens een duidelijk stappenplan zijn gaan uitwerken, is omdat we vaststelden dat dossiers van domiciliefraude moeilijk hard te maken zijn voor een rechtbank. De ervaring leert dat je een goed onderbouwd dossier dient te hebben, om je slaagkansen te vergroten bij een juridisch geschil. Enkel en alleen met een goed gestoffeerd dossier waar je de bewijzen verzamelt op verschillende domeinen, zal je een rechter kunnen overtuigen van domiciliefraude. Vandaar dat een duidelijk stappenplan essentieel werd. 3 VISITATIERAAD SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJEN De problematiek van domiciliefraude werd tevens op de agenda van het directiecomité gebracht en daar werd het standpunt ingenomen om ook effectief op te treden tegen domiciliefraude. Immers, door de lange wachtlijsten is het maatschappelijk onaanvaardbaar dat woningen niet bewoond worden. Dit heeft dan weer invloed op de leefbaarheidsproblematiek en zorgt voor frustraties bij huurders. Bovendien derf je als SHM heel wat huurgelden door onaangegeven bijwoonsten. Dit alles heeft ertoe geleid dat er beslist werd om acties te ondernemen. Worden inzet en resultaat regelmatig in beeld gebracht of vergeleken met andere mogelijkheden? (Op welke manier beoordeelt u zelf de effectiviteit en efficiëntie van deze praktijk?) In het jaarverslag van Woonpunt Mechelen wordt telkens een oplijsting gemaakt van de juridische geschillen met vermelding of het gaat om dossiers wegens achterstallen, wegens domiciliefraude, of wegens andere problematiek. Zodoende kan geëvalueerd worden over hoeveel dossiers het gaat. Bovendien worden de vonnissen die wij als SHM hieromtrent bekomen ook steeds naar VMSW verstuurd als precedent. Zodoende kunnen andere SHM’s deze precedenten consulteren en hanteren in hun hangende geschillen. Uiteraard worden deze vonnissen ook intern geanalyseerd en bestudeerd om zo te kijken waar de pijnpunten zitten en welke de doorslaggevende argumenten zijn waarom een rechter een bepaalde beslissing neemt. Dit wordt uiteraard meegenomen in toekomstige dossiers. Ook de dossiers die worden opgeroepen in verzoening worden geanalyseerd en opgenomen in het jaarverslag. Zodoende is er een analyse van het slaagpercentage van deze procedure. 4 VISITATIERAAD SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJEN Welke contextfactoren spelen volgens u een belangrijke rol om deze goede praktijk ook bij andere SHM’s toe te kunnen passen (organisatiestructuur, omvang van het actieterrein, type van het actieterrein, patrimoniumomvang, gemeentelijke initiatieven, BSO, acties van andere woon- of welzijnsorganisaties, staat van het patrimonium, financieel gezondheid, gemeentelijke, provinciale of gewestelijke bepalingen of regels, huurdersbetrokkenheid of –organisatie, …) Eerst en vooral is de organisatiestructuur van belang. Er dient iemand voorhanden te zijn die zich vastbijt in deze dossiers en de nodige informatie verzamelt, de verschillende voorgestelde acties uitvoert en opvolgt, buren bevraagt, en dergelijke. Dossiers van domiciliefraude zijn immers arbeidsintensief en dienen degelijk onderbouwd te zijn. Hiernaast moeten er ook regelmatig huisbezoeken worden georganiseerd om dossiers van domiciliefraude te detecteren. Het spreekt voor zich dat er een duidelijke goede samenwerking dient te zijn tussen de verschillende medewerkers van de SHM zelf. Zo kan bijvoorbeeld een dienst onderhoud en herstel ook een situatie van domiciliefraude detecteren, doordat bijvoorbeeld een externe aannemer steeds voor een gesloten deur staat… Van belang is ook dat er een goede samenwerking is met “externen” bijvoorbeeld gemeentebesturen, OCMW ’s, politie, … Vaak is het immers zo dat huurders een klacht uiten bij de SHM, maar als het er dan op aankomt, niets op papier willen zetten in een juridische procedure uit vrees voor represailles. Op zo’n moment heb je nood aan informatie van andere spelers. Weet u of deze praktijk (al dan niet in een variante vorm) ook bij andere SHM’s wordt toegepast, zo ja, welke? Onze SHM werd reeds verschillende keren telefonisch gecontacteerd door andere SHM’s m.b.t. de domiciliefraudeproblematiek. Ze hadden onze gegevens gekregen via Wonen Vlaanderen. Uiteraard is het Woonforum 2014 eveneens een manier geweest om aan onze procedure ruchtbaarheid te geven. We worden soms gecontacteerd met vragen over een concreet dossier van een andere SHM en er wordt ons advies gevraagd. In voorkomend geval, op welke manier heeft u deze goede praktijk al onder aandacht van andere SHM’s gebracht? De problematiek van domiciliefraude is reeds verschillende keren in beeld gebracht via Woonwoord van VMSW. (Woonwoord lente 2012 artikel van Gerd De Keyser, Woonwoord lente 2014, artikel van Bregt Leyman) Verder heeft onze juriste Katrien Van Damme samen met Tom Vandromme (jurist en adviseur bij het Agentschap Inspectie RWO) en Bregt Leyman (jurist VMSW) op het Woonforum 2014 een uiteenzetting gegeven hieromtrent. Vanuit onze SHM hebben we daar getracht aan de deelnemers van het woonforum ons stappenplan te verduidelijken en onze “acties” weer te geven bij een vermoeden van domiciliefraude. Ook de procedure om de huurders op te roepen in verzoening (kosteloze procedure) werd daar gepromoot. 5 VISITATIERAAD SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJEN Bovendien heeft RWO ons bevestigd dat onze uitgeschreven procedure gebruikt is als basis voor hun draaiboek m.b.t. domiciliefraude, dewelke op de website van Woonnet verschenen is. Op basis van welke argumenten vindt u dat juist deze goede praktijk in aanmerking komt voor de Beste Praktijk Prijs? Het optreden tegen domiciliefraude is niet alleen nodig voor de interne en financiële leefbaarheid van een SHM. Het is tevens noodzakelijk ten voordele van kandidaat-huurders en huurders zelf. Het bezetten van een sociale woning, zonder er effectief ook te wonen, zorgt ervoor dat er een woning leegstaat, daar waar de meeste SHM’s geconfronteerd worden met lange wachtlijsten. Door op te treden tegen domiciliefraude zorg je ervoor dat kandidaat-huurders niet belemmerd worden tot het bekomen van een sociale woning, omdat andere huurders panden huren, zonder er effectief ook in te wonen. Ook in het belang van de huurders zelf dient er te worden opgetreden tegen domiciliefraude. Er ontstaan immers frustraties met leefbaarheidsproblematiek tot gevolg indien er niet wordt opgetreden door de SHM. Uiteraard dient er ook te worden opgetreden voor de financiële leefbaarheid van een SHM: je moet er op toezien dat de correcte huurgelden betaald worden. Hiernaast is er tevens het argument van de bezettingsgraad van het pand. Een overbezet pand (wegens onaangegeven bijwoonsten) zorgt immers voor problemen. Onze procedure omtrent domiciliefraude geeft een stapsgewijze, gedetailleerde opsomming van welke stappen er ondernomen kunnen worden. Gelet op het feit dat vermoedelijk elke SHM wel geconfronteerd wordt met de problematiek van domiciliefraude, zijn wij ervan overtuigd dat onze aanpak ook voor andere SHM’s dienstig kan zijn en een hulpmiddel kan zijn om het probleem ten gronde aan te pakken en tevens ook naar de huurders toe het signaal te geven dat dit niet aanvaardbaar is. Juist doordat wij als SHM dit onderwerp bij de VMSW hebben aangekaart, is er overleg hieromtrent ontstaan en is uiteindelijk het draaiboek verschenen. Heeft u nog andere opmerkingen of suggesties? 6