overzichtsmodule 4

advertisement
OVERZICHTSMODULE 4:
RENAISSANCE ARCHITECTUUR
I. INLEIDING:
Renaissance = “wedergeboorte”:
label > Jules Michelet 19de eeuw
Wedergeboorte van wat?
Italië:
Rinascita  rinascimento dell’antichità (> Giorgio Vasari)
 wedergeboorte van de oudheid
Oudheid wordt beschouwd als glorietijd, verloren tijd
Eeuwen tussen heden en oudheid: MIDDELeeuwen, donkere tijden
ITA  Noordse gotiek = barbaars  renaissance = anti-gotiek
Hoe correcte antieke architectuur in elkaar steken?
STUDIE VAN RUÏNES
Alles systematiseren: bv. SYSTEEM ZUILENORDEN: wordt gezien als kern
Beheerst hele renaissance architectuur
Gebaseerd op antieke oudheid
Geschriften, bv. VITRUVIUS
BRUNELLESCHI
1ste grote realisatie: Firenze: Santa Maria del Fiore
Brunelleschi plaatst er koepel op  ° renaissance?
Maar elders soms al eerder koepel: bv Pisa
Santa Maria del Fiore (Firenze)
Oorspronkelijke bedoeling: koepel zo breed als schip
Fase I:
Centrale koepelruimte (>< Pisa: longitudinaal plan)
Schip geplafoneerd
 niet zo baanbreken maar breedte van de koepelopening wel
Fase II: 14de eeuw:
Kerk vergroot: groter en breder klaverblad
Schip overwelfd
Fase III:
Probleem: hoe koepelruimte overbruggen?  té breed
 formelen?
 ribgewelf niet uitvoerbaar
Fase IV:
Verhoging met tamboer:
Brunelleschi: 1420-1436: groeit op in Firenze met dit beeld van Santa Maria dell Fiore
Wedstrijdvoorstel: stelt nieuwe constructiemethode (hout overbodig)
1st niet vertrouwd: overspanning wordt getest op 1/12de van de grootte
1438: gebouwd
 nieuwe techniek: antiek geïnspireerd
Bv. Ook open ring met doorsnede 12m (~Pantheon)
 Brun.: ook uitvinder gebruiksmachines voor constructie
 begin nieuwe periode in architectuur
Nieuwe vormentaal: all’antichita
Ospedale degli innocenti (vondelingenhospitaal) -- Firenze
Typologisch niet vernieuwend MAAR wel in uitvoering:
Zuil met kapiteel en basis
Balkwerk met architraaf, fries en kroonlijst
Rondboog
Zeilgewelf of hangkoepel
 ook terug te vinden in andere werken:
Sagrestia Vecchia – San Lorenzo
Grafkoepel voor familie de Medici (heersend in Firenze)
Dubbele arcade
Koepel: ‘paraplu’
Firenze 12de eeuw: opstoor antiek ogende architectuur
 Brunelleschi haalt inspiratie uit voorgangers: PROTO-renaissance
Vb.: lantaarn op koepel, zuilen, materiaalgebruik, kleurgebruik: zwart-wit
 MIDDELEEUWSE WORTELS:
Toscaanse Proto-renaissance ca. 1100: voorbeelden uit Firenze zelf:
Battistero
kr.l.
fries
architr.
San Miniato al Monte
 Romeinser vanaf 1424
Santo Spirito: nissen en zuilen
Santa Maria degli Angeli: centraalbouw: elke wand tamboer kathedraal
Brunelleschi verdwijnt 2j uit Firenze: Romereis  laat sporen na in zijn architectuur
Pazzikapel
(Firenze: strijd om de m8: de Medici  Pazzi)
Serliana:
BESLUIT BRUNELLESCHI: voert nieuwe traditie in: groot succes
2de grote voorbeeld renaissance-architectuur:
ALBERTI
Geleerde
Eerste architecturale bezigheid = erover schrijven: 1442 – 4152: De Re Aedificatoria Libri
Decem
Later: ook ontwerpen MAAR: levert enkel ontwerp, is niet aanwezig op werf
 ontstaan van idee van ontwerp vervolledigen, dan uitvoeren
 ontstaan van het begrip architectuur als wiskundige wetenschap, geen ambacht
 bouwmeester is niet langer zelfde als architect
Voorbeeld ontwerpen:
Mausoleum Tempio Malatestiano (Rimini)
Plaatst er omhulling voor reeds bestaande San Francesco  “romeinse eneveloppe”:
Alberti werkt in Rome  direct geïnspireerd door Rome:
Zijkant: inspiratie > Colosseum (enkel impost (=lijstwerk aanzet boog), zwaar, weinig deco)
Voorkant: triomfboog: inspiratie > triomfboog van Constantijn (echter nooit afgewerkt:
enkel 1ste verdieping)
Decoratie: antiek materiaal (inspiratie gehaald uit architecturale elementen uit Rimini zelf)
 Alberti: grote kennis van antieke architectuur
 elk gebouw eigen repertorium
San Sebestiano (Mantua)
San Sebestiano: heilige, bescherming tegen ziektes, epidemieën, de pest,…
Mantua: moerassig gebied
Mantuanen: willen kerk ter ‘bescherming’ (tegen ziektes e.d.)
Alberti: past bronnen aan aan opdracht:
Geen gewone kerk: antieke graftempel als inspiratiebron
 tempeltjes op verhoog:
 San Sebestiano: compacte tempel op overwelfd
podium
Bedoelingen van Alberti waren echter niet altijd duidelijk aangezien hij zelf niet op de werf
aanwezig was
 bv. onduidelijkheid over toegang van de kerk, waarvoor de trappen dienden,…
Geveltype wel duidelijk: tempel op muur, lijkt copy-paste maar details steeds anders
Bv. “blinde” serliana
Sant Andrea (Mantua)
Inspiratie voor ontwerp: Etruskische tempels
 Virtuvius schreef hier over
Begrip: Hoofdruimte + 3 “Cellae” = nevenruimten waar God
vereerd wordt
Ook bv. Basilica van Maxentius: kenmerken Etruskische tempels zoams beschreven door
Virtuvius, echter 600 jaar ouder dan beschrijving  ANACHRONISME
Sant Andrea: origineel ontwerp
Zaalkerk met tongewelf
3 kapellen aan elke kant (symmetrisch verdeeld)
Wanden hebben structuur als triomfbogen
Alternerende travee
Abcis als koor: typisch etruskisch (later echter koor en koepel toegevoegd)
Gevel: fronton
typisch tempels echter normaal
gezien: athiek op triomfbogen
Hier: combi: triomfboog met
tempelstuk er bovenop
+ zekere diepte  ‘portaal’
 Sant Andrea: wordt origineel alternatief voor renaissancekerk
Heeft Alberti invloed uitgeoefend in Rome zelf?  heeft hij in Rome iets gerealiseerd?
Palazzo Venezia
Loggia della Benedirione (Vaticaan) = zegeningsloggia oude Sint-Pieters
 zeer antiek ogende architectuur: wordt aan Alberti toegeschreven MAAR niet waar:
Architect = pauselijk architect Francesco dell Borro, heeft echter zichtbaar veel van Alberti
geleerd
Ander realisaties: loggia della Benedizione
Theater van Marcellus
II. VROEGRENAISSANCE UIT NOORD-ITALIË
Milaan en Pavia: eigen bouwtradities en zin in decoratie
Dialoog tussen Bramante en Da Vinci (hofarchitect Milaan)
 zoektocht naar perfecte koepelkerk
Da Vinci, bouwt er geen, wel interese: schetsboeken over koepelkerken ( eigenlijk
weergave van Bramantes werk)
WERF SINT-PIETERS (ROME)
Idee van te vervangen leeft al langer: funderingen leggen rond bestaan gebouwd 
groter transcept & koor, schip zou behouden blijven
Deze nieuwe kerk zou echter nog steeds te klein zijn voor het Vaticaan
 Posselllino: nieuwe koorfundamenten
 1480: nieuwe idee: grafkelder voor pausen in koor
 Bramante: begin 16de eeuw: nieuw concept:
Officieel concept op perkamentplan: geheel nieuwe soort kerk:
CENTRAALBOUW met grote koepelruimte: NIEUWE architectuur
Oorspronkelijke fundamenten kunnen wel nog gebruikt worden
Hoofdmaat van de middenbeuk blijft gelijk
Koepelkerk: koepel: halfrond (aangedikt onderaan),
Nieuwer: taboer (zuilen) en lantaarn
 1 voorganger: pantheon
Lijkt complexe ruimtelijke configuratie maar is zeer praktisch
Essentie v/h plan:
Koepelruimte + koor: boven graf van Heilige Petrus
Oorspronkelijk altaar, voorlopige bescherming: ‘huisje’
Graf van Julius II werd hier niet gerealiseerd
Koor werd later ook vervangen (vandaag de dag niet Bramantekoor)
Waar haalde Bramante zijn inspiratie?: complex grondplan, nevenruimtes,…
 antieke bron: thermencomplexen
1ste steenlegging 1506 (stichtingsmedailles gemaakt (zie ppt): duidelijke teken officiële
aanpak nieuw ontwerp)
Bramante sterft.
Wat laat hij na? Aanzet koor en koepelruimte
Nieuwe paus: Leo X (>de Medici, Firenze)
 werft eigen architect aan: RAFAEL:
Schilder-architect
Vindt centraalbouw niet praktisch
 verlengt: echt schip
+ ambulatorium rond transcept & koor (was wel reeds aanzet)
 nog groter plan
Financiële bron: aflaten (16de eeuw)
Schilderij Rafael: School Van Athene: afbeelding van werf Sint-Pieter
Rafael: reductie van zuilenorde: MANIËRISME
Pilasters zonder kapiteel & fries
 subtiele nieuwigheden in architectuur
Sint-Pieter = werf van ongelukken: architecten sterven 1 na 1
 opvolger Rafael:
PERUZZI 1520-1536
Wil terug naar centraalbouw zonder schip
Pantheonkoepel blijft, koepelruimte blijft
Opvolger
ANTONIO DA SANGALLO DE JONGERE 1536-1546
Raakt verst in plan
DUS: Sint-Pieter: 1506-1546: 4 architecten: onafgewerkt, chaos
Oplossing: Michelangelo (zie later)
Sint-Pieter = soort ‘laboratorium’, op kleinere schaal uitgetest in verscheidene gebouwen in
Rome:
BRAMANTE
NIEUW PALEISMODEL
 Bramante: haalt inspiratie bij Brunelleschi
+/- 1500: Bramante wordt architetcv an de paus:
 gaat cruciale rol spelen in nieuwe fase renaissance: HOOGRENAISSANCE, vanaf 16de
eeuw
Opdrachten: nieuwe sint-Pieters, paleizen
Tempietto +- 1500
Ook gewijd aan Sint-Pieter, zou plaats zijn waar hij gekruisigd werd
Mini-centraalbouw
Dorische orde (heruitvinding: wel geprofileerde viet, oorspronkelijk antieke dorische zuilen
hadden dit niet)
Voorbeeldgebouw renaissance
Nieuw begrip: BALLUSTER: soort ballustrade, renaissance-uitvinding van Bramante
Koepel op ronde tempel = nieuw
Ronde portiek
Conclusie: nieuw maar toch vol atieke kenmerken
Palazzo Caprini: klein paleis
Woonverdieping
Winkels
Verschillende diktes/niveau’s in geven: halfzuilen e.d. (dorische zuilen)
 plastische effecten, reliëfeffecten
MANIÊRISME
Ook Peruzzi en Rafael: maniëristische interpretatie
RAFAEL
Jacapo de Brescia: klein plaies
Rustiek blokwerk
Maar verticale voegen: horizontale weggewerkt
Pilaster zonder kapiteel en gereduceerd balkwerk
Pilaster op pilaster: VISUELE VERBDREDING
Suggestie van hoogte:
Vensters fronton afwisselend
+ springen sterk uit
Ertussenin: pilasters (2 op elkaar)
 visuele trucs
PERUZZI
Palazzo Massimo alle colonne
In een bocht, bouwen van nieuw imposant familiepaleis op restanten van afgebrande
voorganger
Imposante showgevel (zit echter niet veel ruimte achter)
kleine raampjes, ongewoon in die tijd
Enige elementen die ritme/reliëf geven
Pilasters
Zuilenportiek: half buiten/half binnen, tussenruimte ~’VESTIBULUM’ (begrip
beschreven in Virtuvius)
SANGALLO
“Palazzetto’ (gereduceerde vorm) Farmese’
Farmese: belangrijke opdrachtgever, grootser
Antiek theatermotief: Balassimi: gereduceerde vorm: portiek geprojecteerd op muur
Dichter bij klassieke oudheid
Sangallo: eigen huis:
Zichtbaar vanuit inkom: decorwand (met nissen voor zijn antieke collectie)
Logga met trap naar hoofdverdieping
Inkom
Volgende generatie architecten: Rome = plundering, armoede, crisis
 belangirjke bouwheer valt weg
 maken geen carrière meer in Rome zelf
 EMIGRATIE VAN ARTIESTEN
 renaissance waaiert vanuit Rome uit over rest van Italië
Bv. Noord-Italië: Mantua:
III. HOOGRENAISSANCE IN NOORD-ITALIË
GIULIO ROMANO
Palazzo del Té:
‘test’: verbouwing jachthuis op eiland Té (Mantua was waterstad ~Venetië)
Opdrachtgever vond het zo goed dat Roma,nno er een villa van mocht maken
Villa: slechts 1 verdiep ( palazzo)
4-gevelplan:
Hoofdgevel: originele gevel jachthuis
 onregelmatige plaatsing van vensters (wegens reeds bestaande
zuilen/openingen)
= niet-renaissancisitsch kenmerk
3 nieuwe gevels: MANIËRISME: baksteen en stuco, verscheidenheid in ruwheid, spel van
texturen met gladde, dorische pilasters
Originele kleur: roze
Echter restauratie 18de eeuw: Oostenrijks  mosterdkleur
Borstwering (oorspor. Om dak te verbergen) eraf gehaald
 verandering van proporties
de
2 ‘restauratie’: terugkeren naar de verschillende texturen, gebaseerd op originele
tekeningen uit 16de eeuw
Variatie in gevels: zelfde opzet maar verschil in afwerking/detaillering
 || en _-- gelijk  overstaand = , aanpalend ≠
Lijkt vormelijke willekeur maar toch systeem
Romano = BOEGBEELD MANIËRISME: zoekt naar variëteiten in het systeem
Rariteiten:
Vb. I: loopgang: sluitsteen lijkt te groot  dringt door in fronton
Andere kant van gang:
timpaan
fronton
 timpaan lijkt niet afewerkt, ruw
 perfect afgewerkt kader
Vb. II: oostgevel:gladde grote blokken met diepe voegen
Trigliefen (dorisch) delen fries op:
1 uitstekende: ruw  vangt stuk van balkwerk op, lijkt naar beneden te vallen
Nissen in oostgevel: sluitsteen (groter en ruwer) lijkt twee stenen van halffronton uit elkaar
te duwen:
ARCHITECTUUR DIE BEWEEGT
Antieke oorsprong?
Ruïnes, Claudianum, 1ste eeuw: antieke vorm van maniërisme
CONCLUSIE: wanneer Romeinse architectuurtaal emigreert, verandert ze ook!
Nog enkele voorbeelden van renaissancearchitectuur in Noord-Italië:
MICHELE SANMICHELI
Jeugd Rome; trekt weg  Noord-Italië
Vb. Verona (antiek verleden):
Bv. Romeinse poort: ramen strak ritme maar ≠de omkadering, ≠de zuilen
LOKALE ANTIEKE MONUMENTEN
+
ROMEINSE ARCHITECTUUR (inspiratie bij Rafael e.d.)
 unieke ontmoeting: architectuur van Sanmicheli
Bv:
Capella Pellegrini
Verschillen in ritme, afwisseling hoogtes & breedtes
Frontons:
Zuilen/pilasters
Rijke decoratie bv. lokale antieke architectuur: CANELLURES = groeven op zuilen/pilasters
Hier: spiraalvormig
Palazzo Berilacqua
Rijke afwisseling
1ste verdieping: opera rustica
Levendig reliëf, laagjes
Zuilen: afwisselend smal-breed + ≠de bekroning
Sanmicheli wordt belangrijk militair architect voor Verona (deel v. Venetiaanse Republiek)
Bv. Stadspoorten:
1530 Porta Nuova: Griekse dorische orde (zonder geprofileerde basis)
1550 Porta Palio: Romeinse dorische orde (wél geprof. voet: uitvinding renaissance)
Beide poorten: laagjes (in dikte), spel met reliëf ( opnieuw maniërisme)
Inspirtiebron: theater Verona (later verdwenen)
Vb. in Venetië:
JACOPO SANSOVINO
Haalde inspiratie bij en werd zeer beïnvloed door Sanmicheli
Muntgebouw (Zecca)
Dorische orde
Reliëf
KRACHT
Belangrijk: context: Sansovino moest opboksen tegen lokale structuren (handel e.d.)
1530: ontstaan Doge Andrea Gritti: wil nieuw soort Venetië: “nieuwe Rome” (banden met
Constantinopel)
Sansovino maakt deel uit van deze doge maar Gritti sterft & tegenstanders steken
Sansovino in gevangenis, rede voor opsluiting:
Libreria
Te nieuw
Te Romeins
Grote overwelvingen: gedeeltelijke ineensotring tijdens bouw (zeer onstabiele grond
Venetië)
Lokale techniek: houten vloer (kan mee buigen) + terrazo (mozaiëk): nodig!
 gewelven kunnen niet volgen
Libreria later toch afgewerkt
Wordt openbare bibliotheek (eerste van de wereld)
Architectuur Libreria:
Romeins ogend: rondbogen op zware zuilen
Halfzuilen
Balkwerk
= motief antieke theaters, “gevenetianiseerd”
 veel meer ornament (kroonlijst), niet veel zichtbare muur = Venetiaanse traditie
+ typisch Bramante-element: ballustrade, mét beelden (renaissance-uitvinding)
 beelden in verlengde van zuilen  meteen ingebrugerd in Venetië
Zuilen: grote & kleine orde, reliëf
Toch zeer zwaar = Romeins (wel als vreeld gepercipieerd)
 LOKALE WEERKLANK:
ANDREA PALLADIO
Lokaal talent
Beeldhouwer
Leert humanist kennen, onderwijst hem Virtuvius, krijgt zo Griekse naam Palladio
Eeuwenlange invloed in hele wereld
Kende Romano, Sanmicheli & Sansovino
1537: wint wedstrijd Vincenza (tss Verona & Venetië):
Basilica (Vincenza)
Gotische kern: nieuwe verpakking nodig (onstabiel)
 scheef, gebrek aan ritme  zeer moeilijk
Motief oplossing: Serliana
 aan cirkelbogen valt niet te trekken  wel
Mogelijkheden in aanpassing zijlichten:
verscheidenheid in breedtes
Resultaat: oogt zeer regelmatig
Bekroning van basilica: ~Sansovino: ballustrade met beelden in verlengde van zuilen
Oogt zeer Romeins maar grote invloed van Sansovino
Zuilenorden:
ionische
zelfde opzet als Sansovino, Libreria, zelfde basisidee
zuilenorde
dorische
MAAR verschil in uitwerking: in Libreria geen Serliana
(met enige verbeelding wel bij uitrekken van zuilenpartijen)
Libreria en Basilica ogen echter zeer verschillen:
Libreria: alles dicht op elkaar, veel decoratie, geen zichtbare muren
Reliëf: balkwerk: volledig in voorvlak
Basilica: kale muurvlakken, weinig deco
Reliëf: balkwerk: in muurvlak: springt naar voren op zuilen, wijkt naar achteren
tussen zuilen
 A;Dh.v. ontwerpen van Sansovino & Palladio:
SERLIO (theoreticus): boek IV:
Beschrijving van “typisch Venetiaans” bouwwerk (zogezegd willekeurig)
 commentaar op beide bouwwerken
Later werk van Palladio:
+- 40j later:
Loggia del Capitaniato
Gebouw voor justitie
Half afgewerkt
MANIËRISME
Zuilenorde: grote orde = GIGANTISCHE ORDE: zuilen bestrijken meer dan 1 verdieping
Niet volledig, bewust net te klein
Ramen tot in balkwerk
Nieuwe elementen:
Gelijkvloers visueel afgesloten door balkon met soort dorisch balkwerk eronder
Geen naakte muren: zeer veel beelden, hoogreliëfstuco
= MILITAIR MONUMENT
Zijgevel anders: normale orde op 00, GEEN orde op +1
Duidelijk verschil jonge  oude Palladio
Echter meest bekend voor kerken in Venetië zelf, met name San Giorgio Magiore. Maar
eerst:
San Francesco della Vigna
Nieuwe gevel voor kerk nodig
Probeert nieuw motief uit: tempels (Virtuviaans)
 gaat dit later overal in toepassen
Tempelportiek: fronton op 4 zuilen
Zijbeuken: halffronton
Staan allemaal op zelfde ‘podium’  beschouwt hij als fout

San Giorgio Magiore
Halfzuilen
Pilasters
 op ≠nd niveau: nieuw probleem
Podium
Hier niet alleen gevel maar ook kerk zelf: grote overwelvingen
Sobere kerk: afkeer geschildrde figuren (protestantisme)
Duidelijk ondertussen naar Rome geweest
1st Vitruvius bestudeerd: thermen e.d. (keizerlijke architectuur)
Dan pas ruïnes in Rome zelf
= omgekeerde volgorde dan meeste architecten
Volgende ontwerpen: variaties op antieke tempel
Redentore (Venetië)
2 tempelportieken
Steunberen!
Palladio blijft echter Vitruviaan:
PALEIZEN:
Palazzo Chiericati
17de eeuw, 2 tempelportieken op elkaar
VILLA’S:
Ogen als tempels, variaties van tempels
Door en door antiek Vitruviaans
Ook interieur: antieke ruimtes herscheppen:
Centrale vierkante zaal
4 zuilen
Atria & Oicci
 beschreven door Viitruvius
Vb. villa Emo, villa Cornaro
Meest antieke villa:
Villa Capra (Rotonda)
Kernstuk = grote ronde ruimte met koepel
Perfect symmetrisch gebouw
Koepel: religieus symbool, toch villa  koepel meer sacraal bedoeld
Werd niet bewoond vóór 17de eeuw
Functie? Opdrachtgever: geleerde: villa als dinergelegenheid, plaats om te discussiëren
met vriendgeleerden, “decor”, suburbaan paleis
 niet bedoeld als villa!
IV. ROME IN HET MIDDEN VAN DE 16DE EEUW
MICHELANGELO
Architect en beeldhouwer
Afkomstig uit Firenze, onder beschemring van familie De Medici
Moet voor hen nieuwe grafkapel ontwerpen (herwerken van bestaande kapel, ontworpen
door Brunelleschi)
Nieuwe sacristie bij San Lorenzo
+- zelfde als oude maar verdieping meer: pilasterorde tussen gestoken
MAAR: 2de architectuurlaag: tussen frame van zwarte kalksteen:
MARMERARCHITECTUUR (~beeldhouwer)
Gigantische marmeren frames op te klein ogende deuren
Ongewone details
Gebruikt antieke ornamenten maar plaatsing en combinatie zijn nieuw
 maniërist
Is voor de Medici blijven werken:
Biblioteca Laurenziana
Gezet op bestaand klooster
Inkomhal: te smal, te hoog
Rare ruimteverhoudingen
Michelangelo: nedraukt gigantische trap (bijna barokke trap)
 trap als sculptuur (lavastroom”)
Maar: ook wanden in inkomhal: maniëristisch: zuilen staan in nissen, muur naar voren
geschoven (had volgens plannen nog meer benadrukt moeten worden)
 boodschap: zuil als ornament/standbeeld NIET zuil = skelet/constructief element (Alberti)
 muren worden dragend (theorie op z’n kop)
Michelangelo’s uitvindingen/nieuwigheden: belangrijk voor:
- ontwikkeling barok
- heel Italië:
Bv.: werkt palazzetto Farmese (>Sangallo) af: leeuwenkop in afwerking van nissen
(consoles)  trend raakt verspreid in heel Europa
Bv. Porta Pia: hangt girlande tussen fronton
 zeer typische, persoonlijke vormelijke uitvindingen
Ander werk van Michelangelo:
Voltooiing Sint-Pieters
Krijgt enkele jaren na dood van Sangallo de Jongere de leiding over de werf (onbetaald)
Reduceren:
Afbreken (want te breed, obelisk stond in de weg, niet verplaatsbaar)
Compacter volume
Nog steeds centraal rond koepelruimte (>Bramante)
Geen schip, koor vervangen door identieke zijarm
Lijkt geen simpel plan/volume maar eigenlijk kubus met 3 abcis
(koor 4de)
Zachtere overgang
Officieel ontwerp gepubliceerd
Werf gaat eindelijk vooruit
Uitwerking van de wanden: pilasters/zuilen: gigantische orde
Variatie in afstanden, nisse, speciale unieke decoratie
Michelangelo ontwerpt ook koepel:
FASE I: 1ste versie:
Dubbelschalige koepel
Licht spitsprofiel
Lantaarn
≠ Bramantekoepel: halfrond
= gemoderniseerde versie van Brunelleschikoepel in Firenze
Na dood Michelangelo: officiële uitgaven:
FASE II:
Veel minder spits (halve bol)
Grotere lantaarn
Nog steeds dubbelschalig
Attiek niet vlak: ritmisch behandeld
Uitieindelijk (na zijn dood) wordt er aan de Sint-Pieters nog een schip met pilastergevel
aangeplakt
Overige werken elders in Rome:
Capitool
plein: 2 palazzi Michelangelo  vormen ‘wanden’ van plein
Centraal: ruiterstandbeeld (men dacht toen Christelijke keizer Constantijn
Maar is Marcus Aurelius)
Toegang: trappen + 2 beelden
Michelangelo’s ontwerpen  stadsgeheel
Capitool is laatste werk  sterft.
Download