Voettocht naar Rome - 2 Wiel Bonten I n 2011 liep ik het laatste gedeelte van mijn tweede grote voettocht: van Bologna naar Rome in zes weken tijd. Voorafgaand hieraan liep ik kleinere gedeeltes vanaf 2007. Dit verslag gaat over mijn belevenissen gedurende die laatste weken. 6 juni – naar Traversa Nadat ik te horen had gekregen dat het eerstvolgende door mij gekozen hotel niet meer geopend was sinds acht jaar (foutje in routeboek) moest ik een nieuwe afstandsverdeling maken en een etappe van 26 km lopen naar Traversa. Ik voel ook de aandrang om maar alvast wat geld uit de automaat te trekken. Maar de Bancomat in Loiana is jammer genoeg defect. Het regent en onweert behoorlijk, maar na 11 uur wordt het wat rustiger. Om 12.30 uur ga ik over de Passo della Raticosa, een hoogte van 968 m. Tijd voor de lunch. Daarna blijft de weg maar op en af gaan, zwaar lopen. In Pietramale én in Traversa is geen Bancomat te bekennen. Dit laatste blijkt zeer vervelend, want in mijn a.s. onderkomen moet ik met cash betalen. Iets anders wordt niet geaccepteerd, zo staat op de voordeur te lezen. Eén van de mannen in de bar aan de overkant reageert positief op mijn zielige gezichtsuitdrukking. Hij is bereid mij naar de dichtstbijzijnde Bancomat te rijden en hij wil er absoluut niets voor ontvangen, zelfs geen drankje. De dag eindigt toch wel goed, want het avondeten in het restaurant was heerlijk! Het weer werkt vandaag niet mee. 7 juni – naar San Piero a Sieve Dan vandaag maar doorlopen naar San Piero a Sieve, 24 km. Eerdere overnachtingsmogelijkheden zijn te dichtbij. En weer een paar uur regen, soms fors. Gelukkig werkt het tegemoetkomende verkeer wel mee. Ze gaan flink voor me opzij. In Bosco ai Frati (vrij vertaald: het bos van de broeders) staat een klooster met kerk, toebehorend e aan de Franciscanen. Is waarschijnlijk 1500 jaar geleden gesticht; in het begin van de 13 eeuw gedoneerd aan Franciscus van Assisi. De zon schijnt weer en ik besluit hier op een bankje voor de kerkdeuren mijn lunchpauze te houden. Een jonge monnik, gekleed in een blauwachtige habijt, komt opeens naar buiten om de post op te halen. Hij zegt: “Ave Maria” en voert een mini-gesprek met mij. Heel aparte sfeer. De B&B te San Piero wordt beheerd door Franco en Monica, een heel aimabel paar. Ik mag gewoon mee eten. En nog leuker: hier logeert ook een gepensioneerde leraar wiskunde uit Deventer, genaamd Herman. We kunnen weer eens even lekker Nederlands praten onder elkaar! 8 juni – naar Fiesole (was de bedoeling) Er zijn maar enkele buien onderweg, maar dan valt het ook met bakken uit de hemel. In Fiesole – een van oorsprong Etruskische stad – is geen kamer te krijgen onder de € 40,--. De dames van de “VVV” doen wel een half uur lang hun best, maar ze kunnen me niet helpen aan een overnachting op “pelgrimsniveau” . Dan maar door lopen naar Firenze, de stad die ik verderop in het dal kan zien liggen. Het is nog steeds regenachtig. Via de Tourist Information bij het station lukt het me uiteindelijk om in Hotel Nazionale voor drie nachten een 2-persoons kamer te reserveren. Want zaterdag arriveert mijn jongste zoon Tobias in Firenze. Hij gaat een viertal dagen meelopen. Dit op eigen verzoek n.a.v. de prettige ervaringen tijdens het meelopen van een stukje Santiagotocht in 2003. In ieder geval kan ik nu lekker mijn rugzak op mijn hotelkamer deponeren en als toerist deze prachtige stad doorkruisen. 9 juni – Firenze Heerlijk uitgeslapen tot 8.30 uur. Naar de wasserette verderop in de straat, ontbijtje nemen voor €2,50 en toerist spelen. De zon schijnt! Ik bekijk de Dom, het Baptisterium, de Campanile, de Ponte Vecchio over de Arno. Ook wil ik graag naar de tuinen van Boboli - de koningin van alle Toscaanse tuinen! De aanleg hiervan begon in e de 16 eeuw. Bij de hoofdingang van museum en tuinen is er een strenge controle, compleet met poortje. Maar op de toegangsdeur van de tuinen zelf hangt een briefje waarop staat dat ze gesloten zijn! Pech voor mij. Terug naar mijn kamer, even wat lezen en rusten. Toerist zijn is tenslotte ook best vermoeiend. Later in de middag naar de San Lorenzo, de Sint-Laurensbasiliek, persoonlijke parochiekerk van e de familie de Medici, gebouwd in de 15 eeuw. Daar is in de kruisgangen een concert door een miniorkest (strijkkwartet + piano+harmonium+klarinet). Zij spelen muziek van Mozart en Strauss (de walsenkoning). Een lichtvoetige combinatie. Maar het zijn eersteklas muzikanten en vooral de klarinet in Mozarts Klarinetconcert heeft een prachtige toon. Er heerst een gezellige sfeer en dat heeft dan weer als nadeel dat er ook gewoon doorheen gepraat wordt. Dat vind ik wel wat minder, maar ik troost me met de gedachte dat het in de tijd van Mozart waarschijnlijk net zo gegaan is. Op het plein bij de kerk zijn enkele restaurant-terrasjes waar ik de dag “in stijl” afsluit met lekker Italiaans eten en een glas limoncello. 10 juni – Firenze Vandaag neem ik een kaartje voor een hop on – hop offbus. Dat is wel de moeite waard. Je bestrijkt op die manier natuurlijk een groter gebied dan wanneer je alles te voet doet. Het levert o.a. een prachtig gezicht op de stad op vanaf het Piazzale Michelangelo. De bus rijdt ook door Fiesole en dat ziet er dan op zo’n zonnige dag heel anders uit dan toe ik daar arriveerde.Ik bezoek het Romeins theater en museum. Van het theater zijn nog de tribunes en de fundamenten van het podiumgebouw bewaard gebleven. Het wordt in de zomermaanden gebruikt voor operavoorstellingen. Het buskaartje levert nog een aardig extraatje op: een halve liter lekker koud drinkwater bij een Alinari-kiosk. Zicht op Firenze vanaf de Piazzale Michelangelo. 11 juni – Firenze Het is zaterdag, dus vanmiddag arriveert Tobias. Dinsdag moeten we in Arezzo aankomen; vanaf daar kan hij op woensdag nl. de treinreis naar Firenze terug maken om vervolgens ’s avonds de retourvlucht naar Nederland te nemen. Ik heb nog wat tijd en die besteed ik o.a. aan een bezoek aan het Museum Sprozzi. Daar is een bijzondere expositie gaande met kunstwerken van Picasso – Dali en Miro. Een bijzondere ervaring, ook door de mooie opzet van het geheel. Om 15.00 uur ben ik al bij het station om op de bus van het vliegveld met daarin mijn zoon te wachten. Doet me goed om hem hier in Firenze te zien. We brengen zijn spullen naar onze kamer, praten wat bij, praten wat bij, kletsen over van alles en gaan al pratend een leuk terrasje zoeken voor het avondmaal. Heerlijk! 12 juni – naar Loro Ciufenna Zoals eerder vermeld moeten we op dinsdag in Arezzo arriveren. Om geen tijd te verliezen met het te voet ontsnappen aan de stad en een aangepast aantal kilometers over drie dagen te kunnen verdelen, zullen we beginnen te lopen vanaf Figline Valdorno. Daartoe reizen we 25 km met de trein daar naartoe, een dagetappe te voet, een half uur met de trein. In Figline hebben we de route snel gevonden (we gebruiken nog steeds ReitsFeestmarkt in Castelfranco. ma’s fietsroute). Alleen zijn meerdere verkeerslichten intussen vervangen door rotondes. We beleven meteen op onze eerste dag een sfeervolle lunchpauze in Castelfranco. Het weer is prachtig, warm zelfs en het is Pinksteren. Daarom is er in het dorp een “grote” feestmarkt, een soort braderie. Op een buitenzitje drinken we twee grote glazen cola en kopen een 1,5 l-fles water voor onderweg. Het vaste voedsel bestaat uit mueslirepen en Tucs. We zijn er bijna, maar het laatste deel van de etappe is best nog pittig: we moeten bergop en het wordt steeds warmer. Maar dan is daar toch eindelijk de Albergo Il Cipresso, waar ze onder meer een heerlijk glas bier verkopen. 13 juni – naar Castiglion Fibocchi (was de bedoeling) Op 13 juni is een zus jarig. Die stuur ik dus eerst een felicitatieberichtje. Wij lopen vandaag naar Castiglion Fibocchi, een afstand van ongeveer 23 km. Dat moet goed te doen zijn bij deze temperatuur van net zoveel graden en hoger. Als we daar aankomen kunnen we echter geen kamer krijgen in het door Reitsma aangeduide verblijf. Tenminste niet voor één nacht, wel voor minimaal drie nachten, hetgeen we zeker niet van plan zijn. Een eind verderop ligt midden in de velden nog een hotel. We lopen er naar toe, duurt slechts een half uurtje. Loro Ciuffenna, in tweeën gedeeld door een Maar Hotel 4 Pietri is duidelijk gesloten, niemand te beken- riviertje. nen. Dus over de veldweg terug naar de route. Dan maar 6 km door naar Cincelli. Daar is volgens het boekje een B&B. We moeten het laatste stuk flink bergop voordat we B&B Le Bilobole in zicht krijgen. Intussen zijn we best bereid een “hoge” prijs te betalen voor een kamer. De entourage van het pand ziet er nl. prachtig uit, grote tuin, groot zwembad, grote veranda. We krijgen een grote fles koel water en een bakje met pruimen. Maar dan blijkt er jammer genoeg niets vrij te zijn. Mevrouw belt naar een bevriende hotelier in Subbiano. Daar kunnen we terecht, zegt ze. Maar… dat is 11 km verderop! Dat gaan we nu echt niet meer lopen. Dus vraag ik aan een Duitstalige gast of hij ons misschien even daar naartoe wil rijden. Dat lukt. We krijgen een lift naar Hotel Corte Dell’oca. Hèhè, eindelijk. Morgen naar Arezzo. wordt vervolgd © Wiel Bonten