Collegebesluit Collegevergadering: 28 juni 2016 ONDERWERP Accountantsrapport definitieve jaarrekening 2015 (incl. sociaal domein). SAMENVATTING De bevindingen van de accountant naar aanleiding van de controle van de definitieve jaarrekening 2015 zijn verwoord in een rapport van bevindingen dat rechtstreeks is gericht aan de leden van de raad. Een afschrift daarvan is verzonden aan het college van B&W. In deze adviesnota wordt ingegaan op het rapport van EY en de door hun gedane aanbevelingen. In het college van B&W van 19 april jl., de auditcommissie van 21 april jl. en de commissie Middelen van mei is het voorlopige accountantsrapport over de voorlopige jaarrekening 2015 (excl. sociaal domein), alsmede de reactie van het college van B&W, besproken. Voorts is in de auditcommissie van 15 juni het voorlopige accountantsrapport (incl. sociaal domein) met de accountant besproken. Thans wordt het definitieve accountantsrapport over de definitieve jaarrekening 2015 (incl. sociaal domein) voorgelegd. De reactie van het college van B&W op de bevindingen van de accountant is integraal verwoord in deze adviesnota d.w.z. de reactie verwoord in het collegevoorstel van 19 april is wederom opgenomen, aangevuld met de reactie van het college van B&W op de aanbevelingen van de accountant in het kader van het sociaal domein. BESLUIT B&W 1. Kennis te nemen van het definitieve rapport van EY bij de controle van de (definitieve) jaarrekening 2015 (inclusief sociaal domein); 2. Akkoord te gaan met de reactie op de adviezen in het controlerapport; 3. Dit advies, gezamenlijk met de (definitieve) jaarrekening 2015, te behandelen in de Raad. INLEIDING De accountant brengt jaarlijks twee rapportages uit. De eerste rapportage betreft de “tussentijdse” controle die in het najaar wordt uitgevoerd waarbij met name gekeken wordt naar de opzet en werking van de administratieve organisatie en het doelmatigheidsbeheer. De tweede rapportage betreft de controle van de jaarrekening en die wordt uitgevoerd eind maart/begin april. Naar aanleiding van de bevindingen van de tussentijdse controle in oktober 2015 is een rapportage uitgebracht in uw collegevergadering van 11 november 2015. Tijdens de controle van de jaarrekening is door de accountant ook gekeken naar de opvolging van deze eerder gedane aanbevelingen. Tijdens de controle van de jaarrekening 2015 heeft de accountant geconstateerd dat er zaken zijn die beter kunnen of op een andere manier verantwoord moeten worden. Daartoe zijn door EY enkele aanbevelingen gedaan, die hierna worden toegelicht. Het sociaal domein is nu ook in het definitieve rapport van bevindingen van EY opgenomen. De eerste zeven bevindingen en de reactie van het college van B&W hierop zijn reeds eerder aan u voorgelegd. Deze waren gebaseerd op het voorlopige accountsrapport over de voorlopige jaarrekening 2015 (excl. sociaal domein). Het standpunt van de accountant op bevindingen 3 en 6 is aangepast. De reacties op de bevindingen 6 en 7 zijn geactualiseerd. De bevindingen 8 en 9 zijn gebaseerd op het definitieve accountantsrapport (incl. sociaal domein). 676045 1/6 Collegebesluit Collegevergadering: 28 juni 2016 MOTIVERING Bevinding 1 (bladzijde 8): Geconstateerd wordt dat geen inzicht wordt gegeven in de cijfermatige opbouw van het totale weerstandsvermogen, dat naast de algemene reserve ook bestaat uit de post onvoorzien, de onbenutte belastingcapaciteit en eventueel aanwezige stille reserves. De omvang van de algemene reserve is als beschikbare incidentele weerstandscapaciteit toegelicht, waarbij al rekening is gehouden met de voorgestelde bestemming van het rekeningresultaat. De onbenutte belastingcapaciteit is in de gemeente Heemstede op basis van het huidige financieel beleid geen onderdeel van de beschikbare weerstandscapaciteit. Geadviseerd wordt om dit nader toe te lichten in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheer. Reactie: De toelichting op de onbenutte belastingcapaciteit zal in het vervolg worden opgenomen in het jaarverslag. Bevinding 2 (bladzijde 9): EY plaatst twee opmerkingen bij enkele belangrijke subjectieve posten in de jaarrekening waarbij in het bijzonder de aandacht uitgaat naar de daarbij gehanteerde veronderstellingen en gemaakte inschattingen. Het gaat daarbij om de volgende 2 posten: - Waardering debiteuren. Opmerking: aannames over de toepassing van percentages kunnen beter worden onderbouwd. - Beoordeling toereikendheid en onderbouwing voorzieningen. Opmerking: Inzicht in gerealiseerd onderhoud versus het geplande onderhoud op basis van de planvorming en (aanpassing) van het gewenste onderhoudsniveau kan nog worden verbeterd. Reactie: De aanbevelingen inzake de waardering van de debiteuren en de beoordeling en onderbouwing van de voorzieningen nemen wij over. Ter info: in het tweede kwartaal wordt een opdracht verstrekt aan een extern bureau om het onderhoud voor de woningen en gebouwen voor de komende 10 jaar in beeld te brengen zodat de voorziening daarop kan worden afgestemd. Bevinding 3 (bladzijde 11): Door EY is na een uitgebreide inkoopanalyse geconstateerd dat inzake één aanbesteding er niet conform het inkoop- en aanbestedingsbeleid is gehandeld. Dit heeft een rechtmatigheidsfout opgeleverd. Deze bevinding was ten tijde van de interim controle bekend en gerapporteerd in de managementletter d.d. 6 november 2015. Door de accountant is toen in de managementletter opgemerkt dat dit naar verwachting zal leiden tot een controleverklaring met beperking ten aanzien van de rechtmatigheid, gelet op de goedkeuringstolerantie van € 490.000. Aangezien de accountant de controle op basis van deelwaarnemingen uitvoert, hanteren zij een lagere foutengrens. De bevinding voor de rechtmatigheid van € 304.500 valt uiteindelijk toch binnen de goedkeuringstoleranties, omdat bijna alle bestedingen van Heemstede zijn gecheckt en er geen andere fouten naar voren zijn gekomen en de fout zelf door Heemstede is ontdekt. Reactie: Jaarlijks worden intern de aanbestedingen binnen de organisatie getoetst op rechtmatigheid. Intern is geconstateerd dat dit jaar 1 aanbesteding niet rechtmatig heeft plaatsgevonden. Het betreft derhalve een incident. De omstandigheden die hiertoe hebben geleid zijn specifiek te benoemen. Achtergrondinformatie: In 2015 heeft een Europese aanbesteding plaatsgevonden voor hard- en software in het kader van de nieuwe ICT samenwerking met 676045 2/6 Collegebesluit Collegevergadering: 28 juni 2016 Bloemendaal. De aanschaf van Microsoftlicenties was in eerste instantie onderdeel van de Europese aanbesteding. Tijdens de aanbestedingsprocedure werd duidelijk dat alvorens de gemeente Heemstede licenties voor de gemeente Bloemendaal kon aanbesteden eerst een zgn. Participation Agreement met Microsoft moest worden gesloten. Om een Agreement te kunnen sluiten moest eerst de Gemeenschappelijk Regeling Informatie Technologie (GRIT) zijn vastgesteld in het college. Dit heeft 3 november 2015 plaatsgevonden. De termijn voor de aanbesteding liep echter in september 2015 af. De licenties konden dus niet in de aanbesteding blijven en zijn uit de lopende Europese aanbesteding gehaald. Theoretisch had dit onderdeel vervolgens weer opnieuw Europees moeten worden aanbesteed. Opgemerkt wordt dat er maar één eindleverancier is op de markt, en dat is Microsoft. De daadwerkelijke leveringen van de licenties vinden plaats via tussenleveranciers/marktpartijen. Er is derhalve voor gekozen om 3 offertes aan te vragen bij deze tussenleveranciers/marktpartijen. Bevinding 4 (bladzijde 12): Bij de uitvoering van de controle is door EY geconstateerd dat er enkele activa in eigendom van de gemeente met een boekwaarde van nihil niet meer zijn geregistreerd in de activamodule. De gemeente heeft deze activa wel in beeld middels andere bronnen. EY adviseert om deze activa tevens te registreren in de activamodule om daarmee de zichtbaarheid en informatie te waarborgen. Deze waarborging helpt eveneens bij een beoordeling van de volledigheid van baten en lasten inzake huur- en pachtopbrengsten en het inzicht in eventuele stille reserves in de activa module te waarborgen. Reactie: Deze aanbeveling wordt overgenomen. Bevinding 5 (bladzijde 12): EY heeft geconstateerd dat de baten omgevingsvergunning te laag zijn verantwoord in de jaarrekening (tot een bedrag van € 39.200). Deze omissie is ontstaan door het volgen van de opgave van het GBKZ voor deze batenstroom inzake omgevingsvergunningen. De gemeente is echter zelf verantwoordelijk voor het verantwoorden van de gerealiseerde baten, en de volledigheid daarvan, en GBKZ is verantwoordelijk voor het opleggen en innen van de leges. EY heeft dit controleverschil opgenomen in de bijlage als ongecorrigeerd controleverschil. Reactie: Met GBKZ is hierover gesproken en zijn afspraken gemaakt om dit in de toekomst te voorkomen. Bevinding 6 (bladzijde 13): EY constateert dat het belang van een adequate beheersing van verbonden partijen in het algemeen toeneemt door een aantal maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder de decentralisaties in het sociaal domein. Anderzijds legt de huidige financiële situatie extra druk op de financiële positie van de verbonden partijen. Het financieel risico voor de gemeente neemt hierdoor toe. De gemeente Heemstede heeft verschillende deelnemingen met een verhoogd (financieel of bestuurlijk) risicoprofiel. De gemeente Heemstede houdt toezicht op verbonden partijen door haar actieve rol en invulling van het aandeelhouderschap en het benoemen van leden van de RvC/bestuursleden. De spelregels zijn vastgelegd in de financiële verordening. De gemeenteraad wordt jaarlijks tweemaal geïnformeerd via de paragraaf “verbonden partijen” als onderdeel van de P&C-cyclus en wordt gedurende het jaar geïnformeerd over de begroting, eventuele tussentijdse rapportages en de jaarverantwoordingen van de verbonden partijen. De organisatie heeft inzichtelijk gemaakt op welk niveau en op welke momenten de gemeente toezicht uitvoert op de verbonden partijen. De toezichthoudende rol is hiermee voldoende. 676045 3/6 Collegebesluit Collegevergadering: 28 juni 2016 Als aandachtspunt merkt EY op dat de vastleggingen van deze toezichthoudende rol verbeterd kan worden om daarmee de zichtbare beheersing verder te verbeteren. Vanuit de rapportage van de Rekenkamer Heemstede is dit advies naar voren gekomen en volgt de organisatie het advies om in de komende begrotingen de verbonden partijen verder toe te lichten en indicatoren op te nemen. Reactie: De toezegging van het college aan de raad inzake de verbonden partijen naar aanleiding van het rapport van de rekenkamercommissie worden bij de begroting 2017 e.v. ingevuld. Bevinding 7 (bladzijde 25): EY geeft aan dat het definitieve Wijzigingsbesluit vernieuwing BBV met de wijzigingen voortvloeiende uit het traject Vernieuwing BBV en uit de invoering van de Vennootschapsbelasting gevolgen heeft voor de begroting 2017 e.v. en de jaarrekening 2016 e.v. Daarnaast heeft de commissie BBV naar aanleiding van het wijzigingsbesluit een aantal geactualiseerde richtinggevende notities gepubliceerd. Reactie: De wijzigingen zijn bij ons bekend en er is een ambtelijke werkgroep BBV ingesteld die de consequenties in beeld heeft gebracht. Het gaat dan met name om de gevolgen voor de begroting 2017. Door het hoofd Financiën is 9 juni jl. een presentatie gegeven aan raadsleden over de gevolgen van het traject vernieuwing BBV voor de Heemsteedse planning & control cyclus. Aanvullingen naar aanleiding van het definitieve accountantsrapport: Bevinding 8 (blz 15) De gemeente Heemstede heeft in regionaal verband een controleprotocol opgesteld voor zorgaanbieders binnen de WMO. Hierin wordt verantwoording (bij een besteding > € 100.000 op regionaal niveau) gevraagd vanuit de gemeenten aan de aanbieders en deze dient te worden voorzien van een controleverklaring van een accountant. Er is geconstateerd dat lang niet alle zorgaanbieders aan deze uitvraag hebben voldaan. EY adviseert echter om dit voor 2016 nader af te stemmen met de betreffende zorgaanbieders om hier wel verder inzicht in te kunnen verkrijgen en aanvullende zekerheid door middel van verantwoordingen en controleverklaringen van zorgaanbieders. Reactie: Zoals in de Rapportage Sociaal Domein 2015 (Q1 t/m Q4) reeds aangegeven, is het voor niet alle betreffende zorgaanbieders mogelijk gebleken om tijdig hun verantwoording inclusief controleverklaring in te dienen. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door het feit dat per 2015 ook voor hen sprake was van een nieuwe situatie met verantwoordingsverplichtingen aan - in voorkomende gevallen vele - gemeenten in plaats van een verantwoording aan uitsluitend één financierder. Het ligt in de rede dat deze situatie met betrekking tot het volgende verantwoordingsjaar, nu de transitie is uitgevoerd, zal verbeteren in de zin dat sprake is van tijdige indiening van de verantwoording. Dit laat onverlet dat wij in de (regionale) overleggen die we met hen voeren, het belang van de naleving van de afspraken i.c. nadrukkelijk onder de aandacht van de aanbieders zullen brengen. Ten aanzien van de geleverde ondersteuning door de gecontracteerde aanbieders van wie we op het moment van het opstellen van het onderhavige accountantsrapport nog geen accountantsverklaring hadden ontvangen, merken we het volgende op: 676045 4/6 Collegebesluit Collegevergadering: 28 juni 2016 a. b. Op basis van (100%) controles die hebben plaatsgevonden voorafgaand aan de betalingen van de facturen, kan met grote mate van zekerheid worden gesteld dat de gefactureerde ondersteuning in alle gevallen past binnen de afgegeven beschikkingen en tevens in overeenstemming is met het betreffende overeengekomen tarief. Door de zorgvuldige wijze waarop het toegangsproces (inclusief nazorg) is ingericht, het administratieve proces (inclusief de factuurbehandeling) is ingeregeld en uitgevoerd en de door de aanbieders uitgevoerde ondersteuning door ons is gemonitord (via kwartaalgesprekken, ondersteuning door de toezichthouder, klantonderzoek), kan met grote mate van zekerheid worden gesteld dat alle aanbieders daadwerkelijk de ondersteuning hebben geleverd die is gefactureerd. Wij zullen deze werkwijze borgen en waar we mogelijkheden tot verbetering zien verder ontwikkelen. Bevinding 9 (blz 16) Door EY wordt opgemerkt dat de onder de decentralisaties gerapporteerde onzekerheden over 2015 enerzijds een oorzaak kennen die buiten de directe beïnvloedingssfeer van de gemeente ligt, door het ontbreken van een toereikende controleverklaring van de SVB, anderzijds moet er op het gebied van de interne beheersing nog wel een verbetering doorgevoerd worden. Dit laatste speelt met name bij de Jeugdzorg in natura. Hier blijft overigens volgens EY ook een stuk afhankelijkheid bestaan van het tijdig opleveren van de controleverklaringen door de zorgaanbieders. Het is volgens EY aan de gemeente om hier voldoende aandacht aan te (blijven) besteden om zodoende de omvang van de onzekerheden te reduceren danwel tot nihil te brengen Reactie Zoals in de Rapportage Sociaal Domein 2015 (Q1 t/m Q4) reeds aangegeven, is het niet voor alle betreffende aanbieders van jeugdhulp mogelijk gebleken om tijdig hun verantwoording inclusief controleverklaring in te dienen. Ook in dit geval wordt opgemerkt dat dit voor een groot deel is veroorzaakt door het feit dat per 2015 sprake was van een nieuwe situatie bestaande uit contracten met - in voorkomende gevallen vele - gemeenten in plaats van een financiële relatie met sec één partij. Het ligt in de rede dat deze situatie met betrekking tot het volgende verantwoordingsjaar, nu de transitie is uitgevoerd, zal verbeteren in de zin dat sprake is van tijdige indiening van de verantwoording. Dit laat onverlet dat wij in de (regionale) overleggen die we met hen voeren, het belang van de naleving van de afspraken in deze nadrukkelijk onder de aandacht van de betreffende aanbieders zullen brengen. Aanvullend merken we met betrekking tot de in het voorliggende accountantsrapport aangegeven onzekerheid op het vlak van de jeugdhulpondersteuning het volgende op: a. Met betrekking tot de (54) vrijgevestigde aanbieders (Jeugd-GGZ en Dyslexiezorg) geldt dat zij - in overeenstemming met de gesloten overeenkomsten - geen controleverklaring en/of verantwoording hoefden in te dienen. Hiervoor is (regionaal) geopteerd met het oog op het streven naar vermindering van de bureaucratische lasten; er is hierbij is sprake van een geringe zorgomvang en een geringe omzet per vrijgevestigde. Inzicht in de ondersteuning die zij bieden is evenwel op cliëntniveau aanwezig via de verstrekte beschikkingen en de - in voorkomende gevallen - ingediende facturen (zie verder onder sub c). 676045 5/6 Collegebesluit Collegevergadering: 28 juni 2016 b. Met betrekking tot de ondersteuning op het vlak van de Jeugd- en opvoedhulp, e jeugdbescherming, jeugdreclassering, pleegzorg en Jeugdzorg Plus (1 tranche) is sprake van solidariteitsafspraken tussen de gemeenten van Zuid-Kennemerland (raadsbesluit februari 2015). Dit betekent dat alle gemeenten van ZuidKennemerland hebben besloten eenzelfde percentage van hun rijksbudget in te zetten voor de inkoop van het aanbod én dat alle gemeenten van dat totale aanbod gebruik konden maken zonder dat sprake is van onderlinge verrekening. c. Voor de bekostiging van de inzet van gecontracteerde instelling voor Jeugd-GGZ en Dyslexiezorg (3e tranche) wordt gewerkt met zogenoemde Diagnose behandel combinaties (DBC’s). Op grond van landelijke (verplichte) afspraken kan een DBC pas na afsluiting worden gedeclareerd. Deze systematiek impliceert dat zorgaanbieders geen facturen hebben ingediend, c.q. konden indienen, voor zorg die in 2015 is gestart, maar nog in 2016 doorloopt. Dit betekent echter niet dat er geen inzicht i.c. aanwezig is. De aanbieders hebben conform afspraak in de opgave na afloop van het jaar (de waarde van) het zogenoemde onderhanden werk opgenomen. Dit zijn werkzaamheden die al zijn uitgevoerd, maar nog niet gedeclareerd omdat de ondersteuning nog doorloopt. Deze opgave is op cliëntniveau gecontroleerd aan de hand van de verstrekte beschikkingen. Ten aanzien van de geleverde ondersteuning merken we het volgende op. Op grond van de wijze waarop het toegangsproces is ingericht (inclusief de toeleiding via beschikkingen), het administratieve proces (inclusief factuurbehandeling met 100% controle, waaronder op woonplaatsbeginsel) is ingeregeld en uitgevoerd en de uitvoering van de ondersteuning (via frequent/maandelijks overleg met de aanbieders) is gemonitord, hebben wij inzicht op cliëntniveau en het vertrouwen dat de aanbieders daadwerkelijk de ondersteuning hebben geleverd die is gefactureerd en dat de facturaties passen binnen de afgegeven beschikkingen/de gemaakte afspraken. We merken in dit kader nog op dat het frequent gevoerde overleg met de aanbieders mede van belang is voor het verkrijgen van inzicht in de gedwongen ondersteuning die plaatsvindt via toeleiding door met name de kinderrechter (in deze gevallen is geen sprake/kan geen sprake zijn van een beschikking). Resumerend zullen wij de gerealiseerde werkwijze borgen en waar we mogelijkheden tot verbetering zien verder ontwikkelen. BIJLAGE Accountantsrapport EY definitieve jaarrekening 2015, inclusief sociaal domein. 676045 6/6