Herhalingsvragen stroomvoerende geleiders in een magnetisch veld

Herhalingsvragen stroomvoerende geleiders in een magnetisch veld.
1)Wat is een lorentzkracht.
2)Wanneer werkt er op een geleider een lorentzkracht.
3)En lorentzkracht is het gevolg van 2 magnetische velden die elkaar
onderling beïnvloeden. Verklaar dit en toon aan met een figuur.
4)Wat weet je van de richting van de lorentz kracht.
5)Met welke regel bepaal je de zin van de lorentzkracht. Hoe pas je
die toe.
6)Wat gebeurt er met de zin van de lorentzkracht als je bij dezelfde
zin van het magnetisch veld de stroomzin in de geleider omkeert.
Toon dit aan met 2 figuren.
7)Wat gebeurt er met de zin van de Lorentz-kracht als je bij zelfde
stroomzin in de geleider de zin van het magnetisch veld omkeert.
Toon dit aan met 2 figuren.
8)Geef de twee mogelijkheden om de bewegingszin van een
stroomvoerende geleider in een magnetisch veld om te keren.
9)Wat gebeurt er met de zin van de lorentzkracht als je de
stroomzin in de geleider en ook de zin van het magnetisch veld
omkeert. Toon dit aan met 2 figuren.
10)waarvan is de grootte van de lorentzkracht afhankelijk.
11)Geef de formule om de lorentzkracht te berekenen en de
afgeleide formules.
12)Toepassingen op de lorentzkracht.
13)Bepaal in onderstaande figuur de zin van de stroom in geleider a.
14)Bepaal in onderstaande figuur de polen van de permanente
magneet.
15)Hoe verklaar je dat de lorentzkracht afhankelijk is van de
werkzame lengte van de stroomvoerende geleider.

16)Een elektromagneet heeft een spoel van 400 windingen waardoor
een stroom van 5A vloeit. Hoeveel windingen zijn er nodig om een
zelfde magenmotorische kracht te verkrijgen met een stroom van
8A.
17)Er is 1 letter die je helpt je niet te vergissen in het gebruik van
de linker of rechter hand voor het bepalen van de zin van de
lorentzkracht. Welke letter en waarom.
 Letter l. je bepaalt de lorentzkracht met linkerhandregel.
18)Beredeneer in onderstaande figuur de plaats van de noord en
zuidpool van de permanente magneet. Hoe vloeit de stroom in
geleider a. waar worden de veldlijnen versterkt. Waar worden ze
verzwakt. Hoe wordt de geleider bewogen.