De Lorentzkracht Prof. H. A. Lorentz (1853 - 1928) Het kompas. N Z • De pijlpunt is een magn. noordpool: N • De staart is een magn. zuidpool: Z Het kompas. N • De N van het Z kompas wijst naar de N P van de aarde. • Tegengestelde polen trekken elkaar aan . . . • Op de NP van de aarde zit dus een Z! ZP N NP Z Het magnetisch veld van een permanente magneet. • Er werken 4 krachten op de kompasnaald. N Z • Deze krachten kun je samenstellen tot twee (groene) krachten (evenwicht!) Het magnetisch veld van een permanente magneet. • Magnetische veldlijnen lopen buiten de magneet van N naar Z. N Z • Magnetische veldlijnen lopen binnen de magneet van Z naar N. Het B-veld van een stroomspoel: • Gebruik je rechter vuist. I B I B Z • Je vingers in de richting van I • Je duim wijst dan de veldlijnen aan. N Het B-veld van een stroomspoel. • Bepaal de richting van de veldlijnen in de spoel: Z B I N Het B-veld van een stroomspoel. • Bepaal de richting van de veldlijnen in de spoel: N B I Z •Het B-veld van een rechte draad • Maak een rechter vuist. I I B B • Je duim moet I aanwijzen. • De vingers geven de veldlijnen aan. •Voor en achteraanzicht van een pijl: • Zijaanzicht : • Vooraanzicht : • Achteraanzicht : Het B-veld van een rechte stroomdraad • De stroom I komt naar je toe ( ) • Maak een rechter vuist, je duim er uit. • Wijs met je duim in de richting van de stroomsterkte (I) • Je gekromde vingers I geven de richting van de B veldlijnen aan (B). • De veldlijnen zijn cirkelvormig en lopen linksom (tegen de wijzers van een klok in) Het B-veld van een rechte stroomdraad • Teken de veldlijnen van de draad: B I De lorentzkracht op een stroomdraad in een magnetische veld • Vang veldlijnen op in je linker handpalm. • Je vingers moeten I aanwijzen • Je duim wijst dan de lorentzkracht FL aan. I FL B I FL B De lorentzkracht op een stroomdraad in een magnetische veld. • Bepaal de richting van de Lorentz-kracht: B FL I De lorentzkracht op een stroomdraad in een magnetische veld. • Bepaal de richting van de Lorentz-kracht: I Z N B De lorentzkracht op een stroomdraad in een magnetische veld. • Bepaal de richting van de Lorentz-kracht: I B FL De grootte van de lorentzkracht op een stroomdraad in een magnetisch veld FL = B.I.l (BINAS tabel 35.5) • FL = lorentzkracht (N) • B = magnetische inductie (T) I l B • I = stroomsterkte (A) • l = lengte van de stroomdraad in het B-veld • N.B.: De richting van FL is: Rekenvoorbeeld. •Door draad AD van 10 cm lengte loopt 3,0 A. Bij de draad houd je een magneet van 0,50 T met breedte BC = 2,0 cm. A D •Bereken de lorentzkracht op de draad. Opl.: FL = B.I.l = 0,50 . 3,0 . 0,020 = 0,030 N B C De lorentzkracht op een bewegende lading in een magnetisch veld •Als er electronen naar rechts lopen dan loopt de stroom I . . . . . . naar links. I e v Bewegend electron in een magnetisch veld. •Het electron beweegt omhoog dus I is . . . omlaag. • De richting van FL is . . . B naar rechts. •Teken weer I, B en FL. v FL •De baan is een cirkel. I Bewegende lading beschrijft een cirkelbaan in een magnetisch veld • Fmpz = mv2/r (BINAS tabel 35.2) • FL = B.q.v (BINAS tabel 35.6) • Fmpz = FL mv2/r = B.q.v m = massa in kg v B v = snelheid in m/s I r = straal in m B= magn. inductie in Tesla (T) q = lading in C (Coulomb) FL = Fmpz B Deeltje in aardmagnetisch veld noordpool v (+deeltje) FL = Fmpz Bqv = mv2/r r = mv/Bq B wordt steeds . . . r wordt steeds . . . De spoed (spiraalafstand) wordt steeds . . . T wordt steeds . . . Noorderlicht Toepassing 7a. De elektromotor (bovenaanzicht). • De spoel bevindt zich in een homogeen magnetisch veld B. • De stroom I loopt van de +pool via koolborstel K en de collector C rechtsom door de spoel. FL I FL lorentzkracht van je af gericht: lorentzkracht naar je toe gericht: KC C K • De spoel gaat draaien in de aangegeven richting: B I B • Op de linker zijde is de • Op de rechter zijde is de + - Toepassing 7b. De elektromotor (in perspectief). • De spoel bevindt zich in een homogeen magnetisch veld B. • De stroom I loopt van de +pool via koolborstel en de collector door de spoel. • Op de linker kant werkt de lorentzkracht omlaag. FL I • Op de rechter kant werkt de lorentzkracht omlaag. B B I • De spoel gaat linksom draaien. • Op de voor- en achterkant werkt geen lorentzkracht. FL + - Toepassing 7c. De elektromotor (vooraanzicht). • In de linker figuur is de linker collectorhelft + en loopt I in de linker spoeldraad van je af. • In de middelste figuur is de spoel bijna 1/4 slag gedraaid. • In de rechter figuur zijn + en - van de collector verwisseld. De richting van I verandert en daardoor de richting van FL. FL I I FL FL I FL I FL + - + - I + I - + - FL + - + - Toepassing 8. De luidspreker. • Een luidspreker bestaat uit een stroomspoel en een ringvormige magneet. • In de spleet tussen noord- en zuidpool bevindt zich een stroomspoel waar een lorentzkracht op werkt. • Bij wisselstroom brengt FL de spoel en de conus C in trilling. I N FL N I I FL N Z N C C I N N +Vooraanzicht met magneet en spoel Z + - N Magneet, spoel en conus C Toepassing 9a. De beeldbuis van een T.V. • De gloeidraad G wordt verhit door de 6 V spanningsbron. • De kathode K wordt zo heet dat er thermische emissie op treedt. • De vrij gemaakte elektronen e gaan versneld van K naar anode A. • De elektronen schieten door de holle anode en gaan met constante snelheid naar het scherm S. K 6V G S A e 20 kV e Toepassing 9b. De beeldbuis van een T.V. • Het magnetisch veld B is afkomstig van twee spoelen. • Elektronen e bewegen naar rechts dus I is naar links gericht. • De lorentzkracht FL is omlaag gericht. • De elektronen beschrijven een cirkelbaan met middelpunt M. e • Buiten het magnetisch veld gaan ze in een rechte lijn naar het scherm S. FL M S B e Toepassing 9c. De beeldbuis van een T.V. • Er loopt een wisselstroom door de spoelen die zaagtand-vormig is. • De bundel wordt eerst omlaag afgebogen en daarna omhoog. • In werkelijkheid is er ook een vertikaal magnetisch veld waardoor de bundel tegelijkertijd van links naar rechts wordt afgebogen. B e S Het beeldscherm van een T.V. • De bundel gaat 25 keer per s van C naar D. • Er zijn 625 beeldlijnen. • Eén keer C • En 625 • Vanaf D gaat de bundel weer naar C D