1. De nieuwe tijd: een verhelderende of een misleidende chronologie? Definitie: Nieuwe tijd/ Vroegmoderne tijd: Periode uit de westerse geschiedenis met eigen kenmerken en gelegen tussen de middeleeuwen en de nieuwste tijd. Kenmerken: 1. Het humanisme en de renaissance, die bewust terug grepen naar de literatuur, de kunst en de wetenschap van de oudheid. 2. Een aantal wetenschappelijke ontdekkingen die een wetenschappelijke revolutie hebben teweeggebracht. 3. De reformatie en de contrareformatie. 4. De verspreiding van allerlei ideeën en geschriften dankzij de uitvinding van de boekdrukkunst. 5. De ontdekking van de wereld door het westen. 6. Verval van de Middellandse Zee-ruimte en de opkomst van de Atlantische ruimte. 7. De verovering van Constantinopel en de bedreiging van West-Europa door de Turken. 8. Het vorstelijk absolutisme dat de standenvertegenwoordiging uitschakelt of vermindert. Mogelijke begindata: 1. 2. 3. 4. 5. 1450 : Gutenberg lanceert de boekdrukkunst 1453 : De val van Constantinopel 1492 : De ontdekking van Amerika door Columbus 1500 : De geboorte van Keizer Karel/ Karel V 1517 : Luther afficheert zijn 95 stellingen aan de deur van de kerk van Wittenberg Eindatum: Begin Franse Revolutie in 1789 Periodisering of periodiseringen? Braudel Fernand Braudel (1902-1985), Frans historicus 3 tijdniveau’s: 1. La longue durée/ Structurele niveau: geografische en klimatologische omstandigheden 2. La moyenne durée/ Conjuncturele niveau: economische golfbewegingen 3. La courte durée/ Politiek-evenementiële niveau: initiatieven van groepen of individuen Vandaag: 1. Langetermijnsgeschiedenis 2. Middellangetermijnsgeschiedenis 3. Kortetermijnsgeschiedenis Nieuwe tijd in de langetermijnsgeschiedenis Op basis van economische basisstructuren: Landbouwsamenleving Economische basis van maatschappij lag in de landbouw, samenleving was afhankelijk van de landbouw Opkomst kapitalisme: Grondbezit niet langer de enige bron van rijkdom. Kapitaal werd belangrijk als motor van de economie (in het verlengde van de ME) Middeleeuwen + Nieuwe tijd: ancien régime (500-1750) Nieuwe tijd in de middellangetermijnsgeschiedenis Veranderingen in Nieuwe Tijd enkel maar verderzetting van de Middeleeuwen Kritiek op begindata: 1. 1450 : Gutenberg lanceert de boekdrukkunst (Volgende stap in verschriftelijking maatschappij, geen onmiddellijk effect) 2. 1453 : De val van Constantinopel (Ondergang Byzantijnse rijk was al jaren bezig) 3. 1492 : De ontdekking van Amerika door Columbus (Uitbreiding geografische ruimte was al eeuwen bezig) 4. 1500 : De geboorte van Keizer Karel/ Karel V (Overgang van feodale naar territoriale vorstelijke macht was al eeuwen bezig) 5. 1517 : Luther afficheert zijn 95 stellingen aan de deur van de kerk van Wittenberg (Reeds anitclericale stromingen in 12de eeuw) 2. De renaissance: kunst in de 15 de en de 16de eeuw Renaissance: Bloei van de letteren, de kunsten en de wetenschappen in de 15de en 16de eeuw Oorsprong: in tijd zelf, kunstenaars voelden zich verheven boven ‘barbaarse’ middeleeuwen Opnieuw aansluiting bij de antieke erfenis van de Grieken en Romeinen Giorgi Vasari: 1511-1574 Architect en schilder Publiceerde een verzameling kunstenaarsbiografieën Kern: na val Romeinse Rijk: kunst op laag niveau, Italiaanse kunstenaars wekten kunsten weer tot leven Rinascita: ‘wedergeboorte van de kunsten’ De 19de-eeuwse renaissance Herontdekking van de renaissance in de 19de eeuw Door: 1. Jules Michelet: Frans historicus, introduceerde de term ‘renaissance’ 2. Jacob Burckhardt: Zwitserse historicus, publiceerde Kultur der Renaissance in Italien. Renaissance is prototype van kunstenaars van die tijd: vrije gepassioneerde mens Relativering van de renaissance Peter Burke: Breuk tussen middeleeuwen en renaissance is een mythe Renaissancekunstenaars waren niet zo modern: o Handwerkslieden o Werkten in ambachtelijke sfeer o Werkten in een atelier collectief aan opdrachten o Vooral decors en meubels, minder schilderijen en beelden o Weinig vrijheid in uitvoering, opdrachtgever geeft details o Opdrachtgevers lieten zichzelf afbeelden in kunstwerken Renaissance: niet eerste periode waarin men teruggrijpt naar de klassieke kunst: Karolingische renaissance (eind 8ste-9de eeuw) Ottoonse renaissance (eind 10de-eerste helft 11de eeuw) 12de-eeuwse renaissance (12de-13de eeuw) verwarring in renaissance: sommige werken werden voor klassieke kunstwerken gehouden Nieuwe thematiek: Heidens (vb. geboorte van Venus door Boticelli) Oude thematiek: Religieuze/ Christelijke voorstellingen (nog steeds overgrote meerderheid) Firenze, bakermat van de Italiaanse renaissance Stad waar vernieuwingen van de renaissance het meeste opbloeiden Centrum voor hoogbegaafde kunstenaars in de 15de eeuw Waarom? Economisch: o Belangrijke handelsstad o In de 13de eeuw zeer actief rond jaarmarkten van de Champagne o Brachten een gouden munt op de markt o In de 14de eeuw deed men handel met de Engelsen: invoer wol invoer meester-wevers uit Vlaanderen o Productie eigen luxelaken Firenze werd schatrijk van de wolproductie en wolhandel o Gilden en ambachten werden machtige organisaties: wilden macht etaleren via kunst (concurrentie verhoogde kunstkwaliteit) o Concurrentieslag: Ghiberti, Donatello en Verrocchio werden ingeschakeld om elkaar de loef af te steken o Bankiers, ondernemers en kooplui verzamelden fortuinen: uiten rijkdom Fungeerden als mecenassen (vb. de Pazzi en de’ Medici). Zeer vruchtbaar artistiek milieu Politiek: o Werd autonoom na machtstrijd tussen paus en de keizer o Vormde een republiek, bestuurd door de burgerij Kunstvormen Architectuur in de renaissance Vb. koepel van de dom van Firenze: wedstrijd, gemaakt door Brunelleschi Lineair perspectief Terugkeer naar de antieke vormentaal Basis: antieke basilica of vroeg-christelijke centraalbouw Harmonische volumebouw (horizontale en verticale elementen zijn in evenwicht) Antieke architectuurelementen (rondboog, zuil, Corinthisch kapiteel, architraaf, driehoekig fronton) De architectura van Vitruvius was de architectuurbijbel Toch nog schatplichtig aan romaanse architectuur Beeldhouwkunst in de renaissance Volgen van voorbeelden uit de klassieke oudheid Oorspronkelijk: kopiëren van klassiek beelden Men bekwam zich in de techniek en voorstellingswijze van de antieken Vrijstaande beelden Het menselijk lichaam staat centraal Naakt Religieuze thema’s (vooral christelijk, maar ook heidens (vb. Bacchusbeeld)) Schilderkunst in de renaissance Hadden geen voorbeelden uit de klassieke oudheid Ontwikkeling eigen stijl Realistisch Lijkt heel middeleeuws Compositie is sterk hiërarchisch en frontaal Figuren onbewogen Overvloedig gebruik van goud en symbolische kleuren Fresco’s (schilderen op natte kalk) Verdwijnpunt Drie dimensies Lineair perspectief Lichtwerking Voorgrond: voorstelling menselijk lichaam Achtergrond: architecturale decors en landschappen Onderwerpen: mythologische voorstellingen Opdrachtgevers lieten zichzelf afbeelden 3. Het humanisme: het denken in een stroomversnelling (15 de-16de eeuw) Humanisme: Herontdekking antieke cultuur Kwaliteit op basis van gehanteerde Latijn Keken neer op hun middeleeuwse voorgangers (beheersten het Latijn niet) Heidense literatuur en filosofie terug naar de zuivere bron van de oudheid Antieke cultuur was echter niet verdwenen tijdens de middeleeuwen: De westelijke weg Basis: antieke Griekse wetenschap (Plato, Aristoteles, Euclides, …) Kenmerken: Open blik, drang naar theorievorming, nauwkeurige observatie Grieken hadden grote invloed op de Romeinen (geleerden werkten in Rome) Late-antieke periode: Latijns was religieuze, sacrale taal Karolingische renaissance: bevestiging keuze voor Latijn en christendom in Europa 12de eeuw: heropleving intellectuele cultuur kritische lectuur De oostelijke weg Basis: Byzantijnse rijk, Constantinopel Antiek Griekse erfenis bleef levend in Bagdad Aanvullen Griekse wijsheden met eigen observaties, experimenten en zelfstandig denkwerk De humanistische weg Petrarca: 1304-1374 Italiaans schrijver en dichter Bezeten door het klassieke Latijn Probeerde historische teksten te herstellen op basis van manuscripten zoeken naar originele tekst Na val Constantinopel een grote vloed aan nieuwe Griekse manuscripten in Italië Schreef op het einde van zijn leven in volkstaal (vb. liefdesgedichten aan Laura) Uitvinding van de drukpers Evolutie: 1. 770: blokdruk in China 2. 11de eeuw: drukken met losse letters 3. 13de-14de eeuw: tinnen of houten letters 4. 15de eeuw: techniek bereikt Europa Blokboeken zeer omslagachtig 5. Midden 15de eeuw: drukken met losse metalen letters Gutenberg: 1394-1468 Zoon van edelsmid Duitser 1456: 42-regelige bijbel Gevolg: uitvindingen: Lettersnijder Letterstempel (patrijs) Gietvorm (matrijs) Drukletters Letterbak Letterzetter (schikte de letters) Zethaak Drukpers (geïnspireerd door de wijnpers) Drukinkt Gerenommeerde drukkershuizen: Manutius in Venetië Froben in Bazel Estienne in Parijs Plantijn in Antwerpen Wiegendrukken (incunabelen): boeken gedrukt voor 1501 De kritische geest van de humanisten Van tekstkritiek tot maatschappijkritiek Teksten werden zeer kritisch bekeken: plagiaat werd ontdekt Analyse Bijbel/Vulgaat: in Latijn Septuagint: Griekse vertaling van het Oude Testament uit de 3de eeuw v.C. Bijbel werd bijgewerkt Erasmus 1469-1536 Intellectueel Reizende geleerde Kamergeleerde: weinig realiteitszin Idealist/wereldverbeteraar/opvoeder Opvoeding: bij de Broeders van het Gemene Leven, later in klooster van Steyn Reisde door Europa Lof der Zotheid: scherpe satire op maatschappelijke toestanden, kritiek op wereldlijke en kerkelijke machtshebbers (clerus) Thomas More 1477-1535 Kanselier van de Engelse koning Hendrik VIII Weigerde koning te steunen wanneer hij van zijn vrouw wilde scheiden Weigerde eed van trouw aan de koning af te leggen: executie Utopia (1516): leven op fictief eiland, hoe Engeland zou moeten zijn Machiavelli 1469-1527 Politieker, militair, diplomaat in republiek Firenze Il Principe: (de vorst), handleiding voor een ambitieuze vorst ‘Het doel heiligt de middelen’ Michel de Montaigne 1533-1592 Franse edelman Essays: losse filosofische verhandelingen over verschillende onderwerpen (sceptische visie op antieke en actuele feiten) 4.A. Reformatie De lange weg naar de reformatie 1517: scharniermoment tussen de periode van de middeleeuwse eenheidskerk en de periode van godsdienstige en kerkelijke verscheurdheid in de westerse christenheid Luther spijkert zijn 95 stellingen aan de deur van de kapel van Wittenberg Een middeleeuwse eenheidskerk? Eenheidskerk was het streefdoel van de pausen sinds de Gregoriaanse Hervorming (11de eeuw). Streefde naar een sterk gecentraliseerde, strikt hiërarchisch georganiseerde kerk Centrum in Rome Leiding: paus + curie in praktijk totaal anders: Hoe verder buiten Rome, hoe minder volgzaam t.o.v. de paus Clerus oefenden politieke macht uit of waren gebonden aan regionale politieke machten Verloedering in Engeland, Duitsland en Frankrijk Ook broederschappen die autonoom leefden Klerikalisme en antiklerikalisme Klerikalisme: Goed georganiseerde groep van professionele bedienaars speelden een sleutelrol in de religie Macht bij kleine groep van gevormde clerici die toegang hadden tot de heilige schriften Latijn als sacrale taal Enkel clerici mogen essentiële rituelen uitvoeren, gewone gelovigen mogen enkel aanwezig zijn Nadruk op sacramenten: eucharistie was verplicht sleutelmoment godsdienstbeleving Antiklerikalisme: Opgang burgerlijke cultuur: aanzwellende kritiek op klerikale model Geletterde burgers wilden zelf het recht om rechtstreeks kennis te maken met de Bijbel en wilden vertalingen in de volkstaal Terug naar eenvoud, zonder kerkelijke organisatiestructuren Geloven kan buiten de clerus Werden veelal veroordeeld voor ketterij Ritualisme of een innerlijk beleefde religie? Relgieuze beleving van middeleeuwse mensen was sterk ritualistisch: Punctueel uitvoeren voorgeschreven riten op de juiste plaats en tijd Het kwade bezweren en het goede afsmeken Sacramenten = hoofdriten Processies, bedevaarten en heiligenverering: belangrijk voor gewone mensen Gewone mensen trachten hun hemel te verdienen misbruik door de Kerk: verkoop Aflaten (kwijtschelding van een zondestraf) Innerlijk beleefde religie / Moderne devotie: Initiatief: Geert Groote (einde 14de eeuw) Leven in eenvoud (Franciscanen en Dominicanen) Persoonlijke vroomheid en individueel gebed, meditatie Leidraad: Imatio Christi van Thomas a Kempis Streven naar Bijbel in de volkstaal Een tekortschietende kerk Drang naar vernieuwing: hervormingen slaagden nooit Strijd tegen simonie (verhandelen kerkelijke ambten): nooit effectief, nog steeds zelfverrijking door clerus Vlucht naar Avignon: Clemens V had het moeilijk om hoofd boven water te houden Ging naar Avignon, dichtbij de machtige Franse koning Volgende pausen bleven in Avignon 1378: Probleem: in Rome ook een paus benoemd: 2 pausen 1417: Een paus in Rome Hielden zich vooral met politieke en militaire zaken bezig, zelden met religieuze aangelegenheden Leven van religieuze desinteresse en luxueus leven wekte ergernis op bij de revolutionairen en de gewone burgers (eenvoud is het ideaal) De eerste hervormers John Wyclif 1320-1384 Filosoof en theoloog van de universiteit van Oxford Materiële kerk van paus en bisschoppen met luxe is misleidend, echte kerk wordt gevormd door alle gelovigen met Christus als enige leider Enkel verantwoording schuldig aan God (biechten: controlemiddel van de Kerk) Stimuleerde zijn volgelingen om een Engelse vertaling van de Bijbel te maken Aanhangers bij brede lagen van de bevolking (zelfs koning en Engelse adel) Benaming volgelingen: lollarden (prevelaars) Reactie Kerk: Bijbelvertalingen werden verboden Wyclif werd niet langer de hand boven het hoofd gehouden door de wereldlijke macht Wyclif werd gedagvaard door de paus Hij overleed voor zijn proces Johannes Huss 1370-1415 Theoloog uit Praag Inspireerde zich door het werk van Wyclif Centraal: strijd tegen de rijkdom en macht van de Kerk Groot succes in Praag Mix van patriottisme, religieuze hervorming en sociale boodschap sloeg aan bij de massa Reactie Kerk: De paus sloeg Huss in de ban Huss werd verbannen uit Praag (bleef wel verder prediken: paus = Satan) 1414: Huss moest zich verantwoorden op het concilie van Konstanz (de keizer beloofde hem een vrijgeleide) Zweerde zijn standpunten niet af en werd veroordeeld als ketter 1415: Huss wordt verbrand op de brandstapel Hussietenoorlog: anti-Duitse en anti-kerkelijke opstand Drukkunst als katalysator Probleem Wyclif en Huss: Communicatie Veranderd door de drukkunst: Sneller, goedkoper en op veel grotere schaal Uitvoering Bijbel in volkstaal Verspreiding traktaten en preken van hervormers op grote schaal Drukken van pamfletten Illustraties voor analfabeten Drukkers steunden hervormers: meer nieuw materiaal om te drukken Luther Voorgeschiedenis Maarten Luther: 1483-1546 Geboren in Saksen Komt uit boerenfamilie Studeerde theologie en filosofie aan de universiteit van Erfurt 1505: intrede in gedisciplineerde Augustijnenklooster van Erfurt Vertrok na zijn priesterwijding naar het klooster van Wittenberg Had doctoraat in de theologie Getroffen door: “de rechtvaardige zal uit het geloof leven’ Enkel door te geloven in God, ken je Gods genade Aflatenhandel en de 95 stellingen van Luther 1517: Duitse dominicaan Johan Tetzel was in Wittenberg Tetzel was kampioen in aflatenhandel (op grote schaal door kerk tegen betaling aangeboden) Inkomsten voor de Kerk (financiering van grote bouwprojecten) Luther verontwaardigd Reactie Luther: Brief aan de Duitse bisschoppen met 95 stellingen tegen de aflatenpraktijk Discussie lokaal aanzwengelen: Spijkert 95 stellingen aan de deur van de slotkapel van Wittenberg Stelling verspreiden snel dankzij drukkunst Discussie kwam op gang Kerk wou veroordeling Luther werd een publiek figuur Luthers theologie Enkel het geloof is zaligmakend Ieder leest zelf de Bijbel Sacramenten worden vereenvoudigd naar het doopsel en de eucharistie Geen bemiddelaars tussen God en de gelovigen Sola fide, sola scriptura (Alleen door het geloof, alleen door de Bijbel) Luther mobiliseert voor- en tegenstanders 1. Discussie werd steeds groter 2. Luther kreeg steun van zijn humanistische collega Melanchton (auteur Augsburgse Confessie) 3. Tegen de radicaliserende stroom 4. Alle christenen gelijk voor God sociaal egalitarisme 5. Sprak Duitsland aan eigen volkskerk op te richten: Karel V wilde dit niet doen anti-keizerlijke politiek 6. Tegenstand: eerst onderschat, dan drastische maatregelen: a. 1520: Leo X maande Luther aan zijn leer te herroepen op straf van excommunicatie b. Luther legde de boodschap naast hem neer en verbrandde ze samen met het kerkelijk wetboek en de theologische geschriften van de tegenstanders c. Luther kreeg een banvloek Rijksdag van Worms: 1522 Keizer Karel nodigde Luther uit om zijn standpunten te komen toelichten De reis van Wittenberg naar Worms was een triomftocht, hij was zeer populair bij het Duitse volk Luther weigerde tweemaal tegen Keizer Karel om zijn leer af te zweren Keizer sprak Rijksban uit over Luther: Luther was vogelvrij Luther werd beschermd door vrienden in de Wartburg De Duitse verdeeldheid In de volgende jaren veel oorlogen en opstanden: boeren, arbeiders waren opgehitst door Luthers ideeën. Leiding door Thomas Müntzer Boerenopstand (werd genadeloos militair neergeslagen, 130.000 dode boeren) Invloed van Luther: Steden voerden religieuze hervormingen door: o Banden met Rome werden verbroken en vervangen door een traditionele kerk door een Lutherse gemeente o Vb.: Augsburg, Straatsburg, Hamburg o 1550: meerderheid keizerlijke steden hadden Lutherse hervorming doorgevoerd Karel V, verdediger van de katholieke kerk, was niet in staat om hier tegen op te treden (ook door dreiging Turken). Was toleranter op religieus vlak Schmalkaldisch Verbond: vereniging van hervormde vorstendommen en steden in 1531 om zich tegen de militaire druk van de keizer te verweren Vrede van Augsburg: Karel V sloot vrede met de protestanten in 1555. Een geheel katholiek herstel was een utopie en ging met protestanten een compromis aan: Elke vorst kreeg voor zijn vorstendom vrije keuze van religie (Katholiek of Luthers hervormd) (Cujus regio, ejus religio: die het land regeert, diens godsdienst geldt) Andere hervormers Zwingli 1484-1531 Zürich Centrale rol voor Bijbel, Evangelie in het bijzonder, in de godsdienstbeleving van de christenen 1518: verspreidde zijn ideeën als hoofdpriester: preken sloegen aan bij stadsbewoners Grondige kerkhervorming in nauwe samenwerking met het stadsbestuur Inspireerde zich op Luthers geschriften: eeuwige heil in het geloof Bijbel voor iedereen in eigen taal Legde de nadruk op prediking om de gelovigen te begeleiden in hun ontdekking Soberheid in kerk: geen beelden, geen muziek Slechts 2 sacramenten, maar eucharistie als symbool van één lichaam samen met Christus en herdopen op volwassen leeftijd (wederdopers/anabaptisten) conflict met Luther Jan Calvijn 1509-1564 Tweedegeneratiehervormer Inspireerde zich op Luther en Zwingli Gelijkenis met Luther: God beslist wie gered wordt en wie verdoemd is (predestinatieleer) Nam middenweg tussen discussie Luther en Zwingli: Eucharistie is niet louter symbolisch, maar God is er door zijn Geest in aanwezig Schreef theologische geschriften, liturgische werken en psalmboek Mocht Genève hervormen: o Eerste poging: te streng, Calvijn werd verbannen o Tweede poging: hervorming kerk: Voortaan 4 ambten: Predikanten (onderricht gelovigen, verzorgen diensten, sacramenten) Doctoren (Controle op leer in scholen) Ouderlingen (waakten met predikanten in de consistorie over het zedelijk gedrag en gaven sancties bij overtredingen) Diakenen (beheer goederen kerk en instaan zieken- en armenzorg) Genève zeer aantrekkelijk voor protestantse bannelingen Calvijns organisatorisch model werd in heel Europa overgenomen Religieuze hervormingen en politiek Religie en politiek gaan samen: religieuze hervormingsideeën passen bij republikeins gedachtegoed 4.B. Contrareformatie De aarzelende weg naar de contrareformatie Contrareformatie: Binnenkerkelijke hervorming Begin 16de eeuw: absolute top Kerk niet bezig met religieuze taak, onder top vitale Kerk met vernieuwende ideeën Reeds binnenkerkelijke vernieuwingen Opkomst nieuwe kloosterorden met zelfde ideeën (vb. kapucijnenorde): Soberheid Streven naar geïnterioriseerd geloof Grote vroomheid Uitdragen nieuwe aanpak Succesvolle orde: jezuïeten (vernieuwing drong niet door tot Vaticaan) Verandering onder paus Paulus III: Nam taak als paus ernstig Omringde zich met bekwame figuren Centrale rol van genade door het geloof (Luther) Oprichting hervormingscommissie met Reginald Pole Zocht toenadering tot hervormers: mislukt Harde confrontatie: Heilig Roomse Inquisitie Het Concilie van Trente (1545-1563) Algemeen concilie waarin alle kardinalen, aartsbisschoppen en bisschoppen van de hele kerk zich over de toestand van de kerk zouden buigen en concrete maatregelen zouden nemen (middel tegen crisis in de kerk) Duurde lang vooraleer het er kwam: belangenconflicten bij paus/keizer/bisschoppen 3 hoofdpunten: 1. Verzoening van hervormers en katholieken (geen hervormers dus geen probleem) 2. Strijd tegen de oprukkende Turken (onbespreekbaar) 3. Een interne kerkhervorming De Tridentijnse hervorming Inhoudelijk: 1. Bijbel is niet de enige bron om tot het geloof te komen 2. Geloof is niet voldoende (ook bedevaarten, bidden,…) 3. 7 sacramenten centraal 4. Rol van clerus benadrukt 5. Latijn = sacrale taal 6. Heiligen bemiddelen tussen God en gelovigen Organisatorisch: Elk bisdom seminarie voor priesteropleiding Goed georganiseerd controlemechanisme via administratie Algemene en christelijke scholing Opstellen catechismus Volksdevotie: stimuleren bedevaarten en heiligencultus Barok: teken van triomf van de kerk Verboden boeken: drukkers kregen toestemming (imprimatur) van inquisiteur om boeken te drukken Index verboden boeken Contrareformatie weinig succes in de protestantse gebieden. Kerkelijke eenheid is voor altijd een utopie. 5. Heksenwaan Heksen bestaan niet Definitie: benaming van personen van wie wordt verondersteld dat zij met behulp van bovennatuurlijke middelen schadelijke handelingen verrichten. Bestaan enkel in de perceptie van derden (mensen die zich bedreigd voelen, slachtoffers,…) Bijna in alle culturen Verklaring: 1. Samenleving: dichte gemeenschappen schadelijke/storende elementen vallen op 2. Religieus denken: Dualisme (Goed/kwaad, God/duivel) 3. Psychologisch: menselijke behoefte om tegenslagen zonder rationele verklaring toe te wijzen aan externe factoren Heksenvervolging op zijn hoogtepunt tussen 1450 en 1750 Omvang van de vervolging Oorspronkelijk 6 miljoen: overdreven door het feminisme 100.000 heksenprocessen, 40 à 50.000 terechtstellingen (over heel Europa) Profiel heks Vrouwen en ook mannen (25%) Marginale figuren Armsten uit de gemeenschap Sociaal geïsoleerden Eventueel met fysieke of psychische afwijkingen Kruidenvrouwen: bestudeerden natuurgeneeskunde, geloofden in witte magie Demonologie 15de eeuw: grote fascinatie bij theologen en juristen voor hekserij Geloof in kracht van de duivel Plan van Satan om de wereld te veroveren bestudeert in demonologische verhandelingen (De heksenhamer door Institoris) Heksensabbat: heksen kwamen samen op geheime plaatsen om er zich over te geven aan geheime riten en seksuele uitspattingen Heksenproces Zaak voor de Inquisitie Zoektocht naar duivelstekens Bekentenissen onder tortuur of onder hallucinerende dranken Geen veroordeling zolang er geen bekentenis is Straf: verbranding Einde van de heksenwaan 17de eeuw: opkomst rationalisme Laatste verbranding in Zuidelijke Nederlanden in 1689 6 + 7: De Nederlanden + Politiek Europa 16 de eeuw Politieke evolutie (midden 15de-eind 16de eeuw) Staat: Organisatorische eenheid grondgebied Ondergeschikt aan centraal gezag Staatsvormen: Stadstaat (vb. Hamburg) Vorstendom of monarchie (vb. Luik) Republiek (vb. Venetië) Samengestelde staten in personele unie (vb. VK) Federaties van soevereine staten (vb. HHR) Opkomst buskruit verandering burchten (la trace italienne (stervormig)) Vorstelijke inkomsten uit: Vorstelijk domein Tijdelijke directe of indirecte belastingen Regalia Koloniale inkomsten Vb. vaste belasting in ruil voor bescherming: La taille (op grondbezit) La gabelle (op zout) Standenmaatschappij: 1. Clerus 2. Adel 3. Niet-geprivilegieerden (burgers, boeren, arbeiders) Politieke evolutie in Vlaanderen, Artesië, Bourgondië en de Nederlanden Wie Jan II de Goede Filips de Stoute Verwezelijkingen Twee zonen: Karel V: later koning van Frankrijk Filips de Stoute: koning van Bourgondië Filips de Goede Karel de Stoute Maria van Bourgondië Filips de Schone Karel V Bestuurssysteem Huwde met Margaretha van Male Installeerde: (koningin Vlaanderen) Kanselier Kreeg zoon: Jan zonder Vrees Hofraad rekenkamer Installeerde: Zoon van Jan zonder Vrees Grote raad Gebiedsuitbreiding StatenRichtte de Orde van het Gulden Generaal Vlies op Kreeg zoon: Karel de Stoute Verenigde de noordelijke en zuidelijke Nederlanden Grote opstand in Lotharingen Kreeg dochter: Maria van Bourgondië Stierf zeer vroeg: crisis Veel onderhandelingen en toegevingen Trouwde met Maximiliaan van Habsburg Kreeg zoon: Filips de Schone Sterft zeer vroeg (Maximiliaan aan de macht) Trouwt met Johanna de Waanzinnige (Spanje) Kreeg zoon: Karel V Zorgde voor territoriale eenmaking: o Damesvrede o Transactie van Ausburg o Bourgondische kreitz o Diplomatieke Sanctie Troonsafstand in 1555 Installeerde: Grote raad van Mechelen Installeerde een nieuw bestuurssysttem (zie onder) Gebied Bourgondië Bourgondië Vlaanderen Bourgondië Vlaanderen Namen Holland Zeeland Brabant Bourgondië Nederlanden Bourgondië Nederlanden Habsburgse rijk Bourgondië Nederlanden Habsburgse rijk Spanje Bestuurssysteem Filips de Schone Politieke evolutie: Ottomanen in opmars, Frankrijk, Engeland Ottomanen: Süleyman I ‘de prachtlievende’ (begin 15de eeuw) o Goed georganiseerd belastingsstelsel o Lange regeerperiode o Veroveringen ten koste van het Byzantijnse rijk o Zeer goed uitgerust leger met sipahi’s (cavalerie) en janitsaren (infanterie) Begrippen Reformatie Begrippen: Optelvroomheid: Er werd een beroep gedaan op een hele resem handelingen die erop gericht waren het verblijf van de doden in het vagevuur te verkorten Westers Schisma: (1378-1415): verzwakte het pausdom Sola scriptura: Exclusieve focus op de Bijbel en de kerkvaders die hun werken hadden geschreven in de eerste vijf eeuwen Ad fontes: Terug naar de bronnen. Het intellectuele motto aan het einde van de Middeleeuwen. Uitgangspunt van de humanisten voor hun filologische praktijk Vulgaat: Onnauwkeurige versie van het Nieuwe Testament in het Latijn Sola fide: Rechtvaardiging door het geloof alleen. God ‘schenkt’ de onmachtige zondaar genade. Een mens kan zijn zielenheil niet zelf verwerven. Enkel door het geloof alleen werd de zondige mens verbonden met Christus Thesenanschlag: 31 oktober 1517. Als reactie op de grote aflatenhandel die de kerk in het Heilig Roomse Rijk had opgezet. Hij formuleerde 95 stellingen die hij naar de aartsbisschop stuurde en nagelde aan de kerk van Wittenberg. = Begin Reformatie Excommunicatie: Ban opgelegd door de paus Boerenopstand: Anabaptisme: Het letterlijk nemen van de Bijbel. Fundamentalistische Christenen Ordonnances Ecclésiastiques: (Calvijn). De kerk moest bestuurd worden door vier collectieve lichamen: de predikanten, de doctores, de ouderlingen en de diakens Calvinisme: Gereformeerd protestantisme Godsdienstvrede van Augsburg: 1555. Oplossing van religieuze conflicten. Vorsten mochten in hun gebied hun favoriete godsdienst invoeren. Cuius regio, eius religio De Nederlanden + Politiek in Europa 16de eeuw Begrippen: Staat: organisatorische eenheid met als basis een grondgebied waarop mensen leven die ondergeschikt zijn aan een centraal gezag dat het territorium bestuurt en dat wordt gelegitimeerd door een rechtsstelsel dat de interne politieke verhoudingen regelt Stadsstaat: Een stad met zijn periferie, onder leiding van een soeverein bestuur van een groep gekozen regeerders. Monarchie: vorstendom, bestuurd door geestelijke/wereldlijke vorst. Dynastiek Electieve vorstendommen: Monarchie gekozen door het kiescollege Geestelijke vorstendommen: Bisdom en soevereine staat onder leiding van (Aarts)bisschop Republiek: Hoogste gezag niet bij vorst, maar bij verkozen persoon/instelling die instaat voor de uitvoering van de beslissingen van het parlement = Stadsstaat, maar veel groter Samengestelde staten: Afzonderlijke vorstendommen die door omstandigheden dezelfde monarch hebben en een unie vormen Federaties van soevereine staten: Geleid door het staatshoofd met weinig reële macht of soms zonder overkoepelende macht Militaire Revolutie: Door introductie buskruit en bijhorende ontwikkeling van de artillerie. Zorgde voor de val van Constantinopel in 1453. Leidde tot een revolutie in de bouwkunst (La Trace Italienne). Oorlog werd synoniem voor geld. Quinto real: Belasting, 1/5 van de opbrengsten uit edelmetaal die private ondernemers in de overzeese kolonies realiseerden La taille: Franse definitieve belasting op het inkomen en bezit. Gebeurde eenmaal per jaar La gabelle: Franse definitieve belasting op zout New Monarchies: Een gecentraliseerde ambtenarenstaat waarbij de macht van de adel teruggedrongen werd voor de stedelijke elite. De landsheer was de centrale en dominante figuur in de samenleving. Het waren bureaucraties, met als gevolg dat men meer geld nodig had om dit alles te financieren. Dit leidde tot belastingen. Hausmacht: Basis van de Habsburgers (Oostenrijk, Karinthië, Corniola en Tirol) Conquistadores: Veroveraars in Midden- en Zuid-Amerika Divan: Adviesraad van de sultan, bestaande uit viziers, geleid door een grootvizier Janitsaren: infanterie van de sultan Sipahi’s: cavalerie Sacco di Roma: Plundering Rome door Habsburg Damesvrede: 1529, moeder Frans I en tante Karel V sluiten wapenstilstand Vrede Cateau-Cambresis: Vrede in laatste Frans-Spaanse oorlog Act of Supremacy: Engelse kerk werd staatkerk met als hoofd de koning Bloody Mary: Mary Tudor, Ze was genadeloos in haar strijd om het katholicisme terug in te voeren Transactie van Ausburg: 1548, vereniging van de Nederlanden in de Bourgondische Kreits Pragmatieke Sanctie: 1549 3 Colleterale Raden: 1. Raad van State: advies vorst 2. Geheime Raad: wetgeving, binnenlands bestuur, controle rechtsspraak 3. Raad van Financiën Grote Raad Van Mechelen: Opperste gerechtshof in de Nederlanden Beeldenstorm: Opstand in de Nederlanden van de Calvinisten tegen Filips II op 10 augustus 1566 Sint-Bartholomeusnacht: 23-24 augustus 1572. Duizenden hugenoten werden in Frankrijk vermoord Expansie Begrippen: Karveel: Portugal, driemaster met combinatie van een vierhoekig en een driehoekig zeil. Hierdoor kon het schip tegen de wind in varen. Verder had het schip minder diepgang en was het sneller en wendbaarder Factorijen: Portugal, beveiligde handelsnederzettingen die de zeeweg naar het Oosten moesten verdedigen en als tussenstation naar Lissabon Begrippenlijst Hoofdstuk 1 Humanisten Latijn renaissance de grote ontdekkingen exploitatie zelfbewustzijn machtige territoriale koninkrijken godsdienstige verdeeldheid Franse Revolutie een levensbeschouwing verstaan die de mens centraal stelt en uitgaat van de waarde van de mens. Deze geleerden meenden dat door een vernieuwde studie van de Griekse en Romeinse klassieken de westerse beschaving tot op haar bronnen kon worden teruggevoerd. Zowel religieus als intellectueel een Italische taal die oorspronkelijk door de Latijnen werd gesproken, een volk dat vanaf het eerste millennium voor Christus in de streek Latium. Renaissance (letterlijk: wedergeboorte) is een periode in de Europese geschiedenis, een bloeiperiode van de kunsten en letteren. De Italiaanse humanisten die de term introduceerden, meenden dat na een periode van verval, de Middeleeuwen, een nieuwe gouden eeuw was aangebroken, die niets minder was dan een 'wedergeboorte' van de verworvenheden van de Klassieke Oudheid. De Renaissance begon in Italië in de veertiende eeuw en verspreidde zich in de volgende eeuwen over de rest van Europa. Gedurende de vroege Middeleeuwen werden vanuit christelijk Europa weinig verre reizen gemaakt. Verder dan pelgrimages naar Rome en Palestina kwam men meestal niet. Christoffel Columbus ontdekte in 1492 in dienst van Spanje Amerika. Portugezen Afrika De Portugezen vestigden een handelsrijk in Azië. Grote delen van Amerika werden veroverd door Spaanse conquistadores. Engelsen en later de Nederlanders. Op zoek naar een doorvaart naar Indië werden de noordelijke regionen verkend. Spaanse conquistadores reisden door N-Amerika op zoek naar goud De beleving van de eigen identiteit, dus van wie wij zijn en wat wij doen, denken, voelen of hebben meegemaakt. Koninkrijk Frankrijk ... eind ME + NT 1789 de Franse monarchie werd vervangen door een republiek. Oorzaken: - Klassentegenstellingen (burgerij wou privileges >< adel en clerus - Boeren verzetten tegen feodale rechten, tegen tienden,... - Voedselprijzen stegen (ook al was economie goed) (hongersnood) - Verlichting revolutionaire gedachtestroom - De Koning handelde - volgens de adel - niet legitiem Nieuwste Tijd Industriële revolutie Fernand Braudel ancien régime Gutenberg de val van Constantinopel Ontdekking v. Amerika dr Columbus Geboorte Karel V Luther + 95 stellingen + kerk Wittenberg - Financiële bankroet van de Staat 1450/1500-1750 de omschakeling van handmatig naar machinaal vervaardigde goederen. eind 18e eeuw in Engeland en vervolgde begin 19e eeuw in de rest van Europa 20ste eeuw periodisering (zie p. 7) 500-1750 (ME + NT) uitvinder van de boekdrukkunst (1450) 1453 Inname van Constantinopel (hoofdstad Byzantijnse rijk) door Ottomaanse Turken. definitief einde aan het ORR 1492 1500 1517 Hoofdstuk 2 Giorgio Vasari rinascita Michelet Burckhardt Peter Burke Karolingische renaissance Ottoonse renaissance 12de- eeuwse renaissance Romein heidense thematiek Boticelli Trecento quattrocento cinquecento Firenze Florijn zijde-industrie Gilden 16de E architect en schilder verzamelaar kunstenaarsbiografieën die hij publiceerde. Sprak van rinascita (Toch niet enkel heropleving maar ook een hoger niveau) wedergeboorte van de kunsten - Antieken als voorbeeld nemen de 19 eeuw - Frans historicus - Gebruikt term ‘renaissance’ - Zwitserse historicus - Ontdekt kunst van renaissance in Italië - Schreef ‘Culture and society in Renaissance Italy’ afrekenen met traditionele beeld van de renaissance als een tijd van individualisme en moderniteit eind 8ste- 9de E eind 10de- eerste helft 11de E 12-13de E een Karolingische minuskel die als antiek model werd beschouwd en stond model voor het humanistisch schrift nieuwe iconografie: de geboorte van Venus rond 1483 of vroeger nieuwe heidense thematiek geïnspireerd op antieke mythologie kunst uit de 14de E (1301-1400) vroegrenaissance van de 15de E (1401-1500) hoogrenaissance van de 16de E (1501-1600) = Florence ontwikkeling van de renaissance gouden munt v Firenze in Firenze! een belangenorganisatie van personen met hetzelfde beroep. Deze gilden hebben vanaf de middeleeuwen tot eind 18e eeuw bestaan. In een gilde werd kennis en ervaring uitgewisseld. Nieuwe gildeleden werden opgeleid in het vak. Na een gedegen opleiding kon een leerling erkend worden als vakman met de titel "gezel" ambachten concurrentie mecenas Pazzi de’ Medici Lorenzo de’Medicii republiek Koepel van de dom van Firenze Lorenzo Ghiberti Filippo Brunelleschi lineair perspectief en uiteindelijk de titel "meester" verkrijgen na het doen van de gilde- of meesterproef. Handwerk dat wordt aangeleerd om een beroep mee uit te oefenen. De ambachten kunnen worden onderverdeeld in: - Traditionele ambachten - Bijvoorbeeld: klompenmaker, touwslager, mandenvlechter, bezembinder of ganzenvanger. Sinds de industrialisatie zijn deze ambachten vrijwel uitgestorven. Vaak worden ze nog slechts beoefend als demonstratie voor een museumpubliek, bijvoorbeeld in het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem. - Hedendaagse ambachten - Bijvoorbeeld: timmerman, metselaar, smid, bakker, slager. In de tijd van de gilden werd een ambacht in de praktijk geleerd. ECONOMIE: Arte della Lanna (ambacht van wolbewerkers) >< Arte di Calimala (de gilde van de wolhandelaars) CULTUREEL: tss kunstenaars: Orsan Michele (graanopslagplaats in de stad voorzien van 14 nissen. De kunstenaars concureerden met elkaar voor het beste beeld in de nis.) Topkunstenaars: Ghiberti, Donatello en Verrochchio het attribuut van een doorgaans welgesteld persoon die als beschermheer of -vrouwe van kunstenaars, geleerden of sporters optreedt door ze van financiële middelen te voorzien, zodat ze zich zorgeloos kunnen focussen op hun scheppend werk, wetenschappelijk onderzoek of sportieve loopbaan. familie die fungeert als mecenas IDEM gedroeg zich als een vorst een staat waar de macht bij één of meer personen ligt, die de macht van het volk (democratie), het parlement of via een staatsgreep in handen gekregen hebben - soms ook van een bezettende buitenlandse macht. illustratief voor de vernieuwing van de architectuur begin 15de E Architect van de koepel in de concurrentiestrijd architect koepel zijn ontwerp werd gerealiseerd Brunelleschi experimenteerde hiermee Alberti legde de theoretische principes van het lineair perspectief vast. Schilders gingen hier ook al rap gebruik van maken. antieke vormentaal basilica een bouwvorm uit de klassieke Oudheid en in de romaanse kerkarchitectuur centraalbouw de inrichting van een gebouw sterk op het midden gericht antieke architectuurelementen San Miniato al Monte rondboog, zuil, Korinthische kapel, architraaf en driehoekig fronton (11de e) Florence Santa Maria Novella (15de E) in Florence Pallazo Farnesse 16de E Rome Donatello renaissancebeeldhouwer stenen David (15de E) - Bronzen David Judith en Holofernes (stap verder dan antieke beeldhouwkunst) Laocoöngroep 2de E v.C. Michelangelo de 15-16 E Bacchus (men dacht dat het een echt antieken beeld was) David (ode aan de zelfbewuste mens en republiek) Mozes Schilderwerk: fresco’s Sixtijnse Kapel Rafael fresco Giotto schilder - Geïnspireerd door de muurschilderijen van keizer Nero fresco in Palazzo publico (naam niet kennen) Schilder introduceerde de vernieuwing van de renaissance in de religieuze themathiek fresco’s gewijd aan de heilige Franciscus Eén van de 28 fresco’s over het leven van Franciscus; het visioen van het vlammende rijtuig, Giotto, eind 13de eeuw. Masaccio frescocyclus gewijd aan de heilige Petrus Maesta afbeelding van de tronende Maria in de hemel (Duccio 14de E) portret van Leo X door Rafael Hoofdstuk 3 Humanisten heidense literatuur en filosofie Antieke Griekse wetenschap Romeinen Plinius de Oudere Laat-antieke, christelijke periode Karolingische renaissance artes liberales kathedraalscholen auctoritates 12de-eeuwse renaissance Constantinopel Moslims Avicenna Petrarca ±15de een levensbeschouwing verstaan die de mens centraal stelt en uitgaat van de waarde van de mens. antieke literatuur en filosofie. Heidens: wat niet christelijk is. > heiden: een aanhanger van een ander geloof 4de E v.C. – 2de E.n.C. Filosofen : Plato en Aristoteles wiskunde : Euclides aardrijkskunde : Ptolemaeus geneeskunde : Galenus 2de E v.C. – 3de E n.C. 1ste E n.C. Historia Naturalis o Stand van de Griekse wetenschap + aanvulling eigen observaties de de 3 -6 E n.C. Antieke wetenschap wordt aanzien als heidens de opleving van cultuur en wetenschap in West-Europa tussen ~750 en ~950, rond de regeerperiode van Karel de Grote. Deze stroming manifesteerde zich vooral aan het koninklijk hof en werd gesteund door de clerus. De zeven vrije kunsten, oorspronkelijk bekend onder hun Latijnse naam septem artes liberales, waren zeven vakken die deel uitmaakten van het studieprogramma in antieke en middeleeuwse Europese scholen. Ze vormden met name het curriculum van middeleeuwse universiteiten. - Trivium ('taalvakken' ofwel op het woord betrokken wetenschappen): 1. Grammatica: taalkunde 2. Retorica: effectief spreken 3. Dialectica ofwel logica: logisch redeneren. - Quadrivium ('rekenvakken' ofwel op het getal betrokken wetenschappen) 1. Aritmetica: leer van de abstracte getallen 2. Geometria: meetkunde 3. Astronomia: stereometrie 4. Musica: harmonieleer. in de ME steden gezaghebbende teksten tijdens de hoge middeleeuwen was een periode gekenmerkt door veranderingen op velerlei gebied. De hernieuwde bestudering van het Romeins recht. Latijn ! (zie oostelijke weg + kaart) moslimgeleerde, filosoof en geneesheer behoorde tot wetenschappelijke top Vader van het humanisme manuscripten 1453 boekdrukkunst blokdruk blokboek Handschrift Constantinopel door Turken belegerd 15de E (zie 3.2) voor het maken v e blokboek werd, per bladzijde, de te drukken figuur/tekst in een houtblok uitgesneden boek uit houtblokken Gutenberg 1394/1468 uitvinding: losse metalen letters 42-regelige bijbel lettersnijder patrijs metalen letterstempel matrijs Gietvorm drukletters letterbak letterzetter de persoon die de letters op een zethaak zet zethaak drukpers drukinkt Aldus Manutius Johann Froben Robert Estienne Christoffel Plantijn incunabelen minuskel Erasmus Luther Lorenzo Valla Hiëronymus Vulgaat Spetuagint Collegium Trilingue Broeders van het Gemene leven Adagia Lof der Zotheid vette inkt Drukkershuis Venetië Bazel Parijs Antwerpen = wiegendrukken: boeken gedrukt VOOR 1501 voorloper van onze romein gebaseerd op het humanistische schrift dat de humanisten DACHTEN ontleent te hebben aan de antieken eerste schrijver in Europa zie erasmus: 3.3.2 zie luther hoofstuk 4 ontmaskerde Donatio Constantini als een vervalsing ui de 8ste of 9de E integrale Latijnse versie van de Bijbel = vulgaat meest gezaghebbende Bijbel voor de Roomse kerk. Griekse vertaling van het Oude Testament uit de 3de E v.C. Leuven (1518) voor onderwijs, onderzoek en uitgeversactiviteiten in het Latijn, Grieks en Hebreeuws een religieuze groepering die aan het einde van de 14e eeuw in Deventer ontstond rond Geert Grote. Geert Grote is de grondlegger van de religieuze stroming de Moderne devotie. Boek van Erasmus eerste druk 1500 verzameling van uitdrukkingen uit antieke en Griekse werken voorzien van commentaren door Erasmus (drang om te beleren) Boek v Erasmus opgedragen aan zijn vriend Thomas More scherpe satire op allerlei maatschappelijke toestanden Colloquia Thomas More Machiavelli bundel vn discussies in dialogen van maatschappelijke thema’s jurist, kanselier v Engelse koning Hendrik VIII Schreef Utopia Het leven op een fictief eiland met heel andere normen, kritiek op huidige maatschappij de 15-16 E politieker, militair en diplomaat in de republiek Firenze schreef Il Principe (‘de vorst’) Handleiding voor ambitieuze vorsten Hoofdstuk 4 Gregoriaanse hervorming gecentraliseerde, hiërarchisch georganiseerde kerk Curie particularisme klerikaal model sacramenten eucharistie antiklerikalisme Aflaten Moderne Devotie Thomas a Kempis simonie cumul van functies leidde tot absenteïsme Babylonische gevangenschap de grote herstelbeweging in de Katholieke Kerk situeert zich van circa 1049 tot 1122. Ze wordt genoemd naar Paus Gregorius VII. In deze periode werd met succes gestreden tegen onder simonie, nicolaïsme en lekeninvestituur. - VANUIT centrum Rome - Paus aan de top bijgestaan door curie Afgeleid van het Latijnse curia, dat verwijst naar de plaats waar in de klassieke oudheid de Romeinse senaat vergaderde. het bevorderen van het eigen belang boven, en zo nodig ten koste van, de belangen van anderen. goed georganiseerde groep v professionele bedienaars die een sleutelrol speelde in de religie kleine groep v gevormde clerici de eucharistie met als belangrijk onderdeel de heilige Communie het doopsel het vormsel de biecht of het sacrament van de verzoening de ziekenzalving of het heilig oliesel de wijding tot diaken, priester of bisschop het huwelijk vergelijkbaar met het Heilig Avondmaal dat in protestante kerken wordt gevierd. tegen het klerikale model aan bepaalde vrome daden (pelgrimstochten, schenkingen,..) werden kwijtschelding v zondestraf verbonden een spirituele beweging binnen de middeleeuwse katholieke Kerk die opkwam aan het eind van de veertiende eeuw. De beweging ontstond doordat mensen niet tevreden waren met hun situatie door misstanden onder de geestelijkheid en in de kerkelijke leiding. De Moderne devotie stond voor een vernieuwing van het christelijke gemeenschapsleven en is te zien als een hervormingsbeweging binnen de Kerk en maatschappij. Persoonlijke levensheiliging en praktische levenswijsheid vormden het streven. De initiatiefnemers bestonden uit geestelijken en leken. Ze leefden in gemeenschap van tafel en goederen zonder een formele kloostergelofte af te leggen. Grondlegger: Geert Groote (eind 14de E) o Theoloog en predikant begin 15de E schreef ‘navolging v Christus’ = handleiding voor een eenvoudig vroom leven, gebaseerd op de woorden v Jezus in het Evangelie verhandelen van kerkelijke ambten opeenstapeling van functies de periode van 1309 tot 1377 waarin de pausen niet in Rome zetelden. een periode in de geschiedenis van de rooms-katholieke Kerk van 1378 tot 1417 waarin pausen en tegenpausen elkaar renaissancepausen John Wyclif lollarden Johannes Huss P 32 benk kwijt!! Frederik de Wijze De rechtvaardige zal uit het geloof leven Johan Tetzel 1517 Sola fide, Sola scriptura Melanchton sociaal egalitarisme Duits-nationalisme Rijksdag v Worms Thomas Müntzer Schmalkaldisch Verbond 1555 Cujus regio, ejus religio Zwingli anabaptisten Jan calvijn Institutio predestinatieleer vier ambten tegenwerkten. Het Concilie van Konstanz maakte een einde aan het schisma. Het woord westers duidt aan dat het een scheuring betreft binnen de Kerk van de westerse wereld (de roomskatholieke Kerk) en de Oosters-orthodoxe Kerken. Alexander VI Julius II Leo X filosoof en theoloog van de universiteit v oxford (4.1.5) Prevelaars 1.4.6 Saksische keurvorst zin van Paulus uit Paulus’ brief aan de Romeinen Duitse dominicaan kampioen van de aflatenhandel 95 stellingen van Luther aan de deur van de kerk van Wittenberg alleen door het geloof, alleen door de bijbel Kan men tot god komen docent Grieks met hoge autoriteit schreef: Augsburgse Confessie (1530), de Lutherse geloofsbelijdenis een gedachte dat een bepaalde vorm van gelijkheid van mensen moet prevaleren. zie 4.2.4 radicale hervormer Duitsland leider van boerenopstand in 16de E door militaire repressie neergeslagen een protestants verbond van Duitse vorsten en rijkssteden. De leden van de bond ijverden voor de erkenning van de nieuwe Duitse godsdienst, het lutheranisme. Vrede van Augsburg ‘Die het land regeert, diens godsdienst geldt’ 4.3.1 Anabaptisme betekent 'opnieuw dopen', vandaar ook de andere naam die voor hen in zwang was, de wederdopers. 4.3.2 uiteenzetting v de basisideeën v d hervorming je lot ligt vast - Predikanten o Onderrichten de gelovigen lmet het woord, verzorgden de diensten en bedienden de sacramenten - Doctoren o Waakten over de juistheid vd leer - Consistorie o = kerkraad Binnenkerkelijke hervorming kapucijnenorde jezuïeten Paulus III Reginald Pole Heilig Roomse Inquisitie algemeen concilie catechismus volksdevotie barok imprimatur index v verboden boeken o Ouderlingen + predikanten controleerden zedelijk gedrag v gelovigen - Diakenen o Beheren goederen vd kerk + ziekenzorg contrareformatie vernieuwing van de franciscanenorde gesticht door Ignatius van Loyola (15de-16de E) keurt jezuïetenorde goed en laat doordringen tot Vaticaan omringd de paus Engelse kardinaal Kerkelijke rechtbank ! ontstaan ME –> tegen katharen later ook moslims en joden later ook heksen TEGEN KETTERIJ vb. Concilie v. Trente (4.4.2) essentiële geloofsinhouden in de volkstaal voor leken verering van het volk ontstaan uit het verspreiden van versimpelde kennis voor ongeletterde en Europese stijlperiode, zich uitstrekkende van de 17e eeuw tot in de eerste helft van de 18e eeuw, die zijn oorsprong had in Italië en tot uiting kwam in de architectuur, tuinarchitectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst, literatuur en muziek. gelovigen overtuigen van de leer en triomf v de kerk vb. Sant’Ignazio Kerk Rome een boek kon enkel verschijnen met expliciete toestemming van de inquisiteur Hoofdstuk 5 Wicca perceptie dualisme marginale figuren heks witte magie duivel de heksenhamer Jacob Sprenger heksensabbat duivelstekens tortuur verbranding rationalisme De Wicca is de voortzetting van de Oude Tradities, maar is zelf bijna volledig 20e eeuws. waarneming tegenstelling Goed en Kwaad, God en Duivel armen, sociaal geïsoleerden, fysieke of psychische afwijkingen, aleenstaande, ouder wordende vrouw benaming v personen van wie wordt verondersteld dat zij met behulp van bovennatuurlijke middelen schadelijke handelingen verrichten satan boek van Heinrich Institoris diende als standaardwerk: theoretische benadering heks + wat te doen om ze te vervolgen? tegenstander van Heinrich Institoris zijn naam werd ook vermeld op het boek om het te verkopen aan kritisch publiek de heksen kwamen samen op geheime plaatsen om zich over te geven aan demonische riten moedervlekken, ongevoelige plekken, littekens,... onderdeel van heksenproces via tortuur bekentenissen afgedwongen straf voor de heks, al het kwade is weg 17de E filosofisch denksysteem dat zich baseert op de rede en/of dat de rede verantwoordelijk stelt voor de oorsprong van de ideeën Utrecht Holland Zeeland Münster Brabant Antwerpen Doornik Limburg Artesië Henegouwen Namen Luik