EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.2.2017 COM(2017) 84 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD over de uitvoering van de financiële bijstand aan de landen en gebieden overzee uit hoofde van het 11e Europees Ontwikkelingsfonds NL NL Inleiding Het LGO-besluit1 vormt het juridisch kader voor de betrekkingen tussen de landen en gebieden overzee2 (LGO), de lidstaten waarmee zij banden hebben en de Europese Unie. Overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie3 (VWEU) heeft het LGO-besluit tot doel de duurzame ontwikkeling van de LGO te ondersteunen en de waarden van de Unie te bevorderen in de rest van de wereld. Financiële steun aan de LGO wordt voornamelijk verleend via het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), waarbij uit hoofde van het 11e EOF een bedrag van 364,5 miljoen EUR werd toegewezen voor de programmeringsperiode 2014-20204. Overeenkomstig artikel 91 van het LGO-besluit beschrijft dit verslag de vorderingen die in 2016 in het kader van het 11e EOF zijn geboekt. Financiële middelen uit hoofde van het 11e EOF — LGO De middelen van het 11e EOF die ter beschikking worden gesteld aan de LGO, worden opgesplitst in de volgende toewijzingen, gebaseerd op bijlage 2 bij het LGO-besluit: 229,5 miljoen EUR voor de territoriale (bilaterale) toewijzingen; 100 miljoen EUR voor regionale samenwerking en integratie; 21,5 miljoen EUR voor van humanitaire hulp en spoedhulp, of steun bij fluctuaties van de exportopbrengsten; 5 miljoen EUR voor rentesubsidies en technische bijstand via de LGOinvesteringsfaciliteit van de EIB; 8,5 miljoen EUR voor studies en technische bijstand overeenkomstig artikel 81 van het LGO-besluit. Overeenkomstig de in het LGO-besluit vastgestelde criteria komen zestien LGO in aanmerking voor een territoriale toewijzing uit hoofde van het 11e EOF5. Groenland wordt rechtstreeks gefinancierd uit de algemene begroting van de EU op grond van het besluit inzake Groenland6. 1 Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie. 2 De landen en gebieden overzee van de EU zijn: Groenland, Nieuw-Caledonië en onderhorigheden, FransPolynesië, Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden, Wallis en Futuna, Saint Pierre en Miquelon, SaintBarthélemy, Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint-Eustatius, Sint-Maarten, Anguilla, Kaaimaneilanden, Falklandeilanden, Zuid-Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden, Montserrat, Pitcairneilanden, Sint-Helena en onderhorigheden (nu Sint-Helena, Ascension en Tristan da Cunha genoemd), Brits Antarctica, Brits gebied in de Indische Oceaan, Turks- en Caicoseilanden, Britse Maagdeneilanden, Bermuda. 3 Vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB C 326 van 26.10.2012, blz. 206). 4 PB L 210 van 6.8.2013, blz. 1 - Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EUpartnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn. 5 Bijlage 1 bij dit verslag bevat de lijst van indicatieve individuele territoriale en regionale toewijzingen. 6 Besluit 2014/137/EU van de Raad van 14 maart 2014 inzake de betrekkingen tussen de Europese Unie, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds, voorziet in een toewijzing van 217,8 miljoen EUR voor de periode 2014-2020 voor samenwerking tussen de Unie en Groenland op een gebied van wederzijds belang. 2 Regionale programma’s zijn gericht op de bevordering van samenwerking tussen LGO in dezelfde regio met vergelijkbare problemen en prioriteiten. De uitwerking en uitvoering van alomvattende regionale programma’s en projecten op dit vlak worden ondersteund door acties uit hoofde van de regionale toewijzing. Partnerschappen met andere financieringsbronnen, waaronder andere financieringsinstrumenten van de Europese Unie, worden actief aangemoedigd door middel van samenwerking met de naburige ACS-staten en/of derde landen, alsook met de ultraperifere regio’s van de EU. Programmeringsproces voor het 11e EOF-LGO Het LGO-besluit7 voorziet in een programmeringsproces dat specifiek op de LGO is gericht. In tegenstelling tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), is de programmering niet gebaseerd op nationale indicatieve programma’s, maar verloopt zij volgens een eenstapsproces, namelijk de uitwerking van een programmeringsdocument, dat uit twee delen bestaat: a) de responsstrategie van de EU (deel A) en b) het actiedocument (deel B). Er wordt slechts één formeel besluit van de Commissie genomen voor de goedkeuring van het programmeringsdocument voor elk land/gebied. Het besluit heeft betrekking op zowel de strategische oriëntaties als het gedetailleerde programma. Dit betekent dat het programmeringsdocument niet kan worden vastgesteld voordat de strategie en een actiedocument zijn uitgewerkt en formeel zijn overeengekomen. Begrotingssteun blijft de uitvoeringswijze die de voorkeur krijgt bij territoriale toewijzingen in de LGO. De LGO behouden de hoofdverantwoordelijkheid voor de uitwerking van programmeringsdocumenten, met inbegrip van de prioriteiten waarop hun strategieën zijn gebaseerd en waarvoor het nodige lokale overleg wordt gewaarborgd. Op verzoek van de LGO werd technische bijstand beschikbaar gesteld ter ondersteuning van de LGO bij het programmeringsproces, overeenkomstig artikel 81 van het LGO-besluit. De LGO kregen specifieke begeleiding bij verschillende programmeringsproces voor de periode 2014-2020: aspecten van het Er zijn gedetailleerde programmeringsinstructies opgesteld die specifiek op de LGO gericht zijn, en de leidraad vormden voor de landen en gebieden. Deze richtsnoeren omvatten zowel de algemene koers als specifieke modellen voor de verschillende fasen van de uitwerking van het programmeringsdocument. De richtsnoeren voor begrotingssteun van de EU (bijlage 10) omvatten een specifieke, meer flexibele, leidraad over de goedkeuring en het beheer van begrotingssteunmaatregelen in de LGO. Teneinde de samenwerking tussen de LGO, de ACS-staten/buurlanden en de ultraperifere regio’s te bevorderen, werd een oriëntatienota opgesteld ter aanmoediging van gemeenschappelijke projecten die worden gefinancierd via het EOF en het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO). Overleg De LGO en de Commissie (zowel de centrale diensten als de delegaties) hebben uitvoerig overleg gepleegd sinds het begin van de programmering. 7 Vierde deel van het LGO-besluit. 3 De programmering voor de LGO werd opgestart tijdens het 12e LGO-EU-forum in december 2013, na de vaststelling van het LGO-besluit en het desbetreffende financiële kader. De Europese Commissie heeft de indicatieve financiële toewijzingen en programmeringsinstructies gepresenteerd voor de LGO en de lidstaten waarmee zij banden hebben. Voorts heeft zij de raadplegingsprocedure opgestart om een akkoord over potentiële samenwerkingssectoren te bereiken. Sindsdien heeft de Europese Commissie de LGO actief ondersteund gedurende het gehele programmeringsproces door specifieke seminars, workshops en conferenties te financieren en/of te faciliteren om over gemeenschappelijke prioriteiten en doelstellingen te overleggen. In november 2014 en februari 2015 hebben twee regionale conferenties plaatsgevonden over de LGO in de Stille Oceaan en het Caribische gebied om regionale samenwerking te bevorderen met gebieden die niet tot de LGO behoren en te zorgen voor een verdere ontwikkeling van de concentratiesectoren (en subsectoren) van de LGO voor de twee regionale programma’s (klimaatverandering en biodiversiteit voor het Pacifisch regionaal programma, en duurzame energie en mariene biodiversiteit voor het Caribisch regionaal programma).Voortbouwend op de resultaten van deze twee regionale LGO-conferenties werden in 2016 verscheidene andere workshops en vergaderingen georganiseerd ter bevordering van de dialoog tussen de verschillende betrokken partijen en in het programmeringsproces. Twee regionale overlegvergaderingen voor Caribische LGO vonden respectievelijk plaats in februari en september 2016, waardoor vooruitgang kon worden geboekt met de identificatiefase van het Caribisch regionaal programma, en ondertussen is een derde overlegvergadering gepland voor begin 2017 om de uitwerking te voltooien. Daarnaast vond in februari 2016 een workshop plaats voor het thematische programma van het 11e EOF ,die de LGO de gelegenheid bood een algemene consensus te bereiken over de belangrijkste prioritaire gebieden voor de twee concentratiesectoren (duurzame energie en klimaatverandering, met inbegrip van rampenrisicovermindering). Er vond ook uitgebreid overleg plaats tussen de LGO in de Stille Oceaan, waardoor niet alleen de programmering vooruitging, maar ook kon worden nagedacht hoe verdere vooruitgang kon worden geboekt op het gebied van regionale integratie en samenwerking met de naburige ACS-staten. Daarover vindt momenteel nog overleg plaats om mogelijke synergieën tussen het regionale programma van de ACS-staten en dat van de LGO in de Stille Oceaan beter te onderzoeken en te definiëren. Voorts is vooruitgang geboekt met het overleg over de strategische prioriteiten via dialoogfora van de associatie die in het kader van het LGO-besluit werden ingesteld. Op technisch niveau werden in 2016 vier tripartiete vergaderingen georganiseerd tussen de Commissie, vertegenwoordigers van de LGO en de lidstaten waarmee zij banden hebben. Daarnaast werd een partnerschapswerkgroep over milieu en klimaatverandering georganiseerd in juni 2016 , die zich richtte op het onderdeel “duurzame energie” van de thematische portefeuille, waarmee de sterke betrokkenheid van de LGO op dit gebied werd benadrukt. Deze partnerschapswerkgroep werd georganiseerd aansluitend op en in overeenstemming met de resultaten van de 2e top over duurzame energie, waaraan ministers van Energie uit de LGO deelnamen om politieke goedkeuring op hoog niveau te waarborgen. Op politiek niveau vond in februari 2016 het 14e LGO-EU-forum plaats, dat voortbouwde op de conclusies van het 13e LGO-EU-forum van 2015. Hierbij werd nogmaals gepleit voor wederzijdse inzet voor belangrijke thema’s van wederzijds belang, zoals klimaatverandering 4 en investerings- en groeimogelijkheden voor de LGO en de noodzaak van een gemeenschappelijke zoektocht naar oplossingen, die dan direct kunnen worden verwerkt in de thematische en regionale programma’s. Met name door de ondertekening van een gezamenlijke verklaring tussen de Europese Unie en tweeëntwintig LGO over betere samenwerking op het gebied van duurzame energie8 werden de verplichtingen inzake energiebeleid van de LGO gekoppeld aan de steun die via het 11e EOF zou kunnen worden verstrekt door de Europese Unie; De LGO herhaalden hun verbintenissen inzake duurzame energie, in overeenstemming met het mondiale klimaatverdrag dat werd gesloten tijdens de COP21, een verbintenis die werd herbevestigd tijdens de 2e top van de ministers van Energie van de LGO van juni 2016. Voorts werden in de marge van het 14e forum trilaterale vergaderingen gehouden tussen de Commissie, de territoriale/regionale ordonnateurs van de LGO en de lidstaten waarmee zij banden hebben. Deze besprekingen boden de gelegenheid om eventuele problemen te bespreken en aan te pakken in verband met de programmering en de uitvoering van financiële middelen, en om de volgende stappen concreet voor te bereiden met afzonderlijke LGO, maar ook op regionaal niveau. Situatie in 2016 In 2015 werd de strategische oriëntatie van de programma’s vastgesteld en werden de concentratiesectoren voor alle programma’s voorgesteld. Op basis hiervan is in 2016 een aanzienlijke vooruitgang geboekt met de van identificatie en formulering van de programma’s. De voorgestelde concentratiesectoren voor de territoriale toewijzingen zijn duidelijk gegroepeerd rond de volgende kernthema’s: Milieu, klimaatverandering, hernieuwbare energie en rampenrisicovermindering (5 van de 16 LGO; 21% van de totale indicatieve territoriale toewijzingen uit hoofde van het 11e EOF). Sociale ontwikkeling (jongeren) of werkgelegenheid/integratie op de arbeidsmarkt en onderwijs/beroepsopleiding (5 van de 16 LGO; 33% van de indicatieve territoriale toewijzingen uit hoofde van het 11e EOF). Duurzaam toerisme (3 van de 16 LGO; 26 % van de indicatieve territoriale toewijzingen uit hoofde van het 11e EOF) Connectiviteit en toegankelijkheid/digitale ontwikkeling (3 van de 16 LGO; 20% van de totale indicatieve territoriale toewijzingen uit hoofde van het 11e EOF). Voor de regionale programma’s zijn de volgende concentratiesectoren voorgesteld: Caribisch gebied: Duurzame energie en mariene biodiversiteit; Stille Oceaan: Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen. Subsectoren: a) Klimaatverandering, en b) Biodiversiteit; Indische Oceaan: Observatie, beheer en behoud van terrestrische en mariene ecosystemen; 8 Gezamenlijke verklaring van de Europese Unie en de LGO Groenland, Nieuw-Caledonië, Frans-Polynesië, Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden, Wallis en Futuna, Saint-Barthélemy, Saint Pierre en Miquelon, Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint-Eustatius, Sint-Maarten, Anguilla, Kaaimaneilanden, Falklandeilanden, Montserrat, Pitcairneilanden, Sint-Helena, Ascension en Tristan da Cunha, Turks- en Caicoseilanden, Britse Maagdeneilanden, Bermuda voor een versterkte samenwerking op het gebied van duurzame energie. 5 Thematisch programma (alle LGO): Duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Subsectoren: a) Klimaatverandering, waaronder rampenrisicovermindering, en b) Duurzame energie. Deze prioriteiten sluiten aan bij het streven naar duurzame ontwikkeling en houden rekening met de drie pijlers van ontwikkeling, namelijk economische en sociale ontwikkeling en milieubescherming, zoals omschreven in de doelstellingen van het LGO-besluit. De meeste LGO hebben begrotingssteun voorgesteld als uitvoeringswijze voor territoriale toewijzingen, en in verscheidene gevallen is dat een positieve verandering ten opzichte van de eerder gehanteerde uitvoeringswijze, met name voor Bonaire, Curaçao, Frans-Polynesië, Saba, Sint-Eustatius en Wallis en Futuna. In dit verband heeft de Commissie steun verleend aan programma’s voor begrotingssteun door middel van een regelmatige dialoog, en heeft ze ook ad-hocsteun verleend via technische bijstand (TB) indien nodig (d.w.z. om te evalueren of een programma in aanmerking komt voor begrotingssteun) of een toewijzing voor technische bijstand opgenomen in de programma’s van het 11e EOF om capaciteitsopbouw en bijstand aan de lokale overheden te verstrekken bij de uitvoering van het 11e EOF. In 2016 werd de technische bijstand volledig aangesproken om de nationale en regionale ordonnateurs bij het programmeringsproces te steunen, in overeenstemming met artikel 81 van het LGO-besluit. Aan het einde van 2016 waren contracten voor TB of studies opgesteld voor een totaal van 2,71 miljoen euro om de sectorale strategieën van de LGO uit te werken of om te bepalen welke LGO in aanmerking komen voor begrotingssteun. Op territoriaal niveau is voor tien van de zestien programma’s een geconsolideerde strategie vastgesteld en is de identificatiefase doorlopen (met name Anguilla, Falklandeilanden, FransPolynesië, Nieuw-Caledonië, Pitcairneilanden, Sint-Eustatius, Saba, Saint Pierre en Miquelon, Turks- en Caicoseilanden, Wallis en Futuna), en voor zes programma’s is de formuleringsfase afgerond (Anguilla, Saba, Sint-Eustatius, Saint Pierre en Miquelon, Turksen Caicoseilanden en Nieuw-Caledonië). Van deze zes programma’s zijn er vier formeel goedgekeurd: i) het besluit van de Commissie betreffende het programmeringsdocument van het 11e EOF voor SaintPierre en Miquelon werd in september 2016 goedgekeurd, en ii) de besluiten van de Commissie betreffende het programmeringsdocument van Saba, Sint-Eustatius en de Turks- en Caicoseilanden werden in december 2016 goedgekeurd. Het programmeringsdocument voor Saint Pierre en Miquelon werd op 13 oktober 2016 ondertekend in Brussel door commissaris Mimica en president Artano. Een follow-upbezoek van de Europese Commissie aan Saint Pierre en Miquelon in oktober 2016 vormde een platform voor beleidsdialoog en vergemakkelijkte de voorbereidingen van de documentatie voor de uitbetaling van de eerste tranche van 7 miljoen EUR, die uitbetaald werd in december 2016. Op regionaal niveau is de identificatiefase voor de regionale programma’s van het Caribisch gebied en de Stille Oceaan nog gaande. Voortbouwend op de vooruitgang die in 2016 is geboekt, wordt 2017 een cruciaal jaar voor het EU/LGO-partnerschap; beide partijen streven naar goedkeuring van meerdere andere programma’s van het 11e EOF tijdens de eerste helft van het jaar. 6 Europese Investeringsbank (EIB) Uit hoofde van de LGO-investeringsfaciliteit9 voor rentesubsidies en technische bijstand (5 miljoen EUR van de financiering uit het 11e EOF voor de LGO) die beheerd worden door de EIB, werd 600 000 euro gebruikt voor een rentesubsidie voor een actie op Tahiti (FransPolynesië). Het LGO-besluit voorziet ook in verdere financiering (tot 100 miljoen EUR in de periode 2014-2020) uit de eigen middelen van de EIB. Uit hoofde van de eigen middelen voor de LGO10 sloot de EIB in 2015 een leningsovereenkomst met Nieuw-Caledonië, waarbij een investeringslening van 20 miljoen euro werd verstrekt voor de bouw van een nieuw ziekenhuis, dat het belangrijkste ziekenhuis moet worden voor het gehele grondgebied en eveneens vier bestaande ziekenhuizen zal vervangen. Dit project wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met het Franse Bureau voor ontwikkelingshulp (Agence Française de Développement). Na de voltooiing van het ratificatieproces voor de garantieovereenkomst door alle lidstaten werd de lening volledig uitbetaald op 1 september 2016. Een blik op de toekomst Het is voor de LGO van cruciaal belang om de positieve tendens voort te zetten in 2017 om zo hun territoriale programmeringsproces tot een goed einde te brengen, en om snel en effectief vorderingen te boeken met de programmering van de regionale toewijzing, met name door verbeterde coördinatie. Het komende jaar zal ook cruciaal zijn voor verdere reflectie over de ontwikkelingssamenwerking van de EU met de LGO in het licht van de resultaten van de prestatiebeoordeling van het 11e EOF, die begin 2017 verwacht worden. 9 Ingesteld bij bijlage II C bij Besluit 2001/822/EG met middelen uit het EOF ter ondersteuning van commercieel levensvatbare ondernemingen. 10 Twee nieuwe projecten werden voor een totaalbedrag van ongeveer 60 miljoen ontwikkeld in de sectoren van hernieuwbare energie en ICT. 7