Samenvatting Effectief of affectief? Een onderzoek naar de ervaringen met en motieven voor het gebruik van reguliere en alternatieve geneeswijzen door mensen met psychische problemen. In opdracht van Stichting Pandora Universiteit Utrecht, Algemene Sociale Wetenschappen Begeleiding: Drs. J. A. Westerbeek Door: Minne Bakker, Janneke van der Ham, Chantal van den Thillart, Eefje Wielders Maart 2008 Over het onderzoek In opdracht van Stichting Pandora hebben wij onderzoek gedaan naar de redenen van mensen met psychische problemen om alternatieve geneeswijzen te gebruiken, na of naast hun reguliere therapie. Stichting Pandora is voorzitter van de werkgroep Week van de Psychiatrie. De Week van de Psychiatrie, die dit jaar gehouden wordt van 31 maart tot 6 april, heeft deze keer als onderwerp ‘Complementaire en Alternatieve Geneeswijzen’(CAG). De werkgroep beoogt de ervaringen en meningen van cliënten op het gebied van CAG te beschrijven. De onderzoeksvraag waarop dit onderzoek is gebaseerd luidt: ‘Wat zijn de motieven van mensen met psychische problemen om naast, of na reguliere behandelingen van de Geestelijke Gezondheids Zorg (GGZ) van alternatieve behandelingen gebruik te maken, welke factoren zijn van invloed op hun keuzes, en wat zijn hun ervaringen met de aanvullende behandelingen die ze hebben gekozen?’ Om deze vraag te kunnen beantwoorden, hebben wij veertig interviews gehouden. Onze respondenten waren 21 jaar en ouder (gemiddeld waren zij 45 jaar) en ondervonden psychische problemen. Daarnaast hebben zij tussen 2002 en nu gebruik gemaakt van zowel een alternatieve behandeling als reguliere behandeling, aangeboden vanuit de Geestelijke Gezondheids Zorg. De groep bestond voor 60% uit vrouwen en voor 40% uit mannen. Alle respondenten hebben één of meer psychische problemen. In totaal hebben we 27 respondenten geïnterviewd die kampen met een depressie, waarvan negen mensen met een manische depressie. Zeven mensen lijden aan schizofrenie en vijf mensen hebben Borderline klachten. Daarnaast zijn er mensen met onder andere verwerkingsproblematiek, Attention-Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD), Asperger, eetstoornis, angst en paniekaanvallen, Dissociatieve Identiteitsstoornis (DIS,) burn out en overspannenheid. De respondenten hebben wij geworven door middel van de sneeuwbalmethode. Dat wil zeggen dat onze eerste respondenten iemand anders wisten die wij ook konden interviewen etc. Door deze manier van samenstellen van onze onderzoeksgroep kunnen wij de resultaten van dit onderzoek niet generaliseren naar alle mensen met psychische problemen die gebruik maken van zowel alternatieve als reguliere behandelmethoden. Toch maakt dat het onderzoek naar onze mening niet minder interessant. Het geeft een eerste beschrijving van wat er allemaal mee kan spelen bij deze keuzeprocessen en van wat de ervaringen kunnen zijn met deze behandelingen. Hierover is nog vrijwel niets bekend; het bestaande onderzoek heeft zich vooral gericht op alternatieve therapie bij lichamelijke aandoeningen. Uit onze literatuurstudie is gebleken dat er verschillende definities bestaan voor alternatieve en reguliere behandelmethoden; definities die elkaar soms tegenspreken. Het was lastig een eenduidige definitie voor reguliere behandelingen te formuleren. Uiteindelijk hebben wij ervoor gekozen om ‘reguliere behandeling’ als volgt te definiëren: ‘alle behandelingen die vanuit de officiële Geestelijke Gezondheids Zorg worden aangeboden’. Dit betreft zowel de ambulante zorg, de intramurale zorg, de vrijgevestigde hulpverleners, alsook de eerstelijns psychiaters/psychotherapeuten en huisartsen. Onze definitie voor alternatieve behandelmethoden is dan logischerwijs: alle behandelingen die buiten de officiële Geestelijke Gezondheids Zorg worden aangeboden, zoals hypnotherapie, magnetiseren en homeopathie. De meest voorkomende reden die respondenten noemden om mee te doen aan het onderzoek, was dat zij zelf positieve ervaringen hebben opgedaan met alternatieve geneeswijzen. Een deel van de respondenten wilde door middel van dit onderzoek meer bekendheid en openheid creëren rondom het gebruik van alternatieve geneeswijzen en de ervaringen met het gebruik van alternatieve geneeswijzen. Sommigen hoopten dat de afstand tussen alternatieve en reguliere geneeswijzen met behulp van dit onderzoek zou worden verkleind. Anderen wilden meedoen om andere mensen die in dezelfde situatie verkeren te helpen door hun eigen goede ervaringen met de alternatieve behandelingen bekend te maken. Voor één respondent waren juist negatieve ervaringen met alternatieve geneeswijzen een reden om mee te doen aan het onderzoek. Uit deze motieven blijkt dat onze onderzoeksgroep overwegend bestaat uit mensen die positieve ervaringen hebben met alternatieve geneeswijzen. 1. Motieven Een belangrijk doel van dit onderzoek is te achterhalen wat de motieven zijn van mensen om voor reguliere en/of alternatieve geneeswijzen te kiezen. Uit de antwoorden op onze vragen daarover kwam duidelijk naar voren dat de respondenten andere motieven hadden om voor reguliere behandelingen te kiezen, dan voor alternatieve behandelingen. Reguliere geneeswijzen Er komen uit de interviews twee belangrijke motieven naar voren met betrekking tot het gebruik van reguliere geneeswijzen. Allereerst is volgens de respondenten ‘het beter willen worden’ een reden om gebruik te maken van reguliere behandelmethoden. Sommige respondenten gaven aan dat ze op een bepaald moment vastliepen in hun leven en daarom zélf hulp hebben gezocht. De kwaliteit van leven was voor hen op dat moment niet meer acceptabel (n=8). Een tweede groep respondenten had geen duidelijk motief om te kiezen voor een reguliere behandeling. Zij leden aan een zodanig ernstige problematiek, dat ze een gedwongen opname moesten ondergaan en zijn op die manier in het reguliere circuit beland (n=8). Alternatieve geneeswijzen Uit de interviews is naar voren gekomen dat er verschillende motieven zijn voor het gebruik van alternatieve geneeswijzen naast of na het gebruik van reguliere behandelmethoden. Hieronder zullen de drie meest voorkomende motieven worden besproken. De voornaamste reden is dat de reguliere behandeling alléén niet afdoende wordt gevonden (n=15). Deze respondenten zijn van mening dat reguliere en alternatieve behandelingen zich richten op verschillende aspecten van hun probleem: bijvoorbeeld het volgen van een alternatieve behandeling om de bijwerkingen van de reguliere behandeling te verminderen. Vaak gaan respondenten op zoek naar een alternatieve behandeling wanneer ze in het reguliere circuit niet voldoende of niet verder geholpen kunnen worden. Een andere reden is dat alternatieve behandelingen zich meer richten op het ‘emotionele’. Volgens deze respondenten is de reguliere zorg gericht op het in kaart brengen van hoe cliënten in bepaalde situaties reageren en hoe zij vervolgens praktisch gezien het beste met hun problemen kunnen omgaan. In de alternatieve sector wordt gefocust op het lichaam en het gevoel samen en op de behoeften van de cliënt (n=8). Vanuit die optiek wordt er geprobeerd iets aan de problematiek te doen. Sommige respondenten gaven aan met de gesprekstherapie alléén niet goed uit de voeten te kunnen. Ze vinden het lastig om emoties op een verbale wijze te belichten en te benaderen. Binnen de alternatieve behandelmethoden kunnen zij tot een lichamelijke verwerking van emoties komen. Een derde motief tenslotte is dat de holistische mensvisie uit de alternatieve hoek respondenten meer aanspreekt (n=8). De holistische benadering houdt in dat er niet enkel gekeken wordt naar een bepaald symptoom of een bepaald gebied waarin het probleem zich afspeelt, maar naar de mens in zijn geheel. Men pretendeert niet alleen aan symptoombestrijding te doen. 2. Tevredenheid Een ander belangrijk doel van het onderzoek was na te gaan in hoeverre de respondenten tevreden zijn met de behandelingen die ze volgen, of hebben gevolgd. Op die manier kan er gekeken worden welke eisen de respondenten stellen aan hun behandeling en welke factoren van invloed zijn op de tevredenheid. Een belangrijke factor bleek de ervaren effectiviteit van de behandeling, maar ook de aard van de artspatiënt relatie doet er toe. Reguliere behandelingen Ondanks de ervaren tekortkomingen van de reguliere zorg zijn de respondenten vrijwel allemaal matig tevreden tot zeer tevreden over hun reguliere behandeling. 24 respondenten geven aan tevreden tot zeer tevreden te zijn. Deze tevredenheid lichten zij toe als zich serieus genomen voelen en zorg op maat krijgen, door een kundige behandelaar die de problematiek aankan. Respondenten zijn van mening dat de zorg op maat is als de behandelaar altijd bereikbaar is en de behandeling precies aansluit op de cliënt en zijn of haar problemen. Andere redenen voor een hoge tevredenheid die genoemd werden zijn effectieve hulp, een klik met de behandelaar en overleg over de inhoud van de behandeling. Toch zijn zeven respondenten slechts matig tevreden over hun reguliere behandeling. Met name de effectiviteit lijkt hierbij een belangrijke rol te spelen. De meest genoemde reden is dat de reguliere zorg maar tot een bepaald niveau werkzaam is; ze kunnen niet ‘méér’ doen. Ook duurt het soms erg lang voordat er resultaat geboekt wordt. Er is een iets groter aantal respondenten niet tevreden met de huidige reguliere behandeling (n=9). Zij voeren hier allen meer dan één reden voor aan. Het vaakst werd genoemd dat er sprake is van een standaardbehandeling en dus niet van zorg op maat. Ook werd aangegeven dat je het als cliënt maar moet doen met de behandelaar die je krijgt aangewezen en dus moet hopen dat je goed terecht komt. Cliënten hebben daar vaak, in tegenstelling tot in het alternatieve circuit, geen inbreng in. Alternatieve behandelingen De overgrote meerderheid van de respondenten is tevreden tot zeer tevreden met hun huidige alternatieve behandelmethode (n=34) en een paar zijn matig tevreden (n=5). Redenen voor de tevredenheid zijn: de behandeling wordt effectief gevonden (men voelt zich energieker bijvoorbeeld) en als prettig ervaren en de behandeling is op maat. Ook wordt een alternatieve behandeling vaak gebruikt als aanvulling op reguliere medicatie waardoor er sprake kan zijn van een cumulatief effect. Tevens ervaren velen de bredere emotionele aanpak van de alternatieve geneeswijzen als positief, dit in tegenstelling tot de rationele benadering van de reguliere geneeswijzen. De vijf respondenten die matig tevreden zijn vermelden dat het effect maar kort beklijft of dat de behandeling hooguit ondersteunend of aanvullend kan werken op de reguliere behandeling. Eén respondent gaf aan ontevreden te zijn over de alternatieve behandeling, omdat hij de alternatieve behandelingen als totaal niet effectief ervoer. 3. Voortraject en ontwikkeling Traject naar alternatieve en reguliere behandeling Uit de interviews is gebleken dat de wijze waarop mensen bij de reguliere geneeswijzen terecht komen, afwijkt van de wijze waarop mensen bij de alternatieve geneeswijzen terecht komen. De meeste mensen komen via hun huisarts terecht bij een reguliere behandeling (n=11). Een aantal respondenten komt er terecht via vrienden/bekenden (n=7). Ook is er een aantal respondenten die bij een reguliere behandeling terecht zijn gekomen via het Riagg (n=8), het werk (n=1) of via school (n=1). Daarnaast zijn er respondenten die werden opgenomen doordat ze een psychose kregen of leden aan een ernstige depressie (n=8). Een klein aantal respondenten is zelf op een reguliere behandelaar afgestapt (n=3). De meest voorkomende wijze waarop mensen binnen de alternatieve hulpverlening terecht zijn gekomen, is via vrienden, bekenden of familie (n=19). Daarnaast is er ook een aanzienlijk aantal respondenten dat aangeeft toevalligerwijs bij de alternatieve behandelaar terecht te zijn gekomen (n=11). Andere mensen zochten zelf informatie over alternatieve behandelingen door het lezen van boeken, de krant of folders (n=4). Zij benaderden de behandelaar zelf aan de hand van de verkregen informatie. Tot slot zijn er mensen die via een reguliere behandelaar (n=4), via het werk (n=2), via de huisarts (n=2) of door het zoeken van informatie op internet (n=1) bij hun alternatieve behandelaar terecht zijn gekomen. Uit deze cijfers is op te merken dat de respondenten actiever op zoek zijn naar alternatieve geneeswijzen dan naar reguliere geneeswijzen. Ontwikkeling We hebben vervolgens proberen na te gaan welke ontwikkeling onze respondenten doormaakten in hun gang langs de hulpverlening. Werden degenen die ontevreden uit het reguliere circuit stapten nu tevreden gebruikers van de alternatieve hulp? Of is het eerder zo dat tevreden cliënten uit het ene domein ook de tevreden klanten van het andere domein vormen? Dit laatste lijkt nu het meest op te gaan. De meeste respondenten (n=19) zijn over zowel de reguliere als de alternatieve behandelingen tevreden. Een mogelijke verklaring hiervoor is volgens ons dat de reguliere en alternatieve geneeswijzen beide een ander aspect van het probleem aanpakken: vaak wordt de reguliere behandeling gebruikt om de ‘brand te blussen’. De alternatieve behandeling is niet gericht op symptoombestrijding, maar pretendeert op zoek te gaan naar de dieperliggende oorzaak van het probleem. Verder was er een groep (n=15) die niet of matig tevreden was over de reguliere behandeling, maar wel over de alternatieve. Dit kan mogelijk verklaard worden doordat de alternatieve geneeswijzen een andere benadering hebben, waarin meer aspecten van hun persoon belicht kunnen worden Deze respondenten kunnen zich over het algemeen beter vinden in een holistische benadering. Een aanvullende verklaring kan zijn dat mensen in het alternatieve circuit hun eigen behandeling kunnen kiezen. In het reguliere circuit is dit minder eenvoudig. Bovendien ondervinden de respondenten vaak bijwerkingen van de reguliere medicatie. Binnen de alternatieve zorg is hier geen sprake van, omdat er meer lichaamsgericht gewerkt wordt, meestal in de vorm van oefeningen of aanrakingen, in plaats van met medicijnen. 4. Negatieve aspecten reguliere en alternatieve hulpverlening Binnen de interviews hebben wij ook aandacht geschonken aan de vraag of mensen bepaalde aspecten in de reguliere en alternatieve zorg als negatief, dan wel positief ervaren. Er zijn veel verschillende positieve en negatieve aspecten naar voren gekomen. We zullen in deze samenvatting alleen ingaan op de meest voorkomende negatieve aspecten van respectievelijk de reguliere en de alternatieve behandelingen. Negatieve aspecten van reguliere behandelingen Een groot deel van de respondenten ervaart de bijwerkingen die door de medicatie uit de reguliere sector worden veroorzaakt, als negatief (n=11). Ze geven aan dat er sprake is van sufheid, traagheid, slapeloosheid en concentratiestoornissen door de medicatie. Een volgend negatief aspect dat sterk naar voren komt uit de interviews is dat er in het reguliere circuit, volgens de respondenten, vaak sprake is van een standaardbehandeling (n=11). Er wordt te veel uit boekjes gewerkt en niet gekeken naar de persoon als zodanig. Dit sluit aan op de mate waarin de respondenten zorg op maat ervaren binnen een behandeling. Zorg op maat zal in paragraaf 6 aan de orde komen. Veel respondenten achten het noodzakelijk dat er gekeken wordt naar ieder individu apart en op grond daarvan een behandeling wordt samengesteld. Een groot deel van de respondenten vindt het negatief dat er binnen de reguliere hulpverlening vaak verkeerde diagnoses worden gesteld of dat het probleem niet wordt erkend (n=10). Vaak moet er een hele lange weg worden afgelegd om tot de goede diagnose te komen, aldus de respondenten. Negatieve aspecten van de alternatieve behandelingen Betreffende het alternatieve circuit wordt als het belangrijkste negatieve aspect ervaren dat alternatieve behandelingen gevaren met zich mee kunnen brengen (n=7). Een alternatieve behandelaar kan een persoon bijvoorbeeld verzoeken te stoppen met de reguliere medicatie om vervolgens alleen alternatieve geneeswijzen toe te passen. Veel respondenten vinden dit erg ‘tricky’ en geven aan dat het kaf van het koren gescheiden moet worden (n=7). Een volgend negatief aspect met betrekking tot alternatieve geneeswijzen is dat het volgens een vijftal respondenten alleen werkt zolang de behandeling ondergaan wordt. Degenen die dit naar voren brachten, gaven aan dat ze er als het ware een soort ‘boost’ van kregen, die verdween toen ze stopten de behandeling. Uit de interviews kunnen wij niet opmaken of respondenten op de langere termijn wel baat hebben bij reguliere geneeswijzen. Een ander genoemd negatief aspect is dat de alternatieve behandelingen veelal niet worden vergoed (n=6). 5. Zorg op maat Er werd duidelijk vaker zorg op maat ervaren binnen de alternatieve behandelingen (n=31) dan binnen de reguliere behandelingen (n=14). Een deel van deze respondenten ervaart zowel binnen de reguliere als de alternatieve behandelingen zorg op maat. Met zorg op maat bedoelen wij dat de behandeling aangepast wordt aan de behoeften van de respondent. De alternatieve behandelingen werden bijna altijd als effectief ervaren, er werd daar rekening gehouden met hun wensen en de zorg is op hun specifiek afgestemd. Slechts twee respondenten vonden de alternatieve zorg een beetje op maat. Eén reden was dat de respondent een groepsbehandeling onderging, die niet op de specifieke situatie van de individuele deelnemers werd aangepast. Geen van de respondenten vond maatwerk afwezig in het alternatieve circuit. Betreffende de reguliere zorg lopen de meningen over de mate waarin zij zorg op maat kregen wat meer uiteen: er zijn veel respondenten die de zorg een beetje (n=13) of niet op maat vonden (n=9). In hoeverre de respondent zorg op maat ervoer kan te maken hebben met de behandelaar. De ene behandelaar is kundiger of toont meer empathie dan de andere. De respondenten die de zorg niet op maat vonden, gaven als reden dat er een verkeerde diagnose werd gesteld, er kon niet worden voldaan aan de behoefte van de respondent of niet genoeg aandacht besteed aan zijn of haar wensen. Opvallend is dat de respondenten zorg op maat anders definiëren wanneer het gaat om reguliere behandelingen, dan wanneer het gaat om alternatieve behandelingen. Waar het gaat om reguliere behandelingen, spreken mensen voornamelijk verwachtingen uit in termen van effectiviteit en een basis om op terug te vallen. Voor zes respondenten is de behoefte aan bereikbaarheid van de behandelaar een duidelijke voorwaarde voor zorg op maat. Een behandelaar moet bereikbaar zijn en er moet ruimte zijn om afspraken te kunnen maken en contact op te kunnen nemen op het moment dat de respondent dat nodig acht. Waar het gaat om zorg op maat bij de alternatieve geneeswijzen, geven respondenten antwoorden met betrekking tot affectiviteit. Mensen geven aan behoefte te hebben aan een persoonlijke relatie met de behandelaar. De behandelaar moet de patiënt goed kennen, begrijpen en binnen de relatie moet ruimte zijn voor het tonen van emoties. De zorg op maat wordt hoog gewaardeerd op het moment dat de behandelaar kennis heeft van de persoonlijkheid en ervaringen van de persoon. Een persoonsgerichte aanpak wordt door zes respondenten als criterium voor zorg op maat beschouwd. Een ander belangrijk punt waarop respondenten een alternatieve behandeling als passend waarderen, is wanneer de behandeling aansluit op de behoeften van de respondent (n=17). 6. Ideale verhouding tussen alternatieve en reguliere behandelingen. Zoals uit de literatuurstudie is gebleken zijn de meningen over hoe alternatieve en reguliere geneeswijzen zich het beste tot elkaar kunnen verhouden verdeeld. Binnen dit onderzoek zijn wij nagegaan wat volgens de mensen die zelf gebruik maken/hebben gemaakt van beide behandelmethoden de ideale verhouding zou zijn. Uit de analyse blijkt dat er grofweg drie lijnen aan te wijzen zijn, in hoe mensen graag zien dat alternatieve behandelmethoden en reguliere behandelmethoden zich tot elkaar verhouden. De grootste groep respondenten vinden een open houding een ideale verhouding tussen alternatieve en regulier behandelingen zien (n=17). Toch worden hier wel wat kanttekeningen bij gemaakt. De behandelingen mogen elkaar niet bijten. Ook wordt in sommige gevallen de reguliere zorg gezien als ‘controlerende instantie’ die in de gaten zou moeten houden of er geen schade ontstaat door de gevolgde alternatieve behandelingen. Daarna volgt de groep respondenten die graag een samenwerking zouden zien tussen alternatieve en reguliere geneeswijzen (n=16). Hierbij denkt men vooral aan doorverwijzen en het delen van informatie. De alternatieve en reguliere hulpverleners moeten patiënten naar elkaar doorverwijzen. Dit zou bijvoorbeeld gerealiseerd kunnen worden door het creëren van een centraal aanmeldpunt, in plaats van een automatische doorstroom naar de reguliere zorg, aldus de respondenten. De derde groep (n=10) zou graag zien dat de alternatieve behandelingen een aanvulling zou vormen op de reguliere behandelingen. Verder zijn er nog verschillende meningen, die minder dominant uit de resultaten naar voren komen. Zo zijn er enkele respondenten (n=6) die pleiten voor een integratie tussen de alternatieve en reguliere geneeswijzen, waardoor er uiteindelijk geen onderscheid meer bestaat tussen de twee. Anderen zijn van mening dat binnen de alternatieve behandelmethoden het kaf van het koren gescheiden moet worden (n=3). Hierbij is het idee dat er verschillende goede alternatieve behandelaars/behandelingen zijn, maar dat er ook een aantal minder goede tussen zitten. Tot slot is er één respondent van mening dat reguliere behandelingen de hoofdlijn moeten vormen. 7. Conclusie Uit dit onderzoek is duidelijk geworden dat respondenten alternatieve geneeswijzen voornamelijk gebruiken als aanvulling op de reguliere hulpverlening (n=30). Een klein aantal respondenten (n=8) heeft de reguliere behandeling vervangen voor een alternatieve behandeling. Slechts twee respondenten zijn bewust gestopt met hun alternatieve behandelingen en hebben ervoor gekozen alleen nog in de reguliere sector hulp te zoeken. De respondenten ervaren de reguliere behandelingen over het algemeen als een vaste basis. Van daaruit kan er verder gezocht worden naar aanvullende alternatieve behandelingen om de behandeling ‘compleet’ te maken. Het gaat er om dat respondenten door middel van het combineren van zowel alternatieve als reguliere behandelingen proberen een optimaal behandelprogramma te creëren. Dat de reguliere hulpverlening een vaste basis blijft voor mensen met psychische problemen, is te koppelen aan de motieven die zij hebben voor het gebruik van alternatieve geneeswijzen. Opvallend is dat de drie belangrijkste motieven voor het gebruik van alternatieve behandelingen, het gebruik van een reguliere behandeling niet uitsluiten. Het eerste motief geeft dit al duidelijk aan: de behoefte aan aanvulling op hun reguliere behandeling. Het volgende motief heeft betrekking op behoefte aan de bredere lichamelijk-emotionele benadering die men binnen de alternatieve behandeling vindt. Wanneer respondenten behoefte hebben aan aandacht voor de emotionele kant van het probleem, wil dat niet zeggen dat zij de medicatie overbodig of niet werkzaam vinden. Het laatste motief met betrekking tot de holistische visie geeft eigenlijk hetzelfde aan als de twee voorgaande motieven. Er is behoefte aan een benadering van het probleem, waarin zowel lichaam, ziel als geest zijn opgenomen. Dat sluit niet uit dat mensen ook behoefte hebben aan een rationele benadering van het probleem, zoals de respondenten dat definiëren: mensen hebben zowel behoefte aan affectiviteit als aan effectiviteit. Verder komt uit het onderzoek naar voren dat de meeste respondenten die tevreden zijn over de reguliere zorg (n=24), ook tevreden zijn over de alternatieve behandeling. Mensen die aangeven ontevreden te zijn over de reguliere hulpverlening, zijn juist tevreden over de alternatieve zorg (n=8). De tevredenheid van de respondenten hangt af van verschillende factoren, maar vooral van de ervaren effectiviteit van de behandeling en de kwaliteit van de arts-patiënt relatie. Uit dit onderzoek is duidelijk naar voren gekomen dat op het moment dat er sprake is van een ‘klik’ tussen de behandelaar en de respondent, en/of inspraak in de behandeling en als zij zich serieus genomen voelen door de behandelaar dit een positieve ervaring bevordert. Binnen de alternatieve behandelingen noemen de respondenten in dit kader eerder de meer holistische aandacht voor meer dan hun kwaal alleen: voor hun lichaam, geest en ziel. Tot slot blijkt uit diverse aspecten dat respondenten het onderscheid tussen alternatieve en reguliere behandelingen ongewenst vinden. Respondenten pleiten voor een open houding van zowel alternatieve als reguliere behandelaars ten opzichte van elkaar en hun methoden (n=12). In een volgend onderzoek zou het van belang zijn om actief op zoek te gaan naar respondenten met negatieve ervaringen in de alternatieve hoek. Nu waren we louter in staat een beeld te geven van de motieven en ervaringen van mensen die (zeer) tevreden waren over de alternatieve hulpverlening. Om het onderzoek kort en bondig samen te vatten: zorg moet volgens onze respondenten niet alleen effectief zijn, zij moet de cliënt bovendien affectief tegemoet treden. Vaak konden zij dit bereiken door hun reguliere behandeling aan te vullen met een alternatieve.