ONDERZOEKSMETHODIEK - 7 stappenmodel Ethische reflectie in praktijk is een proces van geordend nadenken over de normen en waarden die in het geding zijn wanneer we ons afvragen wat er in een bepaalde situatie zou moeten gebeuren, wat een moreel verantwoorde handelwijze of beleid is. Met andere woorden, hoe om te gaan met steeds strakker wordende polisvoorwaarden, het verminderen van de discretionaire ruimte en de eigen visie van de arts over wat redelijkerwijze kan worden gevraagd van belanghebbende. Om het probleem te analyseren is gekozen voor het zevenstappen-model dat werd ontwikkeld door het European Institute for Business Ethics (Universiteit Nijenrode). Dit analysemodel werd in de loop van jaren ontwikkeld en getoetst aan honderden casussen uit zowel het bedrijfsleven als overheidsorganisaties. De zeven stappen zijn als volgt: Stap 1; Wat is het morele kernprobleem? Stap 2; Wie zijn de betrokkenen? Stap 3; Wie is/zijn aanspreekbaar? Stap 4; Welke informatie is nodig? Stap 5; Welke argumenten kunnen worden aangevoerd? Stap 6; Wat is de conclusie? Stap 7; Evaluatie De toepassing van het model in het kader van dit onderzoek en de verdere uitwerking in dit onderzoeksrapport wordt in de onderstaande paragrafen behandeld. Stap 1; Het morele kernprobleem, onderzoeksvraag De eerste stap is de meest essentiële in het analysemodel. Hier moet namelijk worden vastgesteld of er in de casus moreel-relevante elementen aanwezig zijn, welke vraagstelling of probleemstelling kan worden geformuleerd, welke gronden en overwegingen daarbij een rol spelen en welke mogelijke tegenstrijdige belangen of rechten daarbij in beeld komen. Van moreel-relevante elementen is sprake wanneer de casus aanleiding geeft tot beslissingen waarvan verwacht mag worden dat zij (mede) gebaseerd zullen zijn op bepaalde normen en waarden waarvan wij onszelf en anderen in redelijkheid gehouden achten. In dit onderzoek is het kernprobleem als volgt geformuleerd: “Moet een verzekeringsarts vooral als arts werken binnen de algemeen aanvaarde medische beginselen of is de verzekeringsarts vooral een uitvoerder van de wet?” Het centrale thema in de discussie die daaruit voortvloeit gaat met name om welke argumenten overheersen, de politieke argumenten of de algemeen aanvaarde medischethische principes. Deze belangen zijn heftig in conflict, omdat in de politieke argumenten met name het kostenaspect overheerst. In de meeste gevallen leiden financiële besparingen niet tot een groter welzijn van de patiënt. Stap 2; De betrokkenen In het analysemodel worden ‘betrokkenen’ gedefinieerd als alle individuen en groepen die redelijkerwijs aanspraak kunnen maken op het feit dat bij de beslissing ook hun rechten en belangen worden gediend. Dit onderzoek houdt primair rekening met die partijen: 1. De verzekeringsarts 2. De overheid (de UWV) 3. De belanghebbende (de verzekeringsnemers) Getracht zal worden om een moreel standpunt in te nemen dat rekening houdt met de rechten en belangen van alle betrokkenen. De belangen van de verzekeringsarts, de overheid en de belanghebbende worden in dit onderzoek het zwaarst meegewogen, daar zij direct betrokken zijn. De UWV is niet als aparte partij opgenomen in het onderzoek, daar zij in opdracht werkt van de overheid. Stap 3; Wie is/zijn aanspreekbaar Bij de derde stap gaat het om wie de eigenaar is van het morele probleem, of anders gezegd: degene van wie een beslissing gevraagd mag worden. Deze vraag is elementair binnen dit onderzoek, omdat deze dicht tegen de centrale vraag aan ligt. Uiteraard is de verzekeringsarts aanspreekbaar op het doen van zijn werk. Daarbij heeft hij echter steeds minder invloed op de uitvoering van zijn werk, omdat de huidige wet- en regelgeving dit steeds verder beperkt. In toenemende mate bepaald de overheid dus via wet- en regelgeving hoe de verzekeringsarts zijn werk moet doen. De verzekeringsarts wordt hier wel in gekend, maar heeft slechts een beperkte invloed. Er wordt een beroep gedaan op zijn medische kennis en niet zijn medische plicht. En dat is de bron van het dilemma. Feit is dat de politiek geen artseneed heeft afgelegd. Bovendien kan de politiek niet oordelen over het medische handelen van de verzekeringsarts in situaties die specialistische kennis vereisen. Ook de patiënt, de verzekeraar en de maatschappij ontberen dat inzicht. Men kan dus stellen dat in beginsel de verzekeringsarts de vraag zal moeten beantwoorden op welk moment en in welke situatie hij het welzijn van de patiënt moet dienen en hoe ver die plicht reikt. Stap 4; Benodigde informatie Een morele discussie gaat in de meeste gevallen over feiten, niet over principes. Daarom is het belangrijk dat de achtergrond van het probleem voldoende in kaart is gebracht. Dit vormt namelijk het uitgangspunt voor de discussie en de voor- entegenargumenten die daarop volgen. Stap 4 is een noodzakelijke controle om er voor te zorgen dat de kaders voor deze discussie voldoende zijn afgebakend. Het morele kernprobleem vindt zijn oorzaak in een politieke ontwikkeling die is gestart met de invoering van de WAO. Hoofdstuk 3 gaat in op de historische ontwikkeling van het sociale verzekeringsstelsel in Nederland, de invoering en ontwikkeling van de WAO tot het huidige stelsel van wet- en regelgeving en de ontwikkeling van de verzekeringsgeneeskunde als beroepsgroep in Nederland. Stap 5; Argumenten Een morele discussie wordt gevoerd met voor- en tegenargumenten. Allereerst moeten deze, gezien vanuit de betrokken partijen, dus goed in kaart gebracht worden. Vervolgens dienen de argumenten zo geformuleerd te worden dat zij een bevestiging of ontkenning inhouden van de centrale probleemstelling. Om de probleemstelling te kunnen beantwoorden moet de morele aard en het morele gewicht van de aangevoerde argumenten worden bepaald. Een goede afweging van de argumenten kan pas plaatsvinden als we enige structuur aanbrengen. In veel gevallen kan het helpen om een splitsing te maken in een gevolgen-ethische benadering en een beginsel-ethische benadering. In een gevolgen-ethische benadering geldt als belangrijkste standpunt de morele plicht om die keuze te maken waardoor het grootst mogelijke voordeel wordt behaald voor het grootst mogelijke aantal betrokkenen. In een beginsel-ethische benadering geldt als belangrijkste standpunt de morele plicht om die keuze te maken waardoor recht wordt gedaan aan een in zichzelf geldend beginsel, een fundamenteel recht of een waarde, los van de mogelijke gevolgen van die keuze. Als vuistregel geldt dat daar waar in een argumentatie een gevolgenethische benadering tot een andere uitkomst leidt dan een beginsel-ethische benadering heeft de laatste de morele voorkeur.De hoofdstukken 5, 6 en 7 behandelen de voor- en tegenargumenten beredeneerd vanuit de standpunten van de betrokken partijen. Daarbij zal de nadruk worden gelegd op het werk van de verzekeringsarts en de (morele) dilemma’s die de arts in toenemende mate tegenkomt. De voor- en tegenargumenten worden tegen elkaar afgewogen door telkens de twee vragen “Een verzekeringsarts moet een arts zijn” versus “Een verzekeringsarts moet uitvoerder zijn” tegen elkaar af te wegen. Stap 6; Conclusie In de conclusie worden de argumenten bezien vanuit de verschillende betrokkenen eerst op een rij gezet. Vervolgens wordt een antwoord geformuleerd op het kernprobleem. Daarbij is niet getracht om tot een sluitend en eenduidig antwoord te komen, maar om een beschouwend antwoord te geven dat leidt tot een verbeterd inzicht. In hoofdstuk 9 worden aanbevelingen gedaan, om in de praktijk beter met de problematiek om te kunnen gaan. Bron: Henk van Luijk (European Institute for Business Ethics), 1996. Stap 7; Evaluatie – hoe voel ik mij? De laatste stap is feitelijk een controlestap. Het dient ter verificatie of het analysemodel een verdedigbaar standpunt heeft opgeleverd. Ethiek is uiteraard geen hogere vorm van argumentatiekunde, maar de kracht in ieder betoog berust vooral op de kracht van het betere argument. In de nabeschouwing worden de bevindingen (conclusies) getoetst aan de hand van een aantal dillemma’s die door Wout E.L. de Boer zijn geformuleerd op het NVVG-congres “Naar Eer en Geweten” op 19 mei 2005. Bron: www.uwv.nl/ Beleidsinformatie en publicaties